Leraren Informatica zijn onmisbaar in de school. Ze onderwijzen niet
alleen de leerlingen en collegas, maar ondersteunen ook het hele
informaticagebeuren.
In de eindtermen van het lager en secundair onderwijs staat dat
Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) verweven moet worden in
alle lessen. De leraar Informatica past perfect in dat plaatje.
Als leraar Informatica geef je les in de eerste, tweede of derde graad
van het secundair onderwijs. Je kunt ook worden ingeschakeld als
ICT-coördinator.
In het eerste jaar maak je kennis met de belangrijkste
toepassingspakketten die momenteel op de markt zijn. Daarnaast krijg je
een grondige inleiding in de wereld van de computerhardware en
gegevensbanken.
Het tweede jaar staat in het teken van multimedia, communicatie en
programmeren. Je legt een computernetwerk aan en configureert je server
voor gebruik in de school. Je schrijft een programma dat je leerlingen
ondervraagt of je leert hoe een DVD-schijfje werkt.
In het derde jaar plaats je de kroon op het werk door een educatieve
website te ontwikkelen. Je zet daarbij nog een webserver op en leert
een dynamische site maken met PHP.
Je krijgt tal van nuttige tips in verband met computergebruik op school. En je leert zelfstandig problemen oplossen.
Zo word je niet alleen klaargestoomd voor het onderwijs. ICT-kennis en
vaardigheden openen immers vele deuren naar de meest gevarieerde jobs
op de arbeidsmarkt.
Een programmeur (software-engineer) moet in staat zijn om alle
werkzaamheden in de ontwikkeling van een systeem uit te voeren. Alle
werkzaamheden zijn door de opdrachtgever bepaald en je hebt zelf een
onderzoek gedaan naar de wensen van de opdrachtgever en de
uiteindelijke gebruiker. Aan de hand van deze analyse moet men een
oplossing het systeem vinden dat alle wensen zo goed mogelijk
voldoet. Men moet daarvoor een bouwplan maken en vervolgens het plan
uitvoeren met behulp van beschikbare systeemontwikkelapparatuur, zoals
bestaande software om software te maken, maar ook systemen als een
computer of embedded systeem. Het beroep programmeur zijnde is niet
zoals veel mensen denken: een computerdeskundige die de gehele dag
achter zijn bureau zit en geheel afgezonderd van zijn/haar collegae. En
dat men de gehele dag code zit te breien. Dat is het juist niet! Het
werk houdt in dat men voortdurend op zoek is naar betere oplossingen
voor hun toepassingen. Bijna 50% van hun werktijd is researchwerk, werk
waar men op internet en in de kranten informatie moet zoeken wat voor
hun resultaat van het product van belang is.
Men zal daarom ook meer bij de klant te vinden zijn dan achter het
bureau met de computer en een bak koffie. Het werk programmeur houdt
zich niet bij deze werkzaamheden, men test natuurlijk zijn product en
kiest mensen uit die de toekomstige klanten vormen. Zodra de testen
afgerond zijn, zal er veel documentatie moeten worden geschreven. Dat
is belangrijk, omdat nu nog alleen de testers en de programmeur zelf
weet hoe het programmatuur werkt. In groepsverbanden werken is hierbij
niet weg te denken, zeker wanneer de klant een groot firma is die de
programmeur(s) het opdracht hebben gegeven om een systeem te
ontwikkelen.
Boekhouding is het systematisch vastleggen van financiële
feiten van een persoon, een bedrijf of een instelling met als doelen:
het verschaffen van inzicht in de financiën en het afleggen van
verantwoording over het gevoerde financiële beleid.
Iemand die in deze discipline werkzaam is, wordt een boekhouder of administrateur genoemd. De boekhouding resulteert meestal in een grootboek, dat op zijn beurt weer wordt gebruikt om de jaarrekening
te maken. Het grootboek bestaat uit rekeningen of kaarten waarop per
soort financieel feit de waardeveranderingen worden weergegeven. Het
grootboek wordt ingeboekt met journaalposten ("boekingen").
Mede op basis van het grootboek worden de jaarstukken opgesteld,
bestaande uit de jaarrekening (balans en winst- en verliesrekening, met
toelichting) en het jaarverslag (tekstuele toelichting bij de jaarrekening en verwachtingen). De boekhouding wordt meestal gevoerd op een computer in een boekhoudprogramma..
Een secretaresse is een persoon die vaak als werknemer
het secretariaatswerk opneemt voor meestal een functionaris of een
instantie in een ondersteunende rol. Dit kan gebeuren als iemand zelf
geen tijd heeft om zich daarmee bezig te houden, bijvoorbeeld artsen of directeuren. Een secretaresse is niet de vrouwelijke vorm van secretaris. Een 'mannelijke secretaresse' krijgt doorgaans de titel secretariaatsmedewerker.
Het secretariaatswerk bestaat voornamelijk uit het verrichten van zeer uiteenlopende administratieve taken:
ondersteunen voorbereiden en organiseren van het werk van de baas
beantwoorden van vragen van de baas over organisatorische punten
bijhouden van de afsprakenagenda
bijhouden van correspondentie of in- en uitgaande postmappen
uittypen van brieven, verslagen, offertes
telefoon, e-mail en fax beantwoorden
archiveren van stukken
contacteren van klanten of patiënten
notuleren bij gesprekken of vergaderingen
organiseren van bijeenkomsten, congressen e.d.
Ook zijn er afdelingssecretaresses die niet de werkzaamheden van één persoon ondersteunen, maar van een hele afdeling.
Volgens een onderzoek van een Nederlandse vakbond is 99 procent van de Nederlandse secretaresses vrouw.
In Vlaanderen ligt het aantal 'mannelijke secretaresses' wellicht iets hoger, afgaande op het aantal mannelijke studenten in de TSO-afdeling "secretariaat-talen" (ca 12%) en de Bachelor-opleiding "office management" (ca 15%).
Secretaresses hebben vaak op hun beurt collega's die hen kunnen
helpen met eenvoudiger taken, dit zijn de administratief of
secretarieel medewerkers
Als systeembeheerder werk je bij de overheid, bij bedrijven op de
informatica-afdeling of bij een softwarebedrijf. Een systeembeheerder
is verantwoordelijk voor het de realisatie, invoering, beheer en
onderhoud van het hele computersysteem van een bedrijf of instelling.
Een computersysteem bestaat uit apparatuur zoals computers (hardware)
en uit programmatuur (software). Je houdt je onder andere bezig met
uitleggen aan de medewerkers van een instelling hoe een computersysteem
werkt, controleren of de software goed functioneert, kopieën maken van
elektronische gegevens, hardware controleren en onderhouden. Daarnaast
probeer je storingen te voorkomen, problemen oplossen en nieuwe
software en hardware aanschaffen.
De systeembeheerder moet zich mondeling en schriftelijk goed kunnen
uitdrukken zodat hij of zij goed kan uitleggen hoe een systeem werkt.
Je moet goed met mensen kunnen omgaan, technisch inzicht hebben en
leiding kunnen geven.
Elke
Antwerpenaar kent "den athenee", het Koninklijk Atheneum op de
Rooseveltplaats. Ware het niet wegens zijn rijke sociale verleden en
illustere schare oud-leerlingen, dan toch wegens de indrukwekkende
neorenaissance architectuur in het hart van de stad..