Ik maak u tot vissers van mensen: Mc 1, 14-20
Jezus,
Je oproep tot bekering
en geloof in de Blijde Boodschap
blijft ook nu doorklinken.
Toch zeggen wij met z'n allen: " Ja, maar..."
We zijn overtuigd, dat ànderen zich moeten bekeren;
we drukken onze ergernis uit en ongeduld,
omdat er zoveel kwaad en ongerechtigheid heerst,
ziekte, corruptie, uitbuiting, oorlog...
Maar, maar, maar, zijn 'wij' niet aan bekering toe?
Jezus, open onze ogen
voor onze eigen oproep, voor we anderen
beschuldigen of willen bekeren.
Leer ons eerst zelf achter te laten,
los te laten wat niet klinkt
als een Blijde Boodschap in onze woorden.
Maak ons leven tot een gelovige getuigenis
in daden, waar niet-gelovigen een inspiratie
of minstens een bevraging bij voelen opkomen.
Ja, het kan, want Jezus, Je leefde alles voor.
Zij, die op je golflengte zaten, waren in staat
mee te gaan en Je te volgen, stap na stap.
Je boodschap kiemde in hun hart.
Je gaf je Levend Water: bevestiging,
vertrouwen en vooral veel hoop!
Jezus, ik wil me niet blindstaren op wat
Petrus, Andreas, Johannes en Jakobus
wisten achter te laten.
'k Voel me klein en zondig en
heb de hele dag bekering nodig.
Maar Jij kan me altijd in kleine dingen
bijsturen: mijn denken over situaties
en mensen met begrip en geduld
laten evolueren;
mijn woorden door het mooie,
het edele, het goede laten inspireren;
mijn daden,-hoe klein ook-met een warme
glimlach door je H. Geest laten omgeven.
Misschien vraagt men ooit:
"Waarom doe je dat? Waar haal je de kracht?"
Kom, Heilige Geest, bekeer mijn felle hart!
|