|
Waar heeft Hij dat vandaan? Wat is dat voor een wijsheid?
Wat zijn dit voor wonderen? Mc 6,1-6
Jezus,
wanneer Je spreekt, wil ik geen bijbedenkingen
maken, maar je Woord met vreugde onthalen.
Ik wil met Je dansen en in je armen
alle moeilijkheden overwinnen.
Ik wil je Woorden fluisterend aan mijn oor,
in mijn hart voelen trillen als snaren van een harp.
Ik wil je volgen in de Tent van samenkomst
om privé door Jou bijgewerkt te worden:
binnengeleid in je intimiteit en je onderricht.
Ja, Jezus,
ik geloof dat Je mij geneest.
Dat elke ontmoeting, elk woord,
elk gebaar van Jou me optilt
en lichtvoetig laat dansen:
een ode aan het leven,
een lofzang voor mijn Bruidegom.
Jezus,
Jouw genade is mij genoeg!
Mijn zwakheid weet Jij tot een goudmijn
aan mogelijkheden te maken.
Alles wat nietig is en klein
hulpeloos en gekwetst
trekt je aan als een magneet.
Jouw genade is mij genoeg!
Wonderen stralen uit je handen,
lichtend fonkelen ze als sterren
aan de hemel.
Jouw genade is mij genoeg!
Op jouw Woord zal ik gaan,
waar Jij met mij op weg verlangt te gaan;
waar Jij met mij een oproep wil doen;
waar Jij met mij feest wil vieren
Jouw blik in de mijne.
Jouw arm om me heen.
Jouw voet naast de mijne.
Jouw genade is mij genoeg!
|
