Het raadplegen van notarieel archief is één van de pijlers waarop degelijk genealogisch onderzoek gebaseerd is. In onze streken verschenen notarissen voor het eerst ten tijde van Karel de Grote (800 n. Chr.). Het waren vooral geestelijken die het ambt bekleedden, later traden ook meer wereldlijke notarissen in functie. Er waren geregeld klachten over de ontoereikende opleiding, onduidelijk opgestelde akten (minuten), of archief dat compleet verloren ging bij een overlijden.
Keizer Karel V bepaalde in 1531 dat zij slechts het ambt mochten uitoefenen na een examen voor de Raad van Vlaanderen of een ander hooggerechtshof. Aangezien er nog geen academische vorming bestond, deden ze als leerjongen stage bij een andere notaris. Sommigen maakten er hun hoofdberoep van, maar aanvankelijk waren de meesten in de eerste plaats griffier, kerk- of armenmeester, baljuw, schepen of burgemeester.
Tijdens het Ancien Régime was bij een verkoop hun tussenkomst geen verplichting. Men kon ook gewoon langsgaan bij de griffier van de heerlijkheid waarop het goed was gelegen en een onderhandse overeenkomst (a) laten registreren.
Trouwens, verkoopakten of hypothecaire leningen (bezette renten) verleden voor een notaris dienden ook opgenomen te worden in de registers van wettelijke passeringen van de plaatselijke schepenbank. Voor de opmaak van een testament kon men ook terecht bij de pastoor (b).
Artikel 1 uit de Napoleontische wet van 25 ventôse XI (16 maart 1803), die tot vandaag de wettelijke grondslag vormt van het Belgische notariaat, definieert notarissen als "openbare ambtenaren, aangesteld om alle akten en contracten te verlijden waaraan partijen de authenticiteit van overheidsakten moeten of willen doen verlenen".
(a) Akte die niet door een notaris is opgesteld maar wel door de partijen is ondertekend.
(b) G. DEMUYNCK, Inleiding tot de geschiedenis van het notariaat te Deinze, Leiestam, Jg. 16, 2008, nr. 4.
In 1632 maakte Kalkens pastoor Jan VANDER ZIJPE een testament op ten huize van Matthias VERBRUGGHEN met oa. de schenking aan familieleden van een lening à 6,25% (den pennijnc XVI) ten laste van Adriaan HAGENS. Hij omschrijft zichzelf hierbij als protonotaris apostolyc, een eretitel die soms werd toegekend aan zeer verdienstelijke priesters (RAG, Kerkarchief Kalken, 52). In 1639 stond ene Jan FLORENT in Kalken te boek als notaris, net als Pieter BAUWENS in 1676, die toen cumuleerde als baljuw (C. DAUWE, Calcken door de eeuwen heen, p. 7), Lucas VAN HAUWEGHEM in 1703 (RAG, KK, 326) en Daniel Frans DE LOIRE in 1744 (RAG, KK, 325).
Plaatselijk notarieel archief bleef bij mijn weten slechts fragmentarisch bewaard vanaf de 18de eeuw. Vanaf de jaren dertig van de 19de eeuw zijn echter heel wat akten beschikbaar (:arrow: Testament en erfdeel oud-vader Bartholomeus Haeghens). In 1996 liet de Mormoonse Genealogical Society of Utah in het RA Beveren een microfilm maken van akten uit het eerste decennium van de 18de eeuw. Deze film stond nog niet online op www.familysearch.org, maar op mijn vraag om die ter beschikking te stellen, volgde al snel een antwoord: "We have submitted your request to the team that prioritizes the films to be digitized [...] Please check the catalog to find out if and when the films you requested are published on line".
Als alternatief zocht ik intussen op search.arch.be naar de originele akten, die zich na de verhuis vanuit het RABW in het RAG moesten bevinden. Daar liet men in april 2018 echter weten "dat deze notarissen hun standplaats in Kalken was, maar hun archief, voor zover het nog zou bestaan, wordt helaas niet in een Rijksarchief bewaard". Na enig aandringen vond archivaris VERFAILLIE na heel wat speurwerk de stukken toch terug in NOT239, nr. 8.
Vanaf mei 2018 tenslotte is die microfilm, die geen melding maakt van verwanten of naamgenoten, na gratis registratie te bekijken op:
Item 4 (foto's 58-62): 3 akten verleden bij Lucas VAN HAUWEGHEM, "notaris publiecq tot Calcken residerende" (1702-1708), waaronder "jaecqe van damme (c) sone van adriaen gewonnen bij pierijne colman" verkoopt een partij land "up het schauteetdom tot laerne (d) oost ende zuijt den grooten hertackere van wylent gijfelbrecht dierickx, zuijt den cleenen hertackere van den selven, ende noort denijs van damme".
(c) :arrow: Onderzoeken naar andere lokale families:
(d) Uittreksel van een kopie uit begin de XVIIe eeuw van een denombrement (verslag bij het verwerven van een leen): "Item, houden noch van ghelijcken van mij zelven ressorterende ter voors. vierschaere van Wettere een leen gheheeten het Schautheetdom van Calckene ende es wijlent een spetelinck gheweest uyt den schautheetdom van Wettere, tot welcken leene toebehoort een renteboucxken sprekende op zekere landen ligghende in Calckene ende Laerne, jaerlicx vuytbrenghende xiiij lib. iij sch. parisis, dezelve landen subject thienden penninck in het verwandelen bij coope, bij versterfte acht grooten van den bundere, ende van elcken hoire datter inne versterft xij sch. paris., welck leen ende rente als noch onvruchtbaer, midts den ouderdom van de naemen, ende midtsdien de gronden alsnoch niet vindelijck" (J. BROECKAERT, Geschiedenis van Wetteren, 1862, pp. 60-61).
Item 5 (foto's 65-66): akte bij de Mechelse notaris Andries SIRÉ, waarbij Gilbert Guilliaume VAN MOSSEVELDE (e), griffier van Kalken, verklaart "dat het coninclijck erffelijck notarisfchap vande voorsijde prochie van Calcken ende de ghene van Laerne met hunne enclavementen" (f) hem is verleend "by patente van sijne Mat. (g) op 19 augustus 1704" (14/03/1705).
(e) Hij wordt in 1712 ook genoemd als Kalkense burgemeester.
(f) Wellicht worden hier oa. de heerlijkheden Raveschoot en Ertbuur bedoeld.
(g) Afkorting voor Majesteit. Koning Filips VI van Anjou was toen ook Graaf van Vlaanderen.
Item 6 (foto's 69-161): aansluitend op Item 5, akten bij de Kalkense notaris Gijsbrecht VAN MOSSEVELDE (1704-1706). Meestal bewoners van Laarne die bijv. de verkoop of schenking van gronden in Kalken wensten te laten bekrachtigen via een notariële akte.
Item 7 (foto's 164-165): kopie van een akte uit 1640 bij de Harelbeekse notaris W. HINNEKENS over de verkoop van 2 bunders leen te Kalken en 3 bunders cijnsgrond te Laarne "inde castelrie (h) van Dendermonde".
(h) Kasselrij (oude vorm: kastelnij) of burggraafschap (Fr. châtellenie). Vlaanderen was toen opgedeeld in deze plattelandsdistricten met een burcht als militair, gerechtelijk en bestuurlijk centrum. Aan het hoofd stond een burggraaf die de Vorst vertegenwoordigde.
|