Jes 35, 1-6.10
'Ze zullen de Glorie van de Heer aanschouwen
en de Luister van onze God.
Maak slappe handen sterk,
geef kracht aan knikkende knieën.
Spreek tot allen die de moed verloren hebben:
Vat moed, vrees niet: Uw God komt
om u te vergelden en u te redden...
Zij zullen vreugde verkrijgen en blijdschap,
pijn en gejammer nemen de vlucht.'
Jezus,
terwijl Johannes de Doper overrompeld is
door een nacht van niet-weten in de gevangenis,
overgeleverd aan wreedheid en onrecht,
richt hij zich tot Jou, Jezus, met de vraag:
"Zijt Gij de komende, of hebben wij een ander te verwachten?"
Hoe menselijk en ontroerend mooi ook,
omdat Je hem het licht schenkt dat hij nodig heeft.
Je geeft hem de kracht om telkens weer Herodes te confronteren,
om hem te doen twijfelen en hem eventueel nog te bekeren...
Je geeft hem de moed om trouw te blijven aan zijn zending,
trouw tot het uiterste! Hij zal niet onvruchtbaar sterven.
Hij zal zijn wegwijzersrol naar Jou tenvolle hebben beleefd!
Dank Je voor Je bevestiging!
Jezus,
mijn handen verslappen snel bij tegenstand.
Mijn knieën knikken van angst als invloedrijke mensen
autoritair en dreigend uit de hoek komen.
Het opgeven is verleiderlijk,
als men het persoonlijk speelt
en aan mijn reputatie zit te knabbelen.
Het leven vloeit dan precies weg uit mij.
En toch, ik weet dat Jij elke kreet om hulp hoort
en op Jouw manier beantwoordt.
Jezus,
ik wil er blijven voor gaan mensen naar Jou te verwijzen
en niet zomaar mee te praten of te zwijgen
als het er ver over gaat!
Jouw waarheid zal de mijne blijven!
Je maakt me sterk en geeft me moed
om stand te houden als christen.
De vreugde die Jij schenkt,
de intimiteit van Jouw Geest,
daar gaat niets boven!
"Ik zend Mijn bode voor u uit om Mijn komst voor te bereiden."
"Hier ben ik, Heer, om Uw wil te doen!"
|