Onze fietstocht naar Compostela
Inhoud blog
  • Ten slotte
  • Als mijn achterwerk kon spreken - een pelgrimsbeschouwing
  • God en de bries - een pelgrimsbeschouwing
  • laatste foto's en filmfragmentje
  • Dag 21 : In Santiago

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    30-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ten slotte
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    We zijn nu al enkele dagen terug thuis. Onze luttele bagage is uitgepakt, de fietsuitrusting ligt na een goede wasbeurt in de kast.  Ook de fietsen zijn aangekomen, we hebben ze van alle Franse en Spaanse modder ontdaan en naar de fietsenmaker gebracht die de arme vehikels zal doen vergeten dat ze ons tweeduizend driehonderd vijftien kilometer ver hebben gevoerd. Onze spieren, knieën en zitvlak voelen weer aan alsof Santiago enkel maar een naam op de kaart van Spanje was.  Maar Santiago zit wel degelijk in ons, zoals een druppel olie die een steen wel niet anders maakt, maar langzaam vervaagt terwijl hij hem zachtjesaan helemaal doordringt. 
    We zijn blij met de vele blijken van sympathie toen we vertrokken en toen we onderweg waren : de moderne communicatiemiddelen hielden ons op de hoogte.  En nu we thuis zijn krijgen we van vele kanten felicitaties.  Ook dat doet deugd, want het zou natuurlijk valse bescheidenheid zijn als we onze fysieke en mentale inspanningen minimaliseerden : het is echt wel een zware onderneming.  Maar toch is het overheersende gevoel geen trots. Je vertrekt niet als pelgrim, pelgrim word je onderweg, onder meer door de ervaring dat je zelf veel kunt bijdragen, maar dat je de meeste dingen niet in eigen hand hebt. Die mag je zomaar krijgen.  Wat er dus vooral nablijft is een grote dankbaarheid dat we dit hebben mogen kunnen.

    We werden wel eens gevraagd naar het waarom van onze pelgrimstocht.  Een moeilijke vraag, want er zijn zovele 'daaroms', sommige duidelijk, andere vaag of onuitgesproken, sommige misschien zelfs onbewust, want alle hangen ze ergens vast in dat grote netwerk van indrukken, overtuigingen, waarden, gevoelens, ervaringen, ..., dat ons hele leven omspant.
    Je kunt op vele manieren naar iets kijken, de pelgrim leert relativeren en nuanceren, en toch zijn eigen kern ontmoeten.
    Zo waren wij de zaterdag van de tweede week in Burgos.  In de herberg hadden ze gezegd dat er 's avonds nog een pelgrimsmis was in de kathedraal, en wij daar naartoe. Die kathedraal is zo'n schitterend gebouw dat je daarvoor alleen al het hele eind zou fietsen.  De mis ging door in een aparte kapel van ruime afmetingen.  Ze heeft de vorm van een balk en is op zijn Spaans overdadig gedecoreerd.  Vooral de frontmuur is indrukwekkend : over de hele breedte en tot aan de hoge zoldering is het één wemeling van figuren, blote engeltjes, beelden, schilderingen, draaiingen en krullen, en dat allemaal bijna helemaal in het goud.  Toen de priester, met een gouden kazuifel, naar het tabernakel ging dat in die wand was ingebouwd, zag je hem ineens niet meer staan. Of je het nu mooi of lelijk vond, het was overweldigend.  En dat was wellicht de bedoeling van de rijke opdrachtgevers lang geleden, zal een kritische geest denken.  Eens lekker laten zien hoe groots en rijk en machtig ze wel waren.  Maar de vrome gelovige vindt het een passende eerbetuiging aan God en zijn heiligen voor wie geen enkele lof genoeg kan zijn. De pelgrim die er een penning voor offerde zag het als kans om zijn zonden af te kopen. Voor de kunstenaar die het ontwierp was het dè kans om zijn kunnen te tonen, maar de gewone ambachtsman die er voor een hongerloon aan kapte en houwde zal er wel het zijne van gedacht hebben.  Om maar te zwijgen van de arme indiaan die het goud opdolf en daarna in naam van vorst en God bestolen en vermoord werd...
    Zovele bedoelingen, oordelen, gezichtspunten.  Zo werd die reuze altaarwand een beeld van onze tocht met zijn vele mogelijke waaroms en daaroms : een aandrang, een overtuiging, jezelf bewijzen, je fysieke krachten meten, een scharnierpunt in je leven zetten, wat negatief is laten wegvegen, je geliefden met je meedragen, danken, ervaringen opdoen, genieten van de schoonheid, ...  En zo wordt een pelgrimage ook een beeld van je hele leven met al zijn mogelijkheiden, zijn goede en minder goede bedoelingen, zijn genomen en gemiste kansen, zijn zonnige en donkere dagen. 
    Of hoe zo ver van huis een gouden altaarstuk je wat kan leren over je eigen zijn.

    Iemand vroeg : "Wat was nu het voornaamste, wat heeft u het meest getroffen ...?"  Als je daar al kunt op antwoorden en er één bepaalde ervaring kunt voor vinden, het zal voor ieder van ons toch verschillend zijn.  Een buitenstaander denkt wellicht dat de aankomst in die haast mythische stad voor de pelgrim het meest betekent.  Of dat hij het meest bewogen wordt wanneer hij voor het eerst heel in de verte de Sint-Jakobskerk ziet liggen. Persoonlijk was ik wel erg ontroerd toen we met onze fiets op dat plein naast de kathedraal aankwamen.  Bij mijn tochtgenoten werd dat gevoel flink gestoord door heel de toeristische drukte eromheen.  Frans zei dat het vertrek in Kontich-Kazerne met de mooie viering en de vele vrienden hem minstens zoveel had aangegrepen.  En voor ons alledrie was het moment bij het Cruz de Ferro een diep gebeuren. Maar Santiago zelf voelde geen van ons aan als de kern.  We hadden er na een dag niets meer vandoen.
    Wellicht ervoer ik het best de betekenis van de pelgrimstocht, toen we door de Landes reden.  Kilometers lange rechte wegen langs eindeloos uitgestrekte vlakten, velden of bossen.  Geen steile hellingen die het uiterste van je vergen.  Als je op een kilometerslange Pyreneeënklim ineens nog een stukje van enkele percentjes meer moet nemen, ik verzeker je dat je dan volstrekt aan niets meer denkt.  Maar in de Landes, waar je haast freewheelend tegen de dertig per uur door sjeest, daar kan je je gedachten wel eens laten afdwalen.  En dan kom je wel eens wat dode mensen tegen. Je overleden vader, familieleden, een goede vriend ... Ik hoorde er ook Rik Boeckx zaliger, de vroegere deken van Kontich.  In zijn vrije tijd was hij niet zozeer fietser, maar wel een fervent stapper, en daaraan ontleende hij zijn levensmotto : "Nur der Weg ist das Ziel".  Hij had gelijk : de weg alleen, dat is het doel.

    Ten slotte, het is een herhaling maar geen te veel, nogmaals onze dank aan allen die met ons meeleefden op onze tocht.  Internet en sms lieten het ons veelvuldig weten. We weten dat er hier en daar die hele tijd een kaarsje stond te branden en we kregen een speciale engelbewaarder mee.  Dank dus, en weet dat het wederzijds was.  Boven bij het Cruz de Ferro hebben we nog een tweede keer goed in die steen geknepen, om naast ons eigen zielke en onze dichte geliefden ook jullie intenties er in te leggen.  Bedankt allemaal.

    30-09-2010, 17:20 geschreven door franskoenleo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    27-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als mijn achterwerk kon spreken - een pelgrimsbeschouwing

    Naar Santiago trekken vereist een goede voorbereiding. Fysieke training is onontbeerlijk, maar je materieel moet ook in orde zijn.  De stapper heeft goede kousen en schoenen nodig, want zijn voeten zijn het voornaamste instrument om hem in Santiago te brengen.  De fietser heeft uiteraard volle aandacht voor zijn tweewieler met toebehoren, en voor zijn lieve lijf is zeker een goede koersbroek van belang.  Want, hoewel de voeten heel de tijd door op de pedalen worden gedrukt, het zitvlak krijgt het toch het meest te verduren.  Zo hadden ervaren langeafstandsfietsers me verteld, en van de mate waarin ze gelijk hadden was ik me maar een fractie bewust.  Vandaar deze nabeschouwing, een ode aan een onderschat en veelal verborgen onderdeel van ons vege lijf.  
    Het is misschien wat riskant in een pelgrimsverslag een artikel aan dit onderwerp te wijden.  Alleen de titel al kan bij sommigen aanleiding geven tot een besmuikt geginnegap.  Maar ook minder petomaan ingestelde geesten zouden wat meer spiritualiteit in de berichtgeving verwachten, en spiritualiteit pleegt men doorgaans niet te situeren een eindje beneden de onderrug. Toch is dit een kwestie van rechtvaardigheid.  Als sympathiserende buitenstaanders een pelgrim feliciteren om zijn geslaagde onderneming, dan denken zij daarbij voorzeker aan het geleverde spierenwerk.  Dat is uiteraard niet onterecht, maar dat de smart van het zitvlak niet in beschouwing wordt genomen is schrijnend.  Recht moet geschied.  Overigens, als ene Geoffrey Chaucer al meer dan zeshonderd jaar werelberoemd mag zijn om een verzameling scabreuze pelgrimsverhalen, dan mag ik toch wel, overigens in de grootst mogelijke deugdzaamheid, iets van de pijnlijke intimiteit ontbloten.
    Terzake.  De eerste dag was er niets aan de hand.  Vrolijk peddelden we langs de jaagpaden van Schelde en Dender en bereikten 's avonds zonder zorgen Doornik.  Ook de volgende dagen werden er geen verontrustende signalen vanuit de lagere regionen doorgestuurd, al was de behoefte om me met stijgende regelmaat even te verzetten op het zadel al een teken aan de wand.  Maar een smeerbeurt na het douchen 's avonds en voor het vertrek met de onvolprezen uierzalf zou het onheil wel tegenhouden, meende ik. Een boer moet leven van de spenen van zijn koebeesten, die smeert daar dus geen brol aan.  Alleen zit een koe natuurlijk niet met haar melkfabriek op een fietszadel, en eind de eerste week was het dus goed prijs.  Het anders zo comfortabele matrasje in mijn koersbroek leek op geen moment meer goed te zitten.  Het ongemak nam met het uur toe, en hoewel Sint-Paulus heel wat anders voor ogen had dan een fietserszitvlak, hij had toch gelijk : "Als één lichaamsdeel lijdt, dan lijden de andere mee".  Mijn balorige zivlak stookte de rest op : voeten begonnen in de schoenen te wringen, knieën deden pijn, dijspieren verstarden in woordeloos protest.  Die avond kwam ik afgepeigerd aan, smeerde voor het slapengaan een dubbele portie zalf en bad tot Sint-Jakob dat hij die twee pijnlijke schelpen van mijn zitvlak mocht halen.
    Of de goede man er voor iets tussen zat weet ik niet, feit is dat de volgende dag draaglijk was.  Op het einde van de middagpauze trok ik me even terug in het struweel, zodat de plaatselijke bevolking niet van slag zou raken bij de aanblik van een vetsmerende pelgrim. Zo kon het weer een paar uur verder tot aan de volgende halte.
    Die avond vonden we onderdak in een oude pastorie. Ze werd bewoond door drie ijverige nonnetjes, die in het bijgebouw een pelgrimsrefuge openhielden.  Daar lukte het me om de schade visueel in beeld te krijgen, wat eerder enkel voorzichtig tastend had gekund.  Van geboorte af behoor ik nu eenmaal eerder tot het type van de houtenklazen dan dat van de slangenmensen.  Maar in de toiletruimte van de refuge stond een spiegelkastje op de grond.  Waarschijnlijk bij gebrek aan een boormachine en wat pluggen hadden de nonnetjes het ding nog niet op hoogte gekregen.  In het gastenboek vond ik later de klacht van een pelgrim die dat wel wat lastig vond bij het scheren, maar voor mij kwam het goed uit.  Zonder me te moeten wagen aan gevaarlijke hoogstandjes kreeg ik nu een blik op wat ik verre van dagelijks van mezelf in ogenschouw kan nemen, en die aanblik was enigszins verbijsterend.  Op mijn beide achterkaken tekende zich een  plek af, een halve handpalm groot en met de kleur van een gebakken biefstuk, iets tussen bleu en saignant.  Gelukkig lag de huid nog niet open, maar het was duidelijk dat een simpel smeerseltje geen soelaas meer kon brengen.  In onze meegebrachte apotheek zat nog een smerig zalfje, met een onaangename scherpe geur en van een vettigheid die je achteraf haast niet van je vingers kreeg, wat voor de was ook geen prettig vooruitzicht bood.  Maar nood breekt wet, smeren was de boodschap.  Het wondermiddel hielp, want de volgende morgen was al verbetering merkbaar.  De volgende dagen werd de tube nog duchtig aangesproken, en na een tijd was het ongemak helemaal van de baan en keerde niet meer weer.
    Zo leert een mens wat bij.  Een pelgrim, en is niet iedereen dat op zijn levensweg, ervaart dat je kunt plannen zoveel je wilt, en denken dat je het allemaal wel in de hand hebt, maar dan komt vanuit een ongezien hoekje een ogenschijnlijke kleinigheid alles overhoop halen.  En het slagen op de weg naar Compostela, of op de weg van je levensdagen, is niet alleen te danken aan de dingen die je aan de buitenkant ziet, maar vaker nog aan wie of wat in het verborgen zijn bescheiden werk doet.
    Een simpel zitvlak, bijvoorbeeld.

    27-09-2010, 00:00 geschreven door franskoenleo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.God en de bries - een pelgrimsbeschouwing
    We waren nog niet zo lang aan het fietsen, Chartres lag achter ons en het weer was aan het keren : de regen bleef weg, de donkere lucht was opgeklaard en een weldoende zonnewarmte lag als een lekker donsdekentje rond onze fietsende lijven. We hadden al een poosje een vrij vlak parcours, een mooie rijweg, haast geen verkeer.  Er was nauwelijks wind en die stond dan nog in ons voordeel.  Kortom, alles zat mee.  " 't Gaat goed, hee mannen," riep een van ons, en dat gevoel konden de anderen alleen maar beamen. Ik bedacht dat er eigenlijk niet zoveel nodig is om u echt goed te voelen, wat zon op uw gezicht en de wind van achteren is al genoeg. In een kerktoren bezijden de weg luidde de klok en de associatie van die klank met het welgevoelen van een fietsende pelgrim vertaalde zich in een flitsgedachte : "God is met ons." Daar zat ik wat op te kauwen, want de geschiedenis leert dat dit zinnetje veelvuldig voor foute bedoelingen werd en wordt misbruikt. Maar toch leek het me gemakkelijker een religieus aanvoelen te hebben als alles meezit dan wanneer je tegen moeilijkheden moet opboksen. En dankzij het ons gunstige windje kwam vanuit een hoekje van mijn geheugen een mooie bijbelpassage aanwaaien.  Ik kon het niet direct situeren en een bijbel navlooien als je je handen aan het stuur moet houden is een beetje onhandig.  We hadden er trouwens ook geen bij, misschien doet een pelgrim-pur-sang dat wel, maar wij hadden nogal bespaard op het mee te zeulen gewicht, en zelfs een pocketuitgave van de Heilige Turf ging al gauw het toegelaten aantal grammen te boven. Maar ik herinnerde mij de verteller die in een grot zat en zich afvroeg waar God nu wel was.  Er kwam een storm met donder en bliksem voorbij de grot en de wind woei hevig, maar in de stormwind was God niet.  Toen werd het windstil, geen blaadje ritselde nog, maar ook in de stilte was God niet. En toen kwam er een zachte warme bries, en in die bries, daar was God.  Nu hadden wij, fietsende eenentwintigste-eeuwers, aan de lijve ondervonden wat de wind, zelfs maar een briesje, aan gemak of ongemak met zich meebrengt.  Had de Allerhoogste ons nu uitgekozen om een hoofdstukje neer te pennen in zijn boek der boeken, het zou niet zo gek vreemd geweest zijn dat we Hem liever vonden in de zachte bries dan in een strakke zuidwester in ons gezicht.  Maar hoe komt drieduizend jaar geleden zo'n kerel die een wiel hooguit kent van onder een oogstkar of strijdwagen, en die een snelheid van vijfentwintig per uur zou ervaren als des duivels, hoe komt zo'n man er nu bij om God in een bries te zoeken? Misschien zaten hij en zijn tijdgenoten zich hele dagen in weer en wind af te peigeren en gaf de zachte avondwind hen na zware dagtaak zo'n gevoel van welbehagen dat ze er de bron van alle goeds in herkenden. 
    Wat er ook van zij, zelfs een kritisch persoontje uit het derde millennium, of hij nu streng in de leer is of eerder behoort tot de strekking der Iets-isten, zal onze bijbelse schrijver welwillend zijn beelden gunnen.  Maar ik ben er van overtuigd dat het klopt.  Die avond namelijk, zaten wij op een gezellig stadpleintje in de avondzon een trappistje te nuttigen, in het besef dat die godendrank ons verder op onze weg zou ontvallen. Merkt er een van ons op, met socio-wetenschappelijke ernst maar toch verraderlijke pretkraaienpootjes aan zijn ogen, dat de jonge dames hier veel meer dan bij ons een rokje dragen dan een lange broek. Welke beschouwingen daarbij nog door zijn hersens golfden, daar weet ik niets van af en ik wil ook helemaal niets suggereren. 
    Maar de volgende dag was de bries tegen ons. Nu gij.

    27-09-2010, 00:00 geschreven door franskoenleo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    26-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.laatste foto's en filmfragmentje




    Mooie gebouwen uit de rijke geschiedenis van Santiago de Compostela



    De rij wachtenden bij het pelgrimskantoor is nog langer dan ze bij ons was.



    Een hele straat lang vol wachtenden



    Het wierooksvat wordt duchtig gefotografeerd.  Onze camera is niet snel genoeg om het zwierende vat te vangen!



    Een plein aan de kathedraal



    Nog een



    De kathedraal is een immens gebouw



    De beroemde voorgevel



    Wandeling door de gezellig straten en galerijtjes

    Als je nu op onderstaande bijlage klikt dan zie je een fragmentje van de beweging van het wierrookvat. De kwaliteit is niet erg goed want het is gefilmd met mijn GSM.

    Bijlagen:
    Wierrookvat in Santiago.3gp (512 KB)   

    26-09-2010, 00:00 geschreven door franskoenleo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 21 : In Santiago

    Vanmorgen stonden we uitgerust op.  We konden het ons zelfs permitteren wat langer te blijven liggen, want deze refugio was niet zo streng op het vertrekuur van de pelgrims.  De meeste van onze kamergenoten deden er trouwens ook nog een snurkje bij, we waren dus niet de enigen.
    Vermits onze fiets al bij de vervoersdienst was binnengeleverd, moesten we de trip naar het centrum te voet doen.  Een beetje raar gevoel, die vaste grond onder de voeten in plaars van draaiende pedalen. Bij een van de vele café-bars hielden we halt voor een ontbijtje : een straffe koffie met een grote croissant, meer biedt de Spaanse culinaire traditie niet op dit ochtendlijk moment.
    We zochten een internetcafé om ons onderbroken blogwerk van de vorige avond te hervatten.  Daar waren we even mee zoet, en dan was het tijd om te gaan aanschuiven voor de pelgrimsmis in de kathedraal.  Bij het pelgrimskantoor hadden ze gezegd ons stempelboekje maar mee te nemen, dan kregen we bij een eventuele te grote toeloop voorrang op de toeristen.  De immense ruimte was al goed gevuld, alle zitplaatsen waren bezet, dus sloten we ons bij het rechtstaande volk aan. Heel in de verte stond een ijverig nonnetje met een engeltjesstemmetje aan de micro enkele liedjes aan te leren. Klokslag 12 uur kwam een akoliet in blauw gewaad op de massa afgestevend.  Zoals Mozes eens de wateren van de Rietzee scheidde, zo kliefde hij met brede gebaren het kerkvolk in twee helften, en in de daardoor ontstane doorgang kwam een stoet aangeschreden met maar liefst twee bisschoppen en een hele rij concelebranten. De mis begon.  Zelfs een beetje preconciliair Latijn werd ons ontzegd, want alles gebeurde weer in een ratelend mitraillettespaans. Wel was de structuur van de dienst helemaal identiek met die bij ons, dus konden we ons toch een beetje oriënteren.  Kyrie, gloria, lezingen, tussenzang, acclamatie, preek. Preek ? Nee hoor, niet zomaar een preek, het was een P-R-E-E-K !! Volle achtentwintig minuten duurde hij.  Eerst werd een hele serie pelgrimsgroepen verwelkomd, waarbij een verantwoordelijke telkens een dankwoordje mocht placeren.  Dan begon de eigenlijke homilie.  Stilaan werd de aanwezige zuurstof voor de massa schaarser, één na één begonnen de dames met blaadjes en waaiertjes voor hun gezicht te wapperen en hier en daar zwijmelde een lijkbleke gelovige naar de zijbeuk om daar op de koele grond zijn tollende hersens weer rustig te krijgen.  Eindelijk besloot monseigneur met een minzaam gebaar zijn predikatie.  Van dan af kreeg de viering vaart.  En helemaal op het einde gebeurde wat wij dachten dat het enkel op een grote feestdag werd gedaan : het wereldberoemde grote wierooksvat werd in gereedheid gebracht.  Eerst werd het langs het vuistdikke touw uit de vieringtoren neergelaten en dan in een zijwaartse slingerbeweging gebracht.  Wij, die in de middenbeuk stonden, zagen het links en rechts in de kruisbeuk verdwijnen en weer langs het hoofdaltaar zoeven.  Plots werd het metershoog omhooggetrokken, waardoor de slingerbeweging spectaculair versnelde. (zie filmfragmentje als bijlage bij volgende artikel met foto's) Op en neer ging het, angstwekkend snel.  Als dat heilige ding maar even uit koers zou raken vielen er beslist doden.  Het nonnetje aan de micro zette een lied in dat steeds luider door de massa werd overgenomen, de orgelklanken zwollen aan als een donderende orkaan. De Spaanse bedevaarders gingen zowat in extase, en de iets toeristischer ingestelde buitenlanders flitsten hun digitale apparaatjes tot oververhitting.  Uiteindelijk bracht een van de kerkmeesters het gevaarte met een zwierige draaibeweging tot stilstand, daarvoor beloond met een onchristelijk applaus.  De blauwe akolieten, die de hele tijd streng toekeken dat er niet teveel werd gebabbeld, lieten dit gedruis welwillend toe, waarna ze weer een weg vrijmaakten voor de bisschoppen en priesters. Ite missa est, de kerk liep leeg en met die mensenstroom kwamen wij weer op het grote ereplein voor de kathedraal terecht.  Het was halftwee! We besloten later op de dag op een rustiger moment nog eens binnen te lopen om de eigen en de ons toevertrouwde intenties in kaarsgedaante gestalte te geven, maar eerst onze hongerige magen tot rust te brengen.  Dat was geen probleem in de talloze restaurantjes die in de smalle straatjes en op gezellige pleintjes te vinden zijn.  Op onze toch passeerden we weer het pelgrimskantoor, en de rij aanschuivende pelgrims was nog eens zo lang als bij onze wachtbeurt.  Je moet er wat voor over hebben! Na het eten verkenden we nog wat de stad, ontdekten tot onze spijt in de wat verder gelegen straten nog veel betere restaurantjes, dronken nog een koffietje en gingen dan op zoek naar het grote busstation om uit te vlooien welke bus ons wanneer naar de luchthaven kon brengen.
    We hadden namelijk een snood plan gesmeed.  Dagen tevoren hadden we immers uitgerekend dat we, als alles even vlot zou gaan, donderdag zouden arriveren. Dat was vroeger dan gepland, en zeker vroeger dan onze vrouwen verwachtten, want we wisten dat die zaterdag een gezellig vrouwendagje hadden gepland in Antwerpen. Dat wilden we niet verstoren, maar omdat het internet ons vertelde dat de terugvlucht met de dag duurder werd, hadden we die toch maar geboekt voor vrijdagavond.  Onze eigen vrouwen maakten we wijs dat we zondagmorgen zouden arriveren, maar de kinderen en een vriendin werden in het complot betrokken.
    Zo trokken we vrijdag in de late namiddag met onze bagage naar het busstation, een ritje van 25 minuten bracht ons naar de luchthaven.  In de vooravond vlogen we naar Barcelona.  Daar moesten we enkele uren in de nagenoeg verlaten transitruimte overnachten.  De harde leuningstoelen overal boden niet zo'n gelukkig vooruitzicht, maar gelukkig vonden we in een verlaten pastarestaurantje een paar banken die voor getrainde pelgrimsruggen een heerlijk bed vormden.  In de vroege morgen namen we de aansluiting naar Brussel, onze handlangers brachten ons naar onze verlaten haardsteden, waarna we ons plan uitvoerden om onze lieve vrouwen de verrassing van het jaar te bezorgen.  U zult ons, beste lezer, wel vergeven dat we de intense gevoelens van het weerzien te zeer koesteren om ze niet in de openbaarheid van deze blog prijs te geven.

    Hartelijk dank voor het lezen van ons relaas, voor de vele sympathieke reacties en het meeleven waarmee u onze tocht begeleidde.  Het heeft ons alledrie heel veel deugd gedaan.
    We stoppen nog wat foto's in deze blog, en nadat alles een beetje bezonken is, plegen we waarschijnlijk nog een paar nabeschouwingen.  Kom nog maar eens op blogbezoek! 

    26-09-2010, 00:00 geschreven door franskoenleo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    24-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.foto's




    Normaal zijn wij veel ordelijker, maar we waren nu wel een beetje moe ...



    Het paarse lijntje van onze route stopt op de GPS : einddoel in zicht ¡



    Spreekt voor zich...



    Eerste keer dat we in de verte de torens van de kathedraal zien opdoemen.



    Hier staan we dan ...



    Voor de imposante gevel van de kathedraal





    Aanschuiven voor ons officieel document, ruim drie uur (en dan hebben we geluk, want de rij kan veel langer zijn).




    We zijn binnen, nu nog die trap op.

    24-09-2010, 11:26 geschreven door franskoenleo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    23-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 20 Arzua - Santiago 52km totaal 2315km
    Deze morgen stonden we op in onze hotelkamer.  Deze keer geen gewriemel van de stappers rond ons bed, maar toch liet het gestommel in de aanpalende kaemers vermoeden dat er nog stappers ons geheime hotelletje hadden ontdekt.  We konden ons rustig klaarñaken, gistermorgen zat er een meisje haar zere voeten in te tapen en ze keek een beetje beschuldigend naar onze fietskledij.  Zij haar zere voeten, maar wij onze arme gatskaken, maar dat geheim konden we haar niet meedelen . We zijn tenslotte eerzame pelgrims, en die lopen niet met hun billen bloot.
    Dus maar weer op de fiets, het weer was zacht, maar overtrokken. gelukkig bleef het droog, en in de late voormiddag verschenen er weer blauwe plekken in de hemel.  Het parcours viel niet echt mee, het was maar 50 kilometer, maar in een flink glooiend landschap.  Elke afdaling werd bestraft met een flinke klim.  Onderweg zagen we overal langs de weg nog schoolkinderen op de bus staan wachten, en het liep al tegen tienen.  En in de vroege nañiddag lopen ze alweer rond, wat leren die gasten op school ? Als ze een uurtje vroeger uit hun nest zouden komen, en een uurtje langer op school bleven, zouden ze misschien een paar woorden Frans of Engels kunnen leren, de kiekens ... 
    Tegen de middag kwam Santiago binnen fietswielbereik.  Het zicht in de verte op de torens van de kathedraal gaf enigszins het gevoel van de middeleeuwse boetestapper die de stad voor zich zag opdoemen.  Het feit dat een van de versnellingsapparaten niet meer zo goed zijn werk deed, vergrootte het gevoel van boetedoening.
    Het werd almaar drukker aan bedevaarders, in het centrum was het gewoon niet meer mogelijk om te fietsen, en te voet legden we de weg door de laatste straatjes af. We kwamen aan op een pleintje aan een zij-ingang van de kathedraal. Ons doel was bereikt ¡ Een aangrijpend moment, al werd dat wel wat getemperd door de toeristische drukte op dat plein.  Er stond een lange rij aan te schuiven om de kathedraal binnen te gaan; achteraf begrepen we dat er dan net een pelgrimsmis bezig was, we kwamen immers net op het middaguur aan.  Een paar vriendelijke toeristen wilden wel een fotootje van ons nemen, en dan trokken we verder naar het grote plein met het overbekende zicht van de kathedraal.  We werden er aangesproken door twee Vlaamse stappers die onze vlaggetjes herkenden. Ze wezen ons een herberg aan die nog nergens in een gids vermeld stond.  Dat viel mee, want met de slechte zoekervaring van gisteren waren we wel wat ongerust geworden.  We besloten dus eerst maar slaapplaats en eten te zoeken voor we onze pelgrimsverplichtingen gingen vervullen.  Een oud Vlaams spreekwoord zegt immers : "Het k....n gaat voor het bakken", en Sint-Jakob, die vóór hij zijn heilige status verwierf ook maar een mens van vlees en bloed was, zal ons die pragmatische refleks zeker willen vergeven.  Na enig zoekwerk vonden we de herberg, een splinternieuw ding van de provincie met wel 165 bedden, alles piekfijn in orde. We konden dus met gerust gemoed de stad intrekken.  En geloof het of niet, tot en met onze aankomst was het weer ons meer dan gunstig geweest, maar toen we de herberg verlieten was het aan het regenen¡  Gelukkig niet te lang, want er stond ons een pijnlijk-lange taak te wachten : ons officieel document ophalen.  Er stond al een lange rij, minstens 25 meter lang.  We begonnen aan te schuiven om 17.10. Meer dan een uur later kwamen we aan de hoek, en daarachter was er weer een rij van zo'n 20 meter.  Na nog een uurtje kwamen we aan de poort van het pelgrimsgebouw en wat bleek : binnen nog eens een lange rij, die voorbij een binnenpoort zich uiterst langzaam een grote trap opkronkelde. Enfin, na drie uur kwamen we in het echte kantoor waar een heel vriendelijk meisje ons pelgrimsboekje bekeek en ons een papier liet invullen.  Ondertussen had ze onze namen al verlatijnst en die in mooi handschrift op een oorkonde neergepend.  Wij terug naar buiten, in de overtuiging dat we nu toch al wel uitzicht hadden op onze volle aflaat.  Er bleef niet veel tijd meer over om nog wat anders te doen, we mochten immers niet te laat in de herberg aankomen.  In afwachting van een langer bezoek morgen, glipten we nog even de kathedraal binnen, en gingen dan op zoek naar eten.  Mogelijkheid genoeg in de pittoreske straatjes rond de hoofdkerk.  We namen het menu van de dag, maar eerst eisten we van de verbaasde ober een goei grote pint lekker bier.  Dat hadden we wel verdiend.
    Na ons eten stapten we terug de lange weg naar de herberg aan de rand van de stad.  Na drie weken fietsen waren onze benen niet meer zo gewend aan het stappen. Dichtbij het home glipten we nog een cafeetje binnen voor een slaapmutsje : een goeie Spaanse cognac.  De rest van de nacht hebben we niks meer gezien of gehoord, een zalige rust.

    23-09-2010, 00:00 geschreven door franskoenleo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    22-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog foto's




    Een indrukwekkend gezicht na de beklimming van de Cebreiros.



    Een overwachte maar rijkelijke en gezellige pelgrimstafel.



    Weer een indrukwekkend vergezicht.






    Pelgrims te voet en per fiets, je komt ze nu bij bosjes tegen.

    22-09-2010, 19:05 geschreven door franskoenleo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto's van de voorbije dagen




    Hier staan we met ons drieën bij het Cruz de Ferro



    Een beetje zand uit de zandbak van Hannelore en Sander, opdat zij, hun neven en nichtjes,  en hun generatie een voorspoedige
    toekomst mogen beleven.



    Voor kinderen en kleinkinderen



    Een steentje voor al wie we in ons hart dragen.



    Vlak voor een stevige afdaling zorgen we er voor goed ingepakt te zijn.



    Overal waar je komt vind je verwijzingen naar de Sint-Jacobsroute.

    22-09-2010, 19:01 geschreven door franskoenleo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 19 : Fonfria (voorbij Cebreiros) - Arzua : 111 km.
    (Wie enkel de laatste dag bekijkt : we hebben vanuit een internetcafé de vorige dag aangevuld)

    Als naar gewoonte begonnen de stappers rond halfzes als mieren rond onze bedden te wriemelen, en om kwart voor 7 floepte het licht aan.  Wij dus ook uit onze nest, en na een paar verkwikkende koffies (in Spanje smaken die heerlijk ¡¡¡) zaten we alweer op de fiets. Omdat we de vorige dag zover waren gereden, konden we nu dadelijk met een afdaling van vele kilometers beginnen.  In tegenstelling tot die na de Cruz de Ferro liep de deze over een heel  brede weg, nieuw geasfalteerd, en met heel weinig verkeer.  De afdaling ging dus zonder gevaar aan een snelheid van 50 per uur (met een piekje van 64 km).  Al enkele dagen hadden we onze eet-planning aangepast : 's morgens een beetje brood met confituur en een paar koffietjes zodat we toch recht op onze fiets konden blijven: Dan rond 11 uur een stop aan een koffiebar waar je voor geen geld een boccadillo (of zoiets) kunt kopen : een ruimbemeten stuk brood belegd met allerlei dingen. Dan kunnen we er weer tegen tot een uur of 3, om dan weer wat te eten.  Zo hebben we altijd genoeg energie en zit onze maag niet te vol.
    Iets na de middag leek het weer om te slaan : er kwamen wolken aanzetten, en na een tijd zat de hele lucht dicht.  Het parcours was ook wat anders : nog een enkele stevige piek, en daarna een opeenvolging van klimmen en afdalingen.
    Ondertussen kwamen we pelgrims tegen met de vleet. Op plaatsen waar de voetweg naast of op de fietsweg liep, waren het echte rijen, kilometers lang. We vroegen ons af wat dat dan wel moest geweest zijn in het hoogseizoen van de pelgrimage. Het werd dus ook kwestie om op tijd uit te zien naar slaapplaatsen, want uiteraard gaan in de refugio's de voetgangers voor op de fietsers. We hadden gepland te stoppen in Arzua, een plaats zowat 50 km voor Santiago.  De echte refugio's en herbergen zaten al vol met stappers, dus begonnen wij maar aan de meer commeriële hopitals en hostels.  De meeste daarvan waren ook allemaal 'complet'  In een zijstraatje vonden we een restaurantje dat ook nog kamers verhuurde, redelijk in het zwart, maar dat zal ons Belgen worst wezen . we hadden een bed, een douche, en we zouden eten vinden.  Bovendien was er in de buurt een internetcafé, en zodoende kunt u nu dit artikeltje lezen.
    Tenzij er nog iets heel ergs fout gaat komen we morgen rond de noen in Santiago aan. We kijken er erg naar uit.

    22-09-2010, 18:48 geschreven door franskoenleo  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    Archief per week
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs