Petrus wandelt over het water: Mt 14, 22-33
Toen hij merkte hoe hevig de wind was, werd hij bang;
hij begon te zinken en schreeuwde:
"Heer, red mij!"
Terstond stak Jezus zijn hand uit en greep hem vast,
terwijl Hij zei: "Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld?"
1 Kon 19,9a.11-13a : eerste lezing
Op de storm... ,de aardbeving...het vuur...
volgde het suizen van een zachte bries.
Jezus,
soms lijkt het lang te duren voor je uur
is aangebroken om je reddende kracht
in ons leven duidelijk te maken.
We geraken in stormen verzeild, die ons innerlijke
windwijzertjes doen zot draaien op de kerktoren.
De grond schuift onder ons vandaan als
bepaalde zekerheden...personen soms wegvallen
waar we, als op een rots, durfden vertrouwen.
Wanneer al onze menselijke reddingsboeien wegdrijven,
kunnen we enkel nog schreeuwen zoals Petrus:
"Heer, red mij! Heer, red ons!"
In het beste geval hebben we al 'een grot' opgezocht
om in stilte te bidden, te luisteren ...
om een stap naar Je toe te zetten en te leren loslaten.
We zijn niet altijd schuldig aan wat ons overkomt;
er is zoveel goede wil en toch loopt het soms mis...
De tegenwind is te sterk, de angst en het ongeloof
steken de kop op en we zinken erin weg.
Een nieuwe schreeuw van heel diep,
-misschien alleen nog hoorbaar voor Jou-stijgt op.
De storm gaat liggen, de wind is als een zachte bries,
een teder en geruststellende aai op onze wang.
Jezus,
het spijt me.
Je hebt gelijk, ik moet nog groeien in dat grondvertrouwen,
dat Jij er altijd bent om me op te tillen.
Ik ben Je zo dankbaar. Met Petrus belijd ik van harte:
'Je bent waarlijk de Zoon van God!'
Je bent mijn Redder, mijn Rots in de branding!
|