Een donderdagnamiddagje "lang" kwamen studenten van een school in Naantali, Finland bij ons op bezoek in het kader van een Europese schoolreis naar België. Eerder deze week bezochten ze al het Europees Parlement en enkele andere Europese instellingen. Vandaag keren ze huiswaarts, naar het charmante vissersdorpje in het zuiden van het Land van Duizend Meren. Op school werden de leerlingen eerst rondgeleid door turnzalen met kapelzuilen, langs trappen met een spreekgestoelte en, misschien het meest spectaculaire, door enkele klassen waar nietsvermoedende leerlingen les kregen. Iemand van het eerste of tweede jaar vroeg of ze Nederlands spraken. Voor de Finse leerlingen was het allemaal een grote cultuurshock. Iemand beweerde dat dit geen echte school kon zijn. Finse scholen zijn ultramodern in vergelijking met onze campussen. Om twee uur kwamen zesdejaars van onze school erbij. Iemand vroeg me "of er veel knappe meisjes bij zijn, anders doe ik niet mee." Nu, eens het eerste ijs gebroken was, konden de leerlingen in kleine groepjes de koppen bij elkaar steken voor het nadenken over hun betrokkenheid bij de EU en mochten ze ook voorstellen suggereren om de werking van die mastodont te optimaliseren. Eén leerling zag muziekfestivals als een prima middel om contacten te leggen. Jongeren en muziek, dat bleek ook al op het discussieforum vooraf een boeiend uitgangspunt. Na de pauze was de Europese interesse, voor zover die er al was, grotendeels weggeëbd, maar werden de sociale contacten wat versterkt met Fins snoepgoed: drop en vodkapralines! Een halfuurtje later trokken de leerlingen samen de stad in...
Hoe ze erin slagen, is me nog steeds niet duidelijk, maar als de verpleegkundestudenten hun groepswerkjes moeten presenteren, zit het er altijd gloeiend tegen. Aanleiding dit keer was een gesprek over verloving en huwelijk. Niet iedereen was even romantisch aangelegd, blijkbaar...
Er werden overigens nogal wat merkwaardige uitspraken gedaan tijdens de presentaties. Zo beweerde een van de studenten hetvolgende: "Kinderen krijgen is heel belangrijk voor het nageslacht."
Soms helpt het om wat langer met hetzelfde onderwerp te werken. Zo was het toch bij creatief schrijven. De twee dames van de harde kern toonden hun uitgewerkte versie van de opgave van vorige week: "vul aan".
Toevallig had ik zelf ook vorige maandag wat zitten voortwerken aan mijn 'verhaal' van toen (zie eerder bericht). Vandaag kwamen daar amper twee zinnen bij.
De teksten van de leerlingen waren wel gegroeid, niet in het minst inhoudelijk. Iemand die tot voor kort vooral beschrijvend werkte, was erin geslaagd een hallucinante monologue intérieure neer te zetten; de andere, meest getalenteerde, van de twee had geworsteld met stereotypen in verband met allochtonen en had een manier gezocht om dat te doorbreken. Haar tekst was zo 'donker' geworden dat haar mam had gezegd: "Als er iets is, mag je 't altijd laten weten." Met zulke reacties weet je 't zeker: de tekst wérkt!
Aan de uitvoering van zijn project had hij weinig of niets gedaan, zo weinig zelfs dat het programma erdoor moest worden gewijzigd. In zijn logboek schreef hij: "Geen problemen."
Vanmorgen was dezelfde leerling niet op school, vanmiddag wel. Hoogstwaarschijnlijk moest hij nog wat bijslapen na de Barcelonareis.
Maandag had ik grote leeshonger; vandaag vrijdag heb ik mijn recentste aankoop verslonden. Met huid en haar. Lang is het geleden dat ik me nog zo heb vastgebeten in een boek, dat ik zoveel overdag heb gelezen. De eerste bladzijden had ik in de Standaard Boekhandel gelezen. Over Amélie Nothomb die Franse les wil geven om Japans te leren. Een vrij autobiografisch boek, zo leek het, en zo is het ook. Niet het soort boeken dat ik vaak lees. Rinri is de student die ze ontmoet, een vreemde, nogal eigenzinnige, maar zeer verfijnde jongeman met wie ze een steeds betere band heeft. Is het de cultuurclash? Is het de geschiedenis van een liefdevolle vriendschap die het hem doet? Is het dat fascinerende land Japan dat me zo aanzuigt? De heroïsche bergbeklimmingen? "De verloofde van Sado" smaakt in elk geval naar meer. Misschien zou ik Nothomb in het Frans moeten proberen lezen? In elk geval weet ik wel dat ik het niet bij twee van haar boeken zal laten dit jaar!
Creatief schrijven - wat ik er zelf van bakte (maandag 28-4-2008) --------------------------------------------------------------- (De tekst begint met een kort fragment uit "Met angst en beven" van Amélie Nothomb, het cursief gedrukte deel is dat.)
Toen was meneer Omochi aan de beurt. Ik was doodsbang om met hem alleen te zijn in zijn bureau. Dat bleek nergens voor nodig. Voor ik aan de enquête begon, had ik me al gerealiseerd dat het niet zo makkelijk zou zijn als ik aanvankelijk had gedacht. Wat als niemand iets zinnigs te vertellen had? Wat als ze mij wegstuurden? Wat als het niets opleverde? Mevrouw Yazumi had me openhartig te woord gestaan. Koel en beredeneerd zoals ze is, maar openhartig. Zij zat er duidelijk voor niets tussen, wist zelfs niet zo goed wat er precies gebeurd was. Ze was als eerste op kantoor toegekomen, maar had niets opvallends gemerkt. Ja, er stond een raam open, maar dat gebeurde wel meer. Ze had het meteen dichtgemaakt. - Mevrouw, mevrouw! Verstoord draaide ik me om. Lange kleren, donkere bril, kort, zwart haar. Wie was die kerel? Hem herinnerde ik me niet uit mijn lijst. Hij monsterde me met een innemende glimlach, te breed om te geloven. - U wou me spreken? Nu zag ik het: Lenko Omochi, 43, afdeling investeringen. Ik herstelde me, knikte hem vriendelijk toe. - Ja, dat klopt. Hebt u even tijd voor me? Hij liep me voor naar zijn bureau. Een kans om nee te zeggen kreeg ik gewoon niet. Volgen zou ik. Elke andere keuze zou verdacht zijn. Mijn vingers knetterden tegen elkaar. Geluidloos viel de deur achter me dicht. - Gaat u toch zitten, gaat u toch zitten. Hij nam snel een stapel kaften van de bureaustoel waarnaar hij me verwezen had. Ze belandden bovenop een reusachtige dossierkast. Ik bedankte met een zuinig glimlachje. Zes uur was het bijna. Het werd merkbaar stiller in het gebouw toen hij zijn dunne wenkbrauwen fronste over mijn startvraag. - Zeker, zeker, begon hij. Mijnheer Omochi had duidelijk een voorliefde voor herhalingen, alsof hij alles wat hij zei zichzelf en zijn toehoorders wou inprenten. Even bewoog hij zijn schouders wat naar voor en naar achter, hij strekte zijn benen en legde zijn armen over zijn bureaublad. Wat hij me toen vertelde, maakte me gek van enthousiasme. Alleen mocht ik daar niets van laten merken.
Vorig jaar was het niet gelukt. De vijfdes van nu hadden het programma van hun lessenmarathon niet tijdig klaar. Dit jaar hing het aan een zijden draadje. Slechts met de spreekwoordelijke mantel der liefde en een dichtgeknepen oogje konden ze de herkansing aanvatten: de programmatie van een lessenmarathon voor de vierdejaars. Wanneer ik na acht uur vierde graad op campus Sint-Jan kwam, waren de activiteiten al volop bezig. In de turnzaal waren leerlingen aan het tafeltennissen en aan het minivoetballen. Ik heb het meer voor dat eerste en er bleek ook iemand bereid om mee te spelen. Het meisje, ik ken haar naam nog altijd niet, had ongeveer hetzelfde niveau als ik en dat maakte het plezant. Waarschijnlijk hebben we bijna een halfuur gespeeld. Tijd voor spaghetti. Jessica's mama was die komen brengen. Heerlijk! Aan tafel is er tijd en gelegenheid zat om wat leerlingen te leren kennen. Ze jennen is een beproefde methode en ik was ervoor in de stemming. Ze lieten zich niet onbetuigd. Maar het was dus lessenmarathon en er zou les gegeven worden. Twee woonde ik er bij: één over Mozart en één over iconografie. Boeiend om collega's te zien lesgeven. Bevreemdend ook voor hen én voor de leerlingen. Tussendoor was er een quiz en een muziekmoment. Dat eerste verliep wat rommeliger. Iedereen zat zowat opgestapeld op en rond de tafels terwijl de vragen werden rondgedeeld of opgedreund. Dan werd het tijd voor mijn eerste les in de vierde Latijnse. De uitgeteste schrijfopdrachten van maandag deden uitstekend dienst en in uiterste concentratie zetten de leerlingen ware pareltjes op papier. Dat zou een paar uur later in de moderne niet meer lukken. De motivatie was al ver te zoeken. Om halftwaalf was iedereen echter nog redelijk fit, al begonnen de eersten al te sneuvelen. Intussen hadden de vijfdes tevergeefs geprobeerd de film "I am legend" af te spelen in de aardrijkskundeklas. Beeld was er wel, maar geen klank. Op het tv-scherm was het beeld dan weer vrij klein en de ondertitels haast onleesbaar, maar daar was wel geluid. Na bijna een uur uitproberen en overleggen en herbeginnen werd toch voor het tv-scherm gekozen. Gelukkig, want de film moet het wel voor een groot deel hebben van zijn (geluids)effecten en de teksten waren ook zonder subtitles te volgen, of anders was het een goede oefening. Een stiekeme les Engels, zeg maar. Anthony en Malik gaven voor en na een initiatie thaiboksen, die ik helaas moest missen, omdat ik parallel geprogrammeerd stond. Het werd halfvier en de leerlingen sneuvelden bij bosjes. Op zo'n moment is een goede programmatie cruciaal. Dat leek aardig te lukken met het nachtspel. Het eerste halfuur viel niettemin wat tegen door de onduidelijke spelregels die ook nog eens verschillend werden toegepast. Even brainstormen veegde de onzuiverheden van de kaart en het spel werd des te actiever gespeeld. Vijf uur was er voor we er erg in hadden. Het werd een opfrismoment, niet onnodig, want veel leerlingen waren erg bezweet. De anderen verzamelden alvast in de turnzaal, de meesten meer dood dan levend. Toch werd een klein halfuurtje later begonnen met dans! De rest heb ik niet meer meegemaakt. Niet dat ik me niet meer kon wakker houden of zo; ik moest naar huis om daar de huisgenoten wakker te maken! Slapen zat er voorlopig niet in: ik werd de hele voormiddag op de vierde graad verwacht en de hele namiddag was ik alleen om voor de kindjes te zorgen. Of ik het overleefd heb? Amper. Maar gelukkig hebben de leerlingen het toch de moeite waard weten te maken, op enkele kleinere en toch ook een paar wat grotere fouten na. Volgend jaar opnieuw? Euh... Toch maar niet, of ik moest het voor mezelf kunnen beperken tot een halve nacht (en dan liefst zonder les de volgende dag).
P.S. Ik heb wat foto's getrokken, maar voor ik die publiceer, wil ik eerst eens horen of iemand er iets op tegen heeft dat ze hier verschijnen. Eén iemand al zeker wel, dus verschijnen er een paar foto's zeker al niet...
Geen moraalridder, maar wel een gevecht voor meer windmolens met idealist Don Kyoto en bekeerde computernerd Jantje Panda, op weg naar New York met een niet in te tomen stier!
Een dagje Condroz, een halve week Barcelona... Voor mij zijn er geen zesdes te bekennen deze week. Dat zorgde vandaag voor wat extra 'vrije' tijd. Tijd om enkele taken te verbeteren, om voort te schrijven aan het verhaal van vanmiddag bij creatief schrijven en tijd om even naar buiten te gaan... de boekenwinkel in. Misschien zijn er minder en minder mensen die mijn uitstapje zouden willen overdoen, maar ik heb genoten van de miniwandeling van de ene nieuwe publicatie naar de andere heruitgave. Bladeren, het begin lezen. "Waaw" of "nee, bah" kunnen zeggen, al bijna helemaal meegesleurd worden in een maalstroom aan verhalen. Waarom eigenlijk? Bij de kinderboeken greep ik naar "de roze jurk" (de titel alleen al verzekert succes bij mijn kids) en een compilatieverhaal van Guido Van Genechten: met bestaande tekeningen uit verschillende boeken werd een nieuw verhaal geschreven. Toen ik bijna thuis in Mortsel in De Boekuil stopte om er "De verloofde van Sado" (van Amélie Nothomb) ook echt te kopen, zat daar Luc Descamps klaar om te signeren. Laat dat net de schrijver zijn van de leeftijdscategorie boeken zijn die ik nog moet ontdekken, dacht ik.
Eén conclusie na het invullen van de enquête van Het Paleis over het cultuurprogramma van onze school: we doen al veel, maar waarop wachten we om de schoolbanken in te ruilen voor theaterzalen en coulissen?!
Musical en toneel smaken naar meer (en help, ben ik nu verslaafd?)
Aanvullen, bijvullen, opvullen, invullen,... Allerlei vulmateriaal mochten de leerlingen gebruiken om van ideeën verhalen, een enkeling ook een gedicht, van te maken. Dat waren, klassiek, ik weet het, vijf woorden die in het verhaal moeten gebruikt worden, flitsen uit bestaande boeken van Amélie Nothomb, Sonia Sarfati, Do van Ranst en Annelies Tock (volwassenen, adolescenten en kinderen) of krantenkoppen uit de rubriek "bizar".
"Tuinkabouter houdt TGV op" werd heerlijk letterlijk geïnterpreteerd, iemand stapte mee in de sprookjeswereld van "Thomas en de fluitspeler", er was een absurde, romantische picknick en een moderevival. Alle registers werden opengetrokken en iedereen raakte (soms pas tegen het einde van de les) gestart.
Volgende week krijg ik de afgewerkte verhalen te lezen. Ik kijk er toch al wel een beetje naar uit, ja. Nu eerst deze opgaven voorleggen aan het maandagmiddagse schrijfpanel en de leerlingen van het vierde tijdens de lessenmarathon.
Schooljaar 2007-2008 is er een van grote producties. Twee schoolballen, een schoolfestival, wekelijkse projecten en projectweken, een jaarboek en ook nog een schooltoneel en een schoolmusical.
Voor dat laatste werden ook de grote middelen ingezet: van het vierde leerjaar tot het vierde middelbaar mochten leerlingen meedoen aan "Anders is ook oké". Een immense, enthousiaste cast met een spontaniteit en frivoliteit die aanstekelijk werkte.
Een "crew" van vijfdes verzorgden de publiciteit, schreven, fotografeerden en lay-outten het programmaboekje, openden bar en vestiaire en brachten de mensen naar hun plaatsen. Keurig in kostuum, de meesten in zwartwit.
Was het aanvankelijk nog wat zoeken (wie doet wat, wat staat waar, wanneer gebeurt wat), dan viel toch alles vrij snel in de juiste plooi. Even konden ze niet beslissen: binnen of buiten, een vraag die nog geregeld herhaald zou worden, maar die meestal vrij onopvallend beantwoord werd.
En toen was er de musical: Dana die opgebeld wordt door Ali, geplaagd wordt door haar kleine broer, gesteund door haar zus, getreiterd wordt door sommige klasgenootjes maar vooral iedereen twee dingen laat weten: dat er op school geen plaats is voor discriminatie en racisme en dat ze heel mooi kan zingen.
Afwassen, ontkurken, doorgeven... Het was voorbij voor er tijd was om het te beseffen. Aanvullen, tellen, wegzetten... Na de pauze leek het of we dit al weken deden.
Bijna onverwacht kwam toch de vermoeidheid zijn tol opeisen. Wanneer je even niets meer doet. Toen we klaar waren met het opruimen van wat er in de pauze in de bar gebeurd was, sloop ik de zaal weer binnen. Jongens in rolstoelen leerden de anderen basketballen. Ik wist dat het kon, maar het zien gebeuren op het podium...
Er werd uitbundig geapplaudisseerd en bedankt. Terecht, want zo'n megaproject tot een goed einde brengen, dat is geen sinecure... Vraag het maar aan mijn leerlingen!
Die kropen nog één keer in hun kroontjeswippers en, na wat aandringen, in hun vaatdoeken, doken de ijskasten in en spoelden zo de podiumspanning mee weg.
Eén van de herkenningspunten om in het CC van Merksem te geraken was de Club' op de Bredabaan. Gevaarlijk voor iemand als ik. In zo'n winkel valt meer te doen dan alleen iets te herkennen. Je kunt wat je herkent ook langs de kassa laten passeren.
Zo kon ik niet langs het nieuwe werk van Dimitri Leue heen zonder het te kopen. Ook al was het een dun boekje (of net daarom). Ook al hoeft hij me niet te overtuigen van de noodzaak van een mentaliteitsverandering om de global heating om te buigen (maar een titel als "Don Kyoto", geef toe : super!).
Of ik het al gelezen heb? Nee, daarvoor was het gisteravond wat te laat. En ik lees bijna alleen 's avonds.
Sinds ik ontdekt heb wat voor interessant bibaanbod ze hebben bij De Poort (niet in het minst in de cd-rekken ), ga ik er af en toe eens langs. De moderator van de bibdate (ivm de Inktaap) sprak me aan: hij had nog zitten nadenken over onze discussie over "Tirza". Een andere leerkracht had toen geopperd dat Hofmeester, het hoofdpersonage, waarschijnlijk lijdt aan een vorm van autisme. Waarop één van de leerlingen moet hebben gerepliceerd dat dat niet alles verklaarde. Dat had de bibliotheekmedewerker een zeer rake opmerking gevonden: dat je een boek niet volledig kunt terugbrengen tot één dergelijke invalshoek. En dat leerlingen toch vaak, misschien soms ondanks zichzelf, raak uit de hoek komen bij literatuur. Hetzelfde had ik vanmorgen bij de bespreking van twee gedichten van Jotie T'Hooft. Niet makkelijk en vrij zwaar op de hand, al spreekt dat laatste meer aan dan dat het afstoot. Hoe ze Jotie koppelden aan de emo-subcultuur en van hem een emo avant la lettre maakten. Hoe ze op zoek gaan naar een sluitende verklaring voor de soms moeilijk te doorgronden beeldspraak. Hoe één en ander mij inspireerde om er zowaar filosofisch onder te worden en het te hebben over wat mensen van ons en ons leven verwachten!
Lessenmarathon? Tv-serie over het schoolgebeuren? Het ene project is al ambitieuzer dan het andere, maar de vijfdes zullen nog meer dan de zesdes hun uiterste best moeten doen om nog iéts van hun project te maken.
Kwamen ze vragen of ik aan veertig leerlingen die ik nog nooit bij elkaar heb gezien wil lesgeven in het midden van de nacht? Twee keer twintig zal al meer dan genoeg zijn, zeker? Er zijn grenzen!
Soms zijn antwoorden op toetsen zo vreselijk dat je er bang van wordt. Dacht ik het kader van de periode van de romantiek wat te schetsen? Think again, van Vooren! Je vraagt een bekende componist uit de romantiek? Je krijgt Darwin, Bell en Edison! Mozart blijkt dan weer een verborgen agenda te hebben gehad: op de vraag "Noem een componist uit de Russische school?" kwam hij maar liefst twee keer uit de bus. Wedden dat die twee leerlingen naast elkaar zaten?
Op 9 mei organiseren de leerlingen van Lange Winkelstraat een tweede schoolbal. Vorige vrijdag was het de beurt aan enkele zesdes van Sint-Jan. Dat het twee aparte schoolballen zijn, is al een verhaal op zich. Dat ze er allebei nog gekomen zijn, een klein mirakel. De kelderrefter in Sint-Jan, pardon: Campus Sint-Jan, kende ik eigenlijk alleen van de eerste schooldag, toen we daar koffiekoeken kregen en met alle leerlingen van de derde graad al eens kennis konden maken. Eén keer vergaderden we er ook, vorige week maandag, de laatste vergadering voor het schoolbal zelf. Het bleek een prima locatie: ruim, sfeervol, wonderwel goed verlucht, wat niet evident is. Er waren verschillende hoeken: een hoek met zetels, een danshoek, een hoek met een pokertafel, de bar... Alles ingericht in maffiastijl: met een aantal oude foto's, een jukebox, een houten ton. De bak met lege portoflessen zetten we voor alle zekerheid toch maar weg. Het bleek een onnodige voorzorgsmaatregel. Negen uur. Officieel is de fuif nu begonnen, maar uiteraard is er nog bijna niemand. Zal er wel genoeg volk op af komen? Geraken we uit de kosten? Zal het leuk blijven? Halfelf. Tijd voor een speech, een donderspeech van meneer De Fauw, in het Italiaans, dat spreekt. Niet volledig te begrijpen, maar met wat kennis van Spaans en Frans genoeg om het leuk te vinden. De drie organisatoren, met donkere zonnebril, in hun zwarte kostuum achter Jan: het hàd echt wel iets! Dan een openingsdans en de vlam in de pijp: het dansen kon beginnen. Halfdrie. Iedereen is buiten geraakt. Zonder incidenten. Het was gezellig. Het was sfeervol. Er is gedronken. Er is gedanst. Er is zelfs winst. Moe maar tevreden een punt gezet achter dit grote project...
Wie een boek van Peter Verhelst leest, moet altijd rekening houden met zinnen, bladzijden of zelfs hoofdstukken die hij misschien niet zal begrijpen. "Memoires van een luipaard" is één van de meest toegankelijke boeken die ik van hem heb gelezen, "Tongkat" één van de minst toegankelijke. Altijd is er gelukkig die knetterende, zintuiglijke weergave van wat een vaak naamloos hoofdpersonage ervaart. Altijd zijn er sprookjes en verhalen in de buurt. Altijd zindert en vonkt en brandt de liefde in en tussen en door de letters en woorden en zinnen.
"Memoires" is een dun boekje. Dat is waarschijnlijk waarom het veel leerlingen aanspreekt. Wie het vastneemt, zal misschien even schrikken: dit is niet hoe een boek meestal aanvoelt. Ook vanbinnen is er iets vreemds aan de hand: bovenaan de bladzijden is een tweede verhaal aan de gang, zo lijkt het wel. Na het wenkbrauwen fronsen volgt snel het genieten voor wie alert blijft. Iemand, een man, kan uitzonderlijk goed tekenen. Tekent gezichten van mensen die hij tegenkomt op straat. Kerft ze in het materiaal dat hij vindt, al is het zijn eigen lichaam.
Voor de rest is de plot an sich bijna stereotiep: man ontmoet vrouw, ze worden verliefd, groeien uit elkaar (en hoe het eindigt vertel ik niet ). Zonder die vernieuwende, beeldrijke taal zou het een stationsromannetje zijn. Niets is echter minder waar. Hoewel ze af en toe een beetje op de zenuwen werken omdat het er zo overdadig veel zijn, zijn de meeste metaforen en andere stijlfiguren fris en genietbaar en doen ze verlangen naar meer meer meer.
Een paar weken geleden was er de bibdate in verband met de Inktaap in De Poort in Berchem, vandaag kwam Anne Provoost. De bibliotheek is goed op weg mijn favoriete tussenstop te worden onderweg naar huis
Leerlingen van een schrijfopleiding (wist niet dat die bestond in het middelbaar) hadden vragen voorbereid over het schrijverschap en de boeken van Anne Provoost: vrij voor de hand liggend allemaal, en alleen vragen over "Vallen", maar de schrijfster weet gelukkig zeer boeiend te vertellen en reikt, net als in haar boeken trouwens, vaak onverwachte invalshoeken aan. Zo word je ook als luisteraar aan het denken gezet over dilemma's, moedermelk, schrijversinkomens, schrijverschap en geheugen.
Vaak werden de vragen op een vriendelijke manier onderuit gehaald. Wanneer ze was begonnen met schrijven, werd "waarom veronderstellen dat ze ooit de beslissing zou genomen hebben ermee te beginnen". Dat ze er alleen mee gestopt was. Even. Toen ze achttien werd. Of eigenlijk nooit, want het bloed kruipt waar het niet gaan kan.
Na het leerlingenpanel mocht ook het publiek vragen stellen. Laat iemand uit mijn klas me nu net vanmorgen de vraag hebben gesteld wat precies het verschil is tussen jeugdliteratuur en volwassenenliteratuur. Anne Provoost leek mijn mening wat te delen dat daar geen scherp afgebakende grenslijn te trekken is. Zou ik het haar durven op de vrouw af vragen? Ja, laat ik dat maar doen... Iemand was me voor. Vroeg vanalles over jeugd- dan wel volwassenenliteratuur. Kon ik mijn vraag er toch nog op laten voortborduren? Ja, dat moest wel kunnen. Vooruit dan maar...
Opnieuw was iemand me voor. Om over iets helemaal anders te beginnen. En voor ik het goed en wel besefte, was het acht uur. Natuurlijk, ik kon nog blijven nakaarten, maar twee uur was al een hele tijd en thuis wachtte er nog een dikke stapel. Het zal dus bij een veronderstelling blijven voorlopig...
Wat herinneren studenten verpleegkunde zich nog van de uitstappen en excursies van dit schooljaar? - Het was een waterachtige bedoening daar aan zee...