Joh 3, 14-21
'16 God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon
gegeven heeft, opdat iedereen die in Hem gelooft,
niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
17Want God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden
om de wereld te oordelen, maar om de wereld
door Hem te redden.
20 Iemand die het kwade doet, haat het licht
en gaat het licht uit de weg; hij is bang
dat zijn daden ontdekt worden.
21Een oprecht mens zoekt het licht op;
dan blijkt dat hij gehandeld heeft in verbondenheid met God.'
Jezus, Jij bent het Licht van de wereld.
Je bent gekomen om ons te leren leven in liefde.
Het kwade dat we doen, dat ik doe...Je vergeeft het
telkens als we er oprecht spijt van hebben.
Wat een vreugde, dat we steeds opnieuw
op Jouw vergeving mogen rekenen.
Maar het is niet altijd gemakkelijk de waarheid te erkennen;
onze stommiteiten te bekennen,
onze verkeerde gedachten en intenties,
ons verraad en onze kwetsende woorden ...
Jezus, ik weet dat het een teken is van vertrouwen
als we de waarheid durven zeggen.
Ik heb er niet altijd de moed toe. Vergeef me, Jezus.
Jezus,
laat me niet kiezen voor zelfbevestiging, als ik iets goed heb gedaan.
Jij bent het Licht en het is aan Jou om het goede te belichten.
Laat me heel dankbaar zijn als men mij voor iets bedankt,
maar laat me er niet naar hengelen.
Breng me tot dat vrolijke licht, dat ik met Jou
anderen kan bevestigen en blij maken.
Leer me samen met Jou het kwaad van anderen bedekken
en het te vergeven.
Kom, Heer Jezus,, met de goedheid en de vreugde van Jouw Hart
en laat het oplichten in al mijn ontmoetingen.
Dank je, Jezus.
Jezus,
kom kwaadsprekerij vervangen
door woorden van licht en bevestiging.
Kom alles wat kwestend overkomt vervangen
door fijngevoeligheid in vriendschap.
Kom ruzies van gelijk en ongelijk vervangen
door luisterbereidheid en helder begrip.
Kom droefheid en eenzaamheid vervangen
door hartelijkheid en warme nabijheid.
Dank je Jezus,
dat je de duisterenis in ons leven
tot helder licht wil omvormen.
|