Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
fotograffiti
de blog die in feite niet meer bestaat: fotofragmenten in tekstslierten
08-05-2006
Brief aan God
Op Radio 1 hadden ze het vandaag over het versturen van een brief aan God. In Nederland kan het blijkbaar en de brieven komen ergens aan, waar dat ook moge zijn, en worden veronderstel ik gelezen. In België had, volgens een woordvoerder van de Post, nog niemand een brief gestuurd naar God. Naar Sinterklaas wel, voegde hij eraan toe, want die zijn adres was bekend. Maar aan God, nee, daar had hij nog nooit van gehoord. Waarschijnlijk zou die brief terechtkomen bij de onbestelbare stukken post om later, als er geen afzender gevonden werd, de brief te vernietigen. In België bestaat God dus niet, althans toch niet bij de Post. In Nederland wel.
Ik zou het toch wel eens willen proberen. Even een brief sturen aan God. Maar hoe te beginnen ! Even googelen . Brief aan God ingetikt en tot mijn stomme verbazing kom ik op een site terecht. Wel van de Evangelische Omroep maar toch, bekende Nederlanders hebben wel degelijk een brief aan God verstuurd. Van Paul de Leeuw, Paul Van Vliet tot Thé Lau.
Leest u ze zelf maar de persoonlijke brieven aan God van bekende Nederlanders als u er geïnteresseerd in bent: http://www.eo.nl/portals/themes/home.jsp?theme=5277689
Een paar zinnetjes van Paul Van Vliet wil ik u echter niet onthouden omdat ze nauw aansluiten bij mijn gevoelens:
Ik denk na over de grote vragen van het leven, de zin van alles, over het waartoe, waarom en waarheen ? Wat wil ik nog, wat kan ik nog ? De toekomst is afzienbaar geworden en een zekere haast om achter de waarheid te komen is geboden. Langzaam groeit de behoefte aan een nieuwe zingeving, zoals het modewoord het zegt.
Ik vind U in de liefde, in adembenemende kunst, in de onschuld van een kind, in eerbied voor het onbegrijpelijke.
Misschien moet ik het absurde idee om een brief te schrijven aan God toch maar eens doen. Ooit eens !
Als de Japanse kerselaar bloeit dan ontstaan tijdloze beelden, die evengoed in een ander tijdperk kunnen gefotografeerd zijn. Dan komt de nostalgie terug boven drijven en mijn zachte ik is er weer. Ben ik zo gevoelig geworden ?
Deze namiddag ben ik even gaan wandelen in het bos. Een ideaal moment in de lente want dan zie je een zee van blauw tussen lentegroen. Boshyacinten, bij ons in de Vlaamse Ardennen beter bekend onder de poëtische naam "blauwe kousjes". Ik heb geen idee van waar die naam komt of als die naam eveneens gekend is in andere streken van Vlaanderen. Het is in ieder geval heel fotogeniek en al dat rustgevend blauw tijdens het wandelen doet mij ontstressen.
Ik erger mij tegenwoordig aan alles en nog wat. Ik weet niet of je dat ook hebt. Deze morgen nog, de radiopresentator van Radio 2 was weeral vol enthousiasme over het weer bezig.
En wat doet u vandaag bij deze mooie voorspelde lentedag. Vandaag wordt de kaap van 20 graden bereikt en misschien overschreden. Ideaal terrasjesweer, gaat u ook voor een bruin kleurtje ? En zo gaat het maar door. Ik heb goesting om te bellen dat er mensen zijn die moeten werken vandaag en dat ze heel de dag binnen zitten. En ik heb geen tijd om tijdens de werkuren op een terrasje te zitten en vanavond als ik thuis kom zal ik waarschijnlijk geen goesting meer hebben om op een terrasje te zitten.
Het is nog maar ochtend en ik zit me dus al te ergeren. En wacht maar als het weer weeral een dag minder zal zijn. Ach Frank, je had mooi weer voorspelt. Hoelang gaat dit nog duren ? Weet je wat ik zou willen roepen: Ach mens hou toch op, als je een heel jaar mooi zonnig weer wilt verhuis dan naar Spanje. In Noorwegen hebben ze een mooi gezegde: Er bestaat geen slecht weer alleen maar slechte kleding.
Maar ja, hoe ouder ik word hoe meer ik me dus erger aan kleine dingen. Thuis, op het werk, op straat dan zou ik willen roepen STOP het is genoeg geweest. Ik wil me niet langer ergeren. Ik wil innerlijke rust, maar dan begint het opnieuw. Waarom ligt dat notaatje op mijn bureau, ik weet dat al lang, ik ben er mee bezig; waarom nemen de meeste vrouwen hier de woensdag als vrije dag of stoppen ze altijd vroeger, waarom beschouwen deze dames dat als een verworven recht, waarom kan ik de woensdag nooit vrij nemen omdat de meeste vrouwen dan juist deze dag nemen, waarom .Ach mensen luister niet naar mijn ergernissen of je komt even zenuwachtig als ik ! Mens erger je niet !
Het was 1942, volop oorlogstijd, mijn ouders woonden toen in Antwerpen. Ik was toen net geboren en had nog een oudere zuster van vier jaar. Het was een verschrikkelijke tijd in Antwerpen in die periode. De Joden moesten een Jodenster dragen en in de zomer waren er overal razzias. Ik was natuurlijk te klein om iets te herinneren van die tijd. Ik heb het allemaal van horen vertellen. Mijn ouders vonden het blijkbaar heel gevaarlijk worden en wilden vluchten want in die periode werden de eerste Joden opgepakt en opgesloten in Breendonk en later in de Dossinkazerne van Mechelen.
Ik luisterde stil naar deze getuigenis van deze man. Het was net alsof ik er niet meer was, zo ingetogen zat hij daar in zijn zetel met nog steeds dat briefje in zijn handen.
Maar het mocht niet zijn, mijn vader werd die week opgepakt, toen hij op straat liep en meteen weggevoerd naar Mechelen. Mijn moeder heeft hem nooit meer teruggezien. Diezelfde zomer is hij gedeporteerd naar Auschwitz. Mijn moeder was natuurlijk bang, ze had nog kinderen. Ze wist niet goed wat ze moest doen maar ze wou ons absoluut redden. Het plan was dat ze wou vluchten naar het platteland. In Antwerpen maakte ze geen kans. Om weg te geraken maakte ze een verschrikkelijke keuze, een hartverscheurende keuze voor een moeder. Ze zou mij meegeven met een goede vriend die heel betrouwbaar was en ze zou later met mijn zusje vertrekken omdat ze meer kans maakte dan op stap te gaan met twee kleine kinderen.
Ik werd in een appelsienenkistje gestopt. Natuurlijk waren er geen sinaasappelen in die tijd, maar we hadden nog altijd zon een kistje. Ik lag tussen oude kleren. Met een deksel met spleten. Enne hij keek me nu recht aan, zoals je ziet heb ik het gered. Mijn moeder en mijn zusje daarentegen ze hebben het niet gered. Ze zijn opgepakt. Misschien verraden, niemand die het weet. Hij schudde zijn hoofd en fluisterde ze zijn ook gestorven in Auschwitz. Ja weet je, ik heb alles horen vertellen toen ik ouder was, ik wou weten wat er met mijn ouders, mijn zusje is gebeurt. Hij streek met zijn hand over zijn hoofd en gafdan het briefje terug aan mij. Het spijt me zei ik, wat een triest verhaal. Maar ik heb toch nog een vraag voor u. Dat briefje, hoe zit dat, hoe past dit in dit verhaal ?
Wel, toen mijn moeder mij meegaf aan die vriend had ze iets op een brief geschreven. De tekst was, ik ken hem nog helemaal uit het hoofd: Mijn lieve zoon, deze zware en afschuwelijke tijd brengt me in verwarring en ik weet niet goed wat ik moet doen. Ik doe wat ik het beste vind voor jou. Moest er iets gebeuren met mij dan zal er een dag komen dat je deze brief zal lezen. Wat er ook moge gebeuren met mij je blijft altijd, waar ik me ook mag bevinden, in mijn gedachten en mijn hart. Laat de Heer je beschermen en goed bewaren in een appelsienenkistje. Dat was de volledige tekst van het briefje maar door de ouderdom en het altijd plooien is het deel met de tekst bewaren in een appelsienenkistje afgescheurd. Dat is dan achtergebleven in die lade van die kast toen ik hem verkocht had. Weet je, mijn vrouw is enkele maanden geleden overleden, we hadden geen kinderen, ik ben nu helemaal alleen. Ik ben de enige overlevende van mijn familie. Ze zijn allemaal vermoord.
Ik was sprakeloos. Wat een verhaal, een tragedie, ik wist niet meer wat te zeggen. Iemand die zoiets meegemaakt had.
Merci voor het terugbrengen van dit deel van de brief. Wacht eventjes. Hij ging naar de gang en ik hoorde hem de trap opgaan. Ik was er niet goed van. Wat een stukje papier allemaal voor emoties teweeg had gebracht, zowel bij de oude man als bij mezelf. Op de kast stond een foto van een echtpaar, toch al een tijdje geleden gefotografeerd, een huwelijksfoto in zwartwit. Zijn huwelijksfoto, hij zag er gelukkig uit.
Mooi hé, hij stond achter mij, ik had hem niet gehoord, ja ze was heel mooi mijn vrouw.Hier en hij reikte me een identiek stukje A4 papier aan, het bovenste stuk, met het eerste en grootste deel van de tekst. Ondanks de ouderdom was het potloodgeschrift nog best leesbaar. De twee stukken waren terug herenigd, een stuk geschiedenis die ineen paste.
Ik ben nog een tijdje bij hem gebleven. Een man met een stukje papier als enige herinnering aan zijn moeder. Joseph, 64 jaar en helemaal alleen.
Volgende week ga ik hem terug bezoeken, iedere week, zolang ik kan.
Ik ben dezelfde dag nog naar Kerkstraat 25 gereden en zoals de naam deed vermoeden lag het inderdaad aan de kerk. Nummer 25 was een gewoon rijhuis, een beetje vervallen of beter gezegd niet goed onderhouden. De vensters hadden dringend een likje verf nodig, en de gordijnen achter het glas hadden een grauw kleurtje. De rolluiken van de bovenste vensters waren beneden. Een mistroostige boel. Ik belde aan. Ergens in het huis hoorde ik een bel. Verder niets. Ik belde nog eens, en plots, heel onverwachts ging de deur open. Er stond een oude man voor mij, toch in de zeventig schatte ik, een kop zoals Einstein met heel verwarrendresterend lang wit haar en verder kaal, maar dan zonder snor. Ja, wat kan ik voor je doen ? Nu ik zover was wist ik niet goed meer hoe ik moest beginnen. Meneer, woont u hier ? Ik zag hem kijken alsof ik een geest was ofeen of andere idioot, een gevaarlijke gek. Of ik hier woon, natuurlijk woon ik hier, waarom wilt u dat weten ? Hij was nog pienter deze man. Was u eigenaar van een kast die u verkocht heeft aan een brocanthandelaar ? Nu begon hij toch argwaan te krijgen, hij deed zelf een stapje achteruit. Wacht, doe de deur niet dicht, ik heb iets gevonden dat waarschijnlijk van u is. En ik haalde het briefje tevoorschijn.
Hij werd wit en hield zich vast aan de deur, draaide zich dan om en ging naar binnen, de deur openlatend. Ik ben hem dan maar gevolgd.
Zijn handen trilden toen hij het briefje aannam. Hij staarde naar het briefje en toen hij opkeek waren zijn ogen vochtig. Het is heel lang geleden zei hij, dit briefje is van heel lang geleden.Van in de oorlog. U moet weten ik ben jood. Er volgde een lange stilte. Ik zal u alles vertellen, het is een lang verhaal.
Een volkomen fictief verhaal die waar zou kunnen zijn.
De chagrijnige verkoper stond er gelukkig nog. Hij herkende mij meteen. Ah, is meneer tochgeïnteresseerd in die kast ? Een koopje meneer, omdat het voor u is. Euh, nee dat ding pastniet in mijn interieur, maar moest ge soms weten wie de vorige eigenaar was, ge zou er mij veel plezier mee doen. Met zijn dichtgeknepen oogjes keek hij me aan. Meneer is de plezantste thuis zekers, waarom wilt ge dat weten. Beroepsgeheim hé.Ik wou gewoon weten van wie dat briefje is die ik gevonden heb in die kast. Hij kneep zijn ogen nog feller dicht. Ja menneke, houdt iemand anders voor de zot hé. Als ge niets wilt kopen gaat dan maar elders. Ik moest en zou te weten komen van wie die kast was. Bon, ik koop niets van u maar ge krijgt vijf euro als ge me informatie kunt geven van wie die kast is. Hij krabde in zijn vettige haar en ik zag hem nadenken. Vijf euro hé. Het zal niet gemakkelijk zijn hé, ik moet dat opzoeken in mijne boek. Het zal tijd kosten hé en tijd kost geld. Kijk als die informatie voor je zobelangrijk is geef mij tien euro en we doen zaken. Tien euro !!! Afzetter, dat is profiteren van mijn goedheid. Tututuut, tien euro en we hebben een deal. Ik stond te twijfelen, tien euro was veel geld voor zo stom briefje maar aan de andere kant was mijn nieuwsgierigheid groot om iets te weten te komen over die eigenaar. Oké deal zei ik, als je me onmiddellijk weet te zeggen wie de eigenaar was. Zijn mond viel open en je zag hem denken dat hij veel meer had moeten vragen, nu het zo gemakkelijk ging. Tien euro hé, bon k zal even in mijn camionet gaan zien naar mijn boek.Ik ga mee zei ik want ik vertrouwde hem niet met zijn boek. Zijn boek was een oud schoolschriftje met ezelsoren en verfrommelde kaft. Hij likte aan zijn vingers terwijl hij aan het bladeren was doorheen dat groezelige boekje. Een essenhouten kast met gedraaide poten en schuifladen las hij luidop, hierzie, ik heb het al gevonden. Ik heb dat gekocht een maand geleden van een oud meneerke. Geen goede zaak gedaan hé, t was eengierigaard, ik heb daar mijn broek aan gescheurd. Ik wou hem dat boekske uit zijn handen sleuren, hij bleef maar zeuren. Hierzie, Dat meneerke woont in de Kerkstraat 25, zijn naam weet ik niet meer, vergeten op te schrijven. Kerkstraat 25, in deze gemeente ? Hij hield zijn hoofd wat schuin en bekeek me weer met toegeknepen ogen aan. Kerkstraat 25, meer kan ik je niet zeggen en mag ik nu mijn tien euro. Ik zou het ermee moeten doen. Ik had een adres.
Een volkomen fictief verhaal die waar zou kunnen zijn.
Bewaren in een appelsienenkistje. Zo stond het op het briefje dat ik gevonden had. Wat moest ik bewaren ? Wat was een appelsienenkistje ? Een kistje om appelsienen in te bewaren, een houten krat. De vraag echter die mij het meest bezig hield was wie de schrijver van dit briefje was. Ik vond het briefje, netjes geplooid, in een lade, van een kast op de rommelmarkt.
De verkoper, de huidige eigenaar van die kast wist van niets, of deed alsof. Iemand zal dat in die schuif gestoken hebben om iemand te kloten zei hij. Zijd ge geïnteresseerd in die kast ? Dat krakkemikkig geval kon mij echt niet bekoren maar dat briefke. De belangstelling van de brocanthandelaar was direct gedaan. Pak dat klotebriefke maar mee zei hij en ging meteen een andere toekomstige klant lastig vallen.
Ik had dus mijn geheimzinnig briefje. Het was de helft van een in tweeën geplooid A4tje, netjes afgescheurd op het plooilijntje, en dat half A4tje was netjes in vieren geplooid. Een ordentelijk mens, de eigenaar van het papiertje. De tekst bewaren in een appelsienkistje was in potlood geschreven met nogal sierlijke letters. Man of vrouw ? Een eerder vrouwelijk geschrift maar het kon ook een ordentelijke, keurige man zijn, nogal pietluttig. Zo iemand die overal briefjes voor schrijft, alles netjes geordend, gestructureerd. Ik draaide en keerde het velletje papier op zoek naar nog andere aanwijzingen die mij iets wijzer zouden maken over de schrijver ervan. Aan de achterzijde stond echter niets. Ik hield het velletje tegen het licht.
Niets te zien, geen watermerk, geen verborgen schrift. Zo kwam ik nergens. Toch niet met dat velletje papier. Ik moest terug naar de rommelmarkt, naar die kast waar ik het briefje gevonden had. Wie was de vroegere eigenaar ?
Op de parking van de Lidl stond hij, ik schrijf wel degelijk hij, want een zwarte BMW 1 Serie vind ik wel een mannelijk model. Nogal hoekig en niet rond van vorm zoals de meeste modellen nu allemaal zijn. Een BMW op de parking van de Lidl, nu ja, niet elke BMW rijder zal welvermogend zijn zeker. In ieder geval, ik zal het maar toegeven, dat modelletje vond ik wel iets hebben. Helaas liggen mijn financiële prioriteiten op een ander vlak voor het moment dan een BMW uit de 1 Serie. Ik deed een toertje rond de wagen en dan zag ik het. Heiligschennis, welke onverlaat had op de achterkant van zijn wagen in roze letters "Fuck me. I am famous" gekleefd !!! Ik ben uit nieuwsgierigheid nog eventjes op de parking blijven staan en ik had geluk, nadat ik juist mijn fotootje getrokken had, kwam hij af. Modieus gekleed ventje, zonnebankbruin, licht kalend. Fuck me. I am famous. Komt dat tegen, op de parking van de Lidl. Ik weet niet of hij succes heeft met zijn oproep maar smaak heeft hij zeker niet. Dju toch, op zo'n mooie wagen.
Niets rustgevender dan op een mooie lentedag naar de voorbijvarende bootjes op de Schelde gaan kijken. Voor sommigen misschien een banale bezigheid maar mij doet het toch iets. Ik heb altijd zin om "bootjestop" te doen en mee te varen naar de volgende halte.
Als je alledaagse leven zo gewoontjes is dat zelf schrijven in een blog een vlucht wordt om te ontsnappen aan de realiteit. Vluchten uit de werkelijkheid door mijn soms denkbeeldige reizen in mijn hoofd, doorbreken de saaiheid van mijn dagelijkse avonturen die anders niemand zou interesseren. Ik doe weer mijn zwartgallig jasje aan en wandel doorheen de gebeurtenissen van mijn leven. Tussen fantasie en werkelijkheid ligt soms een wereld van verschil, soms ook niet. Bange blanke man. Mijn ongeduldig karakter wilt verandering, mijn alledaagse leven niet. Veranderen is moeilijk, loslaten ook. Mensen komen op straat, ik blijf binnen. Stille mars !
Wat een raar specimen moeten deze twee huisjesslakken gedacht hebben, en het beweegt nog trager dan ons. Zeer eigenaardig ! Wat deze twee slakken aan het doen zijn, ik hoef het echt niet te weten maar misschien denken ze aan een triootje met die onbekende. Groepseks in mijn tuin, ik mag er niet aan denken !
Ben ik een geschifte, dagdromende idioot of maak ik echt een kans om ooit fulltime als zelfstandig fotograaf aan de slag te gaan? Deze blog is een ideaal relativeringmedium voor mezelf, een eerbetoon aan de mensen die achter me staan en misschien ook interessant voor anderen in een vergelijkbare situatie.
Zo omschrijft deze blogger zichzelf. Op ontdekkingsreis in blogland kwam ik hem tegen.
Bert Stephani is de naam van deze dagdromer. Ontdek hem zelf op:
Deze guitige olijkerd zat mij vrijpostig lachend aan te kijken toen ik deze frisse, mooie jonge dames wou fotograferen. Vrouwenzot hoorde ik hem al roepen. Zou ik het durven of niet, eventjes in het rond gekeken of er geen toevallige voorbijgangers passeerden en toen vlug even gekiekt. Vrouwenzot, waar haalt hij het, alles voor de blog nietwaar !
Tropische temperaturen, verhitte gezichten, zwetende handen, zweetkringen onder de oksels
Nee dit is geen vakantie in een of ander zuiders land maar het klimaat op mijn bureau. Ondanks de lentetemperaturen buiten, ik geef toe dat het wel niet zo warm is maar toch, draait de verwarmingsketel hier op volle toeren. Zelfs als het voorjaarszonnetje voluit door de vensters schijnt blijft de chauffage hier branden. Draait ze toe hoor ik je al zeggen. In normale omstandigheden zou dit inderdaad voldoende moeten zijn maar hier heeft een of ander genie alle (niet geïsoleerde) verwarmingsbuizen van de andere bureaus doen passeren in mijn bureau. Dus zelfs met toegedraaide verwarmingsknop heb je hier warmte a volenté. Vijfentwintig graden Celcius op mijn thermometer ! Veel te warm voor mij. Ik ben meer het noordelijke type die het graag fris heeft, twintig graden is (in de lente) meer of genoeg voor mij. Andere, vrouwelijke collegas, denken er duidelijk anders over. Hoe warmer hoe liever.
Een andere optie, de ramen openzetten, heeft ook geen enkele zin. Het is hier zon een drukke straat met voorbijrijdende autos en vrachtwagens, dat je koppijn krijgt van het lawaai en de stank van de uitlaatgassen als je met het openstaande venster werkt.
Ik vrees al voor deze zomer want zonder airco haal ik hier temperaturen tot dertig graden. Dat is weer afzien voor mij. Of misschien toch goed voor mijn lijf, door vetverbranding geraak ik misschien een paar kilootjes kwijt !
Af en toe de neiging hebben om alles tijdelijk achter te laten en zwerven langs allang betreden paden maar het geeft niet, ik kom graag terug naar die plaatsen al is het maar om die kleine subtiele veranderingen te zien waar een ander niet naar omziet maar voor mij een wereld van verschil is. De scherpte van een diafragma opening van 2,8 is niet gelijk als die van een diafragma opening van 11. Soms is het beter dat men de waarheid verdoezelt, de schoonheid verhult in een stilzwijgende overeenkomst, iedereen weet het maar men aanvaardt het om het esthetisch verantwoord te maken. Niet dat alles perfect mooi moet zijn, een overwoekerde ruïne zegt meer dan een nieuw gebouw. Een verweerde muur met afgebladderde verf, vol geschiedenis, een leven op zich? Al die vergane glorie, vol herinneringen maakt in mij een poëtische drang wakker om rond te zwerven in oude gebouwen en alles vast te leggen in stillevens die later waarschijnlijk verder zullen afbrokkelen tot er slechts puin achterblijft.
Zwervend reizen zou ik willen doen om mijn visie te laten zien aan de hand van fotos, mijn beelden die mijn verhaal vertellen zoals ik de wereld zie maar die ik eveneens aan jou wil laten zien. Zwerven en reizen, en toch ter plaatse even blijven stilstaan, blijven ronddraaien, soms even loslaten maar toch terugkomen tot je de ziel van het onderwerp hebt doorgrond, dan pas is iets af al kan dit jaren duren of zelfs bij sommige mensen levenslang.
De tijd even doen stilstaan, alles vergeten voor die fractie van een seconde, passioneel geboeidblijven kijken en verwonderd blijven. Dat is reizen voor mij, een vliegtuig naar onbekende bestemmingen hoog in de blauwe lucht, een plaats waar ik obsessioneel mee bezig blijf, waar anderen achteloos aan voorbijlopen en meewarig hun hoofd schudden voor zo iets onbenullig.
Ooit wil ik mijn reis verder zetten en niet langer kijken naar wat vliegt ginder boven, ik wil er zelf inzitten en vliegen naar die onbekende bestemmingen. Ik wacht altijd op wat morgen zal gebeuren omdat ik dacht dat het morgen beter zou zijn
Doorheen de blauwe lucht kliefde een heel klein stipje met witte rookpluim achter zich aan. Nog steeds kijk ik vol verwondering en een tikkeltje jalousie naar waar deze maal de reis naartoe gaat. Ik wou dat ik ook in dat vliegtuig zat, hoog in de lucht, de wereld een speelgoedland, zo klein, zo nietig, zo mooi.
Een reis begint toch altijd met de voorbereiding, het verlangen naar het onbekende, een tikkeltje onrust. Maar mijn verlangen is altijd groter dan mijn onrust gevoel. Reizen is altijd een beetje jezelf leren ontdekken, de tijd vergeten, de tijd even doen stilstaan, een momentopname in je leven waar je later op terugkijkt. Een momentopname is voor mij heel belangrijk, ik reken namelijk altijd in deeltjes van een seconde, één honderdvijfentwintigste van een seconde bijvoorbeeld of nog extremer één duizendste van een seconde, de tijd bevriest.
Mijn reizen, ik reis veel te weinig, zijn voor mij allemaal momentopnamen, vastgelegd door mijn fototoestel, mijn trouwe reisgezel die ik altijd bijheb, een deel geworden van mijn ik. Ondanks dat ik denk in deeltjes van een seconde verloopt mijn tijd op reis heel traag of is het toch mijn doel dat ik de tijd heel traag kan doen verlopen. Lang voor het woord uitgevonden werd dacht ik al aan onthaasten. Zo weinig mogelijk zien op een dag maar omdat ik in deeltjes van een seconde denk zie ik in feite heel veel. Ondergedompeld in het straatleven wandel ik, slenter ik en kijk ik rond, door de zoeker van mijn fototoestel lijkt alles intiemer, kijken door een venster naar buiten. Het leven verstilt, een slowmotion van bewegingen tot het ultieme moment daar is en mijn vinger het knopje beroert en ik dit moment voor altijd vastlegt. Een visueel dagboek waar ik later nog jaren kan van genieten.