De Heilige Pater Damiaan
( Jozef De Veuster)
Jozef,
je bent een wereldwijde bekende geworden
een man met een enorme groot hart,
veel werkkracht ook en praktische geest.
Het kan niet dat iemand ongevoelig blijft
voor jouw inzet en roeping.
Je hoorde doorheen de vraag van je overste,
de vraag van Jezus, die je hulp nodig had.
Je aarzelde niet om mee te gaan
met alle melaatsten, die ze op Molokaï
gingen verbannen tot hun dood.
Wie kon toen geloven, dat je
dit zou blijven doen tot je zelf
ziek zou worden en sterven net als zij.
Maar je was een priester en je ging die
menselijk hopeloze situatie met veel nuchterheid
te lijf. Er moesten degelijke graven komen,
een kerk om in te vieren, huizen om in te wonen
i.p.v. krotten voor terdoodveroordeelden, scholen.
Je bestelde instrumenten om een fanfare op te richten.
Er zou GELEEFD worden zo menswaardig mogelijk.
Je hield er de hoop in dat eens deze ziekte zou
tegengehouden worden of zelfs overwonnen.
Met je fotoapparaat werd alles
voor de wetenschap vastgelegd.
Je experimenteerde zelfs later op jezelf
met alle mogelijke medicijnen en behandelingen.
Ja, je was heel nuchter op al die terreinen.
Een mens gaat morgen niet dood van lepra,
je zou zorg dragen voor dat lichaam zolang je kon
en zelf verbanden leggen, wonden verzorgen,
zweren uitwassen...
Niets was je teveel, te vies of te gevaarlijk.
Je ging op bezoek bij mensen die het
niet meer zagen zitten en ging met hen eten.
Een vriend als Jezus bij hen aan huis;
Je was steeds met de buitenwereld in contact
en kreeg hulp van alle kanten, ook
van andersgelovigen en andersdenkenden.
Je was je tijd veel vooruit.
Hoe kon je dit op die manier beleven,
dag in dag uit?
Je bleef trouw Eucharistie vieren, echt VIEREN!
Je bleef biechten, want met je opvliegend karakter
kon je wel eens serieus over de schreef gaan.
Maar je bleef het Woord van Jezus trouw lezen
en bemediteren, om het zo levensnabij mogelijk
toe te lichten.
Op een dag heb je dan : "Wij, melaatsen" gezegd.
Ik krijg er nu nog de tranen van in de ogen.
Het moest er van komen hé!
Hoe zei Jezus het ook weer tegen de Emmaüsgangers?
" Moest de Messias dat alles niet lijden
om zo zijn glorie binnen te gaan?"Lc 24,26
Je volgde Jezus tot het uiterste in je inzet
voor de heel concrete liefde t.o.v.
deze zieke, opgegeven mensen van vlees en bloed,
onze broers en zussen in de Heer.
Je bent een reus van de liefde geweest.
Velen zijn geïnspireerd door jou en blijven
zich inzetten voor de onaanraakbaren,
de ongeneeslijken, de uitzichtlozen.
Maar je zou zeggen:
"Niet ik maar Jezus Christus moet je inspireren,
Hij is de Bron van liefde en LEVEN."
Dank je, Damiaan!
|