Het Abel Tasman national park was weer een ervaring als geen ander. We gingen met de kano de kustlijn af, en hoewel we er vanop afstand ongetwijfeld enorm cool en relaxed uitzagen was het gigantisch hard werken! Maar het was elke peddelslag waard. We kregen een heel andere kijk op het national park dan degene die we de dag erna hadden tijdens de wandeling terug. Plus we zijn langs een eilandje gegaan dat een beschermd vogelreservaat is, vrij van possoms en ratten. En we hebben enkele zeehonden gezien. Superschattig! We vertrokken vanuit een baai waar het water kalm en ondiep was, na het zijtripje naar het eilandje gingen we de baai uit en was het roeien of omkantelen! De golven waren ongeveer een meter, soms schepte ik dus een wolkje lucht naar achter,soms zat ik dan weer tot met elleboog in het water. Maar het was geweldig, ik heb blijkbaar een voorliefde voor door elkaar geschud worden! Na een nachtje kamperen gingen we te voet terug van waar we gekomen waren. Het was flink doorstappen van 9u 's ochtends tot in de late namiddag. Tegen de avond kwamen we helemaal afgetraind en uitgeput terug aan in ons hostel.
De volgende ochtend verlieten we Nelson en gingen we richting ruige westkust. Ik vind het moeilijk om er veel over te zeggen, het was overal even prachtig, maar echt uitgesproken bezienswaardigheden waren er niet. Het waren de locals feitelijk die van de westkust een speciale ervaring maakten. Laatste stop aan de westkust was de Franz Josef gletsjer. Spectaculair! De gletsjer beweegt zo'n 6m per dag, dus de gidsen moeten elke dag een nieuw pad zoeken om veilig naar de mooiste plekjes te gaan. We werden onderverdeeld in 4 groepjes, en ik zat in het eerste. Onze gids zocht dus de weg en maakte heel erg kleine voetsteuntjes voor ons, die de volgende gidsen dan stelselmatig vergroten. Superleuk! En we hadden mooi weer, ook niet niks aangezien het quasi constant regent in de streek. Microklimaatjes alom in Nieuw Zeeland!
Na Franz Josef gingen we richting Wanaka. We besloten om daar enkele dagen te blijven. De meren zijn echt het diepste blauw dat ik ooit gezien heb! En niet ver van de meren rijzen de bergen de hoogte in, sommige toppen waren bedekt met sneeuw. De komende 4 dagen hebben we de streek verkend te voet en met een huurautootje, lekker samen gekookt en naar de plaatselijke cinema geweest (2x!).
Momenteel ben ik in Queenstown, voor twee dagen. Vlak nadat we aankwamen ben ik de hoogste bungy van Nieuw Zeeland opgekropen en er weer afgesprongen, kicken! We werden met een klein gondeltje naar het springplatvorm vervoerd, iedereen met klamme handjes! We stonden met een 8-tal mensen klaar om het een voor een te wagen, de zwaarste ging eerst. Ik mocht dus behoorlijk lang mogen wachten eer het mijn toer was, en tegen dan was ik zo slap als een vod van de schrik! Ik werd over een soort tandartsstoel gedrapeerd en men voeten werden vastgemaakt aan de bungy. De wandeling met ministapjes tot op de rand van het springplatvormpje was afgrijselijk, en m'n been sliep half! De bungy weegt best veel en ik voelde hem trekken aan men enkels. Ik was zo bang om te vallen! Terwijl ik daar zo stond moest ik even omhoog kijken en lachen naar het vogeltje. Dat is flagrant mislukt! De begeleider (of hoe moet ik die gast noemen?) telde af en zonder teveel denken was ik vertrokken! De sprong is 134m, en ik kwam echt bijzonder dicht bij de bodem! Ik was er heel even van overtuigd dat ik men ogen op de bodem achter ging laten, zo'n druk! Ik heb het uiteindelijk twee keer gedaan, het was waanzinnig!
De dag erna was een tam dagje, vandaag ben ik weer van iets hoogs gevallen. De Canyon Swing is 60m vrije val, en dan een swing van 200m. totale verticale val is zo'n 110m! Het was iets minder verschrikkelijk om van het platvormpje te springen, maar de val voelde op de een of andere manier nog vrijer dan de bungy! Ik denk dat dat is doordat de bungy een duik was en de swing een echte val. Ik stond weer flink te trillen de eerste sprong, handjes achter men rug en zijwaarts op het platvorm! De tweede was een echte val, die deed ik ondersteboven! De fear factor op de Nevis was groter, maar de adrenalinerush was er zeker niet minder op!
Maandag vertrek ik naar het diepe zuiden, dat zou zogezegd een hoogtepunt moeten zijn, ik ben benieuwd!
Onderweg naar Waitomo hielden we een tussenstop niet ver van Rotorua, waar we de mogelijkheid kregen om te zorben. Da's in zo'n gigantische strandbal kruipen en ermee van een berg rollen. In de droge optie wordt je in een harnas gebonden, ik koos (als enige) voor de natte variant. Een paar emmertjes warm water in de zorb, ik erin en rollen maar! De adrenalinekick was navenant! Enkele foto's komen snel op m'n facebook.
Na de zorb gingen we verder naar Waitomo voor een tocht in de grotten. Het was een behoorlijk actieve dag! We abseilden in de grot, vervolgens vlogen we met een zipline verder de diepte in, daarna sprongen we met een binnenband over onze poep het water in, 65m onder de groene weiden. Het water was waanzinnig koud! Het was afzien, maar het bibberen was de ervaring zeker waard! Het verdere verloop van de tocht zou in het water plaatsvinden. De eerste etappe gebeurde drijvend in de band, deels met onze helmlampjes uit. Zo zonder licht konden we de Glowworms beter zien. Spectaculair! Na een tijdje gingen we terug en lieten de banden achter. We gingen te voet verder door het water door dieptes varierend van enkeldiep tot zwemmend. Het laatste stuk klommen we langs twee watervallen terug omhoog, in de nacht.
Na m'n nacht in Auckland na m'n uitstapje langs Paihia gingen we richting Whitianga. Eerste stop was een bezoekje aan Mt Eden, een oude vulkaan midden in Auckland. Vanop Mt Eden hadden we een mooi 360* zicht over de stad, en de krater was ook de moeite! Later op de dag ondernamen we een wandeling naar een mooi strandje, compleet met waterval en prachtige rotsformaties in de branding. We spendeerden de nacht in een leuk klein hostelletje.
De volgende dag gingen we weer verder richting Rotorua. Eerste stop was een wandeling langs een oude mijnsite in de heuvels, prachtig! En avontuurlijk! De wandeling ging over hangbruggen die de woeste rivieren overspannen en door lange donkere mijntunnels! Ik heb het chineesje voor mij meermaals op de hielen getrapt, oeps. Daarna naar Rotorua, waar we Te Puia Thermal Park bezochten, We zagen de geiser.in volle actie, de hotpools en boiling mud, behoorlijk spectaculair! De kokende modder is "maar" een goeie 90*. de gasbellen zijn het gevolg van chemische reacties in de modder. Ergens helemaal achterin het park was er een hotpool waarin het water wel degelik kookte, zeker de moeite waard! De rotte-eieren-geur nam ik er maar even voor lief bij.
's Avonds gingen we naar een nagebouwd Maori dorp waar we uitleg kregen over de oude levenswijze en een show (met o.a. de Haka krijgsdans). Daarna kregen we een traditioneel bereid maal, heel geslaagd! De dag erna was men extra dag in Rotorua. Ik heb lekker uitgeslapen tot 10u. Daarna ben ik het stadje gaan verkennen. In de namiddag zijn we gaan lugen, da's met een driewieler-zeepkist van een berg rijden. Good fun!
Mijn eerste etappe is een klein lusje van Auckland naar het noorden en weer terug naar Auckland. De reis van Auckland naar Paihia was redelijk rechttoe rechtaan. Geen bijzonderheden, al had ik toch heel even de neiging om uit de bus te springen in Whangarei, a.k.a. "the city of ho's 'n' bro's". De uitgelezen kans om men Gangsta' limp te perfectioneren! Uiteindelijk ben ik toch maar gewoon doorgereden naar Paihia, eindhalte van de dag. Paihia is een dorpje met uitzicht over de Bay of Islands, de naam zegt het allemaal. Het uitzicht is adembenemend!
In en rond Paihia zijn er enkele wandelingen, die ik quasi onmiddellijk ben gaan doen. Het is hier behoorlijk heuvelachtig, het is dus toch redelijk zwaar. Na de eerste wandeling naar een viewpoint over de baai, constant bergop, had ik nog tijd en energie over, dus begon ik aan de tweede, veel langere wandeling. Die sloeg flink tegen! Eveneens constant bergop en bergaf, en tussen de bush waren er nergens openingen om van het ongetwijfeld zeer belonende uitzicht te kunnen genieten! Ik was kapot tegen ik aan het einde kwam, en toen bleek dat dat einde van het pad op een weg in de middle of nowhere was! Er stond een wegwijzer die me wist te vertellen dat ik helemaal terug kon wandelen langs het pad, of langs de wegen. Dan zou ik 4u later terug in Paihia zijn. Ik had al lang besloten dat teruggaan langs de wandelroute geen optie was, dus was het maar de weg volgen. quasi onmiddellijk stopte er een auto met de vraag of ik een lift wou, die ik gretig aanvaarde! Daniel kon me tot aan de coastal walk brengen, die ik dan kon volgen tot Paihia.
Daniel bleek net op weg om z'n hond te gaan oppikken die hij had achtergelaten om possoms te jagen. Free dogfood, en de pels levert een aardig centje op. De hond bleek effectief een possom gevangen te hebben! Possoms zijn een geimporteerde plaag in Nieuw Zeeland, het wordt dus aangemoedigd om ze af te schieten, te strikken of ze te overrijden! Daniel is een coachsurfing host, iemand die gratis gasten ontvangt in zijn huis. Mogelijk ga ik er enkele dagen verblijven na men trip.
Na men lift van Daniel begon ik aan wandeling nummer 3 van de dag, langs de kust terug naar het dorp. De uitzichten op de baai waren schitterend, al was ik toch enorm blij toen ik weer in Paihia aankwam. De hele toer heeft me uiteindlijk 6u gekost, waarvan ik 5u flink heb doorgstapt, ik was dus best kapot. Maar ik heb de streek wel grondig kunnen verkennen!
De dag erna was het weer vroeg uit bed voor een dagtrip naar Cape Reinga, de noordelijke kaap van Nieuw Zeeland. Het was een zeer geslaagde dag, al was de start iets minder. We vertrokken om 7u 's ochtends. Ik stond dus netjes op om 6u voor een douche en een tas koffie. Bleek de keuken gesloten tot 7u, en alle winkels in de buurt openden eveneens pas om 7u. Geen koffie of ontbijt dus, deze ochtend. M'n dag startte zodoende met een verschrikkelijk humeurtje. Het duurde uiteindelijk tot 9u voor ik mezelf m'n cafeineshot kon toedienen, en tot de middag voor men humeur begon op te klaren! We gingen naar de eeuwenoude bomen in het Puketi Kauro Forrest, reden over 90 mile beach, gingen sandboarden en bezochten de vuurtoren op de kaap. We sloten af met een iets te lang bezoekje aan een toeristenwinkeltje en een bezoek aan een fish & chips. De dag was zeker geslaagd maar de rit over het strand, het hoogtepunt van de dag, ontging me helaas toch. Ik heb zelf over de stranden van Frasier Island gereden met onze 4x4, meerijden met de bus was dus zoals de paardjesmolen doen na de graafste railway op de Singsenfoor. Het sandboarden was wel bijzonder leuk! Vandaag is er geen bus, ik heb dus een vrije dag. Morgen ga ik terug naar Auckland voor de nacht, de volgende ochtend vertrek ik voor de grote trip richting zuideiland!
Na enkele dagen relaxen in Broome was het tijd om afscheid te nemen van Australie en begon ik aan men vliegmarathon. Van Broome naar Perth, een uur later naar Brisbane, en 13 uur later door de douane richting Auckland. Ik keek er uiteraard een beetje tegenop, maar was voor het eerst in drie maanden goed voorbereid. Men laptopje haar batterij was helemaal vol, idem voor men MP3 en ik had een goed (hetzij een behoorlijk deprimerend) boek. Slapen zou ik wel ergens op de grond doen in een stil hoekje.
Na een beetje zoeken vond ik een geweldige zithoek! Allemaal hoeksalons naast elkaar, zodoende een ketting van prive zithoekjes vormend. Ik claimde mijn thuis voor de dag dus, en heb er heerlijk geslapen, gezeten, gegeten en gehangen! De 13u wachten zijn werkelijk gevlogen, en voor ik het wist was het aan mij om te gaan vliegen.
Ik kwam aan in Auckland rond middernacht, maar in Broome tijd was dat amper 8u 's avonds. Ik besloot om geen geld te verkwisten aan een hostel aangezien ik toch niet zou kunnen slapen en er een kort nachtje van te maken in de vlieghaven. Helaas geen hoeksalons in Auckland, maar ik heb al bij al toch een 4 uurtjes geslapen op een bankje. De rest van de dag was ik helaas behoorlijk groggy en de dag erna heb ik veel te lang geslapen, men tactiek heeft dus jammerlijk gefaald.
Auckland is een mooie stad, en het is een verademing om weer in een betaalbaar deel van de wereld te vertoeven! Het is niet al te koud, een goeie trui volstaat. Ik zal wel een jas moeten kopen voor het zuiden, daar wordt het wellicht verrekt koud!
Maandag vertrok ik dan op men Kiwi Experience. Gedurende de dag op de bus zijn er activiteiten en krijgen we uitleg over de plaatsen waar we ons bevinden. Verder kunnen we (betalende) activiteiten en accomodatie te boeken bij de chauffeur, lekker gemakkelijk! Afstappen kan aan de haltes. Later die dag gaat de bus weer verder, maar achterblijven is geen probleem. De bus de volgende dag pikt de achterblijvers weer op, het befaamde hop-on hop-off principe. Verder zijn er uitbreidingen op de route te koop. Iedereen op de bus beslist dus wat ze willen doen, en hoeveel tijd ze ervoor willen uittrekken. Geen vaste groep dus om mee te reizen, hoewel er altijd wel enkele mensen hetzelfde schema volgen.
Ergens ruwweg een week na Pasen lieten we de verbazingwekkend toeristische Sunset Coast achter ons en reden we de outback in, richting Tom Price. Da's een mijnwerkersdorpje dat halverwege de jaren '60, op aandrang van ene mr Tom Price uit de grond gestampt werd. Er zijn geen asfaltwegen richting Tom Price, alleen gravel roads. Aangezien de grote steden langs de Sunset Coast doorgaans bestaan uit een iets te duur caravan park, 3 toeristenwinkeltjes en een IGA supermarktje verwachtten we niet teveel van dit stipje op de kaart. Het was echter een volwaardige stad naar West Australische normen! Er was niet echt veel te beleven, maar het was authentiek en ik vond het er helemaal geweldig. En er was een Coles, de Colruyt van het zuidelijk halfrond!
De reden waarom we er in de eerste plaats naartoe stuiterden was omdat het zo dicht bij het Karijini National Park ligt. Karijini is vooral de moeite waard om te bezoeken vanwege de prachtige ravijnen, de riviertjes daarin en de watervallen en rock pools. We ondernamen enkele lange avontuurlijke wandelingen, die ons vaak van steen naar steen springend over de rivier leidden.
Na Karijini gingen we weer richting kust. Met een tussenstop in het Millstream National Park. Minder spectaculair, maar op zijn manier ook enorm mooi. Het weer was ondertussen weer omgeslagen naar koud en regenachtig. Het was de eerste keer dat we werkelijk door een overstroomd stuk weg moesten rijden. Die duizenden "Floodway" waarschuwingsbordjes langs de weg staan er dus toch voor een reden, zo blijkt. In de parken was het weer niet echt een probleem, maar eens terug aan de kust was het toch spijtig dat we niet echt konden gaan snorkelen. De komende dagen deden we dus behoorlijk veel kilometers zonder echt noemenswaardige dingen te kunnen bezichtigen. Tot Port Hedland, een grote Havenstad en de uitvalsbasis om de olie- en gasvelden een eindje van de kust te exploiteren. Daar konden we in de schaduw van de zware industrie aboriginal rotsschilderingen (inkervingen feitelijk) bezichtigen. Sommige tot 20.000 jaar oud! De stam die deze gemaakt heeft is echter uitgestorven, kort na de blanke kolonisatie. Na Port Headland was er een goeie 600km niks speciaals te zien, tot Broome.
Gisteren heb ik me ingecheckt in het hostel. Een warme douche, een zacht bed, en conversaties waaraan ik deel kan nemen als ik daar zin in heb. Heerlijk! Ik blijf in dit hostel tot de 18e, dan vlieg ik naar Auckland in Nieuw Zeeland.
Na men nacht in de luchthaven was het tijd om Perth te verkennen. Ik bleef samen met het Franse meisje, Albane. Even later werd het gezelschap uitgebreid met twee andere Fransen, Julie en Lion. We verkenden de stad samen. Ik moest toch even men denkpatronen bijstellen, efficientie kent geen vertaling in het Frans, zo blijkt. Resultaat was dus dat we wel alles gezien hebben dat op de agenda stond, alleen gemiddeld 4 uur later dan optimaal zou zijn. Een staat van je-m'en-fous daalde al snel over me neer, in die mate dat het allemaal oke was voor mij. Later zou dit evolueren in selectieve apathie.
Na enkele dagen Perth was het dan tijd om de baan op te gaan. We reden al snel flagrant verloren, wat bijzonder is in een land waar amper wegen zijn. Toen we de weg vroegen kregen we naast directies een kopje koffie aangeboden bij de vriendelijke dame thuis. Ze bleek een Belgische te zijn, oorspronkelijk van Hasselt! Haar Engels was feilloos, mits een accent, haar Nederlands was nog steeds duidelijk Limburgs! Even later gingen we weer de baan op en waren we al snel weer op de juiste weg.
De Franse dames zijn blijkbaar een ras apart. Vergeet de Zon, De wereld draait om de Francaise. En je kan maar beter leren ruiken wat er van je verwacht wordt aan de hand van een half woord. Lion vindt dit allemaal doodnormaal. Ik besloot dus om me niet te laten kisten en zijn insteek over te nemen, wat inhoud dat ongeacht welke absurde ideeen (lees bevelen) geopperd worden, deze volstrekt blindelings uit te voeren. Dit gecombineerd met een dosis gewoon je eigen ding doen. Ik ben ontzettend blij dat de dames in ons Belgenlandje doorgaans wel volwassen en voor rede vatbaar zijn, maar als tussenoplossing werkt dit behoorlijk vlot.
Na een verloren spelletje pool gisteren droop het damesteam af richting auto met een donderwolk boven hun hoofden, we konden maar beter gedwee volgen of de gevolgen zouden weleens niet te overzien kunnen blijken! Waarop we prompt "two pints of Toohie's" begonnen leeg te nippen, rustig bazelend over sport. Na driekwart pint (geen Belgische pint maar zo'n Engelse vaas) kwam Julie ons briesend informeren dat ze al 20 minuten in de auto op ons zaten te wachten. Dat wisten wij niet. Terug in de auto verwachtte ik hel, maar er was geen vuiltje meer aan de lucht, plots. Non-verbale communicatie is de sleutel blijkbaar.
Er zit uiteraard een deel frustratie in dit verslagje, maar de point van dit stukje is de hilariteit en absurditeit die dit deel van men reis domineert weer te geven. Hopelijk ben ik daar enigszins in geslaagd. Zal ik in de toekomst opnieuw kiezen voor uitsluitend Frans reisgezelschap? Nee! Heb ik er spijt van dat ik me in deze situatie bevind? Beslist niet!
Oh, tussendoor heb ik ook weer de meest adembenemende panoramas gezien. In Monkey Mia zagen we de dolfijnen die dagelijks tot aan de kustlijn komen gezwommen, en iets verderop zagen we haaien en "rays" (roggen in't Nederlands?) van zo'n 3 meter afstand! Volgende belangrijke stop is Carnavaron en Exmouth, met zijn Ningaloo reef. Daarna duiken we de outback in, richting Tom Price, waar we het Karijini National Park gaan bezoeken.
Na een zeer geslaagde laatste dag in Melbourne, met een bezoekje aan St-Kilda en de slaapplaats van enkele pinguins tussen de stenen van een pier was het tijd om afscheid te nemen van de stad en de mensen die ik er ontmoette. Op naar het zonnige Perth!
Het plan was om een dutje te doen op het vliegtuig gedurdende de 4 uur durende vlucht, dat zat er helaas niet in. Mijn keuze om met Tiger Airways te vliegen hield in dat ik naast heel goedkoop, ook heel compact mocht vliegen. Ik heb overigens serieus chance gehad! Ik mocht tot 15kg bagage meenemen, en had geen extra kg's gekocht. toen men backpack met een zachte *BLAM* op de bagagedrager in de checkin landde bleek hij 14.4kg te wegen! Gelukkig had ik geen 500-gram-en-mag-het-iets-met-zijn? grootmoeders kalfskop in men backpack gestopt!
We kwamen aan in Perth omstreeks halfeen 's nachts plaatselijke tijd. Ik had geen hostel geboekt dus was het snurken op de vlieghaven. Uit de domestic terminal werden we verwijderd, dus zochten we (Bernhard, ik, en een Frans meisje) een knus plaatsje naast een willekeurige bagageband. Ik heb behoorlijk geslapen. Ik kan amper uitdrukken hoe blij ik ben dat de hal voorzien is van tapis-plein en geen koude tegels, en dat de bagageband de hele nacht niet in actie geschoten is! Met mijn ochtendhumeurtje is zou het voor niemand echt constructief zijn moest ik wakker geworden zijn tussen 150 ongeduldige, kregelige reizigers van een andere red-eye-flight! Ondertussen heb ik een $4 kopje koffie binnen, en ben ik helemaal klaar om aan men westkust-luik te beginnen!
Na ons bezoekje aan het strand in Glenelg waren we ietsje later dan de bedoeling was op weg richting oosten, bestemming Beachport. Een Canadees koppel dat we leerden kennen op de Groovy Grape tour was eveneens op de weg in zo'n busje. Zij waren vroeger vertrokken en we gingen proberen daar weer samen te komen. We waren aan de late kant dus de laatste uren moesten we 's nachts reizen, de roadkill langs de kant van de weg een grimmige reminder dat we maar beter alert bleven. Uiteindelijk kwamen we tegen verminderde snelheid rond 21u aan in Beachport, zonder brokken.
De volgende morgen kwamen we de Canadezen per toeval tegen in het dorpje, zij waren ook te laat en waren iets voor Beachport gestopt, zonder bereik dus ze konden ons niets laten weten. De rest van de dag reisden we samen. Eerst naar Portland en Cape Nelson, zeer aangename stop! Portland was een gezellig dorpje, en Cape Nelson was prachtig. Na een tijdje hier gingen we weer verder richting Port Fairy, het begin van de Great Ocean Road.
Ik heb men verjaardag gevierd in ons busje in Port Fairy, met een bekertje goon en schijfjes ananas. Het was heerlijk (figuurlijk, goon is niet heerlijk)! De volgende dag gingen we de Great Ocean Road af, de wonderen der natuur komen hier per dozijn! Prachtige stranden, rotsformaties, bush en regenwoud. We waren iets te laat in Melbourne, we moesten het busje nog propermaken, daarna vonden we het Wicked kantoor niet... En daardoor waren we te laat. We besloten dan maar om de nacht door te brengen in het busje, dat scheelt weer een nacht accomodatie betalen. De canadezen hadden het behoorlijk moeilijk om een hostel te vinden en sliepen uiteindelijk in een hostel aan $35 per persoon! De volgende ochtend vroeg uit de veren, busje netjes opgeruimd, en gewacht op het openen van het kantoor. Er was geen probleem dus we kregen netjes onze borg terug, Dat we te laat waren was geen zorg. Met het uitgespaarde geld hebben we een taxi genomen naar het centrum, en we vonden onmiddellijk een behoorlijk hostel aan $26, score!
Vanavond spreek ik wellicht af met enkele mensen van de Groovy Grape tour die ook deze richting uit zijn gegaan, dinsdag vliegen Bernard en ik naar Perth. Van daaruit tracht ik weer richting noorden te gaan. Het is nazomer in het uiterste zuiden, en hoewel het tot nu toe nog prachtig weer is geweest begint het toch stilaan iets te herfstig aan te voelen. Ik heb per slot van rekening maar 1 trui bij!
In de afterglow van de wezenloos coole Groovy Grape tour bleven we grotendeels samen in Adelaide. Ik had al enorm vaak "Adelaide is shit" gehoord, maar iedereen van ons was er behoorlijk weg van! Het is een volwaardige stad, maar dan zonder het overspannen metropolitan-gevoel van bv Sydney. De eerste dag hebben we de stad een beetje verkend, boodschappen gedaan, wat doelloos rondgewandeld en de free WiFi van de bibliotheek benut. De tweede dag zijn we naar Glenelg gegaan, het strandplaatje verbonden aan Adelaide. Beestige sushi gegeten!
Die avond wou de ATM mij geen centjes geven, hoewel ik er helemaal zeker van was dat er geen probleem kon zijn. Er bleek dus wel een probleem te zijn, en ik had even geen geld. Gelukkig was er net een actie en konden we voor $3 een Wicked van huren! Voorwaarde was dat we het binnen de drie dagen afleverden in Melbourne. De volgende dag ben ik dus lekker vroeg opgestaan en samen met Bernhard, een Duitse jongen, zo'n busje gaan halen. Bernhard wist van mijn situatie en zag er geen graten in om boodschappen en benzine voor te schieten tot we in Melbourne waren, tegen dan was mijn geld-stresske wellicht opgelost. Feitelijk wilden we allebei naar Perth, maar dit buitenkansje was iets te mooi om te laten liggen dus besloten we om vanuit Melbourne te vliegen. Vluchten vanuit Melbourne zijn sowieso goedkoper dan vanuit het kleinere Adelaide. Eerste stop in ons knalroze Elvis-busje was Glenelg, voor we de highway opgingen richting Melbourne.
We hadden geen wegenkaart, noch enig idee waar we heen moesten. Het gezicht van de bediende in de autowinkel toen we directies vroegen aan de hand van een 12cm groot kaartje van heel South Australia was onbetaalbaar. Gelukkig is alles hier best simpel dus we waren al snel op de juiste weg.