Maandag schrijfdag. Pas op het laatste moment had ik een idee: bekentenissen van een voorwerp. Wat is ermee gebeurd, wie heeft het in handen gehad, is het misschien verloren gegaan? De inspiratie bleek wat ver te zoeken; twee leerlingen gingen liever met een vorig idee voortwerken. Dit maakte ik er zelf van: Ik zit hier alweer dagenlang opgeloten in deze donkere, muffe leegte. Af en toe is er wat gerinkel, maar veel verse lucht krijgen we niet. Volgens mij heeft mijn nieuwe eigenaar het niet te breed. Misschien is de maand bijna om? Alles beter dan de smalle gleuf waar ik wekenlang in bleef zitten. Het was een parkeerautomaat, geloof ik, maar de parking was al lang gesloopt. Bibberen heb ik gedaan! Opeens gaat de portefeuille open. Frisse lucht. Yes! Twee vettige, dikke vingers grijpen me vast. Ik ga in het karretje en stoot tegen een soort van ijzeren staaf. We rijden.
Er worden harten gebroken en gelijmd vandaag. Sommige leerlingen hebben een roos op hun bank liggen. Om mee uit te pakken? Als statussymbool? Om een reactie uit te lokken? Of gewoon omdat ze er fier over zijn dat ze er een hebben gekregen? Er zijn er die mij een "gelukkige Valentijn" wensen. Lief dat ze ook aan mij willen denken. Ik vraag me alleen af wat ze zich dan voorstellen of afvragen. Proberen ze zich dan een beeld te vormen over mijn liefdesleven? Of vooral niet ? Hopen ze stiekem dat ik hen iets vertel? Ze zeggen het me niet en ik vraag er niet naar. Laat hen op hun roze wolkjes zitten.
Er hangt liefde in de lucht. Hoe dat voelt? In een klas? Voor een leraar? Laat het maar snel 15 februari worden Ik heb toch mijn stoute schoenen aangetrokken en ben de les begonnen met een fragment uit "Slaap" van Annelies Verbeke. Als ik dan geen gedicht kon voorlezen op Gedichtendag, dan toch een romantisch fragment op "liefjesdag". Voor de rest viel het tot nu toe vooral tegen. Teveel hoofden hingen in de wolken. Fantasie genoeg, maar niet voor het lesonderwerp. Volgend jaar laat ik ze een balkonserenade schrijven en uitbrengen
Het is lang en het was lang geleden: acht uur les vandaag. Het lijkt meer dan het is, want omdat je de hele tijd bezig bent, zijn die uren zo om, zeker op de vierde graad.
Even geschrokken de eerste twee uur, toen ik merkte hoe letterlijk sommige studenten het bordschema overnamen. Toevallig had ik één van de woorden op het bord onderlijnd; bleek dat sommigen net dat woord op net dezelfde manier onderlijnd hadden! Benieuwd hoe die zullen antwoorden als ik inzichtsvragen stel!
In de parallelklas sta ik al heel wat verder. Daar waren we al aan oefeningen toe. De bissers kregen enkele andere, iets moeilijkere oefeningen. Blijkbaar lukte dat toch vrij goed, op hier en daar een taalkundige miskleun na. Water oplossen lijkt me moeilijk; oplossen in water zal al logischer zijn .
Tussen de middag vergaderd met het ecologieteam. Of we vrijdag kunnen meedoen met de dikketruiendag. De verwarmingen wat lager - het is toch om te stikken in sommige klassen - en de studenten wat bewust maken van wat we proberen te doen. Het is zeker al een goed begin. Hopelijk komen er wat positieve reacties; vandaag zeker al wel...
Na de middag vier uur les in dezelfde klas. Eén studente was vorige keer afwezig en wou dat duidelijk "goedmaken". Anderen hadden het moeilijk met die druktemaker. Uitleggen hoe je een gezondheidspromotie begint blijft één van de moeilijkere (en saaiere) stukken; hopelijk is dat niet te merken aan de groepswerkjes, want als ze willen, kunnen ze daar heel wat creativiteit in kwijt. Voor alle zekerheid zijn we na de pauze dan maar verhuisd naar de computerklas. Het verschil tussen de ambitieuzere en de laat-maar-waaienstudenten was al na enkele minuten duidelijk. Iemand kwam vragen of ze haar bibliotheekboeken uit de auto mocht halen om ermee aan de slag te gaan. Anderen moest ik haast van msn, youtube en spelletjessites slaan. Eén van de jongens had een interessante site gevonden: blijkbaar had een meisje op haar weblog één en ander geschreven over de geschiedenis van de verpleegkunde... Ook op de wikipediatopic over het onderwerp waren geen bronnen te vinden. Wat moet je dan met die informatie?
's Avonds bladerde ik door de leestoetsen die de vijfdejaars gister al aflegden. Twee slimmeriken waagden zich aan "De blinde muur", hoewel ze het boek niet helemaal uit hadden. Die vielen door de mand omdat nogal wat van mijn vragen over het einde van het boek gingen Echt graag hadden ze 't ook niet gelezen. Ze willen actie-actie-actie! Bestaat het eigenlijk, boeken die van het begin tot het einde ontzettend spannend blijven en toch ook goed geschreven zijn? Misschien ben ik nog niet lang genoeg bezig met het verkennen van de thrillerwereld. Misschien moet ik het gewoon zelf eens proberen???
Ik lees graag Psychologie Magazine, ook al wordt er al te vaak verwezen naar de Nederlandse context. In het februarinummer las ik bijvoorbeeld over superwaarnemers: mensen die hun zintuigen uitzonderlijk goed weten te benutten. Zo was er een soort vleermuisman: iemand die blind geworden was, maar had geleerd om zich door middel van echolocatie te verplaatsen. Stof genoeg voor een nieuwe middag creatief schrijven, dacht ik zo. Zintuigen die ineens veel beter of slechter werken dan voorheen, of zelfs kunnen wat niemand anders kan, dat werd het uitgangspunt. Iemand schreef over een uitgesproken sterke reukzin waarmee ze een lijk op het spoor komt, een "speur-neus" dus. Iemand anders compenseerde haar verminderd zicht met een scherper gehoor. Vrij realistisch ingekleed, compleet met de getallen van de afwijking erbij.
Dit is wat ik ervan bakte: Samen op restaurant. Het is lang geleden, zeggen we allebei. Mogen we een wens doen, dan? Ze kijkt me aan en vraagt of ik al gekozen heb. Ik twijfel nog. - Wat zou dat zijn, die galapenos? Het ruikt een beetje zoals pepers. - Pepers, zegt ze. Heel pikant! - Ja, ik ruik het. - Je wat? zegt ze. - Ik... Ik vermoedde al zoiets, zeg ik, ontdaan. Ik vertrouw mijn eigen neus niet meer. Lees over chocoladesaus en slagroom. Komt de geur me tegemoet. Wat een toeval, dat net die geuren uit de keuken op me afkomen. Zouden ze net dàt aan het klaarmaken zijn? - Ben je érg zenuwachtig voor dat sollicitatiegesprek? - Ik val uit de lucht. - O, dat? Nee, ja, valt wel mee. Kaarsen. Er staan teveel kaarsen op de tafels. Eentje is net uitgedoofd, ergens achterin. Uitlaatgassen kruipen onder de deurmat binnen, blijven nog even vechten met de tochthond. - Hebt u al besteld, mevrouw, meneer? Het zeewater van haar frutti di marepizza komt me in de mond. Zout, met hier en daar een mossel ertussen. - Wat drinkt u er graag bij?
Toen was het alweer bijna tijd. Nog even mekaars teksten beluisteren. Leuk was het zeker. Is het al volgende week?
Wat doe je wanneer leerlingen je vragen wat nu eigenlijk (politiek) links en rechts is? En wat nu extreem is? Je probeert dat uit te leggen, hoe moeilijk ook. Want is behoudsgezind nog behoudsgezind als ook zij iets proberen te veranderen? En wanneer is iets extreem te noemen? Aanleiding was een gesprek over waarden en normen. Wat vinden mensen vandaag belangrijk? Hoeveel overeenkomsten tussen waarden en normen moeten er zijn om van culturen en subculturen te kunnen spreken? Boeiende vragen waarop ik, als ik eerlijk ben, geen afgelijnde antwoorden heb. Hoogstens pogingen. Krijtlijnen. Die sommige ijverige leerlingen netjes opschrijven Er komen -gelukkig- ook enkele kritische bemerkingen. De tekst (over jongerenculturen) die we lazen spreekt over "onze cultuur". Welke cultuur bedoelen ze daarmee? Welke waarden heeft die cultuur? Zelf vermijd ik meestal om het te hebben over "onze cultuur". Dat maakt het snel een wij-zij-spelletje dat ik niet wil spelen, dat ook totaal irrelevant is. Maar dan staat het daar, zwart op wit, in hun handboek dat ik (mee) gekozen heb. Bedoelen ze de westerse cultuur? Waarschijnlijk wel. Zoiets. Wat is dat, de westerse cultuur? Ik vermeld de waarden vrijheid en privacy en zeg dat er nog veel meer elementen zijn, besef hoe ongelooflijk vaag mijn antwoord is. Geef aan dat het een terechte opmerking is: waarom zouden ze moeten spreken van "onze cultuur"? Handboeken zijn te weinig vertrouwd met mensen uit andere culturen. Ik was vorig jaar aanwezig op de voorstelling van een nieuwe methode Nederlands. Boeiend uitgewerkt, interessante teksten, dat allemaal wel, maar nergens een spoor van de duizenden anderstalige leerlingen. Wanneer ik daar een vraag over stel, krijg ik het antwoord "dat ze wel hier en daar een Mohammed en een Saïda als personage kunnen opnemen". Veel handboekenmakers snappen er helemaal niets van...
Wat doe je wanneer leerlingen je vragen wat nu eigenlijk (politiek) links en rechts is? En wat nu extreem is? Je probeert dat uit te leggen, hoe moeilijk ook. Want is behoudsgezind nog behoudsgezind als ook zij iets proberen te veranderen? En wanneer is iets extreem te noemen? Aanleiding was een gesprek over waarden en normen. Wat vinden mensen vandaag belangrijk? Hoeveel overeenkomsten tussen waarden en normen moeten er zijn om van culturen en subculturen te kunnen spreken? Boeiende vragen waarop ik, als ik eerlijk ben, geen afgelijnde antwoorden heb. Hoogstens pogingen. Krijtlijnen. Die sommige ijverige leerlingen netjes opschrijven Er komen -gelukkig- ook enkele kritische bemerkingen. De tekst (over jongerenculturen) die we lazen spreekt over "onze cultuur". Welke cultuur bedoelen ze daarmee? Welke waarden heeft die cultuur? Zelf vermijd ik meestal om het te hebben over "onze cultuur". Dat maakt het snel een wij-zij-spelletje dat ik niet wil spelen, dat ook totaal irrelevant is. Maar dan staat het daar, zwart op wit, in hun handboek dat ik (mee) gekozen heb. Bedoelen ze de westerse cultuur? Waarschijnlijk wel. Zoiets. Wat is dat, de westerse cultuur? Ik vermeld de waarden vrijheid en privacy en zeg dat er nog veel meer elementen zijn, besef hoe ongelooflijk vaag mijn antwoord is. Geef aan dat het een terechte opmerking is: waarom zouden ze moeten spreken van "onze cultuur"? Handboeken zijn te weinig vertrouwd met mensen uit andere culturen. Ik was vorig jaar aanwezig op de voorstelling van een nieuwe methode Nederlands. Boeiend uitgewerkt, interessante teksten, dat allemaal wel, maar nergens een spoor van de duizenden anderstalige leerlingen. Wanneer ik daar een vraag over stel, krijg ik het antwoord "dat ze wel hier en daar een Mohammed en een Saïda als personage kunnen opnemen". Veel handboekenmakers snappen er helemaal niets van... Voor mij was het zeker een boeiende les.
Lekker zonnig weer deze vakantie, weer dat uitnodigt om ook wat vrolijkere muziek uit de kast te halen. Hierboven komt de nieuwe selectie als iMix. Hieronder komt een woordje meer uitleg:
- de krokodil uit het meer vol verrassingen van Johann Johannsson, pas leren kennen uit de eindejaarslijstjes van 2007: bloedmooi - de lichtmaker van Miss Kittin, mijn favoriete huisdier - de cocon van Hector & Co, ooit eens toevallig ontdekt via de bib van Brugge, maar sindsdien blijf ik geïnteresseerd mee op reis gaan - niet dansen is iets wat moeilijk ligt bij Hot Chip, zeker bij dit nieuwe, fijne album - Madonna, jawel! Een nummer dat zo uit Buddha Bar lijkt weggelopen... - de perfecte popmuziek van Something Happens zou ik elke dag kunnen opzetten - heel lijflijke muziek op Eyes Open van Snow Patrol, ook 'lijf' heel goed - een beetje ineengeknutseld, maar aanstekelijk enthousiast is de muziek van A Brand - good gerief zonder afdakje uit de onderbuik van Rudeboy bij Urban Dance Squad - en een van de weinige echte meesterwerken uit de punkrock: het volledige, 18' durende The Decline van de grootmeesters van het genre
Wat zou er gebeuren als het internet een paar weken niet werkte? Of als de elektriciteit van een heel land een paar dagen uitviel? Wat als het gsmnetwerk een paar uur onbeschikbaar was? Dat zijn gedachten die me door het hoofd schoten bij het lezen van Henning Mankells "De blinde muur". Daarin gaat inspecteur Wallander aanvankelijk op onderzoek naar de achtergronden bij een wrede roofmoord op een taxichauffeur, gepleegd door twee meisjes van negentien en veertien jaar! Het ruikt naar de film "Thirteen" en het boek "Slangen aaien", maar het gaat al snel een heel andere richting uit. Ergens is een computer immers online aan het aftellen naar een nog onbekend moment... Opletten dat ik niet teveel verklap... Je weet nooit wie het boek nog wil lezen, en dat is alleen maar aan te moedigen. Mankell en Wallander voorstellen is intussen tamelijk overbodig geworden, denk ik. Zelf heb ik al een zestal boeken van Mankell gelezen en dit is zeker één van de betere. Slecht waren ze nooit, trouwens. Merkwaardig is het ook dat een boek over zo een "modern" onderwerp na een tiental jaar toch verrassend actueel blijft. Uiteraard zijn er al heel wat nieuwe technische en technologische evoluties, maar niettemin blijft het karkas recht overeind. Meer nog, het wordt er alleen sterker door. Hoe kwetsbaar is deze maatschappij eigenlijk echt? Een paar maanden geleden werd ingebroken in de toch sterk beveiligde banksystemen van enkele grote banken in België. Zonder grote gevolgen, direct opgespoord, vergoed en zo, maar toch... Geregeld worden overheidssites gehackt. Informatie en desinformatie verdrinken elkaar online, er wordt gemanipuleerd op sites als Wikipedia, dat toch door heel veel mensen als opzoekinstrument wordt gebruikt. Ik ben niet zo bang van aard en ik probeer me zo onafhankelijk mogelijk op te stellen, maar het falen van de zaken die ik heb opgenoemd zou toch bijzonder ongelegen komen. Online bankieren is ongelooflijk handig, een andere telefoon dan een gsm heb ik niet, elektriciteitgebruik kan ik beperken maar eigenlijk niet missen... Er wordt ten onrechte vaak gesproken over veiligheid. Alles moet worden toegelaten als we er maar "veiliger" van worden, zo lijkt het wel. Alsof we constant bedreigd worden. Wat men ook beweert, niets is minder waar. We worden constant bedreigd, al van in de oertijd, maar minder dan ooit tevoren. We zijn nog nooit zo veilig geweest. Toch kunnen enkele gedreven fanatici grote schade aanrichten. Dat is wat dit boek probeert aan te tonen. Maar misschien ook dat we nog het meest gebaat zijn bij mensen op wie we wel kunnen betrouwen als er iets gebeurt. Meer dan bunkers of godbetert een website over criminelen of een overdosis bewakingscamera's zou kunnen verkrijgen.
In een artikel van De Morgen werd eerder deze week een onderzoek besproken van Reinhild Vandekerckhove. Daarin stelt ze dat we evolueren naar een soort van "algemeen Vlaams" in plaats van algemeen Nederlands of dialect. Het zou dus wel een vorm van dialect zijn, maar dan een allegaartje van dialectkenmerken uit meerdere provincies, en dan vooral de meest centrale: de Antwerpse, Brabantse en Oostvlaamse dialectkenmerken. Ik wil best aannemen dat het plaatsgebonden dialect aan het verdwijnen is en dat er van een echt algemeen Nederlands nog niet veel in huis gekomen is, ook niet ten noorden van de grens, voor zover ik dat heb kunnen nagaan. Bovendien geloof ik ook wel in een steeds groter wordende invloed van dialecten op elkaar. Hoe kan het ook anders? Jongeren, mensen in het algemeen, worden mobieler en komen meer en meer met mensen uit andere streken in contact. Toch geloof ik niet dat we ons snel aan een nieuwe soort standaardtaal moeten verwachten, zelfs al gaan sommige media ervan uit dat "iedereen wel Antwerps begrijpt". Daarvoor zijn de meeste jongeren nog te honkvast. Om een taalgebruik echt over te nemen, is een intensiever contact nodig. Zelf heb ik na zes jaar "Antwerpen" het taaltje nog helemaal niet onder de knie. Mijn situatie is natuurlijk anders: ik word verondersteld om algemeen Nederlands te spreken, althans op school. Daarbuiten hanteer ik meestal een tussentaaltje met ofwel Antwerpse, ofwel Westvlaamse klankelementen, afhankelijk van waar ik ben en in welke stemming. Soms spreek ik gewoon algemeen Nederlands, of iets wat dat benadert... Jongeren zijn ook heel vaak bezig met het taalgebruik van anderen te evalueren en iemand op basis daarvan te beoordelen. Jij bent er één van de Kempen, of van de Limburg, of van "de Vlunders", waarbij ze dan proberen de opvallendste kenmerken van die regio's te imiteren. Heel slecht gedaan meestal, maar dat doet weinig ter zake. Een andere evolutie die mevrouw Vandekerckhove bespeurt, lijkt dus te kloppen: dat "toonaangevende" steden als Antwerpen en Gent het voortouw nemen. Blijft natuurlijk de vraag hoe gekleurd dat onderzoek is, als het net de Universiteit Antwerpen is die het heeft uitgevoerd? En wat is "toonaangevend"? Liggen jongeren in Ieper of Genk echt wakker van wat "die in Antwerpen uitspoken? Ik dacht het niet. Overigens moet ik wel bemerken dat mevrouw Vandekerckhove de nodige expertise heeft met betrekking tot Westvlaamse jongeren, zodat die verkleuring nog wel kan meevallen.
this week's songs: vernieuwde iMix (zie hieronder)
Met enige vertraging is hier de iMix van de week: vier bloedmooie nummers, allemaal vrij rustig dit keer. Billie King is een groep Belgische dames die het hopelijk helemaal gaan maken, maar eigenlijk nooit weg geweest zijn van toneel- en concertpodia. Ryan Adams brengt, in tegenstelling tot zijn bijna-naamgenoot, heerlijke ballades met een hart zonder stroop. Dit nummer komt uit zijn -denk ik- recentste "Easy tiger". Lambchop heb ik maar laat weten te waarderen. Eerst moest ik er niets van hebben. Te soft, waarschijnlijk. Onzin, natuurlijk. Met terugwerkende kracht ben ik dus al hun muziek aan het verkennen. Dit is wel afkomstig van een recent album: "Damaged". Charlotte Gainsbourg tenslotte, kende ik amper. Ik vermoed dat ze een dochter is van... al heb ik dat nergens nagekeken. Veel verschil zou dat voor mij trouwens niet maken. Ze brengt Franse, melodische nummers en lijkt daarmee weinig te verschillen van pakweg Carla Bruni. Maar laat net dat voor mij geen bezwaar zijn. Zo heb ik de Franstalige dames graag: lieflijk en licht. Daar moet ik wel eerlijkheidshalve aan toevoegen dat ik bij Charlotte Gainsbourg een donkerder randje vermoed, maar aangezien ik amper op de teksten heb gelet, kan ik dat op geen enkele manier aantonen.
Veel luisterplezier met de selectie van deze week. Volgende week weer nieuwe nummers...
Een griepaal syndroom, vertelde de dokter. En dat ik tegen het eind van het weekend wel genezen zou zijn. Het was vrijdagmorgen en het was rustig in de wachtzaal: niemand voor me, niemand na me. Alsof ik de enige was die zich ellendig voelde. Er zijn er veel, zei de dokter. Ik noem het een snotkop, maar voor de rest heeft ze gelijk, de dokter. Zondagavond ging het een stuk beter... Door die belabberde (en belabberende) uit de hand gelopen verkoudheid twee festiviteiten op school gemist, op twee dagen voor de vakantie: het moest mij weer overkomen! Uitgekeken naar Gedichtendag, maar zelf niet van de partij. Benieuwd, met enige reserve, maar toch, naar Chrysostomos, en enkel mijn kat is gaan kijken. De vakantie begonnen zonder neus (opgelost in de zakdoeken), zonder hoofd (zo voelde het) en zonder lippen (kapotgescheurd)...
Genoeg geklaagd. Mensen genoeg die met heel wat ernstigere dingen af te rekenen hebben. Die zouden dit soort virusaanval weghonen en groot gelijk hebben erbovenop.
Voordelen heeft het ook, te moéten rusten, te moéten uitzieken. Eindelijk eens wat meer gelezen. Geen poëzie, sorry, maar het boek dat al weken op mijn nachtkastje ligt: "Dans van de luipaard" van Lieve Joris, een verslag van een reis door Congo ten tijde van (Laurent) Kabila. Fascinerend, beangstigend en schandalig: hoe een land met heel wat mogelijkheden geplunderd wordt en zichzelf leegrooft en elke kans op toekomst hypothekeert. Ergens wordt geciteerd dat de kracht van de Congolezen hun inertie is. Sorry, maar met inertie heb je maar één kracht: zwaartekracht. Je komt er met andere woorden nergens mee... Het andere boek, waar ik nu in aan het lezen ben, is "De blinde muur". Een roofmoord op een taxichauffeur, een stroompanne en een gestolen lijk: dat zijn voorlopig de drijvende krachten achter het verhaal. Van inertie geen spoor hier. Het leest als een Antwerpse taxi: hartverscheurend snel en behoorlijk beangstigend...
Leerkrachten trokken op bedrijfsstage en getuigen enthousiast. Hoe praat je over extremen? Nederlands is leuk en nuttig. Kinderen van leraren halen beste resultaten. Maak huiswerk zinvol.
Elke maand ploeg ik door de recentste Klasse, met de nodige zin, tegenzin, weerzin en goesting. Tips, ideeën en goede moed bekampen de tegenslagen, teleurstellingen en de stapel still-to-do. Inspiratiebron en genadeloze evaluatiemap tegelijk is het, dat tijdschrift. Een nieuwe publicatie over hoe je een toneelstuk schrijft, startend van het lege blad. Boeiend, uitdagend, maar dat is de prijs helaas ook: 50 euro! Een topic over omgaan met racisme in de klas. Niet meteen straffen en ook niet minimaliseren, zeggen ze. Vragen wat ze ermee bedoelen, zeggen wat het bij je oproept, verwijzen naar het schoolreglement. Volledig ermee eens hoor, dat niet, maar wat doe je wanneer een groepje quasi-stiekem, steeds lachend provoceert met racistische opmerkingen? Wat doe je wanneer de geviseerde groep gelijkaardig gedrag gaat stellen?
Soms krijg ik zin om alle traditionele lesjes uit te scheuren en gewoon met leerlingen erop uit te trekken. De natuur in, de stad in, het bedrijfsleven in, de politiek in, de media in. Waarom doe ik het eigenlijk niet?
Een nieuwe start eind januari, het doet nog elke keer onwennig aan. Twee klassen van veertien studenten begonnen vorige week donderdag met hun opleiding verpleegkunde. Vandaag had ik in beide klassen mijn eerste les. Merkwaardig hoe verschillend klassen kunnen reageren op dezelfde leerstof... De ene vrij rustig, bijna apathisch in het begin, wat enthousiaster na verloop van tijd; de andere, met nogal wat bissers, heel energiek en bijna gejaagd. Bissers in een klas hebben is niet altijd een voordeel, zeker niet als ze niet met elkaar kunnen opschieten. We waren amper een uur bezig of het was al om zeep: eentje liep de klas uit, vast van plan om niet meer terug te komen. Toffe eerste les is me dat! Amper een week ver en al wonden moeten helen. Gelukkig zitten we daarvoor in de juiste campus...
Alle begin is moeilijk, dus laat ik het begin alvast geven, dacht ik. Met beginverzen van bestaande gedichten gingen we aan het bricoleren. Dit vond ik zelf nog wel oké:
iemand heeft iets gefluisterd in haar oor vatte het vuur duistere beloftes die haar deden weeën weggespoeld met badwater
mooi kind, zegt mama, helemaal jij ze huilt zich een beroerte
Missen ze hun grote broers en zussen van het zesde jaar? Ruikt het al teveel naar krokussen? De vijfdes zijn niet in vorm, toch niet om hun tanden in metaforen en metonymieën te zetten. Begrijpelijk natuurlijk, maar wanneer ze ook een luchtige etymologiequiz verknoeien, heb ik het wel weer gehad. Dan ben ik blij dat ik een toezichtsbeurt heb. Eén Latijn. Heimwee? Sympathie in elk geval, voor die kinderen nog, die zich al helemaal geven om het 'te maken'. Die vragen wat ze nog mogen doen wanneer ze klaar zijn met hun opdracht en al bij al vrij nauwgezet hun oefeningen maken. Links en rechts ga ik wat helpen; zo ver reikt mijn Frans nog net. Iemand komt na de les op me toe. Of ik zijn moeder ken? Ja hoor, aan haar heb ik ook nog lesgegeven... op de vierde graad. Maar hoe hij dat dan weer weet?
Bestaat er nog poëzie op deze wereld? En hoe mag die dan wel klinken? Dat zal zowat mijn vraag worden voor de Gedichtendag van dit jaar, volgende donderdag 31 januari 2008. Het antwoord hoop ik te krijgen van dichters, leerlingen en van die wereld die me elke keer ik naar het nieuws kijk harder laat zoeken naar iets moois. Mijn voorlopige antwoord is alvast een voorzichtig "ja". Een dochter van vijftien maanden die de prachtigste klankgedichten produceert met een overgave waar zelfs de meisjes van K3 nog iets van kunnen leren... Krachtig, origineel en positief! Of er ook leerlingen met dichterlijk talent rondlopen bij ons op school hoop ik morgenmiddag te ontdekken tijdens het wekelijkse halfuurtje creatief schrijven. Ik selecteerde ze alvast een aantal beginregels van bestaande gedichten, geheimzinnig of net al veelzeggend, maar naar mijn gevoel altijd uitnodigend. Dit zijn ze: (ik hoop dat niemand het me kwalijk neemt dat ik ze even overneem en me er auteursrechten voor komt opeisen...)
Als alle rivieren van inkt waren
Bij de nieuwe sporthal kwamen
Daar lag ik met mijn fiets onder de trein
Dat je zwetend wakker wordt
De zon kookt
Een droom van een jas
Er drijven kleine
Er staat een lijk op het station te wachten
Flarden anonimiteit
Het is prettig om klein
Hij is ineens van hout
Iemand heeft iets gefluisterd
Ik ben een druppel water
Ik heb haar van mijn vader gekregen
Je kijkt, wat niet wil zeggen
Mijn cavia is met de noorderzon vertrokken
Mijn moeder is een boterham
Naast de koelkast geplaatst
Op ongelovige voeten
Soms trap ik een rups dood
Toen je mij met lichte
Vanochtend in de winkelstraat
(... benieuwd wat er van deze verzen zal worden ...)
Een weblog van een muziekfreak zonder muziek? Dat kan natuurlijk niet! Ik heb dus voor het eerst een imix aangemaakt bij itunes met vijf nummers waar ik de afgelopen week geregeld naar geluisterd heb en de moeite waard vind. Commerciële intenties heb ik daarmee niet, integendeel, maar het is een manier om anderen op een makkelijke manier te laten meegenieten van muziek die ik kon appreciëren.
- The National is een groep die ik van haren noch pluimen kende, maar die steengoede nummers brengt zonder veel verdere poespas. - Thou is een Belgische groep, uit het Gentse, geloof ik, die al heel wat pareltjes heeft tentoon gespreid. Sinds een aantal maanden brengen ze geen fysieke albums meer uit en zijn hun songs alleen digitaal te verkrijgen. Voorlopig houden ze het bij zes nummers, maar als de volgende ep's even genietbaar zijn, dan wil ik met plezier wachten op meer. - Suzanne Vega hoef ik niet meer voor te stellen. Ze blijft een grote dame, die met weinig middelen grootse liedjes weet te brengen. Haar troeven blijven subtiliteit en een magische stem. Meer is er echt niet nodig... - The Killers zijn een Amerikaanse band (die in mijn oren Britser klinkt dan de Britten en) die nog maar een paar weken hun nieuwe cd uit hebben. Deze komt van hun vorige album Sam's Town en was zowat het enige nummer dat ik van hun optreden op Werchter heb opgevangen. Tegelijk was het ook het enige nummer dat ik zeker wou meepikken. Ik ben er weg van, al weet ik zelf niet goed waarom. - Anouk tenslotte kwam al piepen op de norbertijnerplanken. Een stoere madame met een klok van een stem en een uitstraling die de aarde met elke song een tiende graad doet opwarmen.
Als ik er de tijd voor vind, volgende week een (ver)nieuw(d)e iMix (link in afzonderlijk bericht)