Na een schitterende nacht in zijn prinselijke badkamer verscheurde het geluid van de wekker de ochtendstilte. Harold zette hem op een uurtje later en breide er nog een zalig stukje aan.
Het brood en de lekkere banaan gingen vlot naar binnen. De proviandzak van de vriendelijke gastvrouw verdween in de rugzak en weg was Harold. Het was toen 8.30 u.. Hij besloot zn dag te beginnen met een dankgebed speciaal voor die vriendelijke, gastvrije familie.
Het stappen vlotte goed onder de bewolkte hemel. Tijdens de voormiddag wachtte hem al een verrassing: zeven heerlijke perziken aan een boom, niet te groot, maar overheerlijk!
Op de camino richting Navia ontmoette hij drie jonge gasten, twee Duitsers en één Spanjaard. Ze waren hoogstverwonderd dat Harold in België vertrokken was. Hun startplaats was Bilbao in Spanje. Na een leuke babbel, gingen ze weer elk hun eigen weg.
Een Frans koppel uit Le Mans dat heel snel stapte, knoopte ook een gesprek aan. Ze wisselden hun visie met die van Harold en die lagen wel ver uit elkaar. De man was niet echt gelovig en als onze Vlaming het over Le bon Dieu had, verbeterde hij telkens met Non non, la chance de la vie. De vrouw praatte niet veel, maar luisterde des te aandachtiger. Harold was in zn nopjes en vond het leuk om samen te filosoferen. Ze vonden allemaal dat de camino een mens enorm leert relativeren en je dankbaar maakt voor kleine dingen, bv. een simpel glas water. Het echtpaar vond het ook tof om eens 24 uur op 24 samen te zijn en de dingen anders te beleven. Harold hield halt om de kerk te zoeken en ze vroegen hem nog snel het vervolg van de kortste weg met de gps. Om dezelfde redenen als Harold, liepen zij ook dikwijls langs de grote weg afgewisseld met de camino norte. Toen verdwenen ze uit het zicht. Op weg naar de kerk kwam Harold hen echter weer tegen. Ze stopten en kwamen hem tien euro geven omdat ze zo blij waren dat ze hem hadden leren kennen. Ze voegden eraan toe dat ze gepakt waren door de dingen die hij verteld had en dat het een verrijking was voor hun tocht.
In de kerk aangekomen, was de mis net begonnen. De kerk was toegewijd aan Maria. Er zong een koor à la Bommerskonten. De viering duurde gelukkig niet zo lang, want hij had de hele tijd moeten staan. Na de communie legde Harold zijn viool klaar en toen de mis ten einde was, speelde hij het Ave Maria. Enkele mensen die naar buiten gingen, staken hun duim omhoog of deden teken dat het mooi was, enkele anderen bleven staan om te luisteren. Een oud vrouwtje kreeg tranen in de ogen.
Na de middag scheen de zon weer in haar volle glorie. Harold bleef nog even in Navia om twee koffies te drinken en de kaart te bestuderen. Daarna ging hij welgezind op weg. Fruit kwam hij niet meer tegen, maar hij vond dat hij sinds gisteravond al genoeg verwend was.
Tussen 13.00 u. en 18.00 u. stopte hij niet. Daarna begon de honger weer voelbaar te worden. Toch besloot hij om zn boterhammen pas in het volgende dorp te verorberen en eerst zn rozenkrans te bidden. Een offertje kon nooit kwaad. Na het tweede tientje kwam hij voorbij een mooi cafetaria. Misschien dat hij toch best even rustte. Een zevental mensen uit Costa Rica zagen dat hij een pelgrim was en spraken hem aan in het Engels. Ze hadden bewondering voor bedevaarders en betaalden hem daarom een koffie. Eén man vroeg: You play the violin? Show me! Na het eerste stuk, stak de man twintig euro in Harolds handen. Hij vond het zo mooi en één vrouw weende van ontroering. Een man vroeg: What do you want to drink? No coffee, itssunday! Harold koos voor een witte wijn. I want to hear another piece! Na Shindlers list was iedereen zowat high. Twee vrouwen kwamen elke vijf euro geven. Hij had nu zomaar een hele som gekregen zonder er veel voor gedaan te hebben. Bij zn vertrek at hij nog het broodje tortilla dat zn gastvrouw hem gisteren gegeven had. Heerlijk!
Na een tijdje stappen, kwam hij Galicië binnen. Vijf km vóór Ribadeo waren ze toch weer bezig met een nieuw stuk autoweg, zeker! Een oud ventje wees de weg en stelde voor om toch op de autovia te lopen. Tot Ribadeo mochten er geen autos op, dus zou hij heel alleen zijn. Inderdaad... een eindje was hij op zn gemak tot... het boeltje weer geblokkeerd was. Er was een stuk beton weg uit de vangrails en het voetpad was een heel eind verdwenen. Ondertussen reden hier weer autos af en aan over de twee smalle rijstroken in het midden. Vierhonderd meter daarlangs lopen, zou veel te gevaarlijk zijn. Harold besloot op een goed ogenblik naar de overkant te crossen in de hoop dat hij daar verder zou kunnen. Inderdaad, daar was een smalle strook voorzien om de wegarbeiders over te laten lopen. Oef! Een eindje verder was de afrit van de N634 al te zien. Die zou hij nemen, maar ... daar kwamen zijn vrienden, de politiemannen, al achter hem aan. Op hun teken dat hij daar niet mocht wandelen, gebaarde hij dat hij de weg net verliet. Dat was O.K.
Het nieuwe ronde punt waar hij nu terechtkwam, was nog niet geregistreerd in zijn gps. Een man wees hem de juiste weg en daar zag hij al een wegwijzer: Compostela: 155 km!!! (tiens, de gps zei 165... gooiden de Spanjaarden er met hun pet naar of sloeg Eva weer op hol?)
In een café vroeg Harold een stempel. De man keek heel raar, maar haalde er toch een.
Harold is nu vijf kilometer verwijderd van Rinlo. Hij weet nog niet of hij hier een slaapplaats zal zoeken of in het volgende dorp.
Dat zullen we morgen te weten komen...
De weg van Ribadeo naar Espinera zal naar het binnenland buigen om in Santiago uit te komen.
O ja... de financiën staan er goed voor: nog een kleine tachtig euro heeft hij bij zich en het geld dat hij gisteren vond, heeft als gelukkige nieuwe eigenaar... een bedelaar.
Gisteren: Omdat zn watervoorraad erdoor zat, moest Harold een drankgelegenheid binnenstappen om hem bij te vullen. Een jongen sprak hem in het Engels aan en vroeg waar hij vandaan kwam. O, België! ging de Lillenaar verder en schakelde toen over in het Frans. Hij wou vanalles weten over de tocht. Toen ze een eindje gebabbeld hadden, speelde Harold de Marseillaise voor hem. Iedereen vond dit grappig. Het publiek vroeg om meer en er was een toffe sfeer. Gek eigenlijk, Harold kreeg meer en meer de indruk dat veel Spanjaarden nog nooit een viool van dichtbij gezien of gehoord hadden. De baas van het etablissement was tevreden en bedankte Harold met een half stokbrood met gerookte ham en een biertje. Tot twee uur s nachts had hij gemusiceerd en verteld. Toen werd het toch tijd om op te stappen. De pelgrim hoopte heimelijk dat iemand hem zou voorstellen om bij hem thuis te blijven slapen of zo, maar tevergeefs...
Drie huizen verder vond hij een oprit die afgesloten was met een haag en stenen. Er was een mooie, open sterrenhemel, dus vlijde hij zich daar neer uit de wind.
Omstreeks 04.00 u. schrok hij wakker van een man die de hele tijd ronddwaalde in zijn nabijheid. Hij merkte ook dat zijn stinksokken, die hij een goeie meter van zich verwijderd gelegd had, nu naast hem lagen. Vreemd... De man riep de hele tijd: Jésu! Jésu... en nog wat gebrabbel erachter. Hij liep verder de straat op en schopte tegen een muur. Na zijn Ai! vervolgde hij weer met Jésu... Harold herkende de man uit de bar. Die was blijkbaar nog enkele uurtjes blijven drinken nadat hij al vertrokken was. Ondanks dit voorval, kon hij snel inslapen, maar werd wel om het half uur wakker.
Vandaag: Om halfzeven riep de plicht hem en na een kort ontbijt met oud brood en water vertrok Harold om kwart over zeven. Hier in Spanje kon het water zo afschuwelijk slecht smaken, helemaal anders dan elders...
Toen een bakkerin passeerde, hield hij haar tegen om een vers brood te kopen. Dat smaakte al stukken beter.
Op de grote, saaie weg die hij een veertigtal kilometer moest volgen, riepen drie arbeiders hem na 1,5 km al terug. Hij mocht daar niet lopen, de baan was onderbroken omdat ze een viaduct aan het bouwen waren. De doorgang was te smal en hij zou er niet doorkunnnen met zn rugzak. Wat nu? Hij kon toch moeilijk kilometers omlopen voor dit kleine stuk? Uiteindelijk gaven ze toestemming om in het midden te stappen, tussen de twee rijvakken. Dat was niet ongevaarlijk met alle voorbijrazende voertuigen. Spectaculair was het in ieder geval wel! De viaduct had een hoogte van 100 meter en bestond uit holle pijlers waar de mannen in- en uitkropen. Plotseling veranderde de weg in autosnelweg. Weer een probleem! Bij een restaurantje aan een afrit vroeg hij om raad. Men raadde hem aan om toch de autosnelweg te nemen. Het was veel korter en iedereen deed het... Er zou niemand iets zeggen, beweerden ze...
Een aantal kilometer verder stak het echter zo tegen, dat Harold besloot om er af te gaan. Na enkele mislukte pogingen om over de balustrade te klimmen en op een andere weg te geraken, begon Eva opnieuw door te draaien. Dat ontbrak er nog aan!
Op een gegeven moment lukte het toch en kwam hij op de camino terecht. Oef! Hij begon met een geruster gemoed de afdaling in te zetten, maar dat was te vroeg gejuicht, het weggetje kwam uit op de zee. Hij kon moeilijk over het water lopen en de rotsen leken gevaarlijk. De dikke keien waren ook niet van de comfortabelste om met versleten schoenen over te wandelen. Na wat zoeken, sloeg hij een geïmproviseerd paadje in met vertrappelde planten en toen was het weer klimmen geblazen. Het zweet droop overvloedig van hem af en hij kon zich goed bezighouden met het wegslaan van vervelende vliegen en ander gevleugeld gespuis. Boven gekomen, zag hij het baantje liggen. Twee madamekes lachten zich een bult toen hij drijfnat bovenkwam. Ze dachten waarschijnlijk dat hij met kleren en al een partijtje gezwommen had.
Wat was hier weer allemaal de bedoeling van geweest? Harold besloot zich niet dik te maken en af te wachten. Niets was toevallig... misschien werd hij opgehouden om morgen ergens de mis te kunnen volgen.
Toen hij er een hele lastige beklimming op zitten had, was de hele baan geblokkeerd en met draad afgezet. Eva leidde hem constant naar de nieuw aangelegde autosnelweg. Zou hij over de omheining durven klimmen? Die was wel 1,5 m hoog en hij was zo zwaar beladen... Even verder zag Harold een plaats waar de draad een eind naar beneden geplooid was. Daar hadden waarschijnlijk een aantal mensen voor hem hun kans gewaagd. Zijn voeten stonden nog maar gewillig op de draad of die begon op en neer te veren en onze arme pelgrim vloog met zn klieken en zn klakken achterover. Geen nood, bij een tweede poging lukte het wel en hij had enkel een schram op zn bil. Zn stok lag nu wel nog aan de verkeerde kant... Na wat gewriemel en geknutsel kon hij ook die weer bemachtigen. Zonder moeite geraakte hij over de vangrails die even verder zn doorgang versperden en hij vond zelfs weer 0,32 op de grond. Ze waren al roestig. Mijn stoel- en schaalgeld voor morgen, grapte Harold.
Pff, t was weer om dood te vallen van de hitte! Na enkele uren stappen, was er op zijn gps nog geen kilometer bijgekomen. Dat betekende dat hij weer veel in rondjes gelopen had. Je zou er de moed haast bij verliezen. En wat voelde hij daar? Zn (enige) broek was gescheurd! Een grote winkelhaak versierde zijn achterste.
Bij een afrit twijfelde hij of hij er nu af moest of beter verderging langs de rechte weg. Dicht bij die splitsing vond hij weer 1,07 en even verderop 10 cent. Als ik hier overal geld vind, is dit misschien een teken dat ik deze weg moet volgen, redeneerde de gelukzak en zo geschiedde... Had zijn voorganger misschien ook zn broek gescheurd door over de omheining te kruipen en zo al dat geld verloren? Wie zou het zeggen?
Een stuk van de afspanning was met braamstruiken begroeid. Hij vond er weer van die heerlijke, grote bramen om u tegen te zeggen. Dat was een welkome afwisseling bij al dat brood.
Scheel van de honger besefte hij even later dat hij langs de autosnelweg geen dorpen zou tegenkomen. Hij hoopte ook om geen politie tegen het lijf te lopen. De gedachten waren nog niet koud of daar kwam een combi aan. Ingehouden adem... gelukkig, ze reden voorbij. Enkele minuten later raasde een tweede politiewagen voorbij met blauwe zwaailichten en een luide sirene. Oef, dat was ook niet voor hem bedoeld...
De honger dwong hem even halt te houden en wat proviand in zn rugzak te zoeken: brood, een pompelmoes en een citroen... en niet te vergeten... het afschuwelijke water. Ondertussen lapte hij zn broekje wat op met een veiligheidsspeld.
De tocht ging maar niet vooruit en in de verte had hij enkele dorpjes gezien. Hij vond het beter om zo snel mogelijk in die richting te gaan.
Een kilometer verder zwaaide een man bij een bestelwagen van de servicedienst van de N263 en maakte hem duidelijk dat hij daar niet mocht lopen. Harold probeerde hem aan het verstand te krijgen dat het de schuld was van zn gps en dat de laatste vernieuwingen er nog niet in zaten. Er was geen lievemoederen aan. Meneer vroeg of hij de plakkaten misschien niet gezien had en dwong hem terug te keren naar de afrit en een hele omweg te maken om op een andere baan te geraken. Alweer! Zou hij toch niet...? Neen, de plichtsbewuste Spanjaard bleef wachten tot hij zag dat de reiziger al zijn richtlijnen opgevolgd had. Daarna verdween hij uit het zicht. Ha, daar was een wegwijzer met als opschrift Luarca 9 km. Een eind verder aan een rond punt vond hij een wegwijzer met daarop Luarca 10 km. Nee, hé! Niet weer... Hoe meer hij wandelde, hoe minder route hij inkortte. Er klopte iets niet! Met de moed zowat in zn schoenen, stapte hij een café binnen om kopje troost. Hij mocht ook zn watervoorraad aanvullen (net op tijd, want hij zat weer zonder) en kocht een dik stuk brood. Harold liet zich vertellen dat er in Luarca een refugio was. Luarca was een mooie stad, maar Eva dacht daar blijkbaar anders over. Ze stuurde haar begeleider steevast weer naar de autosnelweg en liet hem gedurig rondjes lopen.
Harolds hart sloeg een tel over toen hij mooie kiwis zag hangen. Die had hij nog niet op het menu gehad. Vol vreugde zette hij zn tanden erin, maar hij brak die bijna. De vruchten waren echt nog niet te eten. Jammer...Enkele braambessen maakten dit later weer goed.
In Luarca zag Harold een man fietsen met zn dochtertje achterop en zn zoontje ernaast op een klein fietsje. Dat laatste riep enthousiast: Hello! Onze wandelaar deed hen stoppen en vroeg of ze de uurregeling van de missen kenden. De fietser vertelde dat hij een Engelsman was die gehuwd was met een Spaanse. Hij mocht verderpraten in het Engels. Er bleek de volgende dag op de middag een eucharistieviering door te gaan in het kerkje wat verderop. Toen vroeg hij waar de reis naartoe ging en wat het volgende dorp zou zijn. Ha, Navia? Daar was morgen rond de middag ook een mis! Dat zou nog beter in zn planning passen. De Engelsman stelde voor om in het dorp te overnachten en de volgende ochtend de 16 km te stappen voor de viering en wenste hem nog veel succes toe.
Toen ging Harold op zoek naar een auberge om een nieuwe credencial aan te vragen. Hij moest zijn gegevens in het logboek zetten en kreeg er toen een. De andere was al helemaal vol.
De uitbater van de refugio was verwonderd dat onze Vlaming nog verder wilde stappen na 19.00 u. Ik ben nog maar goed op dreef, beweerde Harold. De ander schudde niet-begrijpend zn hoofd.
De hongerige pelgrim plukte net een peer van een boom, toen de Engelsman terugkwam. Hij had over de ontmoeting verteld aan zn echtgenote en die beweerde dat ze Harold ook al gezien had. Ze stuurde haar man terug om te vragen of hij geen zin had in een pintje. Dat had hij wel. De familie woonde in Engeland, maar was momenteel met vakantie bij de ouders die hier woonden. De mama diende een schotel met brood en een soort vis op en een andere met tortilla. Ze legde ook een zak klaar met proviand voor de volgende dag: snoepjes, koekjes, ... Uit dankbaarheid haalde Harold zn viool boven en de hele familie kwam rond hem zitten. De Spaanse vrouw en haar zoontje waren ook met pianoles begonnen en konden het dus echt appreciëren. De opa sprak behalve Spaans ook Duits en vertelde heel verheugd te zijn nog eens een échte pelgrim in zn huis te mogen ontvangen. Hij zei dat hij ook gelovig was, elke dag bad en naar de mis ging. Toen stelden ze voor dat Harold in de grote ingerichte badkamer zou slapen in het huisje dat ze naast hun woning gebouwd hadden. Die badkamer eerder een balzaal was ingericht als een soort pingpongruimte. Hij mocht vrij beschikken over wc, douche, ... en kreeg een ligzetel om zich te rusten te leggen. Als dit geen prachtig cadeau was voor onze huwelijksverjaardag! Het kon hem geen zier meer schelen dat hij bijna al zn voorsprong weer kwijt was en meer dan 12 km omweg gemaakt had vandaag. Zn prima gastenverblijf deed hem alles op slag vergeten.
Morgen hoopt Harold een eucharistieviering te hebben in Navia op het uur dat de mensen hem gezegd hadden.
Dankbaar om al het moois van vandaag sloten we ons telefoongesprek af. Weet je dat het maar vijf keer meer slapen is voor we elkaar terugzien? Het begint nu echt wel te kriebelen!
Maandag komt het laatste verslag op de blog. Dan zal iedereen een beetje geduld moeten uitoefenen tot 13 augustus om het vervolg te lezen. De zussen zullen wel dagelijks een kort berichtje plaatsen...
Gisteren: Na mijn telefoontje had Harold nog een kilometer of vijf doorgestapt. De barman van een drankgelegenheid waar hij een koffie nuttigde, had enkele jaren geleden nog in Eeklo gewerkt en sprak nog wat gebroken Vlaams. t Is te zeggen, wat er uit zn mond kwam, was van een bedenkelijk alooi: Thats my best friend... kust me kloaten! Om het niveau wat op te krikken, wou de muzikant wat ten beste geven, maar aan de eerste tafel waar hij kwam, kreeg hij geld toegestopt om NIET te spelen. Tja... hij stopte zijn instrument weg nadat hij enkel voor de barman een liedje gespeeld had.
Van een overdekte building (een soort appartementsgebouw met de onderkant helemaal open) kroop Harold over de omheining en na een eerste inspectie was de plaats goedgekeurd als nachtverblijf. De slaap liet niet lang op zich wachten, maar rond 2.00 u. werd onze pelgrim wakker van de kou en de tocht. Met de training aan dommelde hij dan in tot 6.45 u..
Vandaag: Het ontbijt was weer snel achter de kiezen droog brood en water zodat hij om 7.20 u. al aan het wandelen was.
In het tankstation dat iets verderop lag, begon hij aan de was en de plas, het opladen, scheren enz... Ook genoot hij van twee koffies als brandstof voor wat komen moest. Hij was alweer vijftig minuten zoet.
Onderweg stak hij twee Poolse meisjes en één Duitse voorbij. Ze waren even het noorden kwijt, maar bleken toen volgens de gps toch juist te lopen.
Hij haalde ook een Duitse fietser in die even stond te babbelen met een landgenoot. De ene kwam van Compostela, de andere ging er naartoe. Toen raakte Harold aan de praat met de terugkerende. Het was een soort reformist die met veel zaken van het geloof moeite had. Hij was echter laaiend enthousiast over Harolds manier van pelgrimeren. Das nog zoals vroeger... De Belg raakte in zn nopjes en schonk één van zn twee moussen weg die hij nog als reserve bijhad. Die arme Duitser had heel veel pijn in de schouders van de duwende rugzakriempjes. Toen hun wegen weer scheidden, hield Harold een goed gevoel over aan dit gesprek... en dat primeerde boven het tijdverlies van een uur. Als je op een bedevaart nog niet mag evangeliseren...
Avilés was al zichtbaar toen hij de twee Poolse meiden weer tegenkwam. Hij plukte net braambessen en ze konden haast niet geloven dat zn dagrantsoen bijna enkel uit brood en gevonden fruit bestond. Ze vonden dat ze wel een beetje van hun crispy bread aan hem konden afstaan en hij bedankte hen hartelijk. De tocht ging al babbelend verder en de meisjes vroegen of hij van plan was om in de toekomst nog zon toeren te doen. Hij antwoordde ontkennend en vertelde over zijn toekomstige werk als diaken. Daarna ging het over de manier van geloven in Polen, waardoor ze bijna automatisch uitkwamen bij het bedevaartsoord Czestogowa. Harold vertelde dat hij daar nog eens naar toe wilde, maar nog liever naar Krakau, naar zuster Faustina... Maar, dat is waar ik woon! wist Karolina Liszka met een big smile en ze gaf haar adres en telefoon. We mogen eens met het hele gezin overnachten bij haar thuis... Dat lijkt mij een aanlokkelijk voorstel voor de grote vakantie van volgend jaar! Omdat ze de weg niet wisten naar de refugio, wilde Harold een kleine omweg maken om hen met de gps te gidsen. De refugio werd tijdelijk door een Belg opengehouden. Die beweerde dat hij Harold kende van horen zeggen. Hij was lid van het vennootschap van Compostela. De meisjes waren veilig afgeleverd, dus kon er weer verdergegaan worden. Harold kon maar niet begrijpen hoe ze elke dag al stoppen als ze net goed op dreef zijn. Na 18 tot 20 km houden ze het voor bekeken. De rest van de dag vullen ze in met rusten, telefoneren, genieten... Eén van de meisjes riep hem terug om een rijstkoek met een plakje kaas te geven en een Duits meisje dat er net bijgekomen was, gaf hem ook twee sneetjes van haar brood. Met een dankbaar hart, liep hij de refugio uit.
Op het einde van de dag dronk hij twee koffies in een bar vol mannen. Ze vroegen hem uit over wat hij aan het doen was en wogen eens aan de rugzak. Van het Spaans verstond hij bijna niets, maar sommige kerels spraken Engels of Frans. Toen hij weer wou vertrekken, moest hij niet meer afrekenen. Dat hadden die mannen al voor hem gedaan. Dank, Voorzienigheid, Je hebt je pluk vandaag!
De weg in de voormiddag was heel saai geweest. Van Gijón tot Avilés was alles industrieachtig en vuil. De vrachtwagens die voorbijraasden, stonken naar olie en vet. Het was precies of Harolds reukorgaan in die 34 dagen superontwikkeld geworden was.
Gelukkig bracht de namiddag meer variatie, bos, mooie zichten en lekkere geuren.
De zon deed haar best vandaag en de lucht voelde niet meer zo zwoel aan. Een fris windje zorgde voor een aangename afkoeling.
Als vieruurtje kon Harold een lekkere, sappige conférencepeer te pakken krijgen met zn wandelstok en even verder een grote appel aan een wilde boom.
Om veel tijd te sparen en de bergen niet over te moeten, koos Harold een stuk voor de route door het dal langs de grote baan. s Morgens en s avonds was het er druk, maar overdag viel het best mee. Het ging van Avilés over Soto del Barco, langs Muros, naar San Juan en Duenas.
Nu is hij net toegekomen in Lamuno. Het dorp lijkt niet erg uitnodigend; alles is er afgesloten. Rond elk huis zijn er hoge ijzeren netten gespannen, dus is er geen enkel afdak bereikbaar. Vreest men hier voor inbraken, of zo? Waar zal mijn echtgenoot nu weer terechtkomen? De bar lijkt me niet zo geschikt en voor de rest is alles doods en verlaten...
Nog 244 km te gaan naar Santiago en al 1505 km gedaan. Hij is nu een goeie 15 km vóór op schema.
De ribbeltjes van zn schoenen zijn bijna overal weggesleten. Je voelt de steentjes waar je op trapt al goed door de schoenzool heen. Toch zullen ze het nog 250 km uithouden, meent Harold.
Toen we telefonisch afscheid namen, wenste mijn schat me nog een gelukkige huwelijksverjaardag voor morgen. Dan zijn we 18 jaar met ons bootje onderweg.
Hoe attent van hem om daar zo vroeg al aan te denken. Hij was rapper dan ik...
Gisteren: Nog een heel eind bleef Harold in Colunga. Hij wou niet in het centrum slapen wegens te druk en te lawaaierig en hij meed angstvallig tochtige plaatsen omdat hij nat was van het zweet. Even buiten het centrum zag hij een groot gebouw met dieper liggende, grote vensters. De vensterbanken waren breed genoeg om uit de tocht te liggen. Hij installeerde zich rond kwart voor elf en de voorbijgangers moesten lachen toen ze hem zo zagen liggen. Het slapen ging redelijk als hij zich tenminste elk half uur van kant draaide. Dat ging niet zo comfortabel in de smalle slaapzak op een vensterbank.
Vandaag: Om 6.45 u. ontwaakte hij en een half uur later was hij ribbedebie. Het ontbijten ging supervlot met droog brood van twee dagen oud. Toch smaakte het hem.
Harold nam weer het voornemen om zo lang mogelijk te overleven op droog brood, water en het fruit dat hij langs de weg vond. Als het niet meer lukte, zou hij een koffie drinken met melk en suiker.
De morgenstond had duidelijk goud in de mond! Wat is er mooier dan de zon die opkomt in de bergen en die de laatste slierten mist uit het dal verjaagt? Er was bijna geen verkeer, zelfs langs de grote weg, de eucalyptusgeur verrijkte de lucht en af en toe ving hij weer een glimp op van de zee met zn prachtige rotsmuren met inhammen.
Wat vond hij langs de weg? Zure appels die gelukkig net eetbaar waren, braambessen, verschillende soorten pruimen en lekkere vijgen. Gelukkig dat hij een goede wandelstok had. Die was ideaal om het onbereikbare fruit toch te kunnen bemachtigen.
Het werd weer een dag van overpeinzingen. Voortdurend flitsten er uitspraken van vader Bernard door zn hoofd: Mediteer regelmatig over de geloofsbelijdenis, het Onze Vader en de tien geboden. Laat zin voor zin voor je geestelijk oog voorbijgaan... Het was eigenaardig, maar meer en meer begon hij linken te zien tussen de verschillende gebeden en het dagelijkse leven. Ook moest hij denken aan het levensverhaal van zijn geestelijke begeleider. Voordien (d.w.z. voor zn echte bekering) was hij een gewone priester en als de mensen hem vroegen om voor hen te bidden, antwoordde hij: Jaja... , maar hij hechtte daar niet zo uitzonderlijk veel belang aan. Toen hij die vragen meer en meer au sérieux ging nemen en daadwerkelijk voor de intenties van die mensen bad, merkte hij welk een kracht daar van uitging. Plotseling werd de pelgrim van vreugde vervuld toen hij besefte hoeveel mensen er dagelijks voor hem baden. Gelukkig maar, want zoveel intenties van anderen indachtig zijn, is een beetje teveel om alleen te kunnen dragen. Wat is het toch wonderschoon om je geloof te beleven op die manier!
Het was duidelijk een klimdag. De honger stelde hem danig op de proef bij de ellenlange, steile beklimmingen! Het fruit was meer dan welkom.
In Villaviciosa vulde hij zn dagrantsoen van droog brood en fruit aan met 2 koffies. Hij kocht ook twee stokbroden en vulde zn watervoorraad aan. De wandelkaart beloofde immers een stevige klim en daar had je voldoende brandstof voor nodig. Bovendien gaf de zon verschrikkelijk van katoen. De beambte in het stadhuis keek argwanend toen hij een stempel vroeg en hij moest warempel eerst zn identiteitskaart laten zien voor hij er één kreeg. Zn rugzak stond namelijk in het lokaal ernaast en men zag hem waarschijnlijk voor toerist aan.
Vijf kilometer over Pedroso had hij een adembenemend uitzicht over de hoogste bergtoppen. De weg lag vol afgevallen eucalyptusblaren en door de hitte van de grond die opsteeg, verspreidde zich een heerlijke geur.
Tot Peón bleef het maar omhooggaan en daarna ging het serieus bergaf. Toen begon het te waaien, werd het bewolkt en uiteindelijk begon het ook te regenen.
In de hele streek was er niet veel bebouwing, maar net op het goeie moment stond daar moederziel alleen... een restaurantje. Hij kreeg toestemming om er te schuilen. Dat was op het nippertje! Alles werd opeens zo zwart dat je geen bergen meer kon onderscheiden. t Is toch niet waar, hé... zuchtte Harold, maar hij slikte de rest in. Misschien had deze pauze ook wel zn bedoeling. Achteraf gezien was hij er heel blij om. Hij bestelde een koffie en besloot de intenties die hij meehad nog eens door te lezen. Het trof hem dat hij ze de tweede keer ànders las dan eerst. Bepaalde dingen raakten hem waar hij de vorige keer niet echt bij stilgestaan was.
Waauw, dat was nog eens een verrassing: bij de koffie lagen VIER grote koeken. Hij keek de vriendelijke mevrouw vragend aan en ze glimlachte begrijpend. Na de intentiebriefjes, nam hij het boekje dat deken Wilfried bij de zendingsviering meegegeven had. Wat stonden daar mooie gebeden in. Hij las ze één voor één. Vier uitspraken vond hij heel mooi:
- Een priester is een optimist. Hij zegt altijd: Laten we danken! en hoe ouder ik
word, hoe meerik beken, hij heeft gelijk!
- God vervult niet al onze wensen, wèl al Zijn beloften. (Dietrich Bonhoeffer)
- Beste vriend, als ik één ding vragen mag, bid eens voor mij. Als ik nog wat
vragen mag, laat het me af en toe weten dat je voor me bidt.
- God, als ik U wil liefhebben zoals Gij mij bemint, moet ik Uw eigen liefde lenen,
dan alleen vind ik rust. (H. Teresia van Lisieux)
Bij een volgende koffie (mèt vier grote koeken!) liet hij alles nog eens bezinken.
Toen het ophield met regenen, vervolgde hij zn weg. Eva sloeg voor de verandering weer eens op hol en zond hem allerlei boswegeltjes in vol lang gras. In een wip waren zn schoenen doornat. Je kunt de boom in, dacht Harold en hij besloot de grote baan terug te zoeken.
Tegen de avond begon de lucht weer te overtrekken. Voor de volgende drie à vier dagen werd inderdaad regen voorspeld.
De 43,7 km van vandaag zijn afgestapt en nu wandelt onze Vlaming nog even verder om een plaats voor de nacht te zoeken. Het is MAAR 299 km meer naar Compostela... dat klinkt nog eens goed! Morgen trekt hij richting Avilés.
Een tevreden pelgrim blikt terug op de voorbije dag. Na een babbeltje (Laat die tje maar vallen! De gesprekken duren meestal drie kwartier!) werd het nut van de regenpauze opeens heel duidelijk. Het is ongelofelijk hoe sommige dingen die Harold beleeft, een antwoord kunnen zijn op vragen van mensen aan het thuisfront. We beseffen allebei niet op het moment zelf welke bedoeling erachter steekt, maar s avonds vallen de puzzelstukjes in elkaar. Voor zulke genaden zijn we echt dankbaar!
Na bijna vijf weken heeft Harolds lichaam zich goed aangepast. De pijnen zijn veel draaglijker geworden en hij slaagt erin om de dag door te komen met brood, water, gevonden fruit en 6 koffies met melk en suiker.
Lieve mensen, jullie hebben nog vier verslagen tegoed vóór ik mijn ventje achterna ga. Daarna zetten de dochters dagelijks een heel beknopte boodschap op de blog. Op 13 augustus krijg je het volledige eindverslag te lezen.
Blijven we met elkaar verbonden in gebed? Voor wie geïnteresseerd is, volgen hier de intenties waar de negen opeenvolgende dagen speciaal voor gebeden wordt in de noveen van de Barmhartige Jezus: dag 1: de hele mensheid, in het bijzonder alle zondaars/ dag 2: de priesters en religieuzen/ dag 3: alle vrome en trouwe zielen/ dag 4: de heidenen en diegenen die Jezus nog niet kennen/ dag 5: de ketters en de afvalligen/ dag 6: de zachtmoedigen, nederigen en kleine kinderen/ dag 7: de mensen die Zijn Barmharigheid bijzonder vereren en verheerlijken/ dag 8: de zielen die in de gevangenis van het vagevuur zijn/ dag 9: de lauwe zielen.
Gisteren: In het kerkportaal viel Harold redelijk snel in slaap. Om het uur werd hij wakker omdat er één of ander lichaamsdeel sliep door de oncomfortabele houding. De laatste twee uur moest hij met zn training slapen, want het werd erg wak en koud. Van de mieren en de zilvervisachtige kriebelbeesten geen spoor meer te bekennen. Volgens mijn teergeliefde waren ze bang van zn stinkvoeten.
Vandaag: Klokslag zeven stond hij op en om kwart voor acht begon hij zn dagtrip met droog brood en water. Even verder kwam hij voorbij een koffiebar, maar vandaag wou hij geen koffie drinken om zn noveen kracht bij te zetten. In een tankstation wat verderop kon hij zich wassen, zn gps en gsm opladen, zn tanden poetsen en de was doen. Dat nam een klein uur in beslag.
Na dat karwei kon hij met de noveengebeden beginnen. O, wat hing daar in die boom? Wat een reuzenmandarijnen! Hij plukte er een zevental en toen hij zn tanden erin zette, proefde hij geen mandarijn, maar pompelmoes! Aangezien Harold liefhebber is van zuur, vond hij ze lekker. Wat hij verder aan fruit tegenkwam, was niet te eten...
De saaie weg begon danig op zn zenuwen te werken. Hij begon almaar trager te stappen en voelde zn krachten minderen. Help, ik heb suiker nodig, dacht de afgematte pelgrim.
Daar was een kapelletje en dit was echt uitzonderlijk! het stond open. Er hing een groot beeld van de gekruisigde Christus en je kon er een noveenkaars laten branden. Je zult het niet geloven, maar van de hele pelgrimstocht was dit de eerste kapel waar dit kon. Vanmorgen had Harold lukraak watkleingeld in zn broekzak gestoken omdat het telkens een hele rompslomp was om geld uit zn rugzak te nemen. Hij was niet van plan om iets te gaan drinken, maar je wist nooit of hij iets nodig zou hebben... Een kaars kostte 1,70. Hij gritste in zn zak en begon te tellen... precies 1,70!!! Dat kon toch geen toeval zijn!
Harold voelde dat hij niet meer verderkon. Hij at zn voorverpakt koekebrood op en goot enkele suikerzakjes (die hij gespaard had van bij de koffie) in zn mond. Toen viel zn oog op drie pruimenbomen. De helft van de vruchten was nog onrijp, maar enkele waren toch te eten.
Dat scheelde al een stuk... hij zag het weer zitten.
Om 14.00 u. bad hij zn tientjes en om 15.00 u. het kroontje van de Barmhartigheid. Toen ging alles echt zn krachten te boven. Hij herinnerde zich de strenge woorden van zijn echtgenote(!) dat hij niet koppig mocht blijven vasten als het echt niet meer ging. Met tegenzin gaf hij toe dat hij aan zn limiet gekomen was. In Ribadesella dronk hij een grote koffie met melk en veel suiker. Hij gaf 1,20 aan het vriendelijke meisje, maar ze deed teken dat dit teveel was. Hier kostte het maar tachtig cent. Geef me er nog maar eentje als het zo zit... lachte Harold die al helemaal aan het opkikkeren was. Het was toen kwart over drie en hij had toen 27 km in de benen.
De tocht ging verder over la Playa: het schone vlees zat zedig verpakt van deze keer, maar hoe ouder en dikker de mensen waren, hoe bloter ze er bijliepen.
Daarna volgde de gps 100 % de camino. Wat was het hier fantastisch, prachtig, wonderlijk, supermooi! Hij waande zich in een andere wereld. Je kon het vergelijken met de dagtochten die we in Oostenrijk en Zwitserland deden. Paarden, koeien, huisjes en stallen die op palen gebouwd zijn met een platte steen rond de paal (tegen ongedierte dat zou kunnen binnenkomen)... Alleen stonden hier ook reuzen van eucalyptusbomen, wel 50 à 60 m hoog en met dikke stammen. De geur was onbeschijfelijk en deed zn longen helemaal openkomen.
Af en toe had hij zicht op de zee met grote muren vol inhammen in het water. Het deed hem denken aan de Noorse fjorden.
In een klein dorp zag hij een huisje dat potdicht was en omheind met doornloze bramen. Die vonden snel de weg naar zn mond!
Heerlijk was het hier en ongetwijfeld het mooist qua natuur van al wat hij op zn reis al gezien had. De bospaadjes boden weldoende schaduw aan zn vermoeide leden, want het was vandaag weer snikheet.
Opeens zag hij iets wat zn euforie danig temperde! Een groene adder van een halve meter. Harold wierp er stenen naar, maar het beest bleef zitten. Zelfs toen het bijna geraakt werd, verroerde het geen vin. Zou de slang misschien dood zijn? Onze held betrouwde het toch niet helemaal en keilde een grote kei rakelings langs zijn kop. Toen schoot hij weg als een pijl uit een boog. Vanaf dat moment was manlief op zn hoede!
Er kwam maar geen einde aan al dat steile klimmen...
In Colunga werd hij nogmaals geconfronteerd met la vie! Het café waar hij een koffie wou drinken zat nokvol badgasten. Die bekeken hem of hij een vuilpot was. (was dat niet zo misschien, Harold?) In deze stad wilde hij een slaapplaats zoeken...
Balans van de dag: ongeveer 47 km reisweg ingekort, nog 342 km te gaan. Hij is een beetje voor op schema omdat hij zondag weer naar de mis wil en mogelijks veel tijd zal verliezen.
Moraal: zg!
Gaat morgen richting Gijón.
Van zijn twee kousenparen zitten zn grote tenen er volledig door. Het hindert hem niet bij het stappen, maar t is grappig als hij zn schoenen uitdoet. De kousen van Jean-Marie zijn te fijn en spaart hij voor in uiterste nood.
Zn kleine teen biedt hardnekkig tegenstand de eerste uren van iedere dag. Daarna betert het telkens.
Elke dag stapt hij ongeveer 10 uur en pauzeert hij een tweetal uren. Hij drinkt af en toe rechtstaande een koffie aan de toog en doet zelfs zn rugzak niet af omdat het een verschrikkelijke klus is om zichzelf opnieuw in te pakken.
De slijtage van zn schoenen blijft binnen de perken. Ze zullen waarschijnlijk toch de eindmeet halen!
Wat ik nog moest zeggen over gisteren: Je weet nog wel dat die vriendelijke man met zn wandelkaarten Harold water gaf? Eerst wilde hij het niet aannemen omdat hij er nog veel bijhad. Gelukkig heeft hij het toch aanvaard, want onder de route is hij droog gevallen. Het waterflesje was meer dan welkom! (Ik val zeker in herhaling als ik over de Voorzienigheid begin?)
Ik wil dit artikel beginnen met een rechtzetting! Harold en ik waren in de overtuiging dat Jacobus geëvangeliseerd had in Spanje, vandaar de vele overpeinzingen van mijn dierbare... Piet reageerde echter op het laatste verslag dat dit een misverstand was. Ik citeer: Dag Nele, omtrent Sint-Jacob wil ik het volgende vertellen : hij is nooit gaan evangeliseren in Spanje, omdat hij in Jeruzalem de marteldood gestorven is (lans of zwaard). Zijn lichaam spoelde in een bootje aan in Spanje en hij werd begraven onder een 'veld met sterren', een teken van hierboven, maar in het Latijn campus stellae, vandaar 'compostela' . Heel veel mensen gingen in de vroege middeleeuwen zijn graf bezoeken, en zo ontstond de camino. Ik ben blij dat er een vlugge reactie kwam, zodat ik de mensen geen blaasjes wijsmaak. Bedankt, vriend!
Gisteren: In Comillas kwam Harold aan een refugio met wegwijzers naar Jeruzalem en Compostela en het aantal kilometers dat ze van deze plaats verwijderd waren. Er zat een boel volk op het grasplein. Iedereen vertelde zijn wedervaren aan elkaar. Er waren twee mensen die heel sceptisch deden over Harolds manier van pelgrimeren. Een deel jonge gasten vroeg om wat viool te spelen, maar de muzikant wou eerst zeker zijn van een slaapplaats. Rond 22.00 u. was alles geregeld en begon hij te musiceren. Iedereen had wel een verzoeknummertje. Boven verschenen er hoofden door de vensters en er klonk applaus. t Was heel plezant tot ... de strijkstok kapot was. Je kon hem niet meer opspannen en met slap paardenhaar kan je onmogelijk spelen. Gelukkig wist Harold een remedie om dit euvel (zij het tijdelijk!) te verhelpen. Hopelijk houdt de stok het nog tot aan de bestemming!
Er was een Spaanse onderwijzeres die vroeg of hij allerlei geluiden wou nabootsen op zn viool voor een video-opname. Die zal ze op school gebruiken.
Na een uur begon het te spetteren en wou iedereen onder de wol.
Vannacht is een mevrouw op zn schouder komen tikken omdat hij zodanig snurkte. Vanmorgen lachte ze dat het daarna gestopt was.
Vandaag: Vóór het vertrek stopte de Spaanse onderwijzeres nog vlug 5 euro in Harolds handen. Ze was zo dankbaar dat hij zo mooi gespeeld had.
De tocht vandaag begon in het gezelschap van twee Spaanse meisjes die Engels konden. Harold was geïnteresseerd in hun drijfveer voor de tocht. Zoals de meesten wilden ze de camino-ervaring eens meemaken en ook een beetje nadenken over hun leven. Op de vraag waarom ze de camino Francès niet namen, antwoordden ze eensluidend dat het er veel te commercieel aan toeging en dat de camino Norte veel mooier was. Na vijf kilometer hadden ze geen raakpunten meer om over te praten en toen scheidden hun wegen weer.
De tijd brak aan om na te denken over zn intenties van de dag: het gebed was speciaal bedoeld voor de K in de bewegingen van ACW, KAV, KAJ, ... en voor het bisdom. De pelgrim wist niet hoe het kwam, maar het ging echt niet goed om te bidden. Hij was constant verstrooid door al het volk dat overal om hem heen was.
Toen Harold tien kilometer verder een koffie dronk op een terrasje, zag hij bijna alle gasten van de refugio terug.
De meeste pelgrims stopten na 22 km om tijdig een slaapplaats te reserveren. De middag was dan nog niet lang gepasseerd. Harold werd er een beetje kregelig van... Velen deden zo druk en hadden hun reis tot in de puntjes voorbereid op het internet. Veel mensen waren vertrokken uit Bilbao en nog andere steden die Harold niet meer kon onthouden. Verschillenden overbrugden ook een stuk met de bus. Hij had het gevoel in een route voor wandelclubs terecht gekomen te zijn. Hij wist dat het onredelijk was, maar kon het niet helpen dat hij zich zo ambetant voelde. Het contrast was ook zo groot: de zalige stilte en het alleenzijn waren precies uiteengereten en verscheurd door al dat drukke gedoe. Hij voelde zich hier als in de gewone wereld.
Op een bepaald moment stopte hij om tortilla te eten en iets te drinken. Toen ontmoette hij een vriendelijke Fransman uit Lille. De arme jongen had geen enkel plekje meer over waar hij geen pijn had.Toch begon hij een enthousiast gesprek met Harold en stond open voor zijn visie.
Toen manlief eindelijk weer eens fruit zag, was de ontgoocheling groot. Ofwel kon hij er niet bij, ofwel was het niet lekker. De enige peer die hij vond, was echt slecht en de citroen smaakte wel erg zuur. Misschien kwam dit ook door zn algemene gevoel van vandaag, hij was toch niet helemaal in de haak...
In de voormiddag had hij wel een lekker fruitdrankje gekregen van een meisje uit de refugio.
Dat was toch ook iets fruitigs.
In Llanes ontmoette hij de jongen uit Lille opnieuw. Hoewel ze graag samen gestapt hadden, deden ze het niet omdat de gps een andere route voorstelde.
In Colombres bad hij de laatste tientjes van het rozenhoedje. Op de achtergrond hoorde hij het gekibbel van het sceptische koppel van gisterenavond. Ze ruzieden over welke slaapplaats ze nu zouden reserveren. Toen hij eindelijk weer alleen was, had hij het gevoel dat hij alles van zich af kon zetten. Dat was rond drie uur... toeval?
Harold gaf toe dat hij vandaag de tranen in de ogen gekregen had omdat hij het gevoel had dat het geloof vele pelgrims geen zier interesseerde. Tegelijk voelde hij aan dat hij zelf geen recht van oordelen had, omdat hij ook maar een ellendige zondaar is... Gelukkig wist hij zich echt gesteund door zoveel mooie reacties op het blog en via mail (ik zeg s avonds alles door aan mijn wederhelft). Dat maakte alles opeens weer de moeite waard. Hij vroeg in gedachten: Jacobus, heb jij je ook zo gevoeld tijdens je ijver voor het geloof? Wil je mij misschien hetzelfde laten voelen? De citroen is zuur, hoor, vandaag... Hij overpeinsde dat het mogelijks ook te maken kon hebben met zijn intenties van de dag. Tijdens het voorbije jaar had Harold dikwijls een slecht gevoel gehad in de verschillende bewegingen waar hij kwam (als proost voor de KAJ). Hij had de indruk dat zoveel mensen wel geloofden in de goedheid van de mens, maar dat ze God daarbij niet meer nodig hadden. Dat deed hem altijd zoveel zeer. Tegelijk vond hij het bemoedigend dat hij van verschillende priesters (die toch vertegenwoordigers zijn van ons bisdom én ook midden in de wereld staan) steun kreeg in wat hij ondernam, hij was dankbaar om de hulp van Geert en Antoon tijdens de opleiding, om het gesprek dat hij mocht hebben met vicaris Debruyne en met de bisschop... Allez, er waren toch nog lichtpuntjes...
Er stond een man langs de weg die vroeg: Camino? Si!antwoordde de stapper en hij mocht meekomen voor een stempel. Het was de mooiste die hij totnogtoe gekregen had. Je zag een beeltenis van Sint-Jacob met Latijnse tekst errond. Verder schonk de vriendelijke heer hem nog enkele kaarten met mooie wandelwegen uit de streek en een fles water. Harold besloot de weggetjes van de kaarten eens te volgen, want hij was toch voor op schema. Inderdaad... wat hij tegenkwam, was adembenemend mooi! Hoge bergen, een staalblauwe hemel, paarden, koeien (mèt bellen als in Zwitserland!), uitgestrekte weiden en ... zelfs ezel Spoed was weer van de partij! Harold werd overspoeld met dankbaarheid om de schoonheid én het eenvoudige alleenzijn waar hij nu weer in ondergedompeld was. Het gevoel dat hij opnieuw zijn eigen camino stapte, kikkerde hem helemaal op.
Na anderhalf uur wandelen, was er op zijn gps nog geen 100 meter weg ingekort. Hij bleef dus blijkbaar in rondjes lopen. Toen besloot hij toch maar verder te gaan langs de gewone weg.
Vijf kilometer vóór Llanes dronk hij nog een laatste koffie mèt chocola. Hij wilde er nog eens van profiteren voor hij aan de noveen begon en ja... het smaakte dubbel zo goed! Toch zag hij het zitten om ook eens te vasten. De pastoor van Ars (waar Harold zo naar opkijkt) had daar ook enorm veel mee bereikt.
Vanaf hier begon hij uit te kijken naar een eventuele slaapplaats. Die vond hij tenslotte in het dorpje Pancar, een deelgemeente van Llanes, waar het nog gonsde van de bedrijvigheid. Hoewel het al na tien uur was, speelden er nog kinderen op straat.
Het is nu nog 391 km naar Compostela (waauw... het kort echt in!) en met zijn 52 kilometer vandaag is Harold een beetje voor op schema. Bijna de hele dag heeft hij de echte camino gevolgd.
Hij bevindt zich nu op de AS 263 in de Avenida San José. Hij is niet echt moe en is van plan om nog wat rond te kuieren in het dorp. Daarna zal hij slapen (dat hoopt hij althans!)in het kerkportaal. Er is wel een geel licht dichtbij en op 1,5 m van de treden lopen er grote rode mieren en zilvervisachtige beestjes, maar dat kan hem niet zoveel schelen. Ze zullen straks ook wel gaan slapen, meent hij...
Ik moest jullie nog iets vertellen van een dag of twee geleden. Toen Harold onder een afdak aan het schuilen was voor de regen, had hij zijn gsm uitgehaald om een sms te zenden naar huis. Hij had het zijzakje vergeten dicht te ritsen waar zn geldbeugeltje vanboven zat. Dit ontdekte hij zeven kilometer verder. Hij was heel opgelucht dat hij het niet kwijtgespeeld was!
Gisteren: In het restaurantje waar Harold s avonds arriveerde, bestelde hij een vleesschotel met frietjes. De baas zette een stempel in zn credencial en haalde toen een kleine accordeon van de muur en deed daar een beetje onnozel mee om de mensen aan het lachten te brengen. Hoewel de man geen noot kon spelen, lukte het toch om een glimlach op de gezichten te toveren. Harold gaf de man zijn viool en deed teken dat hij dat eens moest proberen. Oei, een viool, dat kan ik niet! riep de waard in het Spaans en hij voegde eraan toe: You play! You play! Na enkele noten was hij al verkocht en hij trok hem overal mee naartoe om zn kunsten tentoon te spreiden: naar de keuken, het terras,... De violist was plotseling zijn beste vriend. Overal was er evenveel ambiance, maar niemand gaf een centje. Dat was niet erg, want na afloop moest hij zn hele maaltijd niet betalen en kreeg er nog een biertje en een koffie bovenop. Zelfs aan proviand voor de volgende dag werd er gedacht! Een half uur na middernacht, vond de pelgrim het toch tijd om op te stappen. De baas had het grootste plezier toen die rare Belg zichzelf versierde met al zn fluoriscerende bandjes. Hij had er nog één gevonden op de grond waar Festina opstond. Ha, gekscheerde de Spanjaard, EPO! en hij gebaarde dat het zo niet moeilijk was om elke dag meer dan 40 km te stappen.
Even verderop in het dorpje was een ondergrondse parkeergarage. Dat zou nog eens een goede slaapplaats kunnen zijn, dacht Harold en hij installeerde zich uit de wind in de inkomhal. Toen alle schaapjes net geteld waren, knarsten de poorten open met een hels lawaai en reed een auto de garage binnen. Hetzelfde tafereel herhaalde zich een uur later. Desondanks sliep hij toch de hele nacht door.
Vandaag: Om 5.15 u. ontwaakte Harold, maar hij besloot zich nog één keer te draaien. Ondertussen was het 7.00 u. geworden. Tijd voor wat brood, smeltkaas en water. Wat een geluk... 300 meter verder kon hij zich toch een bakje troost aanschaffen in een klein café dat al vroeg zn deuren opende.
Wat hebben de fruitbomen voor mij in petto? grapte hij naar Hierboven. Langs een klein baantje kon hij wat kleine, blauwe eierpruimen plukken. Mmm, nog een beetje hard en zuur. Zo had hij ze het liefst! Er hingen ook nog verleidelijke vijgen in de buurt, maar die waren onbereikbaar. Jammer...
Wat een arm gedeelte van Spanje zag hij hier toch! Kleine, vervallen huisjes met een hondenkenneltje van enkele vierkante meters waar 7 honden samengepropt zaten, 6 varkens binnen een piepkleine omheining, een weide met een dode koe, opgeblazen en met de ogen uitgegeten... En stinken dat dat deed!!! Een keuterboertje maaide het gras af met een zeis. Het was alsof de tijd hier was blijven stiltstaan. De mensen waren arm, maar het landschap heel rijk aan variatie: bergen, rotsen, velden, bossen en af en toe zag je in de verte de zee.
Wat een schril contrast toen aan de einder de grote stad Torrelavega opdook vol mooie gebouwen en omringd door veel verkeer.
Rond elf uur kondigden donkere wolken niet veel goeds aan. Even later kwam er inderdaad nattigheid naar beneden. Dat werd schuilen geblazen! Aan het oude vrouwtje dat een klein café uitbaatte, probeerde hij met handen en voeten uit te leggen waar hij mee bezig was. Ze keek hem nietbegrijpend aan. Toen zag hij Ave Maria staan op een bordje aan de muur en hij besloot het te zeggen met dit universele lied. Dat kon ze echt appreciëren. Ondertussen was het weer opgeklaard en trok hij verder.
Hij kwam voorbij Santillana de Mar, dat (als ik het goed begrepen heb) bekend is om zn musea met foltertuigen uit de tijd van de Inquisitie.
Hij knabbelde weer een serieus stuk van zijn weg af en ontmoette een Franse boeddhistische monnik. Hij was niet in klederdracht. Ze knoopten een gesprek aan en konden het direct met elkaar vinden. De monnik ging van Santiago te voet terug naar Saint-Jean-Pied-de-Port. Hij volgde ook niet de volledige camino, maar wel stukken ervan. Hij deed zn beklag over het hele commerciële gedoe langs de Camino Francès en zei daar niet meer langs te willen gaan. De refugios zitten vol toeristen die ervoor zorgen dat afgematte, uitgetelde pelgrims geen slaapplaats meer hebben. Voor velen is de camino een soort vakantietrektocht, meende hij. Hij had een zelfgemaakte stok mee met inkervingen. Die was erg mooi. Hij vertelde dat hij s morgens en s avonds zijn praktijk deed en tussendoor mantras opzegde. Hij vond net als Harold dat alles wat je op je tocht meemaakte niet toevallig was en dat je zeker mocht vertrouwen op de Voorzienigheid. Hij kon boeken volschrijven met alle genaden die hij onderweg gekregen had, voegde hij er nog aan toe. Ze wensten elkaar een goede afloop van de bedevaart en vervolgden toen elk hun eigen weg.
Aan een klein kapelletje met een lelijk Christusbeeld knielde Harold om even te bidden. Een groep renners keek alsof hij ze niet allemaal meer op een rijtje had. Tweehonderd meter verder wachtte hem een verrassing: drie nectarinebomen! Wilde vruchten, niet te groot en perfect van smaak. Na wat plukwerk kon hij de rest van de namiddag wandelen al snoepend. En smaken dat het deed!
In Puento San Michaël bad hij de laatste tientjes van zn rozenhoedje voor het kerkje en viel er bijna in slaap. Er was vanalles te doen in het dorp. Hij beluisterde een groep doedelzakspelers (zn gedachten dwaalden waarschijnlijk af naar zn twee Blankenbergse vrienden in Sint-Jacobskapelle!) en bewonderde wat mooie volksdansen. Hij vond dit een passend decor om ook wat te musiceren, maar toen hij zn viool wou opdiepen, begon het te regenen. Dan maar niet...
Onder het wandelen wou hij in gedachten van de heilige Jacobus weten of die indertijd ook zoveel fruit cadeau gekregen had. Hij vroeg ook: Leer mij evangeliseren zoals jij het deed. Hoe ben je daar in godsnaam aan begonnen? Wat zei je bijvoorbeeld toen je in een wildvreemde stad toekwam? enzovoort...
Om halfvijf at hij wat brood met een blikje balletjes in tomatensaus. Hij bekeek zn schoenen en stelde met blijdschap vast dat de uitvinding van Compeed-op-de-schoenzolen een schitterende vondst was. De zwarte zool was bijna volledig afgesleten, maar de Compeed met ingeplakte steentjes verhinderden de mousse en het harde plastiek om verder af te slijten.
Misschien was het best om voor vanavond opnieuw een refugio te zoeken, want de zwarte wolken beloofden niet veel fraais. (Voor de volgende dagen hebben ze beter weer voorspeld.)
Onze pelgrim zit mooi op schema en heeft nog precies 437 km voor de boeg. Dat is 43,7 per dag. Hij voelt zich goed bij die gedachte en permitteert het zich af en toe om te slenteren of ergens te blijven hangen.
Om 22.22 u. kreeg ik een smsje dat hij een slaapplaats gevonden had. Waar precies, weet ik niet. Das nieuws voor in t volgende artikel. (hihi, ik voel me net als in een tv-serie waar ze altijd precies stoppen als het spannend wordt...)
Gisteren: Harold had nog een gemoedelijke babbel met twee Duitse meisjes en een Engelsman. Eén van de meisjes gaf hem een spray tegen de vermoeidheid. Hij spoot een beetje van het goedje op zn voeten en het hielp. Hij had een goede nacht waarin hij maar twee keer wakker werd.
Vandaag: Om 7.15 u. stond de pelgrim op om zichzelf en zn kleren te wassen en te ontbijten (brood van drie dagen oud en wat smeltkaas). Toen alles ingepakt was, kon hij om 9.15 u. vertrekken. Net toen hij iemand een foto van hem liet nemen, hoorde hij de kerkklokken. Even verder zag hij het kerkje dat hij niet eerder opgemerkt had. Oeps, zn frank viel... het was zondag vandaag! Dat was hij even uit het oog verloren. Twee dagen geleden had hij God gevraagd om voor hem een mis te regelen, want op een voettocht kan je niet alles tot in de puntjes plannen. God had dus schitterend werk geleverd. Over een klein kwartiertje begon de viering. Vol vreugde liep Harold het kerkje binnen. Er was een groot beeld van .... Sint- Jacob met staf en kruik! Ineens schoot er door zijn hoofd dat het twee dagen geleden het feest was van die heilige (had hij ook pas later op de dag door) en dat het waarschijnlijk geen toeval was dat hij uitgerekend op die dag een mis voorgeschoteld kreeg. Na de viering zette men een mooie stempel in het geloofsboekje.
Alles verliep in slow motion door het heerlijke zondagsgevoel.
Wat staat er vandaag op het menu? vroeg hij nieuwsgierig aan Hierboven. Niet veel later was het antwoord daar: een citroenboom! Ha, dat had hij nog niet gehad. Aangezien hij met een ontzettende dorst opgestaan was, vond hij dit een welkome verfrissing... Alleen, das niet echt praktisch om zonder mes of met afgeknipte vingernagels open te krijgen. Toen hapte hij er maar stukken uit en beet het vruchtvlees ervan af.
Bij de eerste stop dronk hij drie koffies met heel veel melk en at enkele koekjes om kracht te krijgen. Voor de eerste keer trok hij de kousen aan die Jean-Marie hem gegeven had. Wat deed zn kleine teen toch zeer vandaag! Aan de zijkant van zijn nagel had hij wild vlees. Er zat dik eeltvel op dat beetje bij beetje loskwam.
De mooie zichten benamen de pelgrim zijn adem. Wat is Gods schepping toch schitterend uitgedacht! Als we rondhollen in het gewone leven, lopen we klakkeloos langs deze cadeaus voorbij. Jammer toch...
De hitte dwong hem om rond halfvijf weer halt te houden. Harold vond dat er naast het koffietje ook wel een Ricard vanaf kon. t Is tenslotte niet alle dagen zondag.
Vandaag was ook een dag van veel paternosters en overpeinzingen. Voor mijn echtgenoot is de Barmhartige Jezus van heel groot belang. Toen hij in gebed was, kreeg hij de ingeving om een algemene oproep te doen op het blog.
Al wie het wil, kan - in verbondenheid met heel veel anderen )- vanaf woensdag 30 juli een noveen beginnen (Harold bidt de noveen van de Barmhartigheid). We verenigen ons met elkaar en met Harold en bidden voor de verhoring van alle intenties die mee zijn naar Compostela en voor deze die er dagelijks bijkomen. Het is echt heel sterk als je weet dat er een onzichtbaar net van gebed is en wij geloven (en hebben al meermaals mogen ondervinden!) dat dit bijzonder krachtig werkt. En daarbij... als je alleen bidt voor je eigen intentie, is er maar één gebed. Als we allemaal voor elkaars bekommernissen bidden, zijn er honderden gebeden voor jou! Wie niet gewoon is om te bidden, kan voor de gelegenheid misschien toch eens een noveenkaars laten branden in een kapel, kerk of thuis en op zn eigen manier in gedachten verbonden zijn... Vergeten we ook niet te bedanken voor al het moois dat we in ons leven al mochten ontvangen en nog zullen krijgen. Je kan je gebed ook kracht bijzetten door eens een offertje te doen in de loop van de dag. Harold heeft zichzelf ook al enkele beperkingen opgelegd die hij probeert vol te houden gedurende die negen dagen. Het is woensdag precies negen dagen tegen dat hij bij de Heilige Jacobus aankomt (donderdag 7 augustus).
Een gedachte die de hele dag door zn hoofd speelde, was de inleving in het gevoel dat Jacobus tijdens zn tocht naar Spanje gehad moet hebben. Hij had de moord op zijn beste vriend Jezus meegemaakt en voelde dat dit geen einde, maar een nieuw begin was. De apostelen verspreidden zich toen om overal de Blijde Boodschap te verkondigden. Dat ongelofelijke gevoel dat zij de laatste drie jaar gehad hadden in Jezus nabijheid, het goede nieuws dat God ons zo graag ziet, zonder maat en zonder voorwaarde, dàt wilden ze niet voor zichzelf houden. Al Gods kinderen moesten dit kunnen voelen. Jacobus zal ook wel met een dubbel gevoel naar den vreemde vertrokken zijn. Alle vertrouwde dingen en mensen achterlaten om het onbekende binnen te gaan. Enkel kunnen vertrouwen op Gods nabijheid en hulp, verder niets.. Zich gedreven weten door de Heilige Geest die Jezus beloofd had...
Harold voelde zich sterk verbonden met deze apostel waartoe hij zich van tevoren niet echt aangetrokken voelde. Ook voor István Regöczi, de Hongaarse priester, heeft hij een groot ontzag. Piet Monserez en Harold hopen uit het diepste van hun hart om die bijzondere man nog eens te ontmoeten vóór hij sterft. Hij is al hoogbejaard en woont in Budapest.
Wat kreeg onze Vlaming vandaag van moeder natuur? Groene pruimen (een heel leuke variatie na de rode, gele en blauwe), mirabellen èn citroenen.
t Is niet te doen... ook deze dag vond hij weer geld op de grond. Hij lachte dat hij het schaalgeld van vanmorgen mèt intrest teruggekregen had: 1 stuk van 5 cent, 2 stukken van 2 cent en 3 stukjes van 1 cent. Twee dagen terug had hij ook al twee centjes gevonden.
Als Harold geen slaapgelegenheid vindt, zal het weer een nachtje onder de blote hemel worden. Hij hoopt van niet, want het wordt weer dreigend zwart boven de bergen. Hij heeft tot nu toe 38 km afgestapt vandaag. Hij is 21 km van Santander verwijderd en 481 van Santiago de Compostela.
Ik moest ook nog op het blog vermelden dat Harold en ik op wijdingsretraite gaan op 16 augustus en dat we blijven verderbidden voor alle intenties...