Ik zou me willen excuseren voor zo lang al niets te posten. Toch zijn die gevoelens minimaal, al dan niet onbestaand. Ik vul mijn tijd namelijk constant met genieten. En daar plan ik voorlopig niet mee te stoppen.
Lieselot en ik hebben ondertussen onze laatste dagen in het bergdorp Sigana doorgebracht. We vulden onze tijd met les te geven. Si si, ik treed in de voetsporen van mijn mama. Ik gaf muziek les, en leerde de Nepalese kindjes bekende personen kennen. Vooral de muzieklessen waren deugddoend. Hun Engels is niet om naar huis te schrijven, maar de moeite om liedjes te zingen wel. Ik leerde ze "Wonderful World" van Sam Cooke, en "I don't want to dance" van Eddy Grant. Soms hoofdpijn momenten tot gevolg. Maar een veel grotere glimlach op mijn gezin als ze toch in de buurt kwamen van engelengeluid.
Ook in ons gastgezin viel alles op zijn plooi. Lieselot en ik werkten op het veld: we maaiden gras voor de buffel, haalden aardappelen uit de grond, droegen bladeren in de Dhokka... Eventjes uw hoofd leegmaken, en daarbij ook nuttig werk verrichten: ik ken ergere manieren om mijn tijd te vullen. We zijn ook experten gewoorden in Nepalese kledij. Een kourta zou me zodanig misstaan dat ik hiervoor pastte, maar ik ging toch voor de Nepalese broek. Van ons mama (didi moeten we haar noemen: betekent zus) kregen we ook een lungi. Zoals het woord doet vermoeden is dit een lange rok met een Nepalese print.
Het blijft moeilijk te aanvaarden dat ik niet alles zal berieken in Nepal wat ik me voorgenomen had. Dit hoogstwaarschijnlijk omdat deze doelstellingen veel te hoog gegrepen zijn. Toch probeer ik mijn ambities niet te verliezen, net zomin als mijn verwondering over alle culturele aspecten. Toch doen we het toch nog niet zo slecht. Op onze "Goodbye programme" op de school werden we de pilaren van de gemeenschap genoemd. Ook op de radio (!) waren ze vol lof en verdriet omdat de "Belgian volonteers" hun verlieten. De tranen van onze buren op de laatste dag in het bergdorp bewijzen dat we toch iets hebben geraakt daar.
Daar was Sigana. Een bergdorp als een oase vol rust, met veel liefde. Maar ook met het nodige huiselijke- en school geweld. Iets wat ik niet wil en kan begrijpen. Het is ook het dorp waar je op vier uren rijden met de jeep een ongelofelijk uitzicht hebt op de Fishtail, Anapurna en Himalaya. Daar stond ik enkele dagen geleden. Voorlopig is dit het meest schone dat ik ooit in mijn leven heb gezien. Ik vermoed ook het meest bevrijd dat ik me ooit heb gevoeld. De natuur doet me goed. Het geeft met de rust die ik nodig had.
Hier is Pokhara. Toeristisch Pokhara, met aan lakeside één centrale straat vol restaurants met neon lichten en restaurants met "echte" Nepaelese volkdans. Een pasta als afwisseling van de dal bath is uiteraard welkom. Toch zie ik dit niet als het echte Nepal. Als je het echte Nepal wilt ontdekken hoef je maar een tiental minuutjes met de bus te rijden. Dan kom je terecht in de sloppenwijken. Daar moeten vier golfplaten tegen elkaar geplaatst een huis voorstel. Daar ruik je geuren die je van je leven niet wist dat ze bestonden. Daar zie je ongewassen, doodzieke vrouwen onder een berg dekenens liggen. Jammer genoeg zie je naast dit alles het vliegveld van Pokhara liggen. De overheid wil het tourisme in Pokhara opkrikken, en dan ook de volledige sloppenwijken plat gooien. Eraan denken dat de bewoners van de sloppenwijken een nieuwe plaats om te verblijven nodig hebben, konden ze echter niet bedenken. Na mijn bezoek aan dit deel van Pokhara moest ik eventjes op adem komen. Dit was slumdog millionaire. Helaas zitten er geen lucky millionairs bij.
Dus vraag me hoe het gaat, en ik vertel je welgemeend dat het goed gaat. Ik kom hier mensen tegen die ik liever wat meer zou ontmoeten. Ik verleg hier mijn grenzen, maar laat juist ook zaken los. Pas op: ik ben er bijlange nog niet. Maar we gaan nog niet naar huis. We gaan nog niet naar huis.