Joh 4,5-42: Jezus ontmoet de Samaritaanse vrouw
v7 "Geef Mij te drinken."
Jezus,
Je gaat elke mens tegemoet met een groot vertrouwen.
Niets houdt Je tegen
om van mens tot mens te spreken.
Waarom ook? Voor Jou is elke mens
een broer of zus, een kind van de Vader!
Toch is het voor veel mensen ongewoon.
Dat Je zelf in nood bent, Je kwetsbaar opstelt,
iets vraagt dat de ander Je kan geven,
doet het ijs onmiddellijk breken.
Je manier van evangeliseren spreekt me enorm aan!
Je werkt in feite met de vragen en reacties van de mensen zélf.
Je maakt ze meer en meer nieuwsgierig naar Jou.
Je eigen openheid werkt aanstekelijk!
Jij bent de waterput waarin we diep kunnen afdalen,
naar het geheime verlangen van ons hart,
op zoek naar dat Levend Water, dat alle dorre
en uitgedroogde plekken in ons hart kan bevloeien.
Jezus,
Wie ben Je voor mij? Wie mag Je voor me zijn?
Laat ik Je wel voldoende toe in waarheid?
Je hebt er een handje van weg om me nieuwsgierig te maken.
Het mysterie van de aanbidding in geest en waarheid;
wie is er daar al in bijgeschoold?
Eén ding is zeker:
ik verlang naar het uur dat ik bij de ware aanbidders hoor
die de Vader in geest en waarheid aanbidden.
Als het zo is dat Hij ernaar op zoek is,
dan voel ik me toch echt wel aangesproken.
Kom, Heilige Geest,
kom mijn kruikje vullen,
want wat zou ik Jezus te drinken kunnen geven,
dat ik niet eerst heb ontvangen van Jou?
Heilige Geest van God, vul opnieuw mijn hart!
Dan zal ik over Jezus getuigen en anderen bij Hem brengen,
die -net als ik- door Hem tot geloof zullen komen.
En dan... zal de Vader blij zijn!
|