Lc 5,1-11
Jezus,
ik had er wel graag bij geweest
aan de oever van het meer van Gennesaret.
Maar nog het liefst in één van die twee bootjes.
"Vaar nu naar het diepe en
gooi de netten uit voor de vangst."
Waar wacht ik op?
Maar net als Petrus, heb ik al erg mijn best gedaan
en toch ben ik ontgoocheld, omdat ik niets
of zeer weinig heb gevangen.
Wanneer ik die oproep herlees en bemediteer,
dan krijg ik net als Petrus terug moed.
"Maar op Uw Woord zal ik de netten uitgooien."
Ja, Jezus, op Jouw Woord en wel
op het moment dat Jij het vraagt
en daar waar Jij me aanduidingen voor geeft
zal ik de netten uitgooien.
Ik herinner me, dat het niet altijd Jouw 'uur' is,
niet altijd het goede moment om te prediken,
niet noodzakelijk de massa,
waar ik naar op zoek moet gaan.
De netten dreigden te scheuren,
maar ze deden het niet. oef!
Ik smeek Je, Jezus,
houd me waakzaam in gebed
bij de vlam van de eenheid en de vrede.
Dat tweede bootje spreekt me echt aan.
Er kan gedeeld worden in het succes van deze vangst.
Ze is uitzonderlijk vruchtbaar, maar ze wordt
niet opgeëist door één bootje of één visser.
Er is een vorm van solidariteit en vriendschap zichtbaar.
Met hoevelen komen we afzonderlijk op mensen af
terwijl we allen eigenlijk putten uit Jouw Woord?
Geef ons de vreugde van het 'samen vissen'
en eer te brengen aan de Heer van ons leven.
Met Petrus kniel ik voor je neer, Jezus,
bewust van mijn zondigheid.
Het is een wonder dat ik niet kan verdienen.
Het is zo mooi hoe Je in mijn leven
momenten schenkt van onverwachte grote vruchtbaarheid
in seizoenen van enorme inzet, die niets schijnt op te brengen.
Je laat ons niet in de steek.
Je komt ons eenvoudige vragen stellen, een kleine dienst
en zie het geeft aanleiding tot een wonder.
Herhaal je woorden ook tot mij
en tot zoveel anderen die graag willen evangeliseren
"Wees niet bevreesd, voortaan zult ge mensen vangen."
Jou volgen, Jezus, wat een avontuur!
|