Palmzondag: Mt 21,1-11
Jezus,
ik hoef Je niet te vragen
of Je een ezeltje nodig hebt zoals ik,
want Je hebt me al uitgekozen en
aangeworven om Je rond te dragen.
Ik wil Je danken, omdat Je mij zo jong reeds
hebt gevraagd mee op pad te gaan.
Dat ik Je van zo nabij mocht beluisteren:
niet 'buiten mij' van horen zeggen alleen,
maar diep 'in mij' klinkt Je stem.
Ik wil Je danken voor de apostelen,
die me bij Je brachten en me
over Jouw verlangen hebben verteld.
Ze deden het echt heel goed en
ik was zo enthousiast en fier.
Jezus,
ik hoef Je niet te vragen
of Je mij ziet zingen en dansen van vreugde,
want Jij bent al altijd mijn Koning geweest.
'Christus Koning' was mijn jaarlijks toewijdingsfeest.
Elke Eucharistieviering zing ik in mijn hart:
"Hosanna, hosanna, de Koning komt
in de Naam van de God van Israƫl!"
Als 'wuivende palmen' zwaaien mijn armen:
"Welkom, Jezus! Jij bent de Koning van mijn hart!"
Jezus,
ik hoef Je niet te vragen
wie Je bent, waar ga Je naartoe
of wat ben Je van plan,
omdat ik wel met Je mee wil gaan.
Toch laat Je me telkens netjes terug thuisbrengen
en inderdaad ik stribbel niet tegen,
want ik ken het verhaal van Je aardse leven...
't wordt elke keer een beetje meer mijn eigen verhaal.
Je wacht tot ik er klaar voor ben
mijn eigen kruis op te nemen. Dank Je.
Jezus,
Je kent me beter dan wie ook en dan ik mezelf ken...
Aan Jouw Geest vertrouw ik me toe;
op Jouw uur, hoop ik mee te kunnen gaan,
stap voor stap.
|