Geert & Kristel in Zwart-Afrika: Oeganda - Kenia - Tanzania
Oeganda - Kenia - Tanzania
29-09-2012
Bijna ribbedebie
Helaba,
Volgende week deze tijd hebben we onze eerste nacht in de tent al achter de rug in, wat de parel van Afrika genoemd wordt, Uganda, voornamelijk bekend van zijn wildparken en meer bepaald de berggorilla's en chimpansees. Kristel die geweldig zot is van apen, kijkt hier ongelofelijk naar uit. Hopelijk krijgen we ze ook effectief van dichtbij te zien !
Deze keer hebben we geopteerd voor een georganiseerde groepsreis door Uganda, stukje Kenia en Tanzania. Normaal gezien eindigt deze reis op Zanzibar, maar dit hebben wij laten vallen en geruild voor een verlenging met een 6-daagse beklimming van de Kilimanjaro (5895 m). De niet getrainde maar over een goeie basisconditie beschikkende Geert ziet dat allemaal zitten, terwijl Kristel, die zich niets kan verwijten qua fysieke en conditionele voorbereidingen, hierover toch wel lichtjes begint te panikeren of ze dat wel zal kunnen. Enfin, we doen alle twee ons best, meer kunnen we niet doen en hopen dat we beide van die hoogteziekte gespaard blijven !
Momenteel thuis nog wat voorbereidingen aan het treffen : tandartsbezoek (niets hatelijker dan tandpijn op reis), doktersbezoek, volmachten voor de verkiezingen (gemeenteverkiezingen zijn te belangrijk om onze stem niet uit te brengen), ... Via onze huisarts kregen we de bevestiging dat we ons niet zo veel zorgen moeten maken rond het Ebolavirus dat uitgebroken is in Uganda, dit blijkt momenteel onder controle te zijn.
We weten al zeker dat Wifi ginder totaal niet ingeburgerd is, internetverbindingen zijn ook niet zo frequent aanwezig op de plaatsen waar wij overal kamperen, maar we zullen toch proberen in de mate van het mogelijke onze blog bij te houden. Het zou leuk zijn ook af en toe iets van jullie op deze manier te horen en zeker de verkiezingsuitslagen voor Oudenaarde !
Bedankt aan Tasch, Liesbeth, Nele en Ann-Sohie voor het bezorgen van de kinderkleertjes en - schoentjes, wij proberen deze allemaal in onze baggage mee te nemen, wat een hele uitdaging is aangezien we zowel zomerkledij als kledij tegen de vrieskou moeten mee nemen, alsook slaapgerief (matje en slaapzak).
Ondertussen genieten we nog 6 nachten van een echt bed, want dit zullen we de komende maand moeten inruilen voor een matje in een tent omringd door de geluiden van de natuur. Zaaalig, hier kijken we naar uit !
Vele groetjes en tot een beetje later ! Geertje & Kristel
Na een goeie 10 dagen dan toch eindelijk wat nieuws uit
Afrika. Het heeft wat tijd nodig gehad want de mogelijkheden om iets te sturen
van op onze campings zijn redelijk beperkt. We hebben ook nog niet veel tijd
gehad om iets op papier te zetten.
Start van de reis was dus zaterdag 6 oktober, vroeg in de
morgen. Met taxi Christiane naar het station, met de trein naar Zaventem om
vervolgens de vlieger te nemen (via Kigali) naar Entebbe. Onderweg hadden we
ruimschoots de tijd om de passagiers te monsteren en om onze medereizigers te
traceren. We wisten dat we met 9 waren en kenden de geslachten en geboortejaren
dus het gissen kon beginnen. Onze
voorspellingen waren niet helemaal correct. We zijn met een toffe compagnie : enkel
West- en Oostvlamingen + een Nederlands koppel. Na een korte rit richting
Kampala (de hoofdstad van Oeganda) en na een lokaal biertje op onze eerste
camping zijn we vrij snel tentwaarts getrokken.
Dag 2 was een bezoek aan Kampala, niet echt een must wat ons
betreft. We hebben enkel het Nationaal
museum bezocht en een moskee om daarna de dag af te sluiten met een barbecue op
de camping.
Dag 3 was dan weer een reisdag wat wil zeggen dat we
voornamelijk op onze camionbus doorgebrachthebben. Het is het onderstel van
een camion met daarop de zetels uit een bus, een gelast dak boven ons hoofd en
rondom afgesloten met doorzichtige plastic zeilen. Zodra het weer het toelaat
gaan de zeilen echter open en hebben we een prachtig zicht op wat er zich
rondom ons afspeelt. De meeste mensen zijn hier uiterst vriendelijk. Voornamelijk
de kinderen, de vrouwen en de wat oudere mensen staan uitgebreid te zwaaien en
lachen zich de tanden bloot. Wat ze in
de handen hebben, gaat even aan de kant om toch maar de handen (bij voorkeur 2)
vrij te hebben om te kunnen zwaaien. En het is echt hartelijk. Het lijkt alsof
ze voor heel korte tijd even hun miserie vergeten want die is er wel degelijk.
Uganda wordt de parel van Afrika genoemd, is heel erg groen (er valt hier
redelijk wat regen tijdens de regenseizoenen) en de meeste mensen hebben wel
wat grond om zelf wat groenten te kweken maar toch hebben ze het niet erg
breed. Ze worden gemiddeld iets meer dan 50 jaar oud, het gemiddeld gezin
bestaat uit iets meer dan 6 kinderenen
1 op de tien kinderen sterft bij de geboorte. Het is hier leven om te
overleven, als je dan ziet met hoeveel enthousiasme ze je ontvangen, is het
echt hartverwarmend. Wij kunnen hier allemaal nog wel iets van leren.
De dag eindigde (zoals wel meer hier) in de regen. We zitten
nu bij de start van het korte regenseizoen en vrijwel dagelijks komt er wel wat
naar beneden, voornamelijk in de vooravond en s nachts. De rest van de dag is
het meestal zonnig en droog met warme temperaturen. Het is niet altijd ideaal
om dan je tentje te gaan opzetten maar goed, we nemen het zoals het komt.
De volgende dag gingen we op zoek naar het eerste hoogtepunt
van onze reis, namelijk de chimpansees die hier in een nationaal park nog in
het wild te vinden zijn. Na goed een half uur wandelen, hadden we een eerste
groepje te pakken. Ik denk dat we er in totaal een stuk of 30 gezien hebben. We
vonden het echt prachtig om ze hier in hun natuurlijke habitat te zien. Het is
toch een gans andere belevenis dan in de dierentuin. In de namiddag hebben we
even gerelaxed en zijn we niet verder geraakt dan een bezoekje aan een wat
verder gelegen dorpje, waar we zoals steeds enthousiast onthaald werden.
Op dan maar naar het Queen Elisabeth wildpark alwaar we al gamedrivend
(met de truck door het park) of via de boot al redelijk wat exotisch wild bij
elkaar gezien hebben, voornamelijk dan ganse kuddes olifanten (het blijft
steeds weer fascinerend), wrattenzwijnen, Afrikaanse buffels, krokodillen,
nijlpaarden, reëen van diverse pluimage en heel veel mooie vogels. Men had ons
ook gewaarschuuwd dat op de campsite redelijk wat nijlpaarden passeren bij
nacht maar die hebben we (gelukkig) niet gehoord of gezien. Enkel wat
wrattenzwijnen zijn de vuilbakken komen inspecteren.
Na een nieuwe, redelijk spectaculaire camion-dag(eens het hier regent is de het een echte
ijspiste op de rood-bruine wegen) zijn we aangekomen in het Bwindi National
Park voor één van de grootste attracties in Uganda, namelijk een bezoek aan de
gorillas. Ook al was alles op voorhand geregeld en betaald, toch heeft onze
begeleidster hemel en aarde moeten bewegen om ons uiteindelijk aan de ingang
van het park te krijgen. De permits waren slecht geregeld en stonden op
verkeerde namen en het vervoer er naartoe was niet OK. Onvoorstelbaar hoeveel
mensen er moeten tussenkomen en wat een moeite het kost om iets geregeld te
krijgen. Uganda behoort niet voor niets tot de 5 corruptste landen ter wereld
en van tijd moet er (nog meer) boter bij de vis zijn.
Vermits de kolonie apen waar we naartoe zouden gaan zich bovendien
op dat moment aan de andere kant van het park bevond, moesten we dan ook nog eens heel vroeg (te
vieren) uit de veren om ons (met 7 vanachter in een jeep) naar de ingang van
het park te brengen. Parijs-Dakar was die dag even werkelijkheid voor ons. Na
goed een half uur stappen was het al prijs en hadden de vooruitgestuurde
rangers voor ons de groep gorillas (13 stuks) gelocaliseerd. Het was echt
prachtig om Guust (wie kent hem nog uit de zoo van Antwerpen ???) zijn
soortgenootjes te mogen observeren. Immensekolossen zijn het. En sterk een gemiddeld boompje gaat zo tegen de
vlakte. Na exact een uur (= de maximum tijd dat je ze per dag mag storen) was
het avontuur ten einde en konden we met onze jeep terugschaatsen naar de
camping.Na een biertje en een
overheerlijke maaltijd (onze kok kent er wat van) zaten we alweer vroeg onder
de veren.
Inmiddels zijn we wat opgeschoven naar het Oosten en
bevinden we onsaan de rand van Lake Bunyonyi.
Prachtige camping is het hier met zicht op het meer.Op wandelafstand hebben we een weeshuis
bezocht (opvang voor 150 kinderen prachtig initiatief) en tot vanavond doen
we voor de rest lekker niets. Wel straks nog een beetje helpen bij de barbecue
maar echt werken kan je dit niet noemen.
Zo, dit was het dan met een eerste tussenkomst. Tot de
volgende !
Enkele fait divers:
·Uganda ligt pal op de evenaar. Erboven loopt het
water in een putje naar rechts weg, eronder draait het de linkse kant uit.
Laatste en eerste kwartier van de maan zijn hier omgekeerd als bij ons. Het
trucje met premier en dernier lukt hier dus niet.
·We mogen hier op sommige plaatsen echt onze tent
niet uit s nachts owv de wilde beesten die er rond lopen. Behoorlijk vervelend
als je weet dat we totnutoe al iedere nacht naar het toilet moesten. Een plastieken bassin voor de prijs van 3 USD
is dan ook een goeie investering geweest. Een plastic fles is een goed alternatief.
·In tegenstelling tot wat we verwachtten zijn de
meeste huisjes wel van steen gebouwd (bakstenen die ze zelf bakken), de daken
zijn allemaal golfplaten, hier en daar schilderen ze deze bruin.
·Tot op heden zijn we van allerlei kwaaltjes
gespaard gebleven. De darmen liggen nog niet in een knoop en het gaat al bij al
goed met het aantal beten.Op een
tekenbeet na bij Geert en voor de rest wat muggenbeten, komen we er tot op
heden goed vanaf.
·Ze vervoeren hier koeien in de koffer van een
auto (zie foto op onze blog), onvoorstelbaar ! Erin krijgen is één ding, eruit
halen is iets anders.
·Voetballen doet men hier met bij elkaar gebonden
plastic-zakjes
vandaag (24/10) is het redelijk wat uren
truckzitten, dus hebben we wel even de tijd om nog wat neer te pennen. We
verlieten jullie toen we aan Lake Bunyonyi zaten waar we de dag nadien nog een
weeshuis (goed voor 150 kinderen) bezocht hebben. Prachtig hoe ze daar zaten
(met 5 op een bankje, met 55 in een klasje) en voor ons zongen. Kristel werd
direct onder handen genomen door een 5-tal kinderen om haar een vlechtjeskapsel
aan te meten.
Die nacht is er nog een inbraak geweest in
een tentje net naast de onze. Een zwarte medemens (volledig naakt, qua
camoufflage kan dat wel tellen) had zich de toegang verschaft tot de tent maar
moest (na luid gekrijs van de bewoonster) onverrichter zake het hazenpad
kiezen. De nachtwakers (zeker 5 stuks, gewapend met kalasjnikovs) lagen
vermoedelijk ergens in de bosjes te slapen want geen enkele had iets opgemerkt.
TypischAfrikaans zullen we maar
zeggen.
Van Lake Bunyonyi ging het naar Lake Mburo
voor bezoek aan ons volgende Nationale Park. Het park op zich was heel erg de
moeite (veel zebras, impalas, buffels, Thompson-gazelles, waterbokken,
topis, nijlpaarden, vogels, enz ), de camping daarentegen was de slechtste
die we tot dusver gehad hebben met sanitaire voorzieningen beneden alle peil.
Dan nog liever snel-snel de bosjes in met het risico dat een wrattenzwijn of
enig ander wild je uitspattingen komt gade slaan.
De volgende dag zetten we koers naar Jinja,
waar een aantal optionele maar spectaculaire activiteiten op het programma
stonden. Je kon o.a. kiezen tussen raften op de Nijl (hebben we al gedaan dus
dat slaan we hier over), benji-jumpen (was maar 44 meter hoog dus te soft ;-))
en eenwildlife cruise op de Nijl. Wij
kozen ervoor om met een Jet Boat (Chrysler moteur, 450 PK) op stap te gaan
omdat we dat nog nooit gedaan hadden. Tegen stroom de watervalletjes opvaren,
spinnings van jewelste met snelheden net onder de 100 per uur, nat van kop tot
teen, een echte aanrader. Met de boda boda (moto doen stoppen, achter op
springen en weg) zijn we in de namiddag onder ons tweetjes nog naar een plaatselijk
dorpje geweest waar we een deel van onze thuis ingezamelde schoentjes en
kleertjes achter gelaten hebben. Je start bij 1 kind en binnen de kortste keren
komen de mamas van alle kanten met ne kleine pagadder op de arm. Natuurlijk
niet alleman kunnen voorzien van een nieuwe tenue maar des te meer genoten van
hun vreugdedansjes. Dikke merci Nele, Tasch en Ann-Sophie ! Op de fotos op onze
blog zullen jullie hier en daar wel van jullie spulletjes herkennen.
Na Jinja deden we nog een ommetje langs de
Sipi-watervallen om de dag nadien de grens met Kenia over te steken. De
formaliteiten aan de grens (stempel halen om uit te checken in Uganda een
verderop een nieuwe halen om binnen te mogen in Kenia) verliepen naar
Afrikaanse normen relatief snel (net geen twee uur). Omgekeerd (van Kenia naar
Uganda) stond er een file van een aantal kilometer (allemaal trucks met
exportgoederen uit Kenia want Uganda heeft buiten zijn landbouw helemaal
niets), wachttijd tussen de 2 à 3 dagen. Gauw nog even Keniaanse shillings gaan
pinnen en op naar onze volgende slaapplaats in Eldoret. Prachtige camping was
het met zwembad, heel goed sanitair en uitstekende en gezellige bar alwaar het
knetterende haardvuur de frisse nachttemperaturen (ligging op 2100 meter) deed
vergeten. Die nacht werden we rond 2.00 uur door een medereiziger gewekt met de melding dat we niet alleen de
tent uit mochten. Een vijftal honden zworven rond op de campsite en hadden twee
Nederlandse toeristen aangevallen en gebeten. De ene kwam er vanaf met een stuk
uit de broek, de andere (de reisbegeleidster van de Nederlandse groep die
parallel met ons dezelfde reis doet en tevens onze begeleidster was twee jaar
terug in Ethiopië) werd in het been gebeten en moest naar het ziekenhuis worden
overgebracht voor verzorging. Dan wordt je zo gewaarschuuwd voor het eventuele
wild om je heen en dan wordt je toch wel gebeten door een ordinaire hond zeker.
De traditionele nachtelijke sanitaire stop werd dan maar onder begeleiding van
een mede-reiziger-met-stok-in-de-aanslag uitgevoerd. Als klap op de vuurpeil
werd die nacht ook een schuchtere poging gedaan om in onze truck binnen te
breken, evenwel zonder succes. Ook die nacht waren de mannen van de security in
de verste verte niet te bespeuren.
Van Eldoret ging het naar Nakuro National
Park waar we de ganse dag gamedrivend door het park hebben rondgecrosst. Het
bleek eén van de mooiste parken die we ooit al gedaan hebben met een pracht aan
fauna en flora. Gevarieerde landschappen, zeer veel pelikanen, flamingos,
ooievaars, reigers en nog een 400-tal andere vogelsoorten maar bovenal ook
ganse kuddes zebras, buffels, bavianen, giraffen en witte neushoorns. Heel in
de verte konden we ook nog heel even leeuwenoortjes ontwaren. Onze gids van die
dag kampte met een spraakprobleem (in plaats van een L zei hij steeds R, nee
niet omgekeerd zoals in het Jommekesboek De Gele Spin) met een aantal
hilarische zinssnedes tot gevolg : one of the fastest animars in this park is
the rion (op dat moment hadden we het nog niet door en wist niemand wat hij
zich moest voorstellen bij een rion), in times of erections, there was a lot
of war, we were very rucky today, we saw everything except the brack rhyno en
the reopard. Soit, wij goed gelachen en veel gezien. Met zijn aftands busje
(een aantal versnellingen ontbraken) bracht de lieve man ons naar de campsite.
Van daaruit trokken we gisteren verder
zuidwaarts door Kenia met bestemming Kisii. Het landschap was de eerste dag
eerder vlak maar nu werd het een zeer mooie (maar ook heel bumpy) rit door de
met theeplantages bezaaide Keniaanse heuvels. Onderweg nog steeds veel
zwaaiende mensen. Je zou je haast schuldig voelen als je er al eens ééntje
overslaat en niet toezwaait. Voor de rest lijkt Kenia ons een stuk welvarender
dan Uganda. De huisjes/hutjes zijn degelijker ener staat al eens een afsluiting rond. Je ziet
hier ook grotere partijen maïs en koren en er worden al eens machines gebruikt.
In tegenstelling tot Uganda is er hier ook redelijk wat industrie.
Met de grens van Tanzania in zicht zullen
we jullie nu maar laten. Hout vasthouden maar tot nu toe hebben we nog niets
aan de hand gehad. De Immodium-teller staat op twee maar dat was telkens uit
voorzorg.
Tot later nog eens (als het nog kan want is
hier echt niet evident).
hier toch nog wat nieuws van ons. We verlaten intussen Kenia
en steken de grens over met Tanzania. Al bij al komen we er goed vanaf, alles
en iedereen kan passeren in een kleine 2 uur. We komen aan bij een camping aan
het Victoria-meer waar het heerlijk toeven is. De Kilimanjaro (= plaatselijke
bier) en de gin-tonics vloeien rijkelijk. Na een stop bij de plaatselijke
supermarkt (we moeten proviand en drank inslaan voor 6 dagen) rijden we
richting Serengetti National Park, één van de trekpleisters op onze reis. Na de
nodige formaliteiten te hebben verricht rijden we het park binnen. Niet veel
later spotten we het eerste wild. We doen ons te goed aan waterbokken, Thomson
gazelles, impalas, apen, zebras, gnoes (anderhalf miljoen stuks aanwezig in
het park dus daar kan je niet naast kijken) en klap op de vuurpijl een
olifantenfamilie die voor hun eigen gemak een heuse boom tegen de vlakte
werkt. Tegen schemeravond arriveren we aan onze camping die zich middenin het
park bevindt. Het kampvuur wordt in gang gestoken en we krijgen het stricte
verbod om de tent s nachts niet te verlaten omwille van het wild dat zich wel
eens tussen de tentjes durft te begeven. Al onze etenswaren en bijvoorbeeld ook
de tandpasta dienen we achter slot en grendel in de truck te laten. Al bij al
slapen we goed en behalve wat door hyenas kapot gebeten keukengerief blijft
het vrij rustig. De volgende voormiddag was er ééntje om duimen en vingers van
af te likken. Gamedrivend door het park zien we honderden buffels, zebras,
giraffen, vele dingen die ik nog vergeet maar vooral een 40-tal (!) leeuwen.
Voor onze driver was ook dit een unicum. s Namiddags doorkruisen we de
onderkant van het park (zowat de grootte van half België) op zoek naar het
luipaard. Onze chauffeur doet zijn uiterste best maar we krijgen het niet te
zien. Als compensatie krijgen we wel 2 cheetas (jachtluipaarden)
voorgeschoteld die zich laven bij een waterpoel. Zich niets aantrekkend van
onze aanwezigheid paraderen ze schijnbaar zorgeloos langs onze truck. Missie zo
goed als geslaagd en tegen valavond terug naar het kamp. Na een verkwikkende
maaltijd zoeken we weer ons bedje op.
De volgende dag maken we de verplaatsing naar de
Ngorongorokrater, de zoo van Afrika. Het park uitrijdend, gaan we toch eerst
nog even op zoek naar het luipaard maar andermaal geen succes. We zien o.a. wel
nog leeuwen die een lekker buffelbiefstukje naar binnen spelen. De tocht naar
de krater is redelijk hels. Het schokt van jewelste en we hebben de pech om net
die dag op de weinig comfortabele achterbanken te moeten plaatsnemen. Bovendien
komen we net na halfweg terecht in een heuse stofstorm. Zelden gezien maar
redelijk apocalyptisch. Door een landschap dat ons wat doet denken aan Mongolië
bereiken we de krater waar we op een viewpoint een aantal kiekjes kunnen
schieten. Voorts tenten opzetten, kampvuurtje aan, wijntje drinken (zelf mee te
brengen want in de verste verte niets (non-)alcoholisch te kopen) en terug naar
Betlehem. Hier zelfde slaapregels als in Serengetti. Wijzelf slapen weer als
roosjes en een kudde zebras die zich klaarblijkelijk tegen een aantal tentjes
heeft aangeschurkt gaat aan ons voorbij.
s Morgensvroeg stappen we in jeeps en dalen af in de
krater. Wij comfortabel met 5 man, dak open en laat maar komen die handel. Nog
geen half uur ver krijgt de chauffeur toch wel een oproep zeker van een andere
jeep (met Hollanders zie vorig verslag) die in panne staat. Vrijgevig als we
zijn (en ook wel een beetje gedwongen) bieden we een aantal van hen een plaats
aan bij ons. Dus toch met zn achten werken we de rest van de excursie af. We
zien zowat alles wat hogerop al is vermeld maar uitzonderlijk krijgen we ook de
zwarte neushoorn te zien die dartelend ons pad kruist. Hyenas spelend met een
buffelkop en een 50-tal hyppos zwemmend in hun eigen stront (ze kakken tot 40
kilo per keer en hartelijk kwispelend liefst nog in andermans muil) wil ik nog
even vermelden. Voorts veel teveel om op te noemen. Dit hebben we dan ook weer
gehad.s Avonds komen we op een camping
waar we eens kunnen gebruik maken van echte douches (zij het met koud water) en
dat doet al eens deugd, je had de kleur van het sopje niet willen zien.
De dag nadien wordt de laatste dag
samen met gans de groep.Een aantal
vertrekt huiswaarts, een koppel heeft een verlenging geboekt naar Zanzibar en
wij gaan met 3 de Kilimanjaro beklimmen. Adressen worden uitgewisseld,
afrekeningen worden gemaakt en de fooien voor chauffeur, kok en
reisbegeleidster (een hele goeie trouwens) worden verzameld. Na een innig
afscheid blijven wij toch wel een beetje verweesd achter. Vooral de kok
(Whitecliff) was ons maatje geworden, met een koppel uit Wingene konden we het
ook heel goed stellen.
Wat het geworden is met de
Kilimanjaro, dat hebben jullie nog tegoed. Wij weten het intussen al maar
houden jullie nog even in spanning. Wat de uitkomst ook moge wezen, het was een
geweldig avontuur ! Tot later.
En last but not least: hoe is dat nu afgelopen met die beklimming van die Kilimanjaro ?
Zoals beloofd hier ook nog het relaas van ons wedervaren
op de Kilimanjaro.
Onze gids zou ons in het hotel komen ophalen tegen 10.00
uur.Zoals wel meer hier in Afrika zijn
die mannen echter niet van hun woord. Na zelf 2 keer geïnformeerd te hebben
kwam hij tegen 11.30 uur toch aanzetten. Problemen met de auto gehad, was de
uitleg. Jaja, we kennen dat intussen. Met een camionetje dat met haken en ogen
aan elkaar hing seesden we naar de toegangspoort van het dak van Afrika. Daar
aangekomen toont de gids ons een bericht van het boekingskantoor waarin staat
dat het saldo op hun kredietkaart niet meer voldoende is om onze toegang tot
het park te betalen. Er wordt gevraagd of we dit zelf (nog eens want we hebben
dit een aantal maand eerder aan hen al betaald) nog eens willen voorschieten.
Tegen het eind van de expeditie zouden we dan ons geld terugzien. We vertrouwen
het zaakje echter niet en betalen in eerste instantie niets. Er wordt druk over
en weer getelefoneerd maar na een uur gepalaver komt er geen schot in de zaak.
Wij halen er de chef van het park bij, en dan nog een overste, en dan nog één,
enz Op de duur staan ze daar met tien man te discussiëren maar niemand die
ons een oplossing kan aanreiken. Toch wel : de trip uitstellen en hopen dat het
geld dan wel voorradig is. Soit, voor ons was dit geen optie want we kunnen nu
éénmaal onze vlucht naar huis niet verlaten. En als het geld er dan ook nog
niet is, dan staan we daar ook weer. Na contactname met onze reisorganisator
stellen zij ons voor om toch maar zelf het bedrag nog eens te betalen met
garantie dat we desnoods via hen ons geld wel kunnen recupereren. Zo gezegd, zo
gedaan en met een uur of drie vertraging zet de karavaan (4 deelnemers, 10
porters (dragers), 1 kok, 1 gids en 1 assistent-gids) zich rond 15.00 uur
uiteindelijk in beweging voor een eerste etappe van om en bij de 8 kilometer
tot op een hoogte van 2700 meter. Daar het rond 18.00 uur begint te donkeren
dienen we ons al meteen te reppen om tijdig binnen te zijn.
Onder een zomers zonnetje en in een prachtig natuurdecor
malen we ook onze tweede etappe af. Slaapplaats ligt deze keer op 3700 meter en
dat dit al eens fris durft aan te voelen s nachts hebben we geweten. Ons
slaapzakje is net iets te licht voor deze omstandigheden en dat voelt niet echt
comfortabel aan bij nachte. Dag drie is ingelast in het kader van de aanpassing aan de hoogte
en verder dan een wandeling van een uur of drie en wat bijslapen komen we niet.
Al wat geleerd van de vorige nacht wordt het thermisch ondergoed aangetrokken
en wordt onze slaapzak verzwaard met zowat alles wat nog in onze rugzak stak
(tot de vlag van Ename toe). Resultaat : geen kou gehad deze keer en fris en
monter aan de start voor het traject dat ons naar 4700 meter moet brengen.
Onderweg krijgen we een eerste keer zicht op de top en hij ligt er fantastisch
mooi (besneeuwd) bij. In ons kamp hadden we afgelopen nacht heel wat regen
gehad en op de top zelf had zich dat vertaald naar sneeuw.Mooi decor, dat wel maar we vernemen wel dat
het 30 % moeilijker is om in deze omstandigheden de top te bereiken. Nog steeds
vol goede hoop (maar toch met een banger hartje) bereiken we rond 14.00 uur
onze slaapplaats. We krijgen een snelle lunch aangeboden en leggen ons
vervolgens wat te rusten. Om 17.30 uur worden we dan verwacht voor het
avondeten en meteen erna duiken we weer ons bed in. Van slapen komt er echter
niet veel in huis en tegen ten elven worden we weer gewekt met de bedoeling
tegen middernacht de laatste klim van 1200 meter aan te vangen. Snel nog wat
warme thee binnengekapt, wat droge koeken gegeten en ons verduiveld goed ingeduffeld
(een laagje of 6 à 7) want het kan berekoud worden. Dat het deksels moeilijk
zal worden hebben we van meet af aan door. Het tempo ligt niet echt laag met 2
sportmannen in ons team die heel graag tegen zonsopgang op de top willen staan.
Het klimt omhoog met stijgingspercentages boven de 40 (!) procent.Nog maar een half uur gestart en het begint
zowaar nog te sneeuwen ook, dit voor gans de nacht. Na goed halfweg hebben we
al flink wat pijlen verschoten en besluiten we om het noodgedwongen wat langzamer
aan te doen, anders redden we het helemaal niet.20 stappen voorwaarts en dan 2 minuten op
adem komen. Ons eerste doel (Gillmans
point, 200 meter onder de eigenlijke top en van daaruit loopt het iets
makkelijker) komt in zicht maar het gaat steeds moeizamer. We krijgen beide
last van hoogteziekte (Geert moet overgeven, Kristel is duizelig) en onze
vingers en voeten raken stilaan bevroren.Na goed vier uur bereiken we dan toch uitgeteld de rand van de krater.
Na een snelle hap besluiten we tegen beter weten in toch nog een poging te doen
om tot helemaal boven te raken. Al vrij snel merken we echter dat het vet van
de soep is en dat we nauwelijks nog een meter vooruit komen. In ons achterhoofd
speelt het ook dat we diezelfde dag nog 2 etappes omlaag moeten zien te geraken
ook. Na veel bloed, zweet en ook wel tranen besluiten we er dan samen de brui
aan te geven. We beseffen dat de top van de Kilimanjaro niet voor ons zal
weggelegd zijn en teneergeslagen en totaal kapot slepen we ons terug naar het basiskamp.
Einde verhaal !
De omstandigheden zaten uiteindelijk niet mee en we
werden geconfronteerd met onze eigen fysieke limieten. Bovendien merken we ook
dat we niet op alles voorbereid waren (waterdichte handschoenen, sportvoeding
en snelle suikers, enz ).
Bedankt voor jullie medeleven en het branden van de
kaarsjes, maar het heeft niet mogen zijn. Wij koesteren deze prachtige ervaring
maar het is en blijft een Once in a lifetime experience Bezint eer ge
begint