|
Mt 19, 26-33: Wees niet bang
"Wees niet bevreesd, gij zijt meer waard dan een zwerm mussen.
Ieder die Mij bij de mensen belijdt, zal ook Ik
als de mijne erkennen bij de Vader die in de hemel is."
Jezus,
Je weet hoe we ons arm, klein en nietig kunnen voelen,
als een musje dat tegen het raam is gevlogen
en daar ligt na te hijgen van pijn en doodsangst.
Maar in Jouw handen zijn we veilig.
Je redt ons. Je strijdt voor ons leven!
Telkens weer kom Je tegen ons zeggen:
"Wees niet bang! Ik ben er. Vrede!
Vertrouw me alles toe. Leg het in mijn handen.
Ik draag je in mijn Hart. Op Mij kan je rekenen.
Je bent meer waard dan een zwerm mussen.
Je bent van Mij! Ik hou van je !"
Jezus,
ik hoor het Je zeggen. Het doet zo'n deugd.
Ik ben misschien wat traag van begrip,
want hoe dikwijls heb Je me dit ingefluisterd?
Ik ga er op nieuw aan beginnen!
Wat ik ook zie of hoor om me heen
dat als bromvliegen rond mijn oren zoemt
aan kritiek of roddel...
Jouw Stem is de zachte bries in mijn hart;
de rustige melodie die mij
telkens weer tot rust brengt.
Voor Jou zal ik blijven uitkomen en kiezen
voor de armen en hen die eenzaam zijn
voor de mensen die het moeilijk hebben,
voor hen die men oninteressant vindt,
voor hen die als 'irritant' beschouwd worden,
voor hen die altijd gelijk willen halen, voor ...
Ach, Jezus, we zijn met zovelen,
maar Jij zegt toch tegen ieder van ons:
"Voor jou wil Ik er zijn. Nu en altijd! Wees niet bevreesd!"
'Een loflied voor de Heer heel mijn leven,
een psalm tot het laatst voor mijn God!' (Ps 146)
|
