|
Over de oceaan van de kindertijd gaat over een
kind dat zijn ouders verliest, doordat de boot (zijn thuis) is gekapseisd. Hij
wordt dus een weesje. Het kind heeft dus eerst een veilige thuis bij zijn
biologische ouders totdat ze stierven. Dan belandt hij in een weeshuis bij vele
andere kinderen. Juist als hij vertrouwen begint te krijgen in de baas van
het weeshuis, zonk deze boot ook. Hij vraagt zich af waarom hem dit allemaal
overkomt. Hij besluit dat hij de volgende boot, zijn volgende thuis, de adoptieouders
helemaal niet gaat vertrouwen en zich volledig gaat afsluiten van hen. De
volgende boot die hem opvangt, heeft de beste bedoelingen met hem voor, maar
het zal heel lang duren voor hij ze 100% zal kunnen vertrouwen en zich veilig
zal voelen.
Tijdens en na het lezen van de tekst Over de oceaan van de tijd kwamen er bij
ons veel gemengde gevoelens naar boven. We hadden onze bedenkingen over de
opvoeding van het kind, want het heeft totaal geen vaste basis waar hij op kan
terugvallen. En elk kind heeft zon vaste basis nodig , zoals zijn ouders, als
hij triest is of problemen heeft. Andere gevoelens die bij ons naar boven
kwamen was triestheid en medelijden. De vraag die bij ons naar boven kwam, was
of dat het kindje ooit op zijn beide pootjes terecht zal komen. Gaat het ooit
terug vertrouwen vinden in de mens? We kwamen ook overeen over het feit dat we
alle drie de intentie kregen , tijdens het lezen van het verhaal, om het kind
te willen helpen. Om iets te willen doen aan de situatie.
|