Studies Begon na een humanioradiploma paramedische beroepen (Gent) een opleiding tot opvoeder in vast dienstverband (A2), in combinatie met een opleiding aan het Hoger Instituut Protestantse Godsdienstwetenschappen (HIPGO) te Brussel.(www.hipgo.be) Onderbrak deze opleiding en ging theologie studeren aan de Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid te Brussel en als visiting scholar filosofie aan de Claremont School of Theology (USA) bij o.a. John Hick, David Griffin en John Cobb jr. (www.protestafac.be).
Diploma's Licentiaat in de Protestantse Godgeleerdheid cum laude - Nederlandstalige afdeling Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid Brussel, 1983. Diploma Hogere studies Nederlandstalige afdeling Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid Brussel, 1985. Doctor in de Protestantse Godgeleerdheid magna cum laude - Nederlandstalige afdeling Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid Brussel, 1998, met het proefschrift: Graaf Eugène Goblet dAlviella (1846 - 1925) Proeve van een cultuurhistorisch en religieus portret (1846 - 1900). Houder van het Attest Klinisch Pastorale zesweken Training Universiteit van Amsterdam (1985) Bevestigd als predikant van de Verenigde Protestantse Kerk in België in 1983. Vorige functies Pastoraal medewerker van de Verenigde Protestantse Kerk te Geraardsbergen van 1980 tot 1984. Predikant van de Verenigde Protestantse Kerk te Menen van 1984 tot 1990. Predikant van de Verenigde Protestantse Kerk te Brussel Nieuwe Graanmarkt van 1990 tot 2005.
Huidige functies Voorzitter van de Verenigde Protestantse Kerk in België sinds 2005. Voorzitter van de Belgian Council of Religious Leaders sinds 2008. Co-voorzitter van de Administratieve Raad voor Protestantse en Evangelische Eredienst in België sinds 2005. Docent Nederlandstalige afdeling Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid Brussel sinds 1998.
Lidmaatschappen Lid Nederlandse Vereniging Brussel VZW. Oud-voorzitter rotaryclub Brussel Coudenberg (1996-1997) Stichtend voorzitter rotaryclub Brussel Cantersteen (2000-2001) - Two stars Paul Harris Fellow Plaatsvervangend lid in het executief van de Gemeenschap van Protestantse Kerken in Europa (GEKE) sinds 2006. Lid wetenschappelijke adviesraad Hoger Instituut voor Levensbeschouwing, Overheid en Samenleving (HILOS) sinds 2007. Lid van de Interdisciplinaire Onderzoeksgroep Vrijmetselarij (Vrije Universiteit Brussel) sinds 2006. Lid Eglise Protestante du Musée (Bruxelles)
Burgerlijkestand Gehuwd sinds 1978 met Anne-Marie de Graeve, lerares basisonderwijs protestantse Godsdienst. Vader van Liesje, Tineke, Dierik en Wouter. Schoonvader van Jonathan en Karen. Grootvader van Sam en Fien.
Tags:guy Liagre
01-03-2010
plechtigheid treiramp Halle
Toespraak herdenkingsplechtigheid Treinramp Halle Paleis voor Schone Kunsten zaterdag 27 februari 2010
Geachte aanwezigen,
Vaak herinneren wij ons in het leven geen dagen, maar momenten.
Zo ook bij de treinramp die ons land trof en geliefden eensklaps uit hun familie- en vriendenkring wegrukte.
Plots sloeg op weg naar het werk, de stad, het noodlot toe en stond de tijd stil.
Vasalis dichtte:
Zoveel soorten van verdriet,
ik noem ze niet.
Maar één, het afstand doen en scheiden.
En niet het snijden doet zo'n pijn,
maar het afgesneden zijn.
Met de mediabelangstelling, zullen weldra ook de feiten wegdeemsteren.
Ze worden bijgezet in de donkerste zalen van de Belgische spoorweggeschiedenis.
U, families en nabestaanden van zij die omkwamen, moeten echter verder.
Met enkel herinneringen.
Met stukgeslagen dromen en verwachtingen.
Met de leegte van het bestaan.
Die bepaalt ons bij de broosheid van het menselijke leven.
Het oude Bijbelboek Prediker schrijft:
Niemand weet wat komen zal en hoe het later wordt.
Wie kan daar iets over zeggen?
Niemand heeft macht over zijn adem, geen mens kan tegenhouden dat zijn adem vergaat.
Niemand heeft macht over de dag waarop hij sterft.
Reeds drieduizend jaar geleden stelde een Bijbelschrijver dit vast.
En we weten het allen. Toch zijn er gebeurtenissen in het leven waarbij we ons, scherper als ooit, hiervan bewust worden.
Feiten of gebeurtenissen, waarbij ons hart ineenkrimpt.
Zoals deze ramp.
Dan schieten woorden te kort en blijft enkel de stilte over.
Van de protestantse predikant en nobelprijswinnaar voor de vrede, Maarten Luther King, is het gezegde: Al zullen we ons na hun sterven de woorden van onze vijanden misschien niet herinneren, het zwijgen van onze vrienden wel.
Snel slijten feiten als dit ongeluk in onze wervelende wereld weg.
Maar nooit de herinneringen aan het zwijgen van onze vrienden en bekenden.
Die herinneringen zijn voor u als nabestaanden en voor allen die als hulpverleners of treinreizigers bij het ongeval betrokken waren, als dagboekbladzijden die ze altijd bij zich zullen dragen.
Moge deze plechtigheid voor u allen, een moment zijn waarop naast rouw, verdriet en opstandigheid, ruimte is voor dankbaarheid jegens hen die zich hebben ingezet om na deze ramp snel, adequaat en doeltreffend hulp te bieden waar mogelijk.
En dankbaarheid ook jegens hen die ons zijnvoorgegaan op die lange laatste tocht.
Vanuit de protestants-evangelische gemeenschap bieden we onze blijken van diepe verbondenheid en medeleven aan u allen, getroffen families en vrienden.
We leven als Belgische protestantse gemeenschap mee met hen allen voor wie deze fatale dag een nooit meer te herstellen donkere bladzijde in hun leven blijven zal.
We spreken echter ook onze waardering uit voor de politieke autoriteiten en de hulpverleners die onmiddellijk te hulp zijn geschoten.
Moge deze plechtigheid echter vooral een laatste blijk van eerbied en respect zijn, de herinnering levend houden aan hen die thans hun laatste grote reis alleen verder zetten.
Dr. Guy Liagre - predikant
Co-Voorzitter van de Administratieve Raad voor Protestantse en Evangelische Eredienst in België.
16-02-2010
65 jaar bevrijding Auschwitz
Guy Liagre à la Grande Synagogue
Le dimanche 31 janvier 2010 à 10H45, la Communauté juive commémorerait à la Grande Synagogue de Bruxelles, le 65ème anniversaire de la libération des camps de concentration. Le camp d'extermination d'Auschwitz, est devenu le symbole du génocide de six millions de juifs européens ainsi que d'autres victimes : tziganes, homosexuels, prisonniers politiques et autres victimes persécutées par le régime national-socialiste. Durant la cérémonie qui a réuni de nombreuses personnalités issues de divers horizons, dont l'Aide du camp du Roi qui représentait S. M. le Roi, des représentants du culte protestant Guy Liagre et Francis Renneboog, les plus hautes autorités juives du pays ont pris la parole : Maître Markiewicz, président de la Communauté israélite de Bruxelles, Micha Eisenstorg, président de l'Union des Déportés Juifs de Belgique et le Grand Rabbin de Bruxelles Albert Guigui. Dans son allocution, Philippe Markiewiz a rappelé que la victoire sur le nazisme, « ce n'est pas uniquement d'avoir survécu, d'avoir après l'horreur créé une famille, de s'être réinséré dans la société, la victoire sur le nazisme, c'est aussi de combattre partout pour une société meilleure, c'est tenter avec force de se perfectionner pour parvenir à ce monde de sagesse et de beauté auquel tous nous aspirons. »
Le grand Rabbin de Bruxelles Albert Guigui a lui aussi souligné l'importance de marquer cet anniversaire : « Pourquoi faut-il mobiliser le monde entier pour se souvenir de la libération des camps d'Auschwitz-Birkenau ? » « Il est important de nourrir le souvenir » a-t-il répondu, car « la banalisation de l'horreur est dangereuse. Elle encourage les négationnistes. », a-t-il encore mis en garde. « Enseigner la Shoah, la résistance, est simplement apprendre à nos enfants à résister au racisme et à l'intolérance. ». Une autre façon de célébrer la libération des camps est « d'appeler à la fraternité et à la solidarité humaine » une invitation qui n'a pas laissé indifférentes les personnes assistant à la cérémonie, et particulièrement notre nouvel archevêque, marquant ainsi par leur présence leur attachement au dialogue pour le développement des relations judéo-chrétiennes.
LA CHENAIE A JACINTHES - LES DISSIDENTS DU 16° SIECLE
PASCALE HOYOIS
"LA CHENAIE A JACINTHES - LES DISSIDENTS DU 16° SIECLE"...
Avez-vous déjà vu, dans le Bois de Hal, la floraison des jacinthes au mois davril ? Merveilleux spectacle quévoque Pascale Hoyois dans son nouveau roman.
Une forêt idyllique : la chênaie à jacinthes du Bois de Hal, dans le Brabant du 16ème siècle. Lisbeth, fille dune guérisseuse et petite-fille dune érudite, est séduite par la pensée humaniste dErasme et par les idéaux de la Réforme. Sauvera-t-elle les premiers luthériens de Bruxelles, ville impériale où siège Charles-Quint, où sévit la sanglante Inquisition ?
Alliant rigueur historique et plaisir de la lecture, ce nouveau roman de Pascale Hoyois, paru aux Editions Parler dEtre, constitue un outil privilégié pour sinitier à une époque souvent méconnue de lhistoire de notre pays, période charnière de la pensée occidentale.
Dr GUY LIAGRE, Président du Synode Eglise Protestante Unie de Belgique, et LEON-ALEXIS ROCTEUR, Pasteur honoraire :
Il nest pas toujours facile de susciter lintérêt lorsquon évoque les débuts de la Réforme en Belgique : Luther et Erasme, les premiers martyrs, les persécutions.
Pascale Hoyois a eu lexcellente idée de nous présenter les événements du début du 16ème siècle sous forme romancée, évoquant la vie en nos régions en ces temps troublés tout en gardant une rigueur remarquable sur le plan historique.
A la lecture, nous nous trouvons demblée auprès de personnages auxquels on sattache, avec lesquels on sidentifie, dont on partage, dans la vie quotidienne, les émotions, les joies, les espoirs, les sentiments dangoisse à travers les bouleversements de lhistoire.
Un livre de cur et de conviction qui se lit avec plaisir et se termine par une lueur despoir
(198 pages. Format 14,8 x 21 cm)
Avis aux professeurs : sur 10 livres achetés, 2 gratuits !
En vente : Prix : 15 : Maison dErasme 31 rue du chapitre 1070 Bxl (tél : 02/521.13.83.) District EPUB 5 Coudenberg 1000 Bxl (Mme Hilfiker tél : 02/213.49.40).
Ou à commander : Prix : 17 (15 + 2 de frais denvoi) par virement au compte de Parler dEtre n° 068-2173683-37. ATTENTION ! Notez bien VOTRE ADRESSE en communication afin que nous puissions vous envoyer le livre !!!
CONTACT ET SERVICE PRESSE
tél : 02/478.81.78. - mail : pascale.hoyois@parlerdetre.be
Quil est loin le temps des Guerres de religion entre catholiques et protestants !
Pourtant au début des années 1960 dans notre province de Luxembourg, à Sugny, rayonnait une institution protestante soccupant de personnes handicapées. Et le curé du coin était convaincu avec ses paroissiens quil sagissait dune secte satanique, ce qui les autorisait, à leurs yeux, à empoisonner le chien, à renverser les ruches de miel Puis vint Vatican II et les initiatives cuméniques antérieures se développèrent, se multiplièrent, un esprit nouveau soufflait en Belgique et dans le monde, suscitant des audaces nouvelles dans les relations entre catholiques et protestants.
Le chemin parcouru est immense et aujourdhui lon met bien davantage laccent sur ce qui nous unit, plutôt que sur nos divisions. Les activités communes sont légion : Semaine de Prière pour lUnité des Chrétiens ; Comité Inter-ecclésial dans plusieurs villes ; groupes bibliques communs où lon lit la Traduction cuménique de la Bible (TOB) ; célébrations de mariages mixtes ; participation des autres confessions chrétiennes à la Commission Nationale Catholique pour lcuménisme ; dialogue dans le cadre de la Concertation dEglises Chrétiennes en Belgique ; engagements communs pour la lutte en faveur de plus de justice sociale (à légard des migrants, des réfugiés, ) ; offre catholique de donner un espace aux protestants dans la presse écrite (Journal Dimanche), à la Radio Chrétienne Francophone ; partages entre laïcs et prêtres et pasteurs dans le cadre de la Session cuménique Interrégionale de Formation (SOIF) ; études en commun de questions posées par lunification européenne (et utilisation commune de la belle Chapelle Van Maerlant à Bruxelles) ; sans parler au niveau mondial des contacts noués dans diverses organisations, dont le Conseil cuménique des Eglises à Genève.
Mais entre gens de bonne foi (!) je voudrais partager ici deux ordres de questions :
Quelle unité voulons-nous ? Lunité visible ou invisible, spirituelle ou institutionnelle ? Lunité de lEglise ou des Eglises ou des chrétiens ? Sachant quunité nest en tout cas pas synonyme duniformité ! Faut-il plutôt viser lunion, la communion ? Faut-il sengager prioritairement dans le dialogue bi-latéral (catholiques protestants) ou préférer les dialogues multilatéraux avec les anglicans et les orthodoxes ? Questions ouvertes parmi tant dautres.
Par ailleurs, si nous voulons dépasser le stade de la « coexistence pacifique » parce que nous avons le devoir de témoigner ensemble de lespérance chrétienne, je ne puis mempêcher de regretter, à côté davancées réjouissantes, les retours en arrière mal ressentis par les protestants : certaines déclarations et prises de position de la hiérarchie catholique ; par deux fois en quelques mois, la délivrance dindulgences plénières, récemment pour les jeunes se rendant à Taizé et il y a quelques jours à peine pour la fête de lImmaculée Conception. Et pourquoi le centralisme romain a-t-il tant de peine à collaborer plus avant au sein du COE ? Pourquoi le maintien du refus officiel de lhospitalité eucharistique aux protestants ? Pourquoi tant de rigidités à propos de certaines questions éthiques qui ont pour conséquence de faciliter la progression rapide du fléau moderne appelé sida ?
Lcuménisme est une bénédiction et une promesse. Il appartient aux responsables religieux comme à chaque chrétien de base de le faire grandir, fructifier, car le monde nous observe.
Ne donnons pas raison à ceux qui disent : « Ils prêchent lamour, mais sont divisés entre eux ». Et quelles révisions ferons-nous du côté protestant pour proclamer et vivre notre unité ? Par exemple, réexaminer nos positions en matière de tradition, ou celles relatives au rôle dun « primus inter pares » ? Il en va pourtant de la crédibilité des chrétiens, toutes confessions confondues. Alors fixons-nous des étapes pour avancer sur ce chemin dunité indispensable. Osons poser des gestes concrets qui bousculent les habitudes prises. Ne faisons pas séparément tout ce que nous pouvons déjà faire ensemble avec un peu daudace et dimagination...
Positions du Vatican
LAlliance Evangélique Suisse, la Fédération luthérienne mondiale et lEglise Protestante Unie de Belgique (EPUB) prennent à leur tour position après la publication par le Vatican du document sur la doctrine de lEglise
[Credits] Après la FPF, la FEPS et le COE, cest au tour de lAlliance Evangélique en Suisse, de la Fédération luthérienne mondiale et de lEglise protestante unie de Belgique (BELPRO) de prendre position sur le document émis mardi par la Congrégation pour la doctrine de la foi. La désapprobation est unanime et linquiétude est grande.
Un responsable luthérien fait part de sa consternation concernant le document du Vatican sur la doctrine de l'Eglise
Le plus grand rassemblement d'Eglises luthériennes s'est déclaré consterné par la publication d'un document du Vatican réaffirmant la doctrine catholique romaine selon laquelle les dénominations protestantes ne sont pas des Eglises "au sens propre". "Bien que cette position ne soit pas nouvelle, nous sommes attristés et déçus qu'elle ait été réaffirmée dans le contexte actuel, dans lequel le travail du partenariat oecuménique a entraîné des résultats si importants", a déclaré le pasteur Ishmael Noko, secrétaire général de la Fédération luthérienne mondiale, basée à Genève, qui compte 140 Eglises membres, représentant plus de 66 millions de chrétiens à travers le monde.
Le pasteur Ishmael Nokoe affirme dun autre côté que les églises luthériennes ne sauraient pas accepter la conception de lEglise et la réalité de la foi véhiculée par le document du Vatican. « Nous nous comprenons comme une Eglise à part entière, où lEvangile est prêché de la bonne manière et les sacrements sont administrés de la bonne manière», affirme Noko.
LEglise est là où des personnes confessent Jésus-Christ, selon lAES
Selon l'Alliance Evangélique Suisse (AES), l'Eglise n'est attachée à aucune institution. L'Eglise mondiale se compose de toutes les personnes qui se sont décidées librement en faveur d'une vie avec Jésus-Christ et le suivent en âme et conscience. L'Alliance Evangélique Suisse s'oppose ainsi au nouveau document du Vatican.
Le document publié mardi par la Congrégation pour la doctrine de la foi axé sur lecclésiologie catholique romaine conforte, selon l'AES, l'opinion erronée selon laquelle l'Eglise fondée par Jésus-Christ trouve sa pleine réalisation dans l'Eglise catholique. L'Alliance Evangélique Suisse oppose à cet enseignement des citations du Nouveau Testament qui servent de base à sa compréhension de l'Eglise.
"La communauté de Jésus n'est pas une institution, mais se compose des élus (litt. «appelés hors de» - ecclesia). Là où des personnes acceptent personnellement que Jésus-Christ soit mort pour leurs péchés sur la croix, là où l'on revient de ses impasses, là où l'on accepte de se laisser renouveler intérieurement par l'Esprit Saint, là où l'on se lie à Jésus et qu'on le suive, là est l'Eglise." Là où deux ou trois sont rassemblés en mon nom, là je suis moi-même au milieu d'eux, dit Jésus (Mt 18,20). L'AES défend la conception du "sacerdoce universel", comme quoi les croyants forment l'Eglise universelle (quelques soient les Eglises, les dénominations et les structures auxquels ils appartiennent). Ils constituent le corps dont la tête est le Christ (1 Cor 12).
Les Eglises, qu'il s'agisse de simples communautés locales ou d'unions d'Eglise, sont "des communautés de croyants qui se considèrent comme membres du corps du Christ mondial tant dans leur connaissance que dans leurs dons et capacités". Les Eglises en tant que telles ne sauraient être la vérité ni dispenser le salut, mais elles annoncent l'Evangile de Jésus Christ qui, lui, est le salut et la vérité.
Réaction de lEglise Protestante Unie de Belgique (EPUB) à la déclaration du Vatican
LEPUB, qui depuis de nombreuses années entretient dexcellents contacts cuméniques avec les autres Eglises chrétiennes surs en Belgique, a pris connaissance avec inquiétude de la position récente de la Congrégation pour la Doctrine de la Foi. Cette dernière déclarait le 10 juillet 2007 dans ses « Réponses à des questions concernant certains aspects de la doctrine de lEglise » que les communautés protestantes ne peuvent être considérées comme églises. Le pasteur Dr Guy Liagre, président du Synode de lEglise Protestante Unie de Belgique (EPUB), exprime la position de son Eglise dans une déclaration officielle publiée aujourdhui.
Dans un document reprenant les réponses à des questions concernant certains aspects de la doctrine de léglise, il apparaît que dautres Eglises, comme lEglise orthodoxe, souffrent dune « plaie » du fait même quelles ne reconnaissent pas le pape. Pour les églises protestantes, telle lEglise Protestante unie de Belgique, qui nont ni évêques ni prêtres consacrés, la plaie est encore plus profonde. Suivant le document, il est difficile de considérer que lappellation déglise pourrait leur être attribuée. Pourtant en Belgique il existe depuis 1971 une Déclaration de reconnaissance interecclésiale du baptême.
De par sa récente position, la Congrégation pour la Doctrine de la Foi considère lEglise catholique-romaine comme la seule véritable héritière de la tradition chrétienne au plein sens du mot. Elle tire ainsi un trait sur un certain nombre dacquis essentiels du dialogue inter ecclésial.
Liberté de religion et liberté de conscience forment avec le respect des autres convictions religieuses et dautres structures ecclésiales les caractéristiques essentielles du protestantisme. Cest dans cet esprit que lEglise protestante unie de Belgique affirme quelle continue de considérer lEglise Catholique-Romaine comme une église soeur.
LEglise protestante unie de Belgique, de par sa mission chrétienne, poursuivra sa participation interecclésiale aux niveaux local et national, en ce compris avec lEglise Catholique-Romaine. Cette collaboration se fera dans lesprit de lEvangile afin de contribuer à la construction dune société plus humaine.
12 juillet 2007
Source: EEMNI/RNA/ENI/BELPRO
Des « enfants sorciers » en Belgique ? Sans douteâ¦
Des « enfants sorciers » en Belgique ? Sans doute
ADR DHaeyer
La religiosité néo-pentecôtiste africaine gagne du terrain chez les migrants, notamment les plus jeunes, accompagnés ou non. Entre le soutien spirituel essentiel et la dérive sectaire, la frontière est parfois ténue.
Pour ses dix ans, le Centre dinformation et davis sur les organisations sectaires (CIAOSN) a réuni une série de spécialistes autour du thème de « la religiosité néo-pentecôtiste africaine ». Depuis quelques années, le Centre reçoit un nombre croissant de demandes dinformations sur les églises pentecôtistes africaines installées en Belgique. « Des personnes directement concernées sinquiètent, par exemple, quun proche ait changé de comportement depuis quil fréquente une église pentecôtiste », explique Anne-Sophie Lecomte, analyste au service détude du CIAOSN. De quoi interpeller les chercheurs sans pour autant que ces demandes constituent un « baromètre du sectarisme » ou quelles témoignent de la nocivité de ces églises. Lobjet du colloque nétait donc pas de trancher la question des éventuelles dérives sectaires mais bien dengranger des informations, de confronter les connaissances et daborder les pratiques à létranger.
En Europe aussi
Une partie significative de la journée était consacrée à limaginaire de « lenfant sorcier » et à la « traduction pratique de cet imaginaire dans les églises de réveil installées en Belgique ou ailleurs en Europe ». Lanthropologue Philippe De Boeck est venu rappeler la situation dramatique des enfants accusés de sorcellerie en République démocratique du Congo et le rôle des églises de réveil1. Si ces églises, fortes de leur succès, ont ouvert des « succursales » un peu partout dans le monde, et notamment à Bruxelles, on peut aisément penser que les esprits malins, eux aussi, ne se sont pas cantonnés aux frontières du continent africain. « Les accusations de sorcellerie à légard des enfants existent également en Europe, à Bruxelles, Paris ou Londres », confirme lanthropologue.
Si des exorcismes tragiques comparables à des séances de torture ont émaillé les pages de faits divers il y a quelques années, le phénomène des accusations de sorcellerie reste très difficile à appréhender chez nous. Il appartient au domaine de lintimité des familles ou des églises. Et lon peut penser que la plupart des « séances de délivrance » ne sont pas accompagnées de violences mais seffectuent plutôt au travers de prières ou dun jeûne. « Je reçois effectivement moins de familles où lenfant est accusé de sorcellerie, que par le passé », confirme par ailleurs lethnopsychiatre Philippe Woitchick. « Mais cela signifie-t-il que le phénomène a disparu ou que les familles nosent plus en parler ? En outre, quand une famille est confrontée à la sorcellerie, elle va prioritairement voir un pasteur, pas un médecin. Nos données sont donc biaisées. »
En Grande-Bretagne, la problématique a fait lobjet détudes visiblement plus poussées au point de donner naissance au projet « Violet », mis en place début 2005 pour répondre à une série de faits de maltraitance denfants suite à des « désenvoûtements ». Dans de nombreux cas, les familles appartenaient à des mouvements pentecôtistes. « Si le phénomène existe en Grande-Bretagne, comme il existe dans de nombreux pays africains, nous navons aucune raison de penser quil ne touche pas aussi la Belgique », reconnaît Anne-Sophie Lecomte. « Lobjet de cette journée était justement de nous éclairer sur les pratiques de terrain et dentendre les parties prenantes. »
Les parties prenantes en question ont apporté des réponses contrastées. Alors que Philippe De Boeck plaidait pour le « dialogue » afin dessayer de comprendre les ressorts dun phénomène qui touche des dizaines de milliers denfants toutes classes sociales confondues, le Conseil administratif du culte protestant évangélique entendait se démarquer complètement des pasteurs « exorcistes » : « Même sil ny a pas de dommage physique, comment évaluer le dommage moral ? Nous navons absolument rien à voir avec ces mouvements et nous navons aucune complaisance à légard de ces pratiques. Elles doivent être combattues ! », ont martelé les co-présidents Guy Liagre et Francis Renneboog.
Les Mena, des ouailles idéales
La plupart des intervenants ont pourtant relevé peu de conduites problématiques concernant les mouvements néo-pentecôtistes installés en Belgique. Ils ont en revanche mis laccent sur les aspects positifs : pour des personnes en situation de détresse, sans papiers, sans ressources, sans famille proche, les groupes de prières apportent réconfort et soutien spirituel. Ils socialisent, favorisent une certaine forme dintégration, voire offrent des aides directes, matérielles. Pour des jeunes confrontés à la petite délinquance ou aux assuétudes, les groupes de prières peuvent également avoir un effet bénéfique en donnant du sens à leur mal-être et en leur offrant des pistes spirituelles pour en sortir, à travers létude de textes bibliques et le respect du culte.
Néanmoins, si lobjectif premier de ces églises est de « sauver des âmes », les méthodes de recrutement posent question. « Par définition, les églises évangélistes veulent évangéliser, cest lune de leurs premières missions, ce qui explique leur prosélytisme. Elles cherchent surtout à toucher les personnes qui se trouvent dans les centres pour demandeurs dasile et, plus particulièrement, les jeunes. Les personnes en situation irrégulière, notamment les mineurs étrangers non accompagnés (les Mena), sont sensibles aux promesses quon leur fait. On leur dit par exemple que la prière leur permettra dobtenir plus rapidement des papiers », explique Anne-Sophie Lecomte.
Pour Claude Fonteyne, tuteur et fondateur de lassociation Aide & Assistance aux tuteurs de Mena, il est clair que de nombreux jeunes, quils soient ou non accompagnés, sont dans des groupes de prières pentecôtistes. « Mais il est très difficile de savoir sil y a des pratiques sectaires. Dune part, parce que les jeunes ne nous en parlent pas, cela fait partie de leur intimité. Dautre part, nous devons absolument respecter la liberté de culte et ces églises jouent certainement un rôle positif dans le soutien psychologique et affectif des jeunes. A contrario, quand un Mena a un comportement qualifié de déviant par les responsables de linstitution qui lhéberge, il est envoyé chez un psy. Ce nest pas forcément la réponse la plus adaptée »
Si les tuteurs se préoccupent avant tout des aspects pratiques et vitaux le logement, la santé, la scolarité, la régularisation de leurs pupilles, il arrive effectivement que des questions dordre religieux viennent compliquer la situation. Mais en loccurrence, elles émanent rarement des membres des églises néo-pentecôtistes. « Depuis quelques temps, avec les Mena venant de pays comme lIrak ou lAfghanistan, nous rencontrons de grosses difficultés. Leurs pratiques religieuses peuvent être très radicales et cela nest pas sans poser problème pour leur intégration, ou dans leur attitude vis-à-vis des femmes, par exemple. » 1. À ce sujet, voir le rapport dAmnesty International : www.amnestyinternational.be/doc/article205.html
Alter Echos n°254 - Actualités du 20/06 au 04/07/08
de la Communion dEglises protestantes en Europe (CEPE) Communion ecclésiale de Leuenberg
§ 1
Communion dEglises protestantes en Europe
(I) La adoptant la Concorde entre Eglises issues de la Réforme en Europe déclarent et réalisent entre elles la communion ecclésiale. Ces Eglises forment la Communion dEglises protestantes en Europe Communion ecclésiale de Leuenberg (CEPE). La CEPE sert la réalisation de la communion ecclésiale conformément au paragraphe IV.2 de la Concorde entre Eglises issues de la Réforme en Europe, notamment par leur orientation commune du témoignage, du service et du travail théologique continu.
(II) Dautres Eglises peuvent joindre cette Communion dEglises par un Accord particulier.
§ 2
Statut juridique de la CEPE
(I) La Communion dEglises protestantes en Europe est un organisme de droit ecclésiastique.
(II) Selon le droit civil et conformément aux prescriptions légales de lEtat dans lequel les organes de cette organisation ont leur siège, la CEPE peut sorganiser en tant que personne morale.
(III) En règle général, la CEPE se sert de lassistance administrative dune des Eglises signataires dans le pays où la Communion a son siège.
§ 3
Organes
(I) Les organes de la Communion dEglises protestantes en Europe sont lassemblée générale et le conseil.
(II) Lassemblée générale de la CEPE se réunit normalement tous les six ans. Chaque Eglise signataire y envoie jusquà deux délégués. Lassemblée générale décide des lignes directrices pour le travail de la CEPE, en particulier en ce qui concerne le conseil. Lassemblée générale établit un règlement intérieur.
(III) Le conseil est élu par lassemblée. Il se compose de 13 membres et dun nombre correspondant de suppléant(e)s. Lors de lélection du conseil de la CEPE, une répartition équitable tant des appartenances confessionnelles que régionales est à prendre en compte. Le conseil a la tâche de favoriser la communion, de mettre en oeuvre les décisions de lassemblée et de préparer les décisions suivantes. Le mandat du conseil se termine lorsque le conseil élu par lassemblée suivante est constitué. Les membres qui quittent leur fonction entre les assemblées sont remplacés par cooptation. Le conseil établit son règlement intérieur.
18
(IV) Le conseil se constitue pendant lassemblée générale et élit parmi ses membres un présidium composé de trois président(e)s, dont lun(e) des trois a une fonction de direction. Les président(e)s représentent la CEPE à lextérieur. Ils/elles sont responsables devant le conseil.
§ 4
Secrétariat, secrétaire général
(I) Le travail de lassemblée générale et du conseil est assisté par un secrétariat. Le secrétariat travaille selon les directives de lassemblée et du conseil.
(II) Le secrétariat relève de la direction du/de la secrétaire général(e). Il/elle doit rendre compte devant lassemblée générale et le conseil. Le conseil établit un règlement intérieur pour le secrétariat. Le secrétariat peut se servir de lassistance administrative dune des Eglises signataires.
§ 5
Budget
Le budget de la Communion dEglises protestantes en Europe est financé par les contributions de toutes les Eglises signataires et par des donations. Le budget est, en règle générale, établi pour une année comptable et sera à équilibrer quant aux dépenses et aux revenus. Le budget est décidé par le conseil. Laudit est assuré par lassistance administrative dune des Eglises signataires.
§ 6
Disposition finale
Le conseil peut fixer des lignes directrices et donner des orientations spécifiques pour le travail de la CEPE tant que celles-ci ne relèvent pas de la compétence de lassemblée. 19
Annexe 2 : Elections: Conseil, Président(e)s, Secrétaire général
LAssemblée générale, conformément aux statuts a élu un « Conseil » qui prend les fonctions de lancien « Comité Exécutif ». Il est composé de 13 personnes :
a) Lévêque Dezsö Zoltán Adorjáni (Eglise luthérienne de Roumanie)
b) Le professeur Michael Beintker (Eglise évangélique dAllemagne)
c) Le pasteur Dr Peter Bukowski (Fédération réformée en Allemagne)
d) Le pasteur François Clavairoly (Eglise réformée de France)
e) La pasteure Dr Stephanie Dietrich, (Eglise de Norvège)
f) Le conseiller consistorial Piotr Ga (Eglise év. de la Confession dAugsburg en Pologne)
g) Dr Friedrich Hauschildt (Eglise évangélique Luthérienne Unie dAllemagne)
h) Le président de synode pr Jan Gerd Heetderks (Eglise protestante des Pays-Bas)
i) Rev. Fleur Houston (Eglise réformée unie de la Grande-Bretagne)
j) La présidente adjointe Cordelia Kopsch (Eglise évangélique en Hesse et Nassau)
k) Superintendant Lothar Pöll (Eglise méthodiste unie dEurope centrale et méridionale)
l) Dr. Klára Tarr (Eglise évangélique luthérienne de Hongrie)
m) Le président est le pasteur Thomas Wipf (Fédération des Eglises Protestantes de Suisse)
Un suppléant de chaque délégué a été élu également :
a) Dr. Jindrich Halama (Eglise évangélique des Frères moraves/Herrnhuter Brüdergemeine)
b) LOberkirchenrätin Antje Heider-Rottwilm (Eglise évangélique dAllemagne)
c) La pasteure Susanne Kayser (Eglise évangélique de Brême)
d) Le professeur Fulvio Ferrario (Eglise vaudoise en Italie)
e) Secrétaire de théologie Jan Nilsson (Eglise évangélique luthérienne du Danemark)
f) Le pasteure Thomas Andreas Põder (Eglise évangélique luthérienne de lEstonie)
g) Lévêque Frank Otfried July (Eglise évangélique de Württemberg)
h) Le président Dr. Guy Liagre (Eglise protestante unie de Belgique)
i) Rev. Dr John McPake (Eglise dEcosse)
j) OKRin Doris Damke (Eglise évangélique de Westphalie)
k) Rev. Canon Harvey Richardson (Eglise méthodiste de la Grande-Bretagne)
l) Le pasteur Pál Erdélyi (Eglise réformée de Slovaquie),
m) Le pasteur Dr. Martin Hirzel (Fédération des Eglises Protestantes de Suisse)
Le Conseil sest constitué le 17-9-2006 et a élu comme Président en charge le pasteur Thomas Wipf, Président du Conseil de la Fédération des Eglises Protestantes Suisses, comme Co-président(e)s le Professeur Dr. Michael Beintker et la Pasteure Dr. Stephanie Dietrich.
Il a choisi pour Secrétaire général Oberkirchenrat Hon. Prof. Dr. Michael Bünker (Eglise de la Confession dAugsbourg en Autriche) qui prendra sa fonction le 1er janvier 2007
« Des enfants en centres fermés ? Nous disons non ! »
Communiqué de presse du 21 avril 2006
Des pédopsychiatres et des associations spécialisées lancent une pétition pour demander au gouvernement de mettre fin à lenfermement des enfants étrangers.
En un an, le nombre denfants étrangers détenus en centres fermés na cessé de croître. Depuis 2006, en plus des centres 127 et 127 bis près de laéroport de Zaventem, les centres de Vottem et de Merksplas reçoivent eux aussi des enfants avec leur famille et parfois non accompagnés. Certaines semaines, on a compté jusquà 70 enfants détenus. Leur détention dure parfois plusieurs mois. Plus de 100 personnalités belges des universitaires, des médecins, des syndicalistes, des avocats, des représentants des cultes, des artistes se sont mobilisées, à lappel du pédopsychiatre Jean-Yves Hayez, de la psychologue pour enfants Francine Dal et dassociations spécialisées (CIRE, Vluchtelingenwerk Vlaanderen, Jesuit Refugee Service Belgium, Amnesty International) pour signer un appel intitulé « Des enfants en centres fermés ? Nous disons non! ».
Dans cet appel, il est réaffirmé que la détention constitue une maltraitance psychologique grave pour les enfants qui la subissent.
Pour manifester leur refus de la détention des mineurs en centres fermés, tous les citoyens peuvent ajouter leur voix à cet appel en signant ou en téléchargeant la pétition en ligne sur le site http://www.cire.irisnet.be/enfantsenfermes/
Claude Lelièvre, Délégué Général aux Droits de lEnfant
Edouard Desmed, Président de la Ligue des familles
Georges Bovy, Directeur de lONE
Christine Cloeck, Directrice de Child Focus
UNICEF Belgique
Alain Hubert, explorateur et ambassadeur UNICEF
Dixie Dansercoer, explorateur et ambassadeur UNICEF
Helmut Lotti, chanteur et ambassadeur UNICEF
Frank Dewinne, spationaute et ambassadeur UNICEF
Jean-Yves Hayez, pédopsychiatre UCL
Véronique Delvenne, Présidente de la Société Belge francophone de psychiatrie de lenfance et de ladolescence
André Denis, Président de lAssociation Professionnelle des Psychiatres Infanto-Juvéniles Francophones
Annik Lampo, pédopsychiatre AZK VUB
Peter Adriaenssens, pédopsychiatre KUL
Dominique Charlier, pédopsychiatre UCL
Francine Dal, psychologue pour enfants Solentra, AZK VUB
Xavier Renders, psychologue pour enfants UCL
Jocelyne Appelboom, pédopsychiatre U.L.B.
Jack Levy, chef du service pédiatrie, CHU Saint Pierre
Yvan Vandenplas, chef du service pédiatrie AZK VUB
Dirk Matthijs, Président de la Société Belge de Pédiatrie
Gaston Verellen, Chef du service pédiatrie UCL
Jan Schots, Directeur de lAZ VUB
Jacques Morel, Secrétaire Général de la Fédération des Maisons Médicales
Pierre Corvilain, Président de lOrdre des barreaux francophones et germanophones
Michel Vangansberg, Bâtonnier de Tournai
Vincent Thiry, Bâtonnier de Liège
Pierre Neuville, Bâtonnier de Marche en Famenne
Eric Anciaux de Faveaux, Bâtonnier de Namur
Jean-Marie Dermagne, Bâtonnier de Dinant
John Bigwood, Bâtonnier de Bruxelles
Xavier Ibarrondo Lasa, Bâtonnier de Nivelles
Paul Van Den Berghe, Evêque dAnvers
Aloys Jousten, Evêque de Liège
Jozef de Kesel, Evêque auxiliaire de Bruxelles
Soeur Emmanuelle
Philippe Grollet, Président du Centre d Action Laïque
Guy Liagre, Président de lEglise Protestante Unie de Belgique
Albert Guigui, Grand Rabbin de Bruxelles
Beyazgul Coskun, Président de lExécutif des Musulmans de Belgique
Monseigneur Panteleimon, Métropolite de lEglise Orthodoxe de Belgique
Jan Renders, Président ACW
Caroline Copers, Secrétaire générale Vlaams ABVV
Annick Thyré, Secrétaire adjointe FGTB wallone
Philippe Van Muylder, Secrétaire général FGTB Bruxelles
Véronique Oruba, Secrétaire nationale du MOC
François Martou, ancien Président du MOC
Gabriel Maissin, Administrateur délégué de la FeBISP
Isabelle Stengers, philosophe U.L.B.
Willy Szafran, psychiatre, psychanalyste VUB
Jean-Jacques Amy, gynécologue VUB
Anne Morelli, historienne U.L.B.
Anne-Marie Roviello, philosophe U.L.B.
Jean-Jacques Jespers, sociologue des médias U.L.B.
Mateo Alaluf, sociologue, U.L.B.
Lode Walgrave, criminologue KUL
Peter Deconinck, chirurgien des enfants VUB
Tony Peters, criminologue KUL
Jean-Pierre et Luc Dardenne, cinéastes
Jaco Van Dormael, cinéaste
Pierre-Paul Renders, cinéaste
Jean Patrick, cinéaste
Jules-Henri Marchant, metteur en scène, Directeur du Rideau de Bruxelles
Roland Mahauden, Directeur du Théâtre de Poche
Michaël Hasson, musicien (Ghinzu)
Remy Gregory, musicien (Ghinzu)
Arno, chanteur
Gabriel Rios, chanteur
Jasper Steverlinck, chanteur
Patrick Riguelle, musicien
Tom Pintens, musicien
Bert Ostijn, musicien
Stef Kamil Carlens, musicien
Eva Gysel, chanteuse (Zita Zwoon)
Kapinga Gysel, chanteuse (Zita Zwoon)
Axl Peleman, musicien
Herman Schuermans, Festival « Torhout Werchter »
Irene Rossi, Festival « Couleur café »
Wim Opbroeck, acteur
Jan Decleir, acteur
Maaike Cafmeyer, actrice
Pietro Pizzuti, comédien
Tine Embrechts, actrice
Hugo Mathijssen, acteur-compositeur
Laurence Bibot, comédienne
Michael De Cock, acteur
Anne Somers, actrice
Tom Van Dijk, acteur
Nele Bauwens, actrice
Frank Focketyn, acteur
Jan Hautekiet, musicien
Kamagurka, dessinateur
Philippe Geluck, dessinateur
Dirk Draulans, journaliste
Ramses Nasr, écrivain, acteur
Xavier Deutsch, écrivain
Bernard Tirtiaux, écrivain-
Julos Beaucarne, chanteur
Alfred Blondel, sculpteur
Hannelore Knuts, top model
Kim Gevaert, athlète
Jacques Liesenborghs
Marc Abramowicz
Lolita Iven Abramowicz
Marie-Paule Eskénazi.
Aktualität und Relevanz des Protestantismus - Dr. Guy Liagre
Im Rahmen der 150 Jahrfeier der Eupener Friedenskirche hielt unser Synodalpräsident Dr. Guy Liagre am 18. September 2005, folgendes Referat über den Protestantismus:
We must always keep our minds open, but not so open that our brains fall out. (Wir müssen unseren Verstand stets offen halten, aber nicht so offen, dass unser Gehirn herausfällt.)
Liebe Freunde,
Der Protestantismus ist heute die drittgrößte monotheistische Bewegung nach dem Katholizismus und dem Islam. Weltweit sind wir etwa 600 Millionen Menschen nach anderen Quellen gar das Doppelte -, die sich im weiteren Sinn zum Glauben und den Traditionen des Protestantismus bekennen.
Vor einigen Jahren schrieb der französische Soziologe Jean Boubérot ein Buch mit dem Titel "Muss der Protestantismus sterben?"
In der Tat muss man feststellen, dass auf Weltniveau das Bild des Protestantismus sich stark verändert hat, was den falschen Eindruck erwecken kann, er sei auf dem Rückzug. In Wirklichkeit aber haben die protestantischen Kirchen nie aufgehört zu wachsen und sich zu vervielfältigen, dabei auf Basis der gleichen Überzeugungen und Werte aber unterschiedliche Weisen ihrer Anwendung entwickelt.
"Die drei großen Elemente der modernen Zivilisation sind das Pulver, der Buchdruck und die protestantische Religion" schrieb Thomas Carlyle zu Beginn des 19. Jahrhunderts (1795-1881).
Die verschiedenen protestantischen Kirchen sind im 16. Jahrhundert entstanden, innerhalb des abendländischen Christentums. Sie haben dazu beigetragen, den Katholizismus zu verändern, und sie haben sich selbst verändert, als sie Europa verließen:
Keine sichtbare Autorität anerkennend,
wurde jeder zum unfehlbaren Richter des Glaubens,
und ohne Zustimmung des römische Klerus
wurde jeder Protestant zum Papst, eine Bibel in der Hand.
Auch Nicolas Boileau, ein Zeitgenosse von Bossuet, karikierte die Neigungen der künftigen Protestanten mit ein Bild, das auch heute noch besteht: "Jeder ist seine eigene Kirche".
Und doch: "Es behagt uns, Monseigneur, Kirchen anzugehören, die sich verändern", antwortete der lutherische Philosoph LeibnitzBossuet, der, wie viele andere vor und nach ihm die zahllosen Varianten der protestantischen Kirchen belächelte.
Das obige Bild von den sich verändernden Kirchen trifft zu, stellt aber auch ein fundamentales Charakteristikum des Protestantismus dar. Der religiöse Individualismus ist die erste protestantische Revolution, wie sie in den beiden Feststellungen verankert ist und in die alle protestantischen Kirchen glauben:
"Die Schrift allein. Die Gnade allein" (Sola Scriptura Sola Gratia).
Die Schrift allein
bestätigt die Autorität der Bibel, die für jeden vom Heiligen Geist erhellten Gläubigen verständlich ist.
Aus diesem Grund verwerfen die Protestanten in gewissem Sinn die Autorität der Tradition, des Papstes und der Konzilien, über die sich nichts in der Bibel finden lässt.
Die Gnade allein
bedeutet, dass die Menschen sich durch eigene Verdienste und Werke das Heil nicht sichern können, dass Kirche und Klerus in keiner Weise in ihrem Vorteil intervenieren können. Das Heil ist Gabe Gottes, die der Mensch durch den Glauben allein erwidert (Sola Fide).
Die Protestanten lehnen Wallfahrten, den Reliquienkult und die Anbetung der Heiligen ab.
Die unmittelbare Konsequenz dieser grundsätzlichen und von allen protestantischen Kirchen übernommenen Überzeugungen ist die Lehre von der allgemeinen Priesterschaft der Gläubigen, die nach Luther "alle zum Priester geweiht sind durch die Taufe". Der vorbildliche Christ ist nun nicht mehr der zölibatäre Mönch, der hinter Klostermauern betet, sondern der verheiratete Laie, der Teil der Gesellschaft ist und öffentlich seiner Berufung nachgeht.
Der philosophische Niederschlag dieser Überzeugungen sind schwindelerregend:
Die Legitimität einer Kirche und ihrer Hierarchie zu verwerfen, kann auch dazu führen, dass die Bereitschaft verworfen wird, sich jeder anderen Form von Autorität zu stellen, der göttlichen Macht etwa, und auch sie für illegitim zu erklären.
Die Erklärung, die Bibel sei souverän und jedem verständlich, impliziert, dass jeder sie nach eigenem Dafürhalten interpretieren kann.
Alle Sekten können sich demnach auf die Reformation berufen, unter der Bedingung, dass sie deren Grundprinzipien akzeptieren.
Die Überzeugung, dass das Heil weder durch Verdienst noch durch Werke beansprucht werden kann, führt dazu, dass Ethik und Moral ständiger Überprüfung bedürfen, denn das Gewissen des Einzelnen gilt ja als die einzige richterliche Instanz.
Merkwürdigerweise lässt die Reformation also einen Gott hervortreten, der die Religion befreit. Und darin mag der Grund dafür liegen, dass in unseren protestantischen Kirchen zumindest denen reformierter Prägung die Anzahl der regelmäßigen Gottesdienstbesucher heute eher niedrig ist.
Trotzdem:
"Die Protestanten verfügen im Allgemeinen über bessere Kenntnisse als die Katholiken. Das heißt: Die Religion der Einen bedarf der Diskussion, die der Anderen der Unterwerfung. Der Katholik muss die Entscheidung annehmen, die man ihm reicht; der Protestant muss lernen selbst zu entscheiden."
Jean-Jacques Rousseau
, von dem diese Worte stammen, war ein glühender Verfechter dieser Tradition, die die seine war.
Der evangelische Gottesdienst wird von einem Pfarrer gehalten, der mit der Predigt und der religiösen Unterweisung beauftragt ist, das Monopol der Bibelinterpretation aber nicht beansprucht.
Kürzlich meinte ein Kollege: "Die Mehrheit der Leute fühlen sich von den Bibelabschnitten beunruhigt, die sie nicht verstehen.
Ich meinerseits stelle fest, dass mich jene Abschnitte beunruhigen, die ich sehr wohl verstehe und die ich den Gemeindegliedern zu erklären versuche."
In Europa und in unserer Kirche ist der Pfarrer eine Art Geburtshelfer der göttlichen Gnade, indem er die Heilige Schrift erklärt. Er hat ein Universitätsdiplom, und sein schwarzer Talar ist ein Universitätsgewand, kein religiöses Ornat.
Voltaire
sagt in seinem Philosophischen Wörterbuch:
"Jede Sekte ist in jeder Beziehung ein Sammelplatz für Zweifel und Irrtum. Scotisten, Thomisten, Königstreue, Nominalisten, Papisten, Calwinisten, Molinisten, Janseniten sind nichts anderes als Kriegsnamen.
In der Geometrie gibt es keine Sekten. Hier wird weder von Euklidianern gesprochen noch von Archimedianern. Wenn die Wahrheit evident ist, erheben sich keine Parteien und auch keine Splittergruppen. Niemals ist je diskutiert worden, ob um Mitternacht Tag ist."
Doch auch der Protestant sollte sich nicht streiten.
Da er nicht das Monopol der Bibelinterpretation besitzt, liegen Zerstückelungen in der Natur des Protestantismus. Es gibt genügend Raum für unterschiedliche Interpretationen des Wortes Gottes. Der Zerstückelung liegt in der Natur des Protestantismus, denn er verweigert jeder Kirche das Monopol der christlichen Wahrheit und lässt jeden die Bibel nach seinen persönlichen Kriterien analysieren. Die Errichtung einer neuen Kirche hat also nicht den Charakter eines schmerzhaften Bruchs, den er für einen Katholiken hätte. Alle christlichen Vereinigungen sind letztendlich menschliche und fehlbare Konstruktionen, die sich an die Entwicklungen der Gesellschaften und Kulturen anpassen müssen. Tatsächlich haben die Protestanten wesentlich dazu beigetragen, dass sich eine Laienkultur entwickelte, innerhalb der jede Person und jede Gedankengemeinschaft sich frei ausdrücken darf und soll. Ohne anderen die eigene Meinung oder Lebensregeln aufzwingen zu wollen. Aus diesem Grund ist es für einen Protestanten von größter Bedeutung, dass jeder Mensch seine Denkkraft weiterentwickelt und sein Handeln an einem aufgeklärten Gewissen ausrichtet. Aufgeklärt durch die Bibel, die ihrerseits kritisch und im offenen Dialog interpretiert wird.
Das ist es, was Theophile Bost, Pfarrer von Verviers, im 19. Jahrhundert auf seine Weise verteidigt hat. Er hat nicht nur ein Buch publiziert, sondern Dutzende von Artikeln zu verschiedenen Themen verfasst, etwa zur Kindererziehung, zur Kinderarbeit, zum Alkoholismus, zur Beziehung zwischen Kirche und Staat und so weiter.
Bost, der ausgesprochen liberal dachte, wurde von allen Seiten angegriffen, innerhalb und außerhalb seiner Synode. Insbesondere musste er - Sie können es sich vorstellen von Seiten der belgischen christlichen Missionskirche, der seine liberale Haltung ein Dorn im Auge war, harsche Kritik einstecken.
"Bei einer hohen Anzahl evangelischer Minister besteht der Glaube gerade mal noch in einem gemäßigten und abgeschwächten Deismus, der sich vom reinen Deismus nur durch den Respekt unterscheidet, den sie noch für Christus und die Bibel empfinden", schrieb ein Zeitgenosse.
Aber Bost antwortete mit Viktor Hugo:
"Dieser Gegensatz: Gott wahr, Dogmen falsch; Lüge, die sich in die Vernunft hat gleiten lassen! Blutiger Aussatz, unheilbar, ewig, die der Mensch in seiner Seele spürt wie der Vogel unter seinen Flügeln. Oh, diese infame Arbeit!
Hier Mohammed, dort, dieser Kopf, Wesley, auf diesem Leib, Loyola; Cisneros und Calvin, deren Brandwunden man riechen kann.
Oh, ihr falschen Erleuchter! Oh, ihr Jongleure! Eure Gangart ist unheimlich, eure Schritte schleichend; Entsetzen, nicht Liebe, bilden die Grundlage für euer Gesetz..."
In der Synode der Union des Eglises wurde gegen Pfarrer Bost sogar das Verfahren zur Amtsenthebung eingeleitet. Glücklicherweise ohne Resultat, denn zu seiner Zeit war er eine bekannte Persönlichkeit. Die Tatsache, dass sein Name schon im Littré stand, während er noch protestantischer Pfarrer in Vervier und sogar Sekretär der Synode war, spricht für sein Renommé.
Im Kampf um die Säkularisierung der Friedhöfe spielte Theophil Bost eine führende Rolle.
Die Friedhöfe waren Anfang des 19. Jahrhunderts Eigentum der römisch-katholischen Kirchenfabriken. Diese verwalteten sie nicht nur, sondern kontrollierten sie auch. In Verviers brach bereits in der Mitte des 19. Jhs ein Streit aus zwischen der katholischen Kirche und den Behörden. Die Protestanten schickten den Behörden einen Brief, in dem sie die Säkularisierung der Friedhöfe beantragten, das heißt, sie baten darum, dass auch Protestanten ihre Toten in der gleichen Art und mit den gleichen Rechten bestatten durften wie die Katholiken. Bislang war der Friedhof nämlich den römisch-katholischen Gläubigen vorbehalten, während die Protestanten im so genannten "Hundeloch" begraben wurden, das heißt außerhalb des Friedhofs oder auf einer Parzelle, die den Ungläubigen, den Juden, den Protestanten und den Selbstmördern zugedacht war. Dank der Intervention und dem Druck der Protestanten sowie der Unterstützung durch die Laienbewegung wurde eine Gemeinderegelung und später auch ein nationales Gesetz erlassen, das die kirchliche Verwaltung der Friedhöfe abschaffte.
Diese kurze Periode des Vervierschen Protestantismus im neunzehnten Jahrhundert erhellt unabhängig von seiner geringen zahlenmäßigen Stärke - einen Aspekt seines eindrucksvollen Beitrags innerhalb des Sozialgewebes.
In dem wunderbaren Buch von Jean Smet, das letzte Woche vorgestellt wurde, finden Sie zahlreiche andere Beispiele. Ich spreche darüber, weil es ein schönes Beispiel dafür ist, was den Protestantismus ausmacht. Der Protestantismus ist eine religiöse Bewegung, die den Ruf nach Freiheit und Toleranz so sehr in sich trägt, dass jeder Protestant eine Definition seines Glaubens vorlegen kann, ohne in irgendeiner Weise den Wert des Glaubens eines anderen zurückzuweisen.
Dies gilt auch für die aus Genf kommenden protestantischen Glaubensäußerungen, im Gegensatz zu katholischen Äußerungen, die stets nur aus Rom kommen können.
Historisch gesehen ist der Protestantismus ein Echo auf die Reformation der in die Tradition eingelassenen Kirche. Mit Tradition ist hier Unveränderlichkeit gemeint, ja Starre. Die Protestanten wollten nicht nur eine Reform, eine Renaissance und eine Wiederentdeckung der christlichen Religion, sondern auch die Einrichtung einer beständigen Revolution. Der Protestantismus versteht sich als eine kirchliche Bewegung, die sich von Person zu Person neu entdeckt, von Ort zu Ort, von Epoche zu Epoche. Und dies mit einer doppelten Sorge: Jesus Christus treu zu sein und damit Gott, der Bibel und dem Evangelium. Als Zeuge in seiner Zeit, für seine Zeit, als Bote der evangelischen Botschaft in einer sich unaufhaltsam weiterentwickelnden Welt.
Es gibt also keinen identifizierbaren Protestantismus, sondern protestantische Auffassungen hinsichtlich der Fleischwerdung der biblischen Botschaft in der Welt und im Menschen. Die Freiheit der Bibelinterpretation, die Gewissens-, die Glaubens- und die Redefreiheit führen zu einer Explosion an Interpretationen und spirituellen Ausdrucksformen und damit unaufhaltsam zu einer Vielfalt von Aussagen. Diese (Freiheit) begründet dann auch die relative Schwierigkeit, den Protestantismus zu verstehen und zu erklären. Sowie auch die Schwierigkeit, in allgemeinen Begriffen über die Aktualität und Relevanz des Protestantismus zu sprechen. Um den Protestantismus zu verstehen muss man seine bewegte Geschichte verstehen und auch seine Substanz. Verstehen, dass es sich um eine Religion im steten Wandel handelt, um einen Ort der freien Äußerung. Ohne Lehre kann jeder seinen Weg und seinen Glauben erfinden. Eine gewisse Zerstückelung ist die Folge. Zwar gibt es einen gemeinsamen Stamm, aber viele Zweige; und Vögel unterschiedlicher Arten nisten in ihnen, leise oder auch nicht ganz so leise. Obgleich schwierig ins Leben zu integrieren, versteht sich der Pluralismus als wesentliches Kennzeichen des Protestantismus.
Die Praxis der persönlichen Lektüre und freien Interpretation der heiligen Schriften ermutigt die Protestanten, die Pluralität der Überzeugungen und Spiritualitäten zu respektieren und zu schätzen und eine Kultur des Dialogs zu entwickeln.
Bei den Protestanten erhält jeder die Bildung, die die Voraussetzung dafür ist, dass er Gott in allen Dingen selbst erkennen kann. Das evangelische Bildungssystem zielt darauf ab, dem Einzelnen bei seiner persönlichen Entwicklung beizustehen, ihn zu seiner Identität zu verhelfen, so, wie Gott ihn erschaffen hat. Sie empfinden nicht das Bedürfnis Menschen zu zerbrechen, um sie anders erneut zu erschaffen. Deshalb ist jeder Protestant es sich schuldig zu lernen und so zu leben, als müsse er eines Tages Pfarrer werden. Tatsächlich sind die Pfarrer nicht anders als ihre Schäflein und gibt es keine Glaubensbarrieren. Der Familienvater ist der erste Pfarrer. Ein evangelischer Pfarrer kann heiraten, Kinder haben... Eine Frau kann Pfarrerin werden. Ein Protestant betet nicht, um Gott um etwas zu bitten, sondern um ihm zu danken für das, was er ihm gegeben hat. Ein Protestant glaubt, dass die Welt das Werk Gottes ist. Aber er glaubt nicht, dass Gott in allem interveniert und alles beschließt. Natürlich weiß er, dass er den blinden Gesetzen der Natur unterworfen ist, dass er nicht alles kontrollieren kann. Unabhängig davon weiß er, dass alles in seiner Verantwortung liegt und von seiner Leistung abhängt. Die Lehre von Gott, die in den Texten enthalten ist, ist dazu da, ihm zu helfen.
Seit frühesten Anfängen der Bürgermeister hat es letzte Woche, bei der Einweihung der Kirche noch unterstrichen hat der Protestantismus eine demokratische Form der Organisation gewählt und damit deutlich dazu beigetragen, dass die Demokratie sich in unseren westlichen Gesellschaften entfalten konnte. Die Protestanten haben stets sei es auf dem Gebiet der Arbeit wie auch des konkreten Berufes die persönliche Initiative gefördert, den Mut und das Risiko, sich in der säkularen Gesellschaft einzubringen. Und das bereits in einer Zeit, in der nur das Opfer der (Berufs-) Gläubigen geschätzt wurde. Und voller Misstrauen gegenüber autoritativen Traditionen schätzen die Protestanten die Leistung des Gedächtnisses und der Erinnerung sowie die Lektionen der Geschichte.
Ein Beispiel: Indem sie die persönliche Freiheit und das freie Unternehmertum verteidigen, sind sich die Protestanten durch ihre Vertrautheit mit biblischen Traditionen der Grenzen dieses Individualismus bewusst geworden und sie haben sie daraus sehr früh die Begeisterung geschöpft, im Bereich der sozialen Gerechtigkeit und der Solidarität innovativ tätig zu werden.
Nichts ist perfekt, und auch der Protestantismus kennt seine Mängel.
Zum Beispiel halten gewisse protestantische Kreise an der Verurteilung der Evolutionslehre fest. Es handelt sich bei ihnen um integristische Gruppierungen, in denen die Kinder eine höchst schwache Ausbildung erhalten.
(Daneben bestehen andere protestantische Kreise, die die Grundlage für die moderne Wissenschaft geschaffen haben, die unter anderem zur Evolutionstheorie hingeführt hat...).
Ein anderes Beispiel ist die absolute Wettbewerbsfreiheit, so, wie man sie uns zur Zeit auferlegen möchte. Sie rührt von einem protestantischen Aberglauben her, der besagt, dass, wenn ein kleiner Handel gut funktioniert, wenn die Gewinne stimmen und der Unternehmer dick und fett ist, er von Gott gesegnet sei. Deshalb, so glauben manche, wenn jemand arm ist, wenn ihr Geschäft nicht geht, dann ist er eben nicht von Gott gesegnet. Und darum verdienen sie ihr Schicksal auch. Das ist absurd und widerspricht den christlichen Werten, aber es wird noch Zeit kosten, das zu verändern.
Ich möchte die Aktualität und Relevanz des Protestantismus in fünf Punkten zusammenfassen.
Erstens: "Gott allein die Herrlichkeit"
Die Protestanten bekennen, dass außerhalb Gottes nichts heilig, göttlich oder absolut ist. Aus diesem Grund sind sie Parteien, Werten, Ideologien gegenüber wachsam, aber auch gegenüber jedem menschlichen Unternehmen, das Absolutheit, Unantastbarkeit oder Universalität beansprucht. Da Gott ein Gott der Freiheit ist, der vom Menschen eine freie Antwort fordert, eifern die Protestanten für ein Sozialsystem, das die Pluralität und Freiheit des Gewissens respektiert.
Zweitens: "Allein die Gnade"
Die Protestanten bejahen, dass der Wert eines Menschen weder von seinen Eigenschaften, seinen Verdiensten, noch von seinem Sozialstatus abhängt, sondern von der Liebe Gottes, die jedem menschlichen Wesen einen unschätzbaren Preis verleiht. Der Mensch braucht sich sein Heil also nicht zu verdienen, indem er versucht, Gott zu gefallen. Gott schenkt ihm Gnade, bedingungslos. Diese von Gott geschenkte Liebe befähigt den Menschen, seinerseits bedingungslos die Seinen zu lieben.
Der Glaube wächst aus der persönlichen Begegnung mit Gott. Diese Begegnung kann sich im Leben des Einzelnen ganz unerwartet ereignen. Meistens ist sie das Ergebnis eines langen Weges, der mit Zweifeln und Fragen gepflastert ist. Aber der Glaube wird von Gott geschenkt, ohne Bedingung. Jeder Mensch ist berufen, ihn in Freiheit anzunehmen. Er ist die menschliche Antwort auf die Liebeserklärung, die Gott uns allen macht, in den Geschichten der Bibel, in Jesus Christus.
Drittens: "Allein die Bibel"
Protestantische Christen erkennen die Bibel als einzige Autorität an. Sie allein kann ihren Glauben nähren; sie ist die entscheidende Referenz in theologischen, ethischen und institutionellen Fragen.
Durch die menschlichen Zeugnisse, die sie uns vermittelt, ist die Bibel das Wort Gottes.
Die biblischen Texte enthalten die allgemeinen Prinzipien, auf Basis derer jeder Protestant für sich selbst und jede Kirche in Gemeinschaft den Raum für ihren Glauben schaffen.
Viertens: "Sich unaufhaltsam reformieren"
Die Kirchen vereinigen in einem Glauben und Hoffen all jene, Männer Frauen und Kinder, die ausdrücklich den Gott Jesu Christi als denjenigen bekennen, der ihrem Leben Sinn gibt.
Die kirchlichen Instanzen entsprechen der Wirklichkeit des Menschen. "Sie können sich irren", sagte Luther.
Hinsichtlich des Evangeliums müssen die Kirchen beständig einen kritischen und fragenden Blick auf ihr eigenes Funktionieren werfen. Jeder muss seinen Anteil an der Verantwortung tragen und die Treue gegenüber dem Wort Gottes bezeugen.
Und schließlich: "Das allgemeine Priesteramt"
Eines der erneuernden Prinzipien der Reform ist das allgemeine Priesteramt der Gläubigen, das jedem Getauften eine individuelle Stellung im Bereich der Kirche einräumt. Keine Hierarchie, sondern ein Dienst der Predigt, des Zuspruchs und der spirituellen Anteilnahme. Nach dem Prinzip des universellen Priestertums kann es unter Christen keine naturgemäßen Unterschiede geben. Die Heilige Schrift ist jedem Gläubigen verständlich, und die direkten Verbindungen mit Gott durch Gebet und Wortmeditation machen die Existenz von Heilsvermittlern oder Priestern überflüssig.
Die geistlichen Führer haben ihre Aufgabe in der religiösen Erziehung zur Wahrheit hin und können keinen Anspruch auf sakrale Überlegenheit erheben.
Dieses Bekenntnis einer religiösen Gleichheit hat zur Ablehnung einer ordinierten Kirche geführt, das heißt, eines Klerus, der beansprucht, durch das Sakrament der Ordinierung eine göttliche Gnade empfangen zu haben, die ihm das Privileg verleihe, gewisse Riten wie die Feier der Messe oder die Vergebung der Sünden zu verwalten.
Wenn nach unserem Verständnis des Christen des einundzwanzigsten Jahrhunderts die Bedeutung der Bibel, das Heil durch den Glauben und das Priesteramt der Gläubigen evident ist, so dürfen wir doch nicht vergessen, dass diese Prinzipien aus widrigen Umständen hervorgegangen sind, aus dem der katholischen Kirche entgegengebrachten Vorwurf des Missbrauchs, aus Protest und aus der Befreiung. Und dass zahlreiche Protestanten sie mit ihrem Leben bezahlt haben.
Im Übrigen sind wir es uns schuldig, mit der Bezeichnung "protestantisch" verantwortlich umzugehen und über seine Implikationen nachzudenken, die positiven und die negativen. Sie können so weit gehen, dass sie so manche Reaktionen und Werte in Zweifel ziehen, die zur protestantischen Kultur gehören.
Die Bibel, in der jeder den Sinn seines Lebens erkennen kann, ist ein wahrer Quell von Werten, aber auch ein kritischer Quell (der Werte). Die Kirche versteht sich eher als Begleiterin dieser Suche als ihre alleinige Interpretin.
Sie fördert
den Wunsch nach einer persönlichen Wertefindung
das Verantwortungsbewusstsein des Einzelnen und seine Autonomie
die persönliche Urteilsbildung, die Freude an kritischen Überlegungen
die Begeisterung für die Wahrheit in allen Bereichen, einschließlich ihrer moralischen und spirituellen Dimensionen, die Freue an der Entdeckung, der Verzauberung.
die Emanzipation, die kulturelle Öffnung
den Respekt der persönlichen Weggestaltung und die Gewissensfreiheit, begründet im Wert und in der Würde eines jeden
die grundsätzliche Gleichheit aller Menschen aufgrund ihrer Erschaffung nach dem Bild Gottes; das Streben nach Gerechtigkeit
die allgemeine Botschaft der Gnade für den Menschen, den Appell nach gesellschaftlicher Solidarität
Selbstlosigkeit, Verantwortungssinn, Streben nach höherem Lebensniveau der Gemeinschaft und der Menschheit, Nützlichkeit
das Recht auf eine persönliche Meinung und ihre Äußerung, das Recht auf Protest
die Teilhabe aller an Wissen und Macht (Demokratie, Kollegialität, Kongregationalismus...)
die Abwehr des Totalitarismus, des Absolutismus, des Dogmatismus
die Aufforderung sich weiterzuentwickeln, sich stets aufs Neue zu reformieren.
guy liagre
Maison dErasme 31 rue du chapitre 1070 Bxl (tél : 02/521.13.83.) 
Quelle unité voulons-nous ? Lunité visible ou invisible, spirituelle ou institutionnelle ? Lunité de lEglise ou des Eglises ou des chrétiens ? Sachant quunité nest en tout cas pas synonyme duniformité ! Faut-il plutôt viser lunion, la communion ? Faut-il sengager prioritairement dans le dialogue bi-latéral (catholiques protestants) ou préférer les dialogues multilatéraux avec les anglicans et les orthodoxes ? Questions ouvertes parmi tant dautres.
