Een ander leuk verhaal speelt zich enkele jaren geleden af op een eilandje in Kenia.
We logeerden in een prachtige tent met een privé-terrasje compleet met
zo'n hangende schommelbank en een loungebed. Indrukwekkend!
Overdag waren we in de heilende modder gaan baden, en een boottochtje
door de mangroves gaan doen. Na het avondeten onze malariapillen
genomen, en op tijd ons bed ingekropen, uiteraard hadden we ons
muskietennet weer opgehangen.
In het holst van de nacht maakte Thierry me wakker; hij had iets
gehoord in de tent... Ik stak het op hallucineren van de pillen en ging
terug slapen.
Hij maakte me weer wakker...en toen hoorde ik het ook...een knersend en ritselend geluid op de kokosmat onder het bed...
Als twee angsthazen bleven we stil luisteren. Dan begon HET weer rond
te lopen! Het bed onderuit, naar de badkamer, terug onder het bed...
Jezus! Toen we met onze pillamp schenen leek het een joekel van een
vogelspin! Nu ben ik daar niet bang van, maar zo'n grote??? Of leek dat
alleen maar zo door de malariapillen? Gelukkig hebben we er een foto
van kunnen maken om de volgende ochtend een conclusie te maken.
Toen we zo stokstijf op bed zaten, hadden we twee keuzes: zo blijven
zitten of er iets aan doen. We kozen voor het laatste want we wilden
graag nog wat slapen.
Terwijl ik vanaf het bed licht op het beest scheen, sprong Thierry
eruit en gooide er een vuilnismandje omgekeerd over. Hij ritste de tent
open , en dan kwam ik eruit om het beest met mand en al keiver buiten
te gooien. Het maakte een hoog piepend geluid dat door merg en been
ging.
De volgende ochtend kwamen we te weten dat onze vogelspin een
COCONUT-CRAB was! Die haalt metalen containers en kokosnoten in één
beweging open, en heeft al mensen hun vingers en tenen eraf gesneden...
En dan te bedenken dat we daar 's nachts op onze blote voeten stonden...
Als opwarmertje zal ik er een paar leuke anekdotes tegenaan gooien; in afwachting van onze volgende reis.
Jaren geleden logeerden we in de Thaise jungle in een primitief hutje.
Buiten onze vrienden Roy en Angelique waren we daar de enige toeristen.
Het zag er heel idyllisch uit, totdat Sa, onze gids een kreet liet: er
zat een slang in haar hut! Uitkijken dus! De hutten zaten namelijk vol
gaten, er kon vanalles door, er zat zelfs een gat in het plafond van
onze badkamer; alhoewel 'badkamer'? De grond lag bezaaid met
kiezeltjes, er waren plantjes tussen gezet, en tussen dat alles vond je
bovenaan een douchekop. Handig, zo kregen de planten meteen water.
Die nacht onze klamboe goed opgehangen over het bed, je weet maar nooit
welke nachtelijke bezoekers we over de vloer zouden krijgen...
De volgende ochtend werden we gewekt door geklop op de deur. ?Iemand
van de receptie of zo? Totdat we opendeden : een toekan, druk bezig met
z'n sterke snavel onze deur open te wrikken! Het duurde even totdat de
vogel begreep dat hij hier niets verloren had.
Toen ik op de patio mijn ochtendsigaretje aan het roken was, zag ik in
de verte een aap aankomen. Een gibbon! Die beestjes lopen zo schattig
op hun achterpoten en hun armen in de lucht! Het dier bleek niet schuw
te zijn, en kwam mijn richting uit. Ik ging er naartoe, en het deed
teken dat het gepakt wilde worden, stak z'n armen uit! Ongelooflijk!
Later bleek dat de familie gibbons die daar leefde was verstoten door
hun moeder, en door de eigenaars van de lodge zijn grootgebracht,
vandaar dat ze niet mensenschuw zijn.
Het was wel een ondeugend beestje! Het had zich een weg gevonden door
het dak, en was onze kamer ingekomen. Doodleuk begon hij in de klamboe
te slingeren en onze rugzakken uit te pakken.