Het wetsontwerp inzake de erkenning van
dertien beroepsorganisaties voor alternatieve geneeswijzen werd woensdag 10
novemberdoor de Senaat
aangenomen. Laat meteen duidelijk zijn dat hiermee niets is gezegd over de
werking van alternatieve geneeswijzen in kwestie. Omdat een beroepsorganisatie
door een aantal politici op de kaart wordt gezet, wordt de efficiëntie noch
werkzaamheid van alternatieve behandelingen erkend. De enige reden tot
goedkeuring van het wetsontwerp was de juridische druk.Ik citeer de heer Vandenbroucke: een
overheid die ernstig bestuurt, [is] het aan zichzelf verplicht [ ] een wet
waarvan men de uitvoering voor de rechtbank kan eisen en met
succes eist, ook uit te voeren. (BS, Handelingen 10/11/10, p.7) De heer Vandenbroucke stelt echter ook
klaar en duidelijk: Men mag de mensen niet laten geloven
dat de sociale zekerheid in de toekomst alle therapieën op dezelfde wijze als
de evidence-based medicine zal vergoeden. (ibidem)
De 1700 beoefenaars van de alternatieve
behandelingen verenigd in de organisaties waarvan sprake willen maar al te
graag hun discipline als wetenschappelijk laten passeren. Wie kan het hen
kwalijk nemen? De politici hebben hen met de erkenning van het beroep alvast
een plezier gedaan. Laat ons echter een kat een kat noemen. De alternatieve
behandelingen zijn niet gestoeld op en evenmin bevestigd door wetenschappelijk
onderzoek. Ze betreffen levenshoudingen en oefenen enkel daarom een belangrijke
functie uit voor wie erin gelooft. Anders gezegd, de senatoren hebben aan een
groep levensbeschouwingen willens nillens een wetenschappelijk aura verleend
en zodoende het volk een rad voor de ogen gedraaid.
Kijk, van zo'n uitspraak krijg ik het dus heen en weer. En ik kan wel meerdere redenen bedenken. Doorspekt met drogredenen, natuurlijk .
Deze uitspraak van Pascal Smet is destructief
Je gaat niemand tot handelen aanzetten door te zeggen dat niemand zo handelt. Dat wéét toch iedereen? Je zet kwaad bloed bij iedereen die wél hard werkt. Ik ga me niet verlagen en hier zeggen dat ministers ook maar beter wat meer zouden werken. Zo ver krijg je me niet. Ik denk er niet aan. Wat wél een feit is: proffen moeten lesgeven, onderzoek verrichten, publiceren, onderzoek leiden, onderwijs koppelen aan onderzoek, onderzoek populariseren, intussen meedraaien in de bestuursorganen. En dat doen ze, en dat doen ze graag.
Het is géén boutade!
Niks 'spitsvondigs', niks 'geestigs' bedoeld om wat zwakkers te zeggen. Neen, Pascal Smet kwetst. Zo scoor je niet.
Nog maar eens controleren
Ja, Smet gaat het onderzoeken. Of proffen wel genoeg werken. Proffen worden al gecontroleerd. Door studenten. Door een senaat. Door een visitatiecommissie. O ja, die audits worden voorbereid en dat kost tijd. Doen de proffen meestal in hun vrije tijd.
De dood van het onderwijs
Er is gigantisch veel onderzoek op het vlak van didactiek. Gi-gan-tisch! Vele inzichten worden effectief toegepast. De proffen zijn van ver en ver gekomen: het gewone hoorcollege kom je minder en minder tegen. Allerhande werkvormen worden geavontuurd en met succes. Meer studenten, nog meer studenten. Natuurlijk, want studenten leveren geld op voor de univ. Maar ze worden ook steeds beter en beter begeleid. Begeleiding? Jongens, meisjes, dat kost tijd. Nieuwe vormen? Worden bedacht, aangeleerd, uitgewerkt, toegepast. TIJD! Natuurlijk willen de rectoren meer proffen. 't Zal zijn! Meer studenten, kwaliteitsonderwijs ... maar wat zeg Smet: geen nieuwe krachten nodig. Waar denkt hij dan aan? Terug de grote aula's, de hoorcolleges, studenten die in de gang op monitors de lessen volgen? Wil hij daar dan heen?
Ik ben benieuwd wat dit grote genie als de toekomst van ons hoger onderwijs ziet. Ik ben benieuwd.
De Zevende Dag, VRT, 05/12/10. Ontslagnemend premier Yves Leterme wil zich verantwoorden voor het ontspoorde asielbeleid. Een bescheiden analyse.
Vanuit sociologisch standpunt. Beiden spelen
rollen: de rol van politicus enerzijds, de rol van journalist anderzijds. Wat
verwacht het publiek? Het publiek verwacht, gezien De Vadders reputatie, een scherp
en confronterend interview en een politicus die zich niet van zijn standpunt
laat afbrengen. Inhoudelijk kan van De Vadder emotionaliteit worden verwacht,
van Leterme dat hij zijn beleid verdedigt. Maar wat gebeurt er? Ze doorbreken
de verwachtingen en vallen uit hun rol. Leterme houdt zich hardleers aan zijn
verhaal en verliest geloofwaardigheid. De Vadder werpt de handdoek in de ring
en treedt uit zijn rol. Het publiek applaudisseert nauwelijks: dat is niet
verwonderlijk, omdat zij in de vreemde situatie ook niet meer weten wat te doen
en het houden op een beleefd handjeklap.
Vanuit argumentatief standpunt stel ik vast
dat Leterme niet bereikt wat hij voor ogen had. Hij wil zijn asielbeleid
verdedigen, maar omdat De Vadder het spel wijzigt door van rol te veranderen,
komt de aandacht niet op de inhoud van Letermes boodschap te liggen, maar op de
manier dat hij die brengt. Geen mens onthoudt wat hij te zeggen had. Het is
echter niet De Vadders verantwoordelijkheid, want Leterme laat De Vadder niet toe
het spel te spelen en dus herschrijft De Vadder de regels gaandeweg.
De Vadder lanceert de vraag: U bent deze week
in het buitenland geweest. Zou de asielcrisis anders zijn aangepakt, mocht u in
het binnenland zijn geweest? Leterme antwoordt met: Je kan het van korterbij
volgen, [wellicht doelend op het feit dat hij dan als premier dichter op de
zaak zou zitten], en begint dan aan een monoloog van drie en een halve minuut.
Dat is duidelijk een vooraf ingestudeerd stuk, met ingebouwde koppelingen naar
mogelijke vragen van De Vadder (die deze niet heeft kunnen stellen).
Er is coaching voor politici: zo leren
politici elke vraag naar hun hand te zetten door een kort antwoord te geven en
dan over te gaan naar het ei dat ze willen leggen. Carl Devos (UGent, interview
VRT Journaal Radio1 dd. 07/12/10) merkt fijntjes op: ietwat intelligente
politicus weet daar mee om te gaan. Letermes toepassing is zo transparant dat
het geen truc meer kan zijn.
Gaat De Vadder in de fout? Ik denk het niet.
Hij had na het monoloog opnieuw de vraag kunnen stellen en kunnen scoren. De
aanpak die hij tijdens het monoloog bezigde, is volgens de regels van de kunst:
de opponent terugbrengen naar de essentie en als dat niet lukt, de opponent
wijzen op het argumentatief onbetamelijke gedrag. Dat doet hij, maar ook dat
heeft geen effect. De discussie houdt dan ook op als het al ooit een
discussie is geweest.
Wees welkom, beste lezer! (tja, een salutatio is gewenst)
Een zoveelste blog! O, help.
Eerlijk gezegd, veel blogs heb ik zelf ook nog niet gelezen. Maar, toegegeven, het is het zoveelste kanaal om informatie in te winnen en te verspreiden. Vooral verspreiden - da's mijn vermoeden. Misschien eens een onderzoekje plegen naar het aantal keer dat blogs worden gelezen. Ja, het komt eraan, dat onderzoek. Beloofd!
Oei, is dit nu bindend?
Ik stel me meteen de vraag of wat hier allemaal komt te staan bindend is. Meteen ter verdediging: hier komen visies te staan. Nee, niet hoogdravend alhoewel, misschien wel eens een keertje die 'visies', maar in de betekenis van 'onderbouwde meningen'. Vind ik wel nodig, ja. Zijn visies bindend? Wel, ik 'verbind' me er wel toe wat zinnigs te zeggen. Wie het voorgaande niet zinnig vindt, is dan intussen al naar een andere blog. Dus, zinnige dingen beloof ik hier te plaatsen. Zelfs zinnige dingen inzake zin en onzin. Visies zijn dus bindend in zoverre ze beloften inhouden. Beloften moet je nakomen. Zelfs op een blog.
Van start gaan
Zal ik dan maar van start gaan met wat zinnigs te vertellen over Leterme en De Vadder? Ik geef graag toe dat zij me ertoe gebracht hebben te bloggen. Dank aan deze heren, dank aan jou voor het tot hier lezen van mijn tekst. Nu nog volhouden, en dan heb ik het vooral over mezelf.