Even wennen is het in begin wel wanneer je merkt dat er geen punten zijn en je pas ongeveer om de 5 bladzijden kan stoppen met lezen. Dit went na een tijdje; je leest dan echt alsof er punten zouden staan. Het verhaal begint wat zwakjes -in het begin is er zelfs niet echt sprake van een verhaal, louter seksscènes- , maar tegen het einde komt het heel goed op gang. (misschien ontdek je wel een soort verhaal in het begin als je het boek voor een tweede keer leest, maar nu voor de eerste keer te lezen vond ik het een zeer hectisch begin) Vooral de zeldzame stukken waar Geeraerts een bijna filosofische intermezzo in het verhaal steekt, vermengd met zijn waarnemingen en gewaarwordingen vind ik zeer sterk. Al bij al een goed boek dat mijns inziens toch een redelijk realistisch beeld geeft over wat het vroeger moet geweest zijn in "de Kongo"
...indien [marihuana en peyotl] vrij konden verkocht worden zoals de door kloosters en kapitalisten gebrouwen biersoorten, dan zouden de kranten vol staan met berichten als "de kardinaal met stront besmeurd tijdens de pontificale hoogmis" (...), enzovoort
Vandaag uitgelezen, en ik moet zeggen dat dit boek toch wel wat indruk op me gemaakt heeft. Wat begon als een ver-van-mijn-bed-seksshow groeide in de laatste zestig pagina's toch nog uit tot een sterk verhaal. Mooie beschrijvingen, de wanhoop in zijn gruwelijke angstdromen: voor de tweede keer verandert Geeraerts grondig van toon. Een mooi slot voor een boek dat bewijst dat ook slecht begonnen half gewonnen kan zijn.
...ha vrouwen zoals ze moeten zijn, nauwkeurig afgestelde, soepele machines, speciaal geconstrueerd voor de eredienst van de Fallus...
Aanbeland op pagina 118, is de thematiek van het boek wel enigszins veranderd: waar in het eerste deel (voor de dood van Mbala) het "verhaal" een middel was om van de ene avondlijke seksscène naar de andere te springen, wordt nu het (reis)verhaal, zo je wil, ingekleurd met seksscènes. Een fijn gevoel van avontuur bekroop me bij het begin(de wilde autorit) van zijn veertiendaagse vakantie met Cathérine de Bora. Geeraerts toont meer dat hij een schrijver is, beperkt zich niet enkel tot het neerpennen van de daad, maar schetst ook een kader. Een mooi (absurd humoristisch) voorbeeld hiervan is het trio met Pinto en Monica. Zijn visie op de onbenulligheid van de (christelijke) godsdienst komt enkele keren naar voren, alsook zijn interesse in de sterrenwichelarij en de daarmee verbonden sterrenbeelden.
...terwijl ik een beetje poeder aannam dat naar beendermeel en gemalen kiezel smaakte...
Vandaag las ik opnieuw pagina 7 tot 49, die ik in het begin van de kerstvakantie ook al gelezen had. De tweede lectuur veranderde niets aan mijn perceptie, waarschijnlijk simpelweg omdat dit niet zo'n boek is waarvan je perceptie verandert bij een tweede lectuur. Onophoudelijke seksverhalen; een reeks die op pagina 44 welkom doorbroken wordt met een matige beschrijving van een drugstrip... Later meer.