"De engel Gabriël werd door God gezonden
naar een stad in Galilea, Nazaret." Lc 1,26
Maria, je woonde in een stadje dat voor sommigen
(o.a. de apostel Filippus)
geen al te goede faam had.
Hij zei toen hij voor het eerst over Jezus hoorde:
"Uit Nazaret? Kan daar iets goeds vandaan komen?" Joh 1,46
Toch blijkt God juist Nazaret
uit te kiezen en komt bij jou uit.
Maria, kom me begeleiden,
wees mijn gids.
Jij hebt je zo intens laten begeleiden
door de engel Gabriël en door de Heilige Geest.
Je hebt je laten aanspreken in je diepste diep.
Ik wil me ook zo laten aanspreken,
begeleiden, ten diepste laten raken.
Ook in mijn 'Nazaret' wil ik
openstaan voor Gods verlangen in mijn leven.
Help me, Maria,
geef me goede raad.
"Verheug je, Begenadigde, de Heer is met u." Lc 1, 28
Maria, vandaag wil ik samen met jou
die vreugde van God omwille van mij
echt helemaal binnenlaten.
Het doet zo'n deugd te weten
dat iemand blij is dat je er bent,
dat je leeft. Hoe dikwijls zeggen we
dat tegen elkaar? We vinden het
té vanzelfsprekend.
We drukken vaak uit wat ons stoort,
ontgoochelt en ergert.
De engel zegt, dat ik me mag verheugen,
dat ik een gezegende ben.
Dat de Heer me nabij is,
hier en nu!
Ben ik een zegen, een vreugde
voor God, voor de anderen?
Ben ik dat echt?
Het is zo hartverwarmend,
dat ik alles wil doen om ook
een engel van de Blijde Boodschap te worden.
|