Een Belg, een Fransman en een Nederlander maken een tocht door de rimboe. Ze kappen hun weg door de planten heen. Tot ze opeens omsingeld zijn door kannibalen. De opper-kannibaal zegt: "We gaan jullie opeten en daarna van jullie huid een kano maken. Maar jullie krijgen natuurlijk eerst een wens, want we zijn natuurlijk wel beschaafde mensen. Je mag niet wensen dat je weer vrij bent, want dat doen we natuurlijk niet..." De Belg zegt: "Ik zou graag een laatste sigaretje willen." De opper-kannibaal knipt met zijn vingers en er wordt een sigaretje gebracht. Als de Belg de sigaret opheeft, stropen de kannibalen zijn huid eraf, eten het vlees op en maken daarna van de huid een kano. De Fransman zegt: "Mijn wens is een laatste biertje." De opper-kannibaal knipt met zijn vingers, en er wordt een biertje gebracht. Als de Fransman het biertje op heeft, wordt zijn huid eraf gestroopt, eten de kannibalen het vlees op en maken va de huid een kano. Dan zegt de Nederlander: "Ik wil graag een vork." De kannibalen kijken elkaar een beetje raar aan. De opper-kannibaal knipt toch maar met zijn vingers en er wordt een vork gebracht. De Nederlander pakt de vork. Hij begint in zichzelf te prikken. " *prik* Van. *prik* Mij. *prik* Maak. *prik* Je. *prik* Geen. *prik* Kano!"