Inleiding
Ps126 behoort tot de 'bedevaartpsalmen'
en wordt gezongen onderweg naar Jeruzalem,
wanneer de temple al in zicht is.
Het is een steile tocht op de weg
van Jericho naar Jeruzalem,
maar vooral een spirituele tocht.
Wanneer het verleden herdacht wordt
is het enkel om de toekomst beter te bezingen
en de hoop, die deels al voelbaar is,
nog meer aan te wakkeren.
Er zijn nog veel mensen verspreid geraakt
over deze aarde en die leven in ballingschap.
'Als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap
dat zal een vreugde zijn!'
Het is een thema voor alle tijden.
God wil graag alle volken laten thuiskomen bij Hem.
Hij wil hen bevrijden uit al hun verknechtingen
en dat allen dezelfde vreugde delen
'eindelijk thuis!'; 'Vrede op aarde aan alle mensen'
Dat is het streefdoel van God,
daarnaar zijn we op weg.
Ps 126
De Heer bracht Sions ballingen terug:
het was alsof wij droomden.
Toen lachten alle monden
en juichte elke tong.
Toen zei men bij de volken:
geweldig is het wat de Heer ons deed.
Geweldig was het wat de Heer ons deed,
daarom zijn wij zo blij.
Keer nu ons lot ten goede, Heer,
zoals een beek doet in de Zuid-woestijn.
Die onder tranen zaaien,
zij oogsten met gejuich.
Vol zorgen gaan zij uit
met zaaizakken beladen;
maar keren zingend weer
beladen met hun schoven.
God,
ik kan niet anders dan denken aan
al de vluchtelingen, die nu deze dagen
nog steeds overal in bootjes
en eindeloze trektochten de grenzen oversteken,
zonder vreugde op hun gelaat.
Ze zijn getraumatiseerd.
Hun ogen zijn dof en drukken
een immense verscheurdheid uit.
Velen hebben verschrikkelijke dingen
meegemaakt en gezien.
Ze zijn alles verloren en soms steelt men nog
het weinige dat ze bij zich hebben.
Deze psalm staat dus in schril contrast
met de huidige situatie van deze mensen.
En toch kan deze psalm de hoop
doen opflakkeren, als een freel vlammetje,
of als een klein krulletje rond de mond,
meestal het eerst te zien bij een kind.
En toch, ik bid Je God, stuur Je engelen uit
om deze mensen duidelijk te maken:
'Ik ben er voor Jullie!'
Zodat zij op hun beurt mogen zingen:
'Geweldig is het wat de Heer voor ons deed.'
Jij kan het lot van deze mensen
ten goede keren, Heer.
Jij kan een bron doen vinden in de woestijn.
Jij kan die stroom van tranen
tot een irrigatiesysteem maken
dat elk zaadje van vertrouwen
vruchten laat dragen.
Daar geloof ik in, daar hoop ik op, Heer.
Samen zijn we sterk. We zijn familie!
Laat ons samen naar 'huis' gaan,
optrekken naar de Tempel, waar Jij op ons wacht.
Ik wil elke vreemdeling, die ik ontmoet,
al is het een gewone student,
vriendelijk en attent benaderen.
Zijn of haar verhaal diep meedragen in mijn hart.
En Jouw Liefde voelbaar maken.
Het juichen zal misschien nog wat moeten wachten,
maar een glimlach van hoop op een betere toekomst,
daar geloof ik echt in. Jij staat er garant voor!
Het meest verstokte hart van de politiekers
zal Je doen smelten tot daadwerkelijk medeleven.
Ja, geweldig zal het zijn, wat Je voor hen doet.
Eens zullen we juichen, dansen en zingen.
De oogst zal Jij mogelijk maken!
|