Lc 16, 19-31: Lazarus en de rijke vrek.
Jezus,
misschien is er dankzij dat verhaal
toch al veel veranderd in de wereld?
Anderzijds is het allemaal zo herkenbaar gebleven.
Met een ijsje of een warme wafel in de hand
voorbijlopen aan straatbedelaars,
Waarom zou je je schuldig voelen,
als je na een zware werkweek
eens geniet van iets lekkers?
Er zijn zoveel voorzieningen,
zoveel vrijwilligers in alle sectoren
aan de slag om armen bij te staan
zowel materieel, psychisch als medisch...
En wat als Je iets anders bedoelde, Jezus?
Waarom moest die rijke na zijn dood
nog persé zeggen:"Geef Lazarus de opdracht
de top van zijn vinger in water te dopen
en mijn tong daarmee te komen verfrissen..."
Als een heerser zijn invloed laten gelden
en dan nog bepalen ook
hoe hij het allemaal wil uitgevoerd zien...
Jezus,
wil Je ons duidelijk maken
dat we allemaal parels zijn in Jouw hand:
geliefd, mooi, waardevol?
Jouw Liefde is zo uitzonderlijk,
omdat Je niet bij het uiterlijke, de status
de bankrekening, de successen blijft staan.
Je kijkt naar ons hart.Je kent ons door en door.
Het lijden, de eenzaamheid,de mislukking,
de verwerping, het onrecht dat ons overkomt
doorboort Je Hart.
Je leeft mee. Je kon genieten aan tafel,
maar Je liet je storen en overweldigen
door de mens in nood.
Rijk of arm, één voor één zijn ze
voor Jou alle aandacht en inzet waard.
Je kijkt ons in de ogen. Je spreekt ons aan
bij onze naam.
Jezus,
naar Jou wil ik opkijken.
Me in aanbidding voor Jou zetten.
Kom me genezen, mijn wonden verzorgen.
Geef me Je ogen, Je Hart, Je Heilige Geest.
Laat Je vergeving mijn hart zuiveren,
Met Jou wil ik de wereld
herontdekken!
|