Hoe dikwijls vergeven?: Mt 18, 21-35
Jezus,
hoe weinig heb ik zicht op mijn zondigheid en
mijn eigen onbarmhartige reacties?
Jij kent mij en ook al hou Je van mij,
Je bent niet blind, maar ongelooflijk vergevingsgezind!
'k Moet nog maar even naar Je opkijken en Je opent
royaal je armen. Je knielt bij me neer om me te troosten,
als ik hervallen ben in dezelfde hebbelijkheden.
Jezus,
ik ben als een put zonder bodem,
die Je steeds opnieuw probeert te vullen.
Word Je dat dan niet moe?
Hoe komt het, dat Je steeds blijft 'geven en ver-geven'?
Je zegt me: 'Spons erover; volgende keer beter.
Ik hou van je!
Kom hier en droog je tranen. Kijk naar Mij!
Je zal met moed terug kiezen voor het goede!'
Ja, Jezus, dank Je!
Maar eerlijk... toch maar voor een tijdje
en dan is het weer hetzelfde!
Ik heb aan Jou een prachtig voorbeeld en er zijn ook medemensen,
die precies een 'aangeboren' goedhartigheid hebben;
iedereen excuseren en vrij pleiten, ook al ligt de schuld er dik op.
Sommigen zijn precies van nature geduldig
en laten zich bedotten uit een soort medelijden,
dat -op 't eerste zicht- lijkt op domheid.
Neen, het is Jouw Geest die werkzaam is!
Jezus, Je geeft je eigen Liefde door en
licht een tipje op van de sluier tot Je eigen Hart.
Je laat me iets ontdekken en zien om me te helpen.
Dank Je, Jezus,
voor de vele mensen van goede wil,
die in mij en anderen blijven geloven.
Dank Je, voor de woorden, die aanmoedigen
en verder kijken dan het negatieve.
Dank Je, dat Je zelfs aan mij je Liefde laat doorgeven.
Je overschrijdt de grenzen in gulheid en mededogen.
Je verbrandt het verborgen archief
van alles wat beschamend is. Je gooit er zand over
en zegt: 'Ik vergeef het je van harte, tot 7X70X!'
'Mijn hart zingt voor de Heer, Magnificat!'
|