Nu
mijn woorden klaarwakker werden
vraag ik niet meer om verschoning
de zachtzinnige vertelsels raken
uitgeput
zodat het gefluister ontspoort
(Ambrosia, wat vreet mij aan?)
nog nooit was de reuk van roze
kamers
zo nabij
en verrukkelijk is het
om alleen te ademen
ik kweek geen bloemen
ik steel geen scherven
maar ik hou van
spiegels die nooit echt zijn
van stenen die heel hard zijn
en van beelden die hun schaduw
kennen.
|