Ik ben een zondaar, tot veel goeds in staat; heb met dat laatste al een begin gemaakt en ben van plan daar tot de laatste snik mee door te gaan.
Dat is heel wat leuker dan de hopeloos verdoemde, vleugellammezondaar die moet afwachten tot God zover is.
Blijft de vraag hoe werd of word je zondaar ,dus vanaf je geboorte,zogezegd van nature. Waren we eerst geen zondaar en zijn we dat later geworden, of zijn we dat per se ?
Als we het geworden zijn, is het te veranderen; in het andere geval is er niks aan te doen en zitten we vast in de put.
Bij de een is er hoop; bij de ander is het hopeloos.
Vraag: wat doet een mens of wie of wat dan ook als individu in een wereld waaraan hij machteloos is onderworpen? De voorstanders van dit soort wereld troosten zich met het verzinsel dat een ander het voor ze opknapt. Niet vergeten, dat je door diezelfde redder eerst als zondaar, enz. bent geproduceerd ! Die moet zich logischerwijs hebben vergist en is, toenhij/het dat inzag, de zaak daarnaweer recht gaan zetten, tamelijk onhandig door zijn bloedeigen zoon te kruisigen....
Wie het zonder deze troost wenst te doen, is toe aan de vraag waarom hij/zij er is, al of niet als zondaar.
Vragen houden ons net zo lang bezig tot we een eigen bevredigend antwoord hebben gevonden.
Op alle zinnige vragen zijn zinnige antwoorden een vraag zonder antwoord heeft geen bestaan....Bij een oppervlakkige vraag hoort een oppervlakkig antwoord; een diepgaande vraag roept een diepgaand antwoord op.
Als het gaat om wezenlijke vragen kunnen we in overgenomen, tweedehands antwoorden geen voldoening vinden; we zullen de ware antwoorden zelf moeten ontdekken. Dat komt omdat het echte leven onomkoopbaar is, onvatbaar voor corruptie, door geen bedrog te misleiden en geen cadeautjes uitdeelt aan bevoorrechten. Ik sluit me aan bij Boeddha, Spinoza, en consorten die zeggen dat we het allemaal in onszelf kunnen vinden, zonder tussenpersoon, omdat we het Al al zijn en dus alles al weten.
Het kwaad bestaat niet op zichzelf en is slechts het ontbreken van het goede en bestaat alleen voor hem die het slachtoffer ervan is geworden. Het komt voort uit twee oorzaken en is, evenmin als het goede, een onafhankelijke oorzaak in de natuur. De natuur kent geen goedheid of boosaardigheid; zij volgt slechts onveranderlijke wetten wanneer zij leven en vreugde schenkt dan wel lijden en dood brengt, en vernietigt wat zij heeft geschapen. De natuur heeft voor elk gif een tegengif en haar wetten hebben voor elk lijden een beloning .
Het werkelijke kwaad komt voort uit het menselijke verstand, en de oorsprong ervan ligt geheel en al in de denkende mens die zich van de natuur vervreemdt. Alleen de mensheid is dus de ware bron van het kwaad. Het kwaad is het overdrijven van het goede, het voortbrengsel van menselijke zelfzucht en hebzucht. Als u ernstig erover nadenkt zult u ontdekken dat, met uitzondering van de dood die geen kwaad is maar een noodzakelijke wet, en ongelukken die altijd hun vergoeding zullen vinden in een toekomstig leven de oorsprong van elk kwaad, groot of klein, in menselijk handelen is gelegen, in de mens die door zijn intelligentie het enige vrij handelende wezen in de natuur is.
Niet de natuur verwekt ziekten, maar de mens. Zijn opdracht en bestemming in de huishouding van de natuur is om een natuurlijke dood te sterven die door ouderdom wordt veroorzaakt; ongevallen daargelaten, sterft een natuurmens of een in het wild (vrij) levend dier niet aan ziekte. Eten en drinken en geslachtelijke omgang zijn natuurlijke noodzakelijkheden van het leven; toch veroorzaakt een overmaat hiervan ziekte, ellende, mentaal en lichamelijk lijden; en de laatstgenoemde worden als het grootste kwaad aan toekomstige generaties, de nakomelingen van de schuldigen, overgedragen.
Ambitie, het verlangen om geluk en comfort voor onze geliefden veilig te stellen door ons te onderscheiden en tot welstand te geraken, betreft prijzenswaardige, natuurlijke gevoelens, maar als ze de mens veranderen in een eerzuchtige, wrede tiran, een vrek, een zelfzuchtige egoïst, dan brengen ze onnoemelijk veel leed over de mensen om hem heen; zowel over volkeren als individuen. Al deze dingen voedsel, welstand, ambitie en duizenderlei andere dingen die we onvermeld moeten laten, worden de bron en oorzaak van het kwaad, hetzij door overdaad of door het ontbreken ervan. Word een gulzigaard, een losbol, een tiran, en u wordt de schepper van ziekten, van menselijk lijden en ellende.
Als dit alles u ontbreekt zult u omkomen, u zult worden veracht als een nul en de meerderheid van de massa, uw medemensen, zullen u uw leven lang een slachtoffer maken. Daarom moet men noch de natuur, noch een denkbeeldige godheid verwijten maken, maar de menselijke natuur die door zelfzucht is verlaagd. Denk goed na over deze weinige woorden; volg elke oorzaak van het kwaad die u maar kunt vinden tot de oorsprong en dan zult u één derde van het probleem van het kwaad hebben opgelost.
Rekening houdende met die vormen van kwaad die natuurlijk zijn en niet kunnen worden vermeden en ze zijn zo schaars dat ik het hele gezelschap westerse metafysici uitdaag ze kwaad te noemen of ze rechtstreeks tot een onafhankelijke oorzaak terug te voeren zal ik nu wijzen op de grootste, voornaamste oorzaak van bijna tweederde van alle kwaad dat de mensheid achtervolgt sinds die oorzaak een macht werd. Het is de godsdienst, in welke vorm of bij welk volk ook. Het zijn de priesterkaste, het priesterdom en de kerken; het is in die illusies die de mens als heilig beschouwt dat hij de bron moet zoeken van die vele vormen van kwaad die de grote vloek van de mensheid zijn en haar bijna overweldigen.
Onwetendheid schiep goden en sluwheid maakte van de gelegenheid gebruik. Kijk naar India en naar het christendom en de islam, naar het jodendom en het fetisjisme. Het is het priesterbedrog dat deze goden voor de mens zo afschrikwekkend maakte; het is de godsdienst die hem tot een zelfzuchtige dweper maakte, een fanaticus die de hele mensheid buiten zijn eigen sekte haat zonder dat hij er ook maar enigszins beter of moreler door wordt. Het is het geloof in God of goden dat tweederde van de mensheid tot slaven maakt van een handjevol lieden, die hen bedriegen onder het valse voorwendsel hen te redden.
Is de mens niet altijd bereid elke vorm van kwaad te bedrijven als hem wordt gezegd dat zijn God of goden deze misdaad eisen? een vrijwillig slachtoffer van een denkbeeldige God en de verachtelijke slaaf van zijn listige dienaren? De Ierse, Italiaanse en Slavische boer zal van de honger omkomen en zijn familie laten verkommeren om zijn padre en pope te kunnen voeden en van kleren te voorzien. Tweeduizend jaar zuchtte India onder het juk van het kastenstelsel en genoten alleen de brahmanen het vette der aarde, en nu zijn volgelingen van Christus en Mohammed eropuit elkaar te gronde te richten in de naam en tot meerdere glorie van hun respectieve mythen.
Vergeet niet dat het totaal van menselijke ellende pas zal verminderen op de dag dat het grootste deel van de mensheid in de naam van waarheid, ethiek en universele menslievendheid, de altaren van haar valse goden zal vernietigen. KH
* Uit De Mahatma Brieven, blz. 64-66, geschreven in 1882.
In de theosofie wordt er voortdurend de nadruk op gelegd om de ideeën, gedachten, leringen van de Oude Wijsheid in praktijk te brengen.
Wie niet verder gaat dan alleen maar het verstandelijk opnemen daarvan, komt niet vooruit. Verliest bovendien alles weer aan het eind van zijn levenstocht.Het persoonlijke verstand dat aardsgericht is, kun je niet meenemen; het blijft in de wachtkamer voor gebruik in een volgend aardeleven. Het schijnbare, vluchtige, oppervlakkige succes van het moment, laat ons met lege handen achter als ons door de hogere wet gevraagd wordt: Wat heb je met je leven gedaan?, of Wat heb je bijgedragen aan het blijvende, dat wat niet door tijd en verderf kan worden aangetast?
En hoe ziet de wereld er uit die we gezamenlijk maken? Mij lijkt het alsof we met zn allen in de film zitten met de schrijnende titel: De schaamteloze uitbuiting van de schatten van deze wereld en de fatale gevolgen daarvan. De vraag of we zullen stikken, verdorsten, of vergiftigd zullen eindigen, wordt door serieuze denkers in alle ernst gesteld.
Één ding staat vast: individueel en collectief zullen we de gevolgen te verwerken krijgen van ons doen en laten. Die gevolgen zullen zijn precies zoals we die gemaakt hebben : vreugdevol of smartelijk. In een betrouwbaar universum, waarvan rechtvaardigheid de grondslag is, kan dat niet anders.
Bezint, eer ge begint, is een aardige tekst om in de kraamkamer op te hangen.
Wat doen we met ons leven? De keus is aan ieder van ons. Nemen we ons lot zelf in handen, of laten wij ons leven?
Wie zelf wil sturen, gaat op zoek naar het blijvende, verzamelt schatten van onsterfelijkheid, werkt voor het koninkrijk der hemelen en krijgt de wereld als geschenk. Wie anderen laat sturen, werkt voor een verloren zaak, is als een herfstblad in de wind, zijn hebben gaat verloren.
De zelf-verzamelaars zullen zijn wat ze zoeken: blijvend.
Er is in de laatste jaren meer belangstelling voor het idee van reïncarnatie deze leerstelling heeft een zusterleerdie er niet van te scheiden is en dat is de leer van karma men kent misschien het woord karma en weet dat het de wet van oorzaak en gevolg is maar in al haar finesse en vertakkingen is de leer van karma minder bekent en dat is jammer want een grondig begrip van reïncarnatie en karma zal een oplossing kunnen brengen aan de meeste problemen die de mensheid plagen en daaronder zo gebukt gaan het is dus de bedoeling om zoveel mogelijk de verschillende aspecten van wet en karma te belichten en haar belang in het dagelijkse leven van de mens aan te tonenKarma is een Sanskriet woord de naam door detheosofen van de negentiendeeeuw aangenomen voor een van de meest belangrijke wetten van de natuur het is een wet die in werking treed zodra de manifestatie van de kosmos begint en dan zijn uitwerking heeft zowel op planeten als op planetenstelsels als op rassen wolken en individuen niets ontkomt aan deze werking van karmadie evenwicht hersteld overal waar het verstoort werd in de rustperiode tussen twee manifestaties of het nu om een kosmische rustperiode of een menselijke rustperiode die tussen twee incarnaties gaat is de wet van karma niet werkzaam maar zodra leven zich manifesteert dus bewustzijn en beweging ontstaat dan is er ook handeling en karma is handeling fysiek gesproken metafysisch is het de wet van vergelding van oorzaak en gevolg de morele uitwerking dus van een handeling verricht om een persoonlijk verlangen te verwezenlijken karma straft niet of beloond niet want karma is een universele wet die alle andere wetten onfeilbaar leid die langs hun eigen wegen hun eigen banen dus gevolgen teweeg brengen laten we dat met een voorbeeld uitleggen stel u voor het geval dat er iemand met een vliegtuig op reis moet vertrekken en hij gaat van huis weg met een taxie en onderweg tamelijk ver van het vliegveld nog heeft die taxie motor pech geen middel om het in gang te brengen de afstand is te ver en geen andere mogelijkheid tot vervoer dus het vliegtuig word gemist later stort het vliegtuig neer en er zijn geen overlevenden nu toeval zeggen sommige mensen samenloop van omstandigheden zeggen anderen ja wat is een samenloop van omstandigheden dat is juist het wetmatig gebeuren van bepaalde dingen die in een resultaat een gevolg hebben namelijk in dit geval dat die man niet moest sterven in dat ongeval maar dingen zowel als mensen kunnen agenten zijn als men zo zeggen kan om karma teweeg te brengen in ons voorbeeld hebben we verschillende agenten van karma vooreerst die taxie bestuurder die niet voor zijn motor gezorgd heeft ten tweede de motor zelf die niet gefunctioneerd heeft het tijd element was die iets vroeger vertrokken was die er wel kunnen zijn er zijn zo van alle elementen waarvan slot eindelijk karma de sympathiserende kracht is die tot een bepaald gevolg moet komen namelijk dat die man op dat ogenblik niet moest sterven er zijn andere manieren hoe karma dus andere agenten kunnen optreden bv. In een soortgelijke geval hebben we het wel eens meegemaakt iemand met een vliegtuig moest vertrekken en de vrouw van die man een zulke angsttoestand kreeg maar zo bang werd voor haar man dat hij met de trein is gegaan en dat vliegtuig is neergestort wat in 47 gebeurd is ik herinner mij het nog preciesja daar zijn de beste bewijs dat dingen ook agenten van karma kunnen zijn en is het klassieke voorbeeld van een bananenschil waarop iemand uitglijd en een been breekt of wat anders dan natuurlijk de gevolgen helemaal het leven kunnen veranderen nietwaar dus is karma de wet die evenwicht hersteld waar het verstoort werd nu wij handelen voordurend op het gebied van fysieke daden van gevoelens van gedachte en iedere handeling zet een oorzaak in beweging dat een bepaald ogenblik een gevolg teweeg zal brengen en dit gevolg zal dan het verstoorde evenwicht weer herstellen en tot dat dan gebeurd dit herstellen van evenwicht blijft die oorzaak verbonden met diegene die haar in beweging heeft gebracht want het gevolg ligt als het ware in de oorzaak gesloten en daarom krijgt men altijd zijn eigen karma uit te werken net zoals zaden die men in zijn eigen tuin zaait zullen niet uitkomen in de tuin van de buurman men oogst zelf wat men gezaaid heeft maar men moet niet vergeten we handelen altijd in verband met anderen en dikwijls lijkt het alsof wij karma van anderen te dragen krijgen maar dat dit zo is is het gevolg van onze eigen handelingen in dit of een vorig leven en als we dit feit konden aanvaarden dan zou het een grote hulp kunnen zijn bij het berusten in bepaalde moeilijke situaties en vooral in moeilijke menselijke betrekkingen soms is het mogelijk om karmische gevolgen vlug uit te werken in dit leven dit is natuurlijk altijd goed en er zijn mensen die zulk een behoefte aan harmonie hebben dat al weten ze van karma niets af ze toch de nodige stappen zullen nemen om evenwicht weer te herstellen en hun inzicht had dus het punt van rijpheid bereikt waar het karma uitgewerkt kon worden want gedachte is altijd de basis van iedere handeling en de stuwkracht waarmee we dan die handeling uitvoeren die komt uit de gevoelsnatuur want we kunnen niet iets wensen te doen waar we niet aan gedacht hebben in theosofie word toch gezegd dat de mens opgebouwd is uit gedachten de wijze hoe wij denken de kwaliteit van onze gedachten bepaald wat we zijn en wat we worden dikwijls hebben wij niet met mensen te maken waarvan we het gevoel hebben dat als ze maar hun manier van denken konden veranderen zijn hele leven zou kunnen daarmee een ander kleur geven het karma dat we maken oorzaken die we in beweging brengen in evenredigheid met onze raad van inzicht en denken en in deze zin dus zijn wij belichamingen van de wet van karma, karma bestaat niet buiten de wezens die haar tot uitdrukking brengen wij zijn de wet van karma zelf ze manifesteert zich door onze handelingen wanneer wij verkeerd handelen en als gevolg verdriet beleven is het niet karma dat ons straft maar wijzelf deze maatregel van harmonisering teweeg hebben gebracht in de theosofie word gezegd het is ons eigen hand die ons slaat .
Wanneer karma in dit leven niet uitgewerkt kan worden hoe komt het dat we dan in een volgend leven krijgen dat wij niet iedere keer met een schone lij kunnen beginnen en word in theosofie zo verklaart het leven van de ziel is ononderbroken het afleggen van het lichaam bij de dood is alleen een overgaan in een andere fase van het leven van de ziel en de terugkeer op aarde is een nieuwe fase met een nieuw fysiek instrument nu wanneer het oude instrument afgelegd word is het alleen het zuiver fysieke aspect dat ontbind en naar de verschillende natuurrijken terugkeert er blijven nog andere aspecten van het instrument over die in de loop van de incarnatie zijn opgebouwd en die karakters samenstellen en dit zijn bundels van eigenschappen die men in theosofie skandas noemt nu op onze huidige peil van evolutie zijn wij zulke bundels bekend die min of meer overeenstemmen de vijf grondleggende beginselen van de menselijke samenstelling die tot nu toe ontwikkeld zijn gewordenen die bundels van eigenschappen zijn ten eerste stoffelijke kenmerken die eigen overblijven niet de stoffelijke aspecten zelf maar die karakteristieke kenmerken van het fysieke lichaam dan de gewaarwordingen aldoor moeten we denken de essentie daarvan blijven over dan de neigingen zowel de fysieke als de mentale de abstracte ideeën die men erop na heeft kunnen houden en ten vijfde de mentale vermogens die onze mentale fysieke en morele aanleg betekenen in de loop van de verdere evolutie van de mensheid zullen nog twee zulke karakteristieken opgebouwd worden naarmate we de twee beginselen zullen ontwikkelen die hieraan de grondslag van zullen zijnmaar de essentie van deze skandas of bundels van eigenschappen die blijven met de ziel verbonden en die vormen de basis van de nieuwe persoonlijkheid de oude persoonlijkheid van het afgelopen leven heeft met gedachten als basis oorzaken in beweging gebracht nu gedachten die onze brein verlaten gaan ook niet in rook op want theosofie leert dat iedere gedachte die we uitzenden een zekere vorm krijgt doordat ze zich met mijn elementale verbinddus de elementale en de lagere natuurkrachten en deze gedaagdenvormen die hebben een bepaalde levensduur en zijn magnetisch verbonden met het centrum van waaruit ze zijn uitgezonden dus met het ego en wanneer het ego zijn rustperiode tussen twee de twee incarnaties beëindigt heeft en naar de aarde teruggetrokken word dan zijn deze elementale erbij die zijn namelijk de dragers van de bundels van eigenschappen van het oude wezen en deze skandas dus vormen de basis voor het nieuwe wezen die daaruit in de loop van de incarnatie weer een nieuw stel skandas gaatopbouwen door zijn handelingen in de nieuwe incarnatie op de verschillende gebieden het feit van incarnatie in een fysiek lichaam is een gevolg van de werking van de wet van karma de neigingen en verlangens van de entiteit dus de sterkste affiniteiten die het wezen samenstellen zullen het meiden bij het terugkomen op aarde naar dat punt van manifestatie waar de weerstand het kleinst is dus waar de aantrekkingskracht het grootste is en het is de wet van economie in natuur die hier in werking treed en zo word het ego geleid naar die omgeving die het meest met harmonie is met zijn karmische neigingen zodat het ego daar de gevolgen zal ervaren van oorzaken die hij zelf in beweging heeft gezet en die zig zullen manifesteren als de levensomstandigheden in het milieu dus geslacht van het nieuwe lichaam de lichamelijke constitutie kwaliteit van de hersenen de opvoeding gedurende de kinderjaren feitelijk al die bepalende dingen van het fysieke bestaan die men algemeen groepeert onder het begrip herediteit en nationale karakteristieken als men zo wil neem bv. een volk als het Engelse of Duitse die zeer duidelijke nationale karakteristieken hebben hier zal een entiteit een terrein van ontplooiing vinden die met deze nationale eigenaardigheden de meeste affiniteiten heeft en de karmische gevolgen die in verband staan met deze karakteristieke zullen zich manifesteren en uitgelegd kunnen worden en dit legt uit wat bedoeld word wanneer men spreekt over het karma van een natie of een volken dat voor natie of volk geld is natuurlijk ook van toepassing op een familie collectief karma dus we zien dus dat de gegevens van incarnatie het gevolg zijn van het denken van het vorige leven een denken dat dus een basis is geweest van de handelingen die tot deze synthese van gevolgen geleid heeft en op deze wijze bied dan reïncarnatie het terrein voor de uitwerking van de wet van karma en het is niet moeilijk te begrijpen dat deze twee wetten absoluut onomstotelijk met elkaar verbonden zijn men noemt wel in theosofie de leer van reïncarnatie de leer van de hoop omdat ze ons aantoont dat geen poging verloren gaat en dat we altijd weer nieuwe kansen krijgen om onze evolutieweg af te leggen dan is karma de zusterleer de leer van verantwoordelijkheid en rechtvaardigheid en hier reist nu een zeer belangrijke vraag kan de mens zijn eigen karma beïnvloeden en zo ja in welke graad en hoe er word gezegd dat karma de voortzetting van de handeling is in haar gevolg maar op wat een bepaalde soort van karma zich zou kunnen uitwerken is het noodzakelijk dat de actie die de karma voortbrengt basis of grondslag heeft waarin ze inherent is waarvan het deel uitmaakt nu kan handeling inherent zijn op verschillende gebieden er is het fysieke karma het lichaam met zijn zintuigen en organen en het intellectuele vermogens het gebied van de emoties van aantrekking afstoting van sympathie en antipathie en deze drie gebieden de zieke de emotionele en het intellectuele die hebben nu uitsluitend te maken met wat de zintuiglijke waarneming ons te verwerken bied het is daardoor dat wij contact hebben met de buitenwereld en zij vormt dan ook het grootste terrein waar op karma uitgevochten word maar er is nog natuurlijk het ethische plan waar onderscheidingsvermogen aanduid wat we zouden moeten doen en wat niet doen en daardoor komt er een zekere harmonie tot stand tussen het intellectuele en emotionele al deze gebieden zijn dus gebieden waar karmische oorzaken in beweging gezet worden door handelingen in de ene of andere richting en het is dus de gedachte die achter de stuwkracht van verlangen zit die handeling inzet op verschillende gebieden en het alleen door de richting van het denken dat de gevolgen ofwel rust in evenwicht ofwel verdere actie tot stand zullen brengen het is namelijk zo wanneer een ego geïncarneerd word met karmische energie uit vorige levens dat wil zeggen met oorzaken uit vorige levens die wachten op hun uitwerking als gevolgen en die karmische energie manifesteert zich in overeenstemming met de aard van de oorzaak met andere woorden fysieke karma zal zich manifesteren als fysieke aanleg van gezondheid of ziekte wat natuurlijk niet zo begrepen moet worden dat wanneer de vorige keer men een ziek lichaam heeft gehad dat perse deze keer ook zo zou moeten zijn alles hangt af van de wijze hoe de beproeving van het ziek lichaam ditmaal gedragen werd de innerlijke houding was en hoe de les geleerd werd die door een ziek lichaam opgelegd werd en daar hangt er namelijk af welke fysieke skandas men achterlaat en die zijn bepalend voor de volgende fysieke lichaam Op het intellectuele en het ethische gebied is de mens in zijn opbouw ook het resultaat van karmische neigingen uit het verleden en de mens zoals hij nu is met zijn intellectuele capaciteiten is een ononderbroken voortzetting van het verleden bij de geboorte heeft de mens dus een bepaalde hoeveelheid karmische energie die als het ware latent blijft tot het ogenblik waar het denkvermogen actief word en het ego bezit neemt van zijn instrument en het kind dan verantwoordelijk word voor zijn eigen handelingen en tot dat ogenblik washet alleen het beginkarma van omstandigheden enz. dat zich manifesteerde en dit is misschien het enige aspect van karma dat men in zekere mate met het noodlot zou kunnen gelijkstellen dat is als het ware een uitgangspunt van de nieuwe incarnatie dat staat op dat ogenblik vast als noodzakelijk gevolg van het verleden maar vanaf het ogenblik dat de mogelijkheid tot verantwoordelijkheid bereikt is beheerst de mens zijn eigen lot de mens is niet de hulpeloze slachtoffer van het verleden en van zijn noodlot de wet van karma is niet fatalisme en het is mogelijk voor het individu om ons eigen karma te beïnvloeden dat is ook begrijpelijk wanneer men bedenkt dat wanneer we meer energie op een gebied van onze natuur gebruiken dan op een ander karmische uitwerkingen vooral op dat gebied zullen voordoen als we nu eens ter illustratie de mens indelen in een lagere en hogere mens nu wanneer denken en de aspiraties helemaal gericht zijn op de lagere mens ontstaat daarals het ware een centrum van aantrekking die de energie van de lagere mens naar beneden zaal trekken en die daar gebruikt zal worden in overeenstemming met de verlangens en de neigingen van de lagere mens maar wanneer in tegendeel het centrum van aantrekking inde hogere mens licht dan zal de energie daar gebruikt worden en zal het toenemen van spiritualiteit het gevolg zijn in beide gevallen heeft men het terrein gevoeld waarop karmische gevolgen zich zullen manifesteren dus iets dat in onze eigen hand ligt in het eerste geval de lagere mens in het tweede de hogere en dan is de energie dat gebruikt word op het hogere dat weggenomen werd van het lagere getransmuteerd in een hogere vorm van energie hieruit zien we dus duidelijk hoe het mogelijk is om karmische gevolgen te veranderen
Het richtsnoer van deze Loge is onafhankelijke toewijding aan de belangen van de Theosofie. DeLoge staatbuitenelke Theosofischeorganisatie. Zij blijft getrouw aan de grote Stichters van de Theosofische Beweging en houdt zich niet op met onenigheden of persoonlijke meningsverschillen.
Het werk dat ze ter hand heeft genomen en het doel dat ze voor ogen houdt, nemen haar te zeer in beslag en zijn te verheven om haar tijd te laten of lust te doen voelen zich met bijzaken op te houden. Dat werk en dat doel zijn de verbreiding van de Theosofische grondstellingen en de toepassing van die beginselen in de praktijk van het leven door een zich steeds beter bewust worden van het Zelf: een diepere overtuiging van Universele Broederschap.
Zij verklaart dat de onaantastbare grondslag voor eenheid onder Theosofen, waar en hoe ook geplaatst, overeenkomst van doel, strevenen lering is. Daar deze grondslag de enig mogelijke en volmaakte band tussen de bij haar aangeslotenen vormt, is verdere reglementering of een bestuur overbodig. Zij stelt zich ten doel dit begrip onder Theosofen te verspreiden om zodoende de onderlinge eenheid te bevorderen.
Zij acht allen Theosoof die de mensheid zonder onderscheid van ras, geloof, geslacht, persoonlijke omstandigheden of richting in waarheid dienen. Zij heet allen welkom die instemmen met deze grondslag en die wensen zichzelf door studie en op andere wijze te bekwamen om anderen steeds beter te helpen en te onderwijzen.
De ware Theosoof behoort tot geen geloof noch sekte en toch behoort hij tot alle.