Het is nu al meer dan een jaar geleden dat ik Allie heb gezien.
Inmiddels, heb ik haat driehondervijfenzestig brieven geschreven die allemaal onbeantwoord bleven.
Nu is het klaar. Ze moet niets meet van me weten en is verder gegaan met het leven dat ze voor onze zomer samen had. Dat moet ik ook doen maar wat ik ook probeer, het lukt me niet. Ik denk elke dag aan haar. Wanneer ik op het terras zit denk ik aan die eerste keer dat ze bij mij thuis kwam, wanneer ik bij het meer passeer denk ik aan die vele malen dat we gingen zwemmen met Fin en Sarah, enzovoort...
Morgen vertrek ik naar het front met Fin. Hopelijk vind ik daar de oplossing voor mijn probleem en krijg ik haar uit mijn hoofd. Ik weet dat ik juist bang hoor te zijn voor wat mij daar te wachten staat, maar dat ben ik niet. Misschien een beetje nerveus maar meer niet. Fin en ik gaan er samen heen en komen er samen uit.
Hij was er altijd al voor mij. Zeker het laatste jaar, na alles wat er gebeurd is vorige zomer is bleef hij aan mijn zijde. Ik ben trots dat ik naast hem mag staan in de loopgraven.
Dit zal mijn laaste entrie zijn voor een tijdje, want dit boekje neem ik niet mee naar de oorlog. Dit is dus geen afscheid maar meer een tot ziens.
|