Ik ben Femke
Ik ben een vrouw en woon in Leuven (België) en mijn beroep is Student.
Ik ben geboren op 13/11/1998 en ben nu dus 26 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: verhaaltjes maken en paardrijden.
Ik heb ook 2 lieve poesjes, Mari en Kiko.
Druk op de knop onder mij om iets in mijn gastenboek te schrijven.
Al mijn verhaaltjes
- When good turns into bad
- Gedropt
- Het weesmeisje
- Als je ziet wat ik niet zie
Mijn verhaaltjes!
Leuke verhaaltjes die ik schreef. Zeker eens lezen!!!
28-11-2011
Als je ziet wat ik niet zie
Als je ziet wat ik niet zie
We zitten op het gras en de zon schijnt op mijn rug. Hij verwarmt me. Ik staar naar Merel, mijn beste vriendin, die over me zit. Ze is een ketting aan het maken met margerietjes. Ik zie hoe een elf op haar schouder gaat zitten en in haar haren blaast. Het is een jonge elf, met een groen kleedje en een krans van bloemblaadjes in haar haren. Als Merel haar wegduwt en aan haar schouder klapt, vliegt de elf beledigt weg, maar Merel weet van niets. Ik zie ze overal, die elfen. In mijn kamer, spelend met mijn kat, in de suikerpotten, tussen de sjaals en de mutsen, lekker knus om te slapen. Zij merken niet veel van mij, want ik val ze niet lastig, maar ze weten dat ik ze zie. Dat vertelde een elf me ooit. Maar toen ik hem vroeg hoe dat ze dat wisten, vloog hij gewoon weg. Dus laat ik ze gerust. Elfen zijn niet te vertrouwen. Het zijn maar rare wezentjes. Soms wil ik dat ik ze niet kan zien, maar ik ben het gewoon zo. Ik weet niet hoe het is om ze niet te zien. "Klaar." zegt Merel tevreden terwijl ze me haar ketting toont. "Merel, ik moet je iets vertellen." zeg ik. Ik ben vanplan haar te zeggen dat ik elfen kan zien, ze moet het weten. Er komen een paar elfjes op me af. "Niet doen!" fluisteren een paar elfjes in mijn oren. Ik wapper ze wild weg. Ze lezen ook gedachten. "Wat dan? En wat heb je met je oren? Heb je het warm aan je oren of zo?" lacht Merel. "Nee, het zijn de elfjes. Ik wil je al een tijdje iets vertellen; ik zie elfen." Nu lacht Merel nog harder. "Elfen zei je? Elfen bestaan niet!" "Dat weet jij toch niet. Alleen ik zie ze." Merel geloofd me niet. Waarom zou ze ook? "Luister, Lieve, ik weet dat je veel fantasie hebt, en dat we vroeger speelden dat we elfen waren, maar dat is voorbij, je moet het loslaten. Ik vind het niet leuk", zegt Merel. Ik knik, het was toch niet zo'n goed idee om het te vertellen, dus ik doe maar alsof het een grapje was. En de elfen wisten het, ze wisten dat ik het niet moest doen. "Sorry, stom grapje, ik zal het niet meer doen" lach ik.
De volgende ochtent maakt een oud elfje me wakker. Dat haat ik dus, altijd als ik wil uitslapen maken ze me wakker. Het oud elfje begint heel hard te lachen. Ik probeer haar te pakken wat heel moeilijk is. Omdat ze oud is houd ze het niet lang vol en moet effe gaan rusten. Ik pak haar beet en steek haar in een glazen pot. "Yes!" zei ik vrolijk. Ik had die pot daar altijd staan voor als ik er ooit eentje zou moeten op sluiten, maar ik had hem nog nooit moeten gebruiken. Het oude elfje krijgt geen adem meer in de glazen pot. Heel effe maar wouw ik haar redden, maar het was haar verdiende loon! Ze moet me niet wakker maken. Dan gebeurd er iets ongelofelijks. De elf sterft en uit de elf groeit een plantje met een hele mooie bloem. De restjes van de elf word aarde. Dat wist ik niet, ik had nog nooit een elf zien sterven, maar het is zo mooi! De bloemblaadjes schitteren als diamant en als ik de pot open, ruik ik de zoete geur van een boeket rode rozen. Maar dit is een bloem dat ik nog nooit echt heb gezien. Er fladdert een jong elfje naar de pot en roept "Oma! Omaaaa!! Nééé! Vuil mensenkind! Je hebt mijn oma vermoord!" en ze barst in snikken uit. Ik weet niet goed wat doen, ze maakte me wakker en lachtte me uit, ze pestte me! "Ze wou je iets zeggen! Ze wou je iets zeggen!" Snikt de elf naar me. Ze heeft mijn gedachten gelezen. "Ze wou je helpen, waarschuwen, en jij vermoord haar! Wreed, wreed kind!" "Maar ik wist niet dat ze me iets wouw zeggen! Wat wouw ze me dan zeggen?" fluisterde ik. Ik moest wel fluisteren, want als iemand in huis me hoorde vinden ze me vast gestoort, omdat ze denken dat ik tegen me zelf praat. "Dat zeg ik niet tegen stomme moordenaars zoals jou!" Vanbinne word ik heel boos, maar probeer het niet te laten zien. "Alstublieft, zeg het me. Dan zal ik elke dag voor deze bloe... je oma zorgen!" Maar de elf weigerd het te zeggen. Dus probeer ik het jonge elfje te pakken. Het is heel moeilijk en ze vliegt heel snel. Uiteindelijk gaat ze naar de kap van mijn lamp en blijft daar koppig zitten. "Wat wil je dan dat ik voor je doe?" vraag ik. Ze kijkt me aan en denkt na. "Een warm bad! En eten!" zegt ze. "Maar daar hangt ook iets aan vast, natuurlijk", zeg ik als ze tevreden aan haar broodkruimels knabbelt na haar bad. Ze knikt. Gelukkig maar, denk ik, maar ze kan mijn gedachten lezen en zegt "Niet zo blij zijn!" Ik knik. "Maar wil je me nu vertellen wat je oma me wouw zeggen?" vraag ik lief. "Ja, maar ik wil eerst nog wat slapen. Maak een lekker zacht bedje voor me klaar!" comandeert ze. Zie je wel, ze is nog niet te vreden en dat zal ze nooit zijn. "Klaag niet!" zei de elf, die mijn gedachten zoals gewoonlijk las. "Laat me eerst slapen, dan ben ik beter gezint!" Dus pak ik een bedje van mijn oude barbie poppen dat zelfs al een kussen en een dekentje heeft. Ze gaat er blij op liggen en valt in slaap.
Ik zit misschien wel al een 1 uur naast het bedje te wachten tot ze wakker word. Ik moet bij haar blijven, want als ze wakker word en ik ben er niet gaat ze vast weg lopen. Ik begin me te vervelen en moet nodig naat het toilet. Nu weet ik wat ik kan doen! Zo snel als ik kan pak ik een doos waar ik al mijn barbie kleren in heb. En dan maak ik naast het barbie bedje een soort nachtkastje waar ik mijn mooiste barbie kleertjes, een barbie kam en een strikje voor in het haar(ook van barbies natuurlijk) leg. Zo zal ze zeker blij zijn en het mij vertellen! Ik loop naar de wc en als ik terug kom, is ze weg. Ik vloek even en als ik naar de pot met het bloempje loop, zie ik haar daar zitten. "Ben je heel triest?" vraag ik. Ze kijkt sip en knikt "Natuurlijk, ze was mijn oma." Ik voel me schuldig. "Zag je de kleertjes? Vind je ze mooi?" vroeg ik om van onderwerp te veranderen. "Ja bedankt. Ik lijk er wel een prinses in, heb je er nog?" vroeg ze wat blijer. Dus toonde ik al mijn kleertjes die ze uit probeerde. Toen zag ze iets anders: mijn barbie kasteel! Ze vond het prachtig en vroeg me vriendelijk of ze er in mocht wonen. "Natuurlijk, maar dit kasteel blijft bij mij." Dus deden we de kleertjes die ze het mooist vond in het kastje en was het zo dat ze bij mij bleef wonen.
"Wil je het mij nu zeggen?" vroeg ik nog die avond toen we samen op mijn bed zaten. "Wat zeggen?" "Dat wat je oma mij wouw zeggen." Ze zucht... "Ze wou je waarschuwen, voor de Krinken, het zijn elfen, maar dan slecht, ze zijn vreselijk en hebben kapotgescheurde, gifgroenevleugels, ze stinken naar de dood, ze brengen enkel slecht mee. Niets goed. Het zijn echt duivels." Ik begin te bibberen... "Wonen ze hier dicht bij?" vraag ik nog steeds bibberend. "Nee, maar ze willen de wereld veroveren, dus ze komen hier wonen! Jij bent de enige die hen kan stoppen, Lieve!" Dat kan ik toch niet! De enige keer dat ik iets probeerde te stoppen was toen ik zo een jaar of 3 was en de buurhond liep achter een poesje, dat lukte me dus niet! Natuurlijk leest ze weer mijn gedachten... "Duivels zijn heel anders dan honden, het lukt je wel!" Ik loop naar de tuin, zet me rustig neer op de schommel en laat me naar boven zweven door de wind. Waarom ik? Er zijn ook andere mensen die elfen kunnen zien, zeker weten, en precies IK moet weer het slachtoffer zijn? De wind blaast door mijn haren en ik hoor hem fluisteren: "Lieve, vertrouw. Vertrouw op jezelf en op de anderen. Je zal hulp krijgen, maar vergeet niet, zij hebben ook jouw hulp nodig. En zij staan erop dat je altijd je beloftes naarkoùt, het is belangrijk."
Ik ga naar mijn kamer en pakte mijn grootste handtas. Daar doe ik een paar nodige spullen in. "Kom elfje. We gaan!" zeg ik dapper. "Ik ga niet mee? Het is te gevaarlijk voor me!" zegt ze koppig. "Maar hoe moet ik dan de weg weten?" Boos geeft ze toe en gaat met me mee. Veel heb ik niet bij; wc papier, schone kleren, mijn kam en wat te eten en te drinken. "Dat is genoeg." zegt het elfje die mijn gedachten leest. "Waar gaan we eigenlijk naar toe?" Jij weet de weg hier, denk ik bij me zelf. Maar ik ga eerst Merel halen! "Merel? Zij mag niet mee van mij." "Dan help ik je ook niet!" Het elfje schrikt even, maar blijft tegensputteren. "Merel gelooft jou niet, en ziet ons niet, dus waarom zou ze helpen, ze zal alleen maar een last zijn. Daarbij ben jij ook nog niet klaar om te gaan!" Niet klaar? Wat bedoelt ze daar nu mee. Ik ben klaar! "Dat ben je dus niet." Ik haat het als ze mijn gedachten leest, waarom doet ze dat toch telkens? "Ik kan daar ook niks aan doen, ik hoor het gewoon." Plots rinkelde er een belletje in mijn hoofd! "Ik heb een iedee! Telkens als er te veel mensen zijn denk ik en zo kunnen we cominiceren." Het elfje begint heel hard te lachen. "Had je daar nog niet eerder aan gedacht dan?" Nee. Ik kijk haar aan, maar ze kijkt ergens anders naar. "Waar staar je toch naar?" Ze wees in een bosje. "Daar zit een Krink!" Ik begin helemaal te beven, ik hof hem niet te zien, want ik ruik hem al. Hij stinkt vreselijk en als ik naar hem kijk, zie ik het meest vieze, vuile mormel dat ik ooit zag. Ik walg ervan en als hij zijn blik op mij laat rusten, moet ik kokhalzen. De elf zegt; "Hou je in, je moet hem doden!" "Wat? Hoe dan?" Ik zou graag willen denken, maar wat als de Krink mijn gedachten toch hoord. "Gewoon doen." fluisterd het elfje. "Maar hoe dan?" Waarom wil ze me dat nu toch niet gewoon zeggen, das veel sneller! Ik dacht na en gooide een stok naar het bosje. De elf kroop snel tussen mijn haren. Ik pakte snel een andere stok. "Ik ben niet bang voor jou hoor!" riep ik naar de Krink. Een paar mensen kwamen voorbij en lachte me heel hard uit. Ik word heel boos. De Krink komt dicht bij, wat een stank! Het stinkt zo erg dat ik gewoon flauw val.
Ik word gewekt door de elf, een minuut nadat de Krink ontsnapte, vertelt ze me. En ze is heel boos, daar kan ik niets aandoen. Ze zei me niet wat ik moest doen, en nu lig ik op de grond, en de Krink is ontsnapt, leuk hoor. Ik kan wel wat 'mensen' gebruiken. Ik blijf effe op de grond liggen en toen hoorde ik de deur van Merels huis open gaan. "Lieve! Ik zach je hier liggen! Is er iets gebeurd?" vraagt Merel ongerust en helpt me recht. "Loop weg!" sist de elf boos naar me. "Ze is een last post!" Ik aarzel, wat moet ik nu doen? "Er was een Krink en die stonk zo dat ik flouw viel." zeg ik eerlijk. Het elfje kijkt me boos aan. "Een wat?" vraagt Merel lachend. "Je slaat wartaal, Lieve, kom mee naar binnen." Ik kijk haar aan, en dan kijk ik naar de elf. Naar wie moet ik nu luisteren? "Naar mij!" zegt de elf. "Kom, Lieve, kom met me mee naar binnen! Dan kunnen we thee drinken en koekjes bakken. En in onze boomhut wandelaast bespieden en bangmaken. Lieve, ko-hom !" Ik sta recht, wrijf door mijn haar en nies. "Lieve, je moet je voorbereiden op de Krinken, je hebt geen tijd voor belachelijke spelletjes in boomhutten." Ik denk in mezelf "Ik kan moeilijk haar blijven ontlopen en negeren, ze is mijn beste vriendin, dus ik ga met haar mee! Punt uit!" Dus loop ik achter Merel aan. De elf volgt me natuurlijk. Ze blijft me heel de tijd irriteren. "Wat is er toch?" vraagt Merel. "Ik moet je iets zeggen. Die elfen..." "Toch niet weer daar over! Doe normaal!" onderbreekt ze me. "Sorry hoor, wat kan ik er aan doen dat ik ze zie en jij niet!" roep ik en loop boos weg. Arme Merel, ze snapt er dan ook niks van, he. Maar wat kan ik er nu aan doen dat die stomme elf me zit te irriteren? "Eindelijk ben je eens slim." zegt het elfje en ze komt op mijn schouder zitten. "Je hebt haar weggejaagd, nu an ik je leren naar Krinken te jagen en ze te doden, zonder je ziek te voelen." Ik knik, maar toch vind ik het niet leuk, Merel is mijn beste vriendin en nu denkt ze dat ik gek ben, straks vertelt ze dat nog door ook. Het kan niet erger! En de elf zegt; "Het kan wel erger", ik begrijp meteen wat ze bedoelt als ik een vreselijke stank mijn neus voel binnendringen. Ik knijp mijn neus snel toe. "Heb je parfume mee?" vraagt het elfje terwijl ze de rits van mijn tas opent. "Nee, ik heb geen tijd voor dat zo dingen." zeg ik nie- begrijpend. "Wat dom van je, want van een lekker geurtje gaat een Krink flauw vallen en dan kan je ze makkelijk doden." Hoe kon ik dat nu weten? "Gewoon, je had me moeten vragen wat je moest mee nemen." zegt het elfje. Ik zucht, hoe moeilijk kan het omgaan met elfen zijn? Ze zijn niet het leukste gezelschap... Dan bedenk ik dat ik in mijn tas altijd een reserve mini-deo meeheb. "Pak hem dan, snel!" zegt het elfje tegen mij, waarop ik mijn tas openrits en mijn deo zoek. Ik pak hem vast en kijk op, recht in de gitzwate ogen van de Krink. Langzaam kruipt hij naar mij toe, zonder ook maar 1 seconde naar de elf te kijken. Als hij nog maar een meter van mij verwijderd is, doe ik de dop van de deo, zet ik een grote stap naar voren en spuit hem helemaal vol. Hij hoest en proest en sluit zijn ogen omdat hij traant. Maar hij blaast en kikt me weer recht in de ogen, hij zet een stap naar voren en dan bespringt hij me... "Deo..." hoest hij "Deo denk je echt dat je me daarmee kan verslaan?" Hij hoest nog eens en zijn adem stinkt naar schimmelkaast, vermengd met rotte eieren en koeienmest, en dat is geen gezever. Ik spuit opnieuw maar het haalt niks uit. Het goede daarvan is dat ik die vieze Krink niet echt ruik. De Krink begint opnieuw te hoesten. "Blijf spuiten!" roept het elfje. "Hij begint al bleek te worden, seves valt hij wel flouw!" De Krink zakt wat naar beneden en blijft hoesten. Zijn ogen zijn helemaal op elkaar geknepen. Ik krijg een beetje medelijden met hem. Maar ik blijf toch spuiten. Uiteindelijk is mijn busje leeg. Ik begin heel hard te vloeken. De Krink is heel zwak en blijft hoesten. Snel pak ik een stok en voor hij kan weg vliegen sla ik op zijn kop. Hij valt op de grond en hij bloed zelfs. "Alé, sla meer. Dan is hij dood." Wat een onhartelijke elf zeg! Maar ik doe toch wat me gevraagt werd. De Krink is nu helemaal bebloed, ik denk dat hij nu wel dood is. "Kom, we gaan!" zegt het elfje. "Nee, wacht nog effe, ik wil zien wat uit hem komt." De elf kijkt me raar aan, maar ik negeer haar en kijk naar de Krink. En toen groeide er plots een brandnetel uit de Krink, de restjes van de vieze Krink werd aarde.
Als ik terug thuis ben, drink en eet ik rustig en geef het bloempje, de oma van de elf, water en zet het in de zon. Aan die vieze brandnetels wil ik echt niet denken. Ik kijk naar mijn lege busje mini-deo. Er moet toch echt een andere oplossing zijn, want zoveel Krinken , zoveel deo? Dat ga ik echt nooit kunnen, ten eerste betalen, ten tweede dragen, ten derde gebruiken, ten vierde moeten de lege ook weer weg... Het elfje zucht. "Ik ben trouwens Flora... Dat wist je nog niet, hé? En je hebt gelijk wat betreft de deo's... Parfum werkt sterker, maar toch, het is duurder en ze vallen enkel fauw..." Ik denk na, wat kan ik dan gebruiken? "Eumhh... Ik weet het ook niet hoor. Je moet het in het Krinken Boek op zoeken!" zegt Flora. "Krinken Boek?" Flora knikt. "Wat anders. Ach, jij bent een dom meisje." Ik kan Flora haar nek wel omdraaien, waarom doet ze zo brutaal? Ik adem diep in en uit. "Waar vind ik dat boek?" Flora draaid met haar ogen en zegt dan; "In de bib natuurlijk, waar anders?" Ik knik. Natuurlijk. "Maaa!" roep ik, "ik ga even naar de bib, waar ligt mijn kaart?" Mama reageert "Weet ik niet, Lieve, zorg voor je eigen spullen." Ik zucht, weeral moet ik het zelf uitzoeken... Flora tikt op mijn schouder en zwaait met mijn bibkaart. Ik roep nog snel "Gevonden!!!" naar mijn mama en ga naar de bib.
De deur van de bib is gesloten, de bib is dicht. Daar had ik niet op gerekend. Niet leuk! Waar is Flora trouwens? Ik roep haar, maar ik krijg geen antwoord. Als ik naar huis ga, zit ze in het Barbie huis. Ze is aan het huilen. "Flora, wat is er?" vraag ik. "Mijn vleugel" snikt ze. Ik kijk naar haar vleugen, hij is helemaal gescheurd. "Wat is er gebeurt ?" Flora wijst naar nagelvijltje dat op de rand van mijn kastje ligt. "Ik bleef hangen eraan, en mijn vleugel scheude aan de punt... en toen stortte ik neer, ik kan niet meer vliegen, je zult het zonder mij tegen de Krinken moeten opnemen. Maar ik kan je van hier helpen." Ik knik en geef het stukje van een papieren zakdoek dat ik juist afgescheurd heb. Ze droogt haar tranen af en snuit haar neus. "We kunnen checken of het boek in de bib te vinden is... Op de computer." Rustig zet ik Flora op mijn schouder en ga naar de computer. Welk boek? "Het Krinken Boek." zegt ze. Dat is nu het leuke van dat ze mijn gedachten kan lezen, niemand hoord ons gesprek.
Het boek is er! Maar onee... iemand heeft het al. Maar wie wil nu een boek wat informatie is over iets wat volgens hen 'niet' bestaat? "Dat vraag ik me nu ook af... Waat scheinlijk kan die persoon ook elfjes zien!" gilt Flora, het verbaasd me dat niemand haar gil kan horen! "We moeten vinden wie dat boek heeft!" zegt Flora. "Ja, dat moeten we." zeg ik. "Wat zeg je liefje?" vraagd mijn vader die aan de tv hangt. "O, niks hoor." Ik sluit de computer af en ga met Flora naar boven, ik draag haar heel voorzichtig. Boven praat ik tegen haar. "Iemand die hetzelfde is als mij... Daar droom ik al de hele tijd van! Maar hoe gaan we die persoon vinden ?" Het elfje denk na, en dan zegt ze: "Ik kan heel goed dingen aanvoelen, en mensen. Dus als we naar de bib gaan en daar blijven tot hij weer dicht gaat, dan kunnen we zien wie er een boek terugbrengt. Het kan niet lang meer duren, want morgen moet het boek teruggebracht worden, zag ik. Dus, morgen blijven we de hele tijd. En dan weten we wie, wat een waarvoor, als alles goed gaat." zegt Flora. "Wat goed! Dus morgen gaan we naar de bib, ik verheug me er op!" Dan ga ik slapen, Flora in haar Barbie huisje.
De volgende dag als ik wakker word ga ik derrekt naar beneden een kijk wanneer de bib open gaat. Oke, binnen één uur gaat het open, dan heb ik nog genoeg tijd om te eten en me om te kleden. Flora slaapt nog. Mijn papa is gaan werken en mijn mama is naar de winkel of zo. Ik kleed me om en eet een boterham. Dan maak ik Flora wakker en we vertrekken. Als we aankomen gaan de deuren van de bib juist open. Ik ga ik de bib boeken lezen of zo en Flora blijft bij de kassa waar je ook de boeken moet afgeven. Als ze haar (of hem) ziet komt ze me halen. Ik wacht en wacht en wacht. Maar er komen enkel oude omaatjes hun 'Hoe brei ik kousjes voor de baby en kleuter boeken' binnen. Pas na drie uur, 10 minuten voordat de bib sluit, snelt er een wondermooie jongen binnen, scant een boek en draait zich om. "Dat is hem!" fluisterd Flora. "Wacht" roep ik en ik ga achter hem aan. "Hoi!" zeg ik en ik kijk recht in de helderblauwe ogen van de vreemde jongen. "Eumh, hallo." zegt hij met een lage stem. "Ken ik jou van ergens?" Ik schud nee en wijs naar Flora. "Wat?" vraagt hij gehaasd. "De elf, ik zie ook elfen. Net als jou!" zeg ik. Hij blijft me lang aanstaren en zegt niks. "Ik zal maar gaan." zeg ik uiteindelijk teleurgestelt. "Nee! Wacht! Zullen we effe samen iets gaan drinken?" Ik knik en we lopen samen weg. Wat is hij knap! Ik kan mijn ogen niet van hem af houden. "Zo, is hier goed?" vraagt hij als we bij een cafétje komen. "Tuurlijk." We lopen binnen en kiezen een tafeltje uit. Het is er best gezellig en modern. "Mijn naam is Lieve." zeg ik. "Wat is jou naam?" Hij kijkt me recht in de ogen en zegt; "Mijn naam is Jason, mijn vader is Amerikaans." Ik lach. We bestellen elk een Cola light en we praten over koetjes en kalfjes. Tot Flora me stoort en op mijn schouder tikt. We moeten beginnen aan het echte 'werk'. Krinkenpraat...
"Zullen we dan samen de Krinken dan verslaan?" vraagt Jason na het Krinken gesprek. "Goed." zeg ik. "Maar dan moeten we wel een tijdje van onze ouders weg blijven, dat weet je toch?!" zegt hij. Jason kijkt me met zijn mooie blauwe ogen aan. "Ja, dat weet ik. Maar samen word het toch wel leuk denk ik." zeg ik triest. "Natuurlijk word dat! Oke, dus morgen kom ik je heel vroeg bij je thuis halen. Ik zal steentjes tegen je raam gooien en dan vertrekken we. Dan moet ik nu wel weten waar je woont een waar jou kamer is." Dus gaan we naar mijn huis en toon ik van buiten af mijn kamer aan. Dan vertrekt hij. "Tot morgen!" roept hij. Ik zwaai verlegen terug. Ik ga naar binnen en mijn papa staat voor mijn neus. "Waar was je zolang?" vraagt hij. Ik antwoord: "Naar de bib en toen iets gaan drinken, het spijt me. Enneu, paps, ik blijf een paar dagen slapen bij Merel, oké?" Hij denkt even na en knikt dan. "Oké" Ik glimlach naar hem en zet me aan tafel, pak mijn glas water, drink een slok en begin gulzig te eten.
Terug in mijn kamer bel ik Merel "Met Merel, wat is er, Lieve?" zegt ze. Ik beantwoord haar vraag en zeg; "Ik ben een paar dagen bij jou, oké? Verwacht me maar niet..." en ik leg af, lekker mysterieus. Flora kijkt bedroefd naar de pot met 'haar oma' en zucht. "Ze moet mee, morgen als je vertrekt, ik kan haar niet lang alleen laten..." Ik knik, maar bedenk dat het ook moeilijk zal zijn om Flora mee te nemen. "Ja" zegt ze, wat irritant is, want ze heeft weer mijn gedachten gelezen. "Misschien moet ik niet mee... Misschien moet ik wel gewoon hier blijven en voor mijn oma zorgen." Ik knik... Misschien zal dat wel gaan, makkelijker zelfs. "Je zal wel een andere elf moeten zoeken, om je te helpen en begleiden. En Jason zal wel weten hoe je Krinken moet verslaan, hoewel hij niet zoveel kan doen als jij, want JIJ bent de uitverkorene, en niet hij..." zegt ze. "Maar hij las wel het boek over Krinken, Flora! En ik dus niet, dus hij kan me veel leren." Flora zucht en kijkt weer naar het potje. Dus besluit ik mijn handtas klaar te maken. Ik doe er schone kleren in, mijn kam, een nieuw flesje deo, wc-papier en nog een paar spulletjes. Dan ga ik met een bonzend hart slapen... Ik droom over een Krink die dingen naar mijn hoofd gooit, deo's, parfum, steentjes. Ik hoor een tik als er weer een steentje tegen mijn hoofd wordt gesmeten en word wakker van het geluid. De 'tik' was niet in mijn droom, maar was echt, het was een 'tik' tegen mijn raam. Ik wil het gordijn wegschuiven, maar ik bedenk me dat ik er niet uitzie. Ik borstel snel mijn haren, en doe snel mijn jurkje aan. Dan trek ik het gordijn aan de kant en open het raam. Daar staat hij, de jongen met wie ik weg ga vluchten om de Krinken te verslaan, Jason. Ik doe een teken van dat ik ga. Snel kleed ik me om en pak mijn handtas. "Dag Flora." zeg ik nog snel. Ze slaapt nog half, dus zwaait alleen maar. Dan doe ik de deur stilletjes dicht. Als ik beneden ben leg ik een briefje op tafel wat ik gisteren nog schreef. Dit staat er op: 'Lieve mama en papa! Ik ben al naar Merel toe, he. Tot een paar daagjes! x' Dan ga ik naar buiten. Jason is zo knap en hij heeft een schattig rugzakje bij hem. Ik voel vlinders in mijn buik. "Hallo slaapkop. Ik sta hier wel al 20 minuten!" zegt Jason lachend. "Oei, sorry, ik was aan het dromen." Hij lacht. Wat een mooie tanden heeft hij! Ze blinken zelfs een beetje. "Waar is je elfje?" vraagt hij zoekend. "Die blijft bij haar dode plant oma." Hij lacht. "Kom, weg hier! We moeten naar het bos en dan daar de Krink van de poort zoeken, daarmee kunnen we naar de Krinkenplek, het is op aarde, maar ver, ver weg. Zodra we daar zijn, stopt de tijd bij ons thuis, dus daar kunnen we blijven zolang we willen, maar ik denk niet dat we dat willen" zegt hij. Ik knik en zeg; "Op naar het bos!"
We zijn nu al een uur aan het stappen in het bos. het is wel gezellig met ons tweetjes, maar mijn voeten beginnen pijn te doen. "Hier zijn we volgens mij al 10 keer voorbij gelopen!" zegt Jason als we aan een kruispunt komen. "15 keer bedoel je zeker." Hij lacht. "Zullen we die kant maar eens nemen? Ik denk dat we die nog niet hebben genomen." zegt Jason en ik knik. Plots begint het erg hard te stinken. "Een Krink." fluister ik. Jason drukt me tegen hem aan. Ik voel weer vlinders in mijn buik komen! "Krink van de poort?" vraagt Jason met een luide zware stem. Ik giechel dwaas. De stank word steeds erger en erger en dan komt er een verschrikkelijk wezen uit een struik: een Krink! De Krink knikt. "Wat moet je?" vraagt hij. Jason antwoordt: "Door de poort!" De Krink komt nog dichter bij en ik krijg het moeilijk met ademen. "Rugzak!" zegt de Krink waarop Jason mijn tas en de zijne pakt en naar de Krink gooit. "Wat doe je?" vraag ik aan Jason. "De Krink controleert of we naar binnen mogen, haalt alle deo's, parfums, enzovoort eruit, en dan mogen we vertrekken" zegt hij. Ik knik, maar vind het niet leuk dat mijn handtas nu zal stinken naar Krinken... Snel pak ik 1 mini test parfumtje er uit en steek het in mijn broek zak. Oef... De Krink merkte er niks van. Ik had er een hele hoop mee, mijn mama heeft een doos vol, die krijg je toch gratis, spijtig dat ik ze nu allemaal kwijt ben. De Krink pakt mijn handtas en kruipt er in. Ik hou me vast aan Jason, want ik val bijna flouw van de stank. "Parfum!!!!!!" gilt de Krink boos. Hij haalt al de kleine flesjes er uit. En dan neemt hij ons boos mee. Hij maakt een beweging met zijn handen in de vorm van een boog en er verschijnt een deur, zo gifgroen als de Krinken zelf, nog stinkender als mijn tas nu. Als hij de deur opendoet, val ik flauw in Jasons armen.
Ik word wakker op een zacht dekentje in het gras. Jason zit naast me op het gras besjes te eten. "Eindelijk, je bent bij gekomen. Gaat het?" Ik knik en ga recht op zitten. "Zijn we bij de Krinkenplek?" Jason knikt. En geeft me een besje. "Dank je." zeg ik en ik kijk hem aan. "Het is hier eigenlijk best mooi voor een Krinkenplek te zijn. Vind je niet?" "Ja, mooi wel, maar het stinkt hier enorm." Ik ruik de stank. Maar het is niet zo erg als daarvoor. "Jason." fluister ik en toon het parfum flesje. Hij lacht blij. "Het zal wel helpen, maar niet erg hard, want er zijn hier kei veel Krinken, en als 1 Krink doorheeft dat je parfum meeheeft, dan mogen we nooit meer terug komen, dus het best is dat niemand ziet, en dat je het eigenlijk niet gebruikt. Sorry, enkel heel misschien bij de Hoofdkrink." Ik kijk naar het flesje en steek het terug. "Waar moeten we nu naar toe?" vraag ik. "We blijven eerst effe hier. Daarna zien we wel." Hij geeft me nog een paar besjes. "Zijn hier ook elfjes?" vraag ik. "Ja, maar die zitten in de gevangenissen hier. Voor de rest zul hier geen elf te zien krijgen." Ik zucht. Ik verlang naar huis. Het stinkt hier en het begint ook koud te worden. Ik kijk naar de lucht die daarjuist helder blauw was, maar nu is het vies grijs. "Er komt denk ik een strom aan." zeg ik en wijs naar de lucht. "We moeten een hutje maken om te verblijven dan." zegt Jason. We pakken onze spullen snel in en gaan er van door. We komen in een donker bos en we verzamelen grote, dikke takken, die we daarna gebruiken om een tentvormig hutje te maken, gelukkig heeft Jason aan touw gedacht en kunnen we het hutje vastbinden. "Zo, wat vind je er van?" vraagt Jason tevreden als het hutje klaar is. "Eumhhh... goed." zeg ik en ik kijk de andere kant op. "Vind je het niet goed? Wat is het? Zeg het maar!" "Oke, ik vind gewoon dat we het daar koud binnen gaan hebben. En waar gaan we liggen?" zeg ik zo onschuldig mogenlijk. "Ik heb toch dekens mee. Het komt goed, maak je maar geen zorgen. Daarbij, hoe dichter we bij elkaar liggen, hoe warmer we het hebben, en er is toch niet zoveel plaats in het hutje." Hij knipoogt en mijn hart begint als een wild beest te kloppen. 'Niet verliefd op hem worden! hij moet je helpen om de Krinken te verslaan' denk ik. Dan begint het te gieten. "Kom snel in de hut!" zeg Jason en we kruipen er in. Jason legt een dekentje op de grond en geeft er eentje aan mij zo dat het niet koud hoef te hebben. We zitten nu heel dicht naast elkaar en het is best gezellig. Tot er een vieze stank komt. "Onee." fluister ik en kruip nog wat dichter tegen Jason aan. Er klopt een Krink op het hout van het hutje. Hij zegt: "Dag mensen! Wat doen jullie hier, want zo leuk is het hier niet?!" Jason kijkt naar mij en ik schrik als de Krink in onze hut komt. "We bewonderen jullie en wouden graag bij jullie op vakantie komen. Wat een lekker luchtje." zegt Jason en snuift de stank in. Hij doet alsof het heel lekker is, maar ik kan aan hem zien dat hij bijna flouw valt, ik trouwens ook. De Krink komt dichter bij en kijkt ons ongelovig aan. "En wat is jouw excuus?" vraagt hij aan mij. "Eum, wat Jason zei, we zijn hier voor de wouden en vakantie, bovendien ben ik bij hem omdat we romantisch wouden doen zonder andere jaloerse meisjes, want Jason is mijn vriend!" vroeg ik eraan toe om het nog geloofwaardiger te maken. Jason kleurt een beetje, maar daar probeer ik niet op te letten. Jason legt zijn arm om me heen en we doen alsof we verliefd zijn, wat niet moeilijk is voor mij, want ik ben toch verliefd op hem. "Ik geloof er niks van, mee komen jullie." Onee, kunnen Krinken ook gedachten lezen? "Natuurlijk." zei de Krink. Ik kijk Jason aan. Snel doet hij zijn arm weg. Dat moest nu ook niet, maar ja, we moesten toch opstaan.
"Waar gaan we naar toe?" vraag ik als we al een tijdje aan het lopen zijn. We zijn kletsnat, want het regent. Alleen de Krink niet, want die heeft een schimmelige paraplu bij zich. "Naar Stanko, het Krink hoofd." Ik schiet in de lach. Ik kan er niks aan doen, maar die naam! "Ik hoor je wel." zegt de Krink boos en komt dichter bij. "We zullen maar beter door gaan." zegt Jason en dat doet de Krink ook. Dan poeft hij ons plots terug naar de normale wereld. "Zo kunnen jullie niet meer lastig doen" hoor ik hem nog zeggen. "We zullen het anders moeten aanpakken" zeg ik. "Ja, ik was vergeten zeggen dat we ons zelf kunnen beschermen tegen de Krinken zodat ze onze gedachten niet kunnen lezen, maar ik was het vergeten." Ik knik. "Hoe dan?" vraag ik. "Je moet de Krink recht in de ogen kijken en dan kunnen ze je gedachten niet lezen, het zelfde bij elfjes." legt hij uit. "Ooo, ik dacht dat je juist beter niet in hun ogen keek." "Dacht ik eerst ook, maar we moeten nu snel terug de Krink van de pport terug vinden. Als we te lang wachten heeft hij al gehoord dat wij niet meer binnen mogen." Plots stinkt het enorm hard. Onee... daar is de Krink van de poort. Hij bulder lacht. "Ik hoorde jullie wel hoor! Ik zal jullie wel weer binnenlaten, want die vreselijke Stanko heeft gezorgd dat ik hier moet zijn, in mensenwereld, want hij heeft me verbannen! Als jullie hem verslaan dan worden wij terug elfen!" Dan gaat hij weg en doet hij terug zijn handen vol parfum, die hij van mij afgepakt heeft. "Als wij de elfen geen kwaad doen, dan doet Stanko ons kwaad, daarmee dat wij gemene wezens zijn, maar ik vind dat onzin, dat de Krinken moeten heersen, dus ik wil jullie helpen!" Ik word heel blij vanbinnen. "Ooo, wat lief van je!" zeg ik. "Dus jij was vroeger een elf?" Jason staat er een beetje spraakloos naast. Hij kijkt ergens naar. Ik probeer zijn ogen te volgen maar wat hij ziet zit juist achter een struik. Het zal geen Krink zijn, want dan rook ik dat wel. Maar wat is het dan? Achter ons staat een elf, maar een hele grote, geen mooie. Ze is zo lelijk als de Krinken, maar ze straalt macht uit en woede. Ze heeft vuurrood, lang haar en felrode ogen, een jurk van herfstbladeren waarvan de randen verbrand zijn, blote, vuile voeten en haar vleugels staan in brand, maar daar lijkt ze niet om te geven. In haar hand heeft ze een rode, gloeiende knuppel en ze sist naar de Krink van de poort. "Néé! Je luistert naar mij, ik, Ignis, vrouw van Stanko, heerser van de Krinken, en binnenkort de elfen!" De Krink van de poort kijkt bang en gaat wat achter uit, wij volgen hem. "Ignis, wat ga je dan met me doen als ik deze mensen toch binnen laat?" vraagt de Krink van de poort uitdagend. "Dat durf je toch niet, maar stel dat je het wel doet ga jij de kerkers in en zoeken we wel iemand anders voor deze poort." Ignis lacht vals. "Sorry dan..." zegt de Krink van de poort en hij floept ons terug naar de plaats van de Krinken. Achter ons horen we nog een huiveringwekkend gegil. Jason kijkt me aan en plots omhelst hij me. "Lieve, ik heb je nodig. Wij hebben elkaar nodig." zegt hij, maar hij laat me niet los, ik knuffel hem terug. "We hebben elkaar nodig" zeg ik en hij laat me los. 'Heb ik iets verkeerd gezegt?' denk ik. Maar dan trekt hij me naar hem toe en kust me. Hij stopt ik moet effe bekomen van het magische gevoel. Het voelde zo goed aan. We kijken elkaar in de ogen aan. "Ik hou van je Lieve!" zegt hij en hij pak mijn hand en kust hem. Ik krijg het heel warm van binnen en vergeet even al het slechte. "Ik ook van jou." Dan vertrekken we hand in had naar onze hut. Ik weet nog precies waar het is. Maar we zijn daar niet meer veilig, dus gaan we gewoon onze spullen pakken en weg wezen. Terwijl we verder lopen stopt Jason soms om iets te plukken. "Waarom doe je dat?" vraag ik. "Ik zoek het juiste kruid, daar moeten we op kauwen en dan kan niemand onze gedachten nog lezen." zegt hij. "Echt? Das inderdaad handiger dan niet in de ogen kijken!" Hij lacht. "Jason, hoe moeten we de Krinken eigenlijk verslaan? Of hoe kunnen we ze verslaan?" Hij zucht en zegt dan: "Dat weet ik niet schat, zien we dan wel." We zijn nu al bijna het bos uit. De wolken zijn weer grijs, dus het gaat zeker weer regenen. Het regent hier precies altijd. We kunnen maar beter door lopen! Maar plots stop Jason om iets te plukken, het lijkt op een brandnetel, maar met donkerdere blaadjes. Mij plukt er twee van af en hou ze in de lucht. Als de eerste druppels op de blaadjes vallen, veranderen ze van kleur. "Dit zijn ze, de kruiden, kauw erop" zegt hij en ik doe wat ik moet doen. Het smaakt heel vies, maar gelukkig prikt het niet. Jason eet ook een beetje van de kruiden. Hij trekt een heel vies gezicht, ik begin er van te lachen. "Ik wist niet dat dit zo vies was!" zegt hij. "We kunnen maar beter door gaan." zeg ik snel en we huppellen hand in hand verder. Eigenlijk heb ik helemaal geen heimwee. Ik verlang niet eens naar Merel.
Na een paar minuter wordt de stank van het bos erger. "We komen dichter bij het Krinkendorp, daar wonen heel erg veel Krinken die het niet zo goed hebben, zoals geen werk, die gestraft zijn enzo, de minderwaardigen dus. Misschien vinden we wel een Krink die ons wilt helpen." Ik kink. "Maar kunnen we niet beter onze spullen eerst halen?" "Ja, we zijn daar toch al bijna." Een paar minuutjes daarna hebben we al onze spullen terug en vertrekken we naar het Krinkendorp. "Is het ver?" vraag ik. "Redelijk ver ja..." zegt Jason met en zucht. "Hoe kan het ver zijn als het hier nu al zo stinkt?" "Krinken stinken nu eenmaal heel hard. Hoe meer Krinken hoe meer stank dus." Ik zucht. Plots trekt Jason mij mee en zegt: "Stil zijn, er komt een Krink." We verstoppen ons achter een struik, maar de Krink staat plots naast ons. "Verdraaid... nu mocht ik eindelijk eens naar huis gaan en moet ik jullie naar Stanko brengen." mopperd de Krink. "Van ons mag je ook naar huis gaan hoor, dat zoude we heel fijn vinden." probeer ik rustig. Maar de Krink is duidenlijk niet voor elfen. Dan herinner ik het kruid, we kunnen zoveel liegen als we willen! "Gaat u maar naar huis meneer, we gaan zelf wel." probeer ik. Hij kijkt ons aan. En dan vliegt hij mopperend weg. Oef... "Goed van je!" zegt Jason blij en ik ben ook blij. Tot ik bedenk dat hij moeilijk kon weten dat we naar Stanko moesten. We lopen om het dorpje heel en zoeken naar een fatsoenlijke slaapplek. Plots zie ik op een boomstam een groot papier hangen met onze beschrijving... ohow! "Jason, kijk!" zei ik. "Onee! We kunnen beter dit dorpje verlaten." We beginnen direct het bos terug in te lopen. Na een tijdje stoppen we bij een grote eik. "Hier zijn we verlopig veilig..." zegt Jason hijgend. "Hoop ik teminste..." De eik is mooi en groot. Ik vind dat deze eik beter bij elfen past dan bij Krinken. "Je hebt gelijk meisje, je hebt gelijk." Ik draai me om en er staat een oude Krink naar ons te kijken. "Wees maar niet bang, ik ben voor de elfen hoor!" Het is een vrouwtje met afgesleten vleugels en een stok. Ze heeft lange, grijze haren en een lieve glimlach. "Welkom bij mij thuis" zegt ze hartelijk tegen ons, en ik voel gewoon dat ze het meent, ze is niet gluiperig of achterdochtig, maar lief en warm. "Is het kruid al op dan?" vraag ik aan Jason. "Ja, precies wel." De oude Krink verdwijnt in een gaatje van de eik. "Willen jullie wat drinken?" vraagt ze. "Wat heb je?" vraagt Jason. "Thee, alleen thee." Jason trekt een vies gezicht. "Ik wil wel." zeg ik snel. "Ik liever niet..." Een tijdje later komt ze terug met 2 kleine kopjes thee. "Ga zitten kinderen." zegt ze vriendelijk terwijl ze mij de thee geeft. 'Waar om zijn jullie hier?" vraagt ze dan. "Lieve kindjes als jullie horen hier niet thuis." Jason draait met zijn ogen. "Ik ben uitverkoren de Krinken te stoppen, en Jason weet er alles van, dus hij helpt me, hij heeft het Krinkenboek gelezen" Het oude dametje knikt. "Maar het Krinkenboek is niet volledig, er kan nooit alles in staan. Jullie wisten toch niet dat het kruid heel vies is en snel uitwerkt?" Ik schud met mijn hoofd. "Drink de thee maar op, ik heb er kruid in gedaan zodat de vieze Krinken je gedachten niet kunnen lezen, en voor een langere tijd. Jason, toe, drink ook" zegt ze. "Hoe weet u zijn naam?" vraag ik verwonderd. "Je hebt hem daarjuist verklapt." Jason kijkt een beetje verveeld en doet alsof hij haast heeft, het irriteert me en de oude Krink ook, want ze zegt tegen hem: "Haast is niet goed, zo ga je fouten maken, goede Jason, en slechts 1 fout kan je einde betekenen." Jason doet niets, en kijkt haar alleen maar aan. "En nog iets" zegt ze, "doe niet zo geirriteerd, want het werkt op mijn zenuwen" zegt ze met een lieve stem. Jason kijkt me boos aan. "Je moet niet boos zijn op haar." zegt de oude Krink die duidelijk zijn gedachten las. "Zou jij ons willen helpen? We zochten namelijk een Krink die ons wil helpen." zeg ik blij. Alleen heb ik geen zin om met Jason op deze manier opgezadelt te zitten. "Ja, dat zou ik ook niet willen, maar als hij wat liever kon doen ging, zou ik zeker heel erg helpen, want ik ben te oud om mee te gaan met jullie." Jason kijkt haar niet aan en mij ook niet, maar hij kijkt al minder geirreerd, meer geïnteresseerd. "Alstublieft, komt u maar mee met ons. Je mag op mijn schouders zitten zodat je niet heel de tijd hoeft te vliegen." Jason draaid weer met zijn ogen en ik word daar zo boos van. "Jason! We krijgen hulp en jij verprutst het helemaal!" roep ik boos. Dan loopt Jason boos weg. Normaal zou ik nu beginnen wenen, maar ik ben zo boos dat ik het niet kan. Ik vertrek wel alleen met de oude Krink. "Goed, ik ga vlug nog een rugzakje voor mij klaar maken, dan zal ik mee gaan." Het voelde aan alsof de Krink heel opgelucht was dat Jason weg was, maar ik begreep haar, want dat ben ik nu eigenlijk ook. Het oude vrouwtje kent precies de weg naar de stad van Stanko. We doen veel kilometers, maar nergens zie of hoor ik een Krink, ik ruik er zelfs geen, heel vreemd. Wanneer het begint te schemeren, begin ik een beetje bang te worden, en bezorgt om Jason. "Zijn we er bijna?" De Krink knikt. "Zullen we door gaan of morgen pas verder stappen?" vroeg ze dan. "O, graag!" zeg ik blij. Ik had eigenlijk gehoopt dat ze dat zei. "Hoe komt het dat we geen Krinken zijn tegen gekomen?" vraag ik als we op de harde grond gaan zitten. Het zit voor kleine steentjes die in mijn poep prikken. "Omdat ik het hier goed ken en wegen weet waar amper Krinken komen. Wil je een koekje?" Ik kink en pak het koekje aan. Het ruikt heerlijk en smaakt het zelfde. Dan val ik in een diepe slaap op de harde steentjes onder de mooie sterren hemel. Als ik wakker word, staat Jason naast me. Ik kijk rond en zie dat het oude vrouwtje weg is. "Waar is ze?" Jason haalt zijn schouders op. "En wat doe jij hier?" "Gewoon, je redden." Ik schud mijn hoofd. "Je hebt haar weg gedaan, he!" zeg ik geirriteerd. "Het is beter zo, met ons twee." zegt hij heel gewoontjes. "Nee, dat is het niet!" zeg ik boos. "En als je haar nu niet terug haalt maak ik het uit Jason!" Hij haalt een pot uit zijn rugzak en zegt: "Hier is ze". Zonder nog verder iets te zeggen, lopen we door.
Na 2 dagen, begin ik alweer de vreselijke stank te ruiken, hij kruipt tot diep in mijn neus en ik word misselijk. De oude Krink stinkt niet zo, want ze doet bijne om de seconde bloemen parfume op, maar deze Krink stinkt enorm hard. "Verstoppen en wel nu metteen." fluisterd de oude Krink. We verstoppen ons, maar Jason loopt op de Krink af. "Heey Tumultus, hier is ze, Lieve." Dan lacht hij heel erg eng en scheurt hij uit zijn lichaam. Ik slaak een gil en probeer weg te lopen. Het oude vrouwetje gaat op mijn hoofd zitten, want zo snel kan ze niet meer vliegen. Tumultus en Jason vliegen achter me aan en ze vliegen nu zo dicht bij dat ik flauw val van de stank. Nu hebben ze me beet...
Zo stil mogenlijk loop ik voorbij de andere gevangen Krinken die vuile rochelgeluiden maken, tot ik een klein, prachtig ander meisje zie in 1 van de andere cellen. Ze heeft lang, gespleten, blond haar, felgroene ogen met gigantische blauwe kringen eronder en een bleke huid. Het lijkt wel alsof ze in geen jaren licht heeft gezien. Ze zit in het hoekje van de cel met opgetrokken knieen. "Waarom deed je dit, Jason?" zegt ze tegen zichzelf. "Hij deed het ook bij mij." Ze schrikt op en kijkt me recht aan. "Alsjeblieft! Neem me mee... Neem me mee... Alsjeblieft!Ik heb familie... Neem me mee." Ze is helemaal van slag en snikt hevig, maar ze blijft me recht aankijken. "Ik heb je nodig, ik heb je nodig!" Ze stampt met haar voet op de grond en slaat in het rond. "Rustig." sus ik haar. "Ik neem je mee." Ik pak de sleutels en doe de cel open. Haar gezicht word gelukkiger en ze loopt blij achter me aan. Maar ze is ook heel bang, dat kan ik zien. "Dus Jason heeft je hier ook mee naar toe gesleept en je dan opgesloten?" Ik wil antwoord geven, maar ik hoor voetstappen, dus leg ik mijn vinger op mijn mond en het meisje knikt. En daar loopt ze, Ignis. Ik kan de hitte van haar brandende vleugels al tot hier voelen. Snel geef ik het meisje kruid, waarop ze direct begint te kauwen, en ik duw haar in een cel, samen met mij, pak de sleutels en doe hem op slot. Ze gaat weer in het hoekje zitten en stamelt "Ik wist het... Ik wist dat het niet goed zou komen... we raken hier nooit uit..." Ik leg me neer en doe alsof ik slaap. "Stultus, waarom lig jij in de cel te slapen, en niet voor een cel te zitten?" Haar scherpe stem snauwt hem af en ik weet direct dat ze het heeft tegen de Krink die ik heb opgesloten. Stultus blijft slapen, hij is dan ook bewusteloos natuurlijk. Maar dat weet Ignis niet en ze word zo woedend dat het vuur uit haar spat. "Word wakker!" gilt ze. En dan hoor ik een schril gilletje. "Water!" gilt Stultus. Waarscheinlijk staat hij in brand. Ik moet mijn lach in houden. Ik ben verbaast van mijn eige haat, maar eenmaal je een Krink hebt onmoet zal dat wel normaal zijn dat die haat vaker komt. Stultus gilt nog een paar keer. "En ze namen jou als wachter? Je kan niet eens tegen een klein vlammetje!" zegt Ignis gemeen. De bulderlacht er bij, precies zoals ik me voorstel hoe een heks het zou dan. Maar Ignis is zoiets als een heks, toch?! Ze is de vrouw van Stanko, die vreselijke Krink! Ignis stapt boos weg en als ik zeker ben dat ze niet terug komt, doe ik onze deur open. We sluipen voorzichtig naar buiten. Als we langs Stultus lopen begin ik bijna te gillen, want hij was dood. Het meisje ziet mijn bange gezicht en fluisterd: "Het is maar een stomme Krink..." "Ja, maar wat als ze ons zo te pakken krijgen?" Het meisje kijkt naar haar vuile blote voeten en we lopen door.
Dit verhaal gaat over een klein meisje dat in een weeshuis zit.
Ze is bij haar geboorte achtergelaten. De mensen van het weeshuis zeiden altijd tegen haar dat haar ouders dood waren. Toch geloofde ze erin dat ze ooit haar ouders zou vinden. Elke dag trok ze een streepje op haar bed van hoeveel dagen ze nog heeft voordat ze 12 jaar werd. Dit wou ze graag met haar echte ouders vieren. Af en toe probeerde ze weleens te ontsnappen uit het weeshuis. Maar telkens mislukte dat. Ze geloofde er toch in dat ze op een dag eruit zou geraken, en zo haar ouders kon gaan zoeken. Dan kwam ze op het moment dat ze nog 3 streepjes moest trekken en dan was ze twaalf jaar. Tot ze plots op een geweldig idee kwam.
Ze ging niet ontsnappen want dat hielp niet. Dat wist ze nu al wel. Dus nestelde ze zich bij de computer en zocht informatie op over haar ouders. Als ze echt dood waren moest het toch ergens staan. Ze deed Google open en schreef zorgvuldig de namen van haar ouders op. Er kwam van alles te staan. En overal stonde de namen van haar ouders. Het eerste wat opviel was het In het groot geschreven 'Misdaad'. Het meisje durfde er niet op te klikken, maar toch deed ze het.
Ze dacht bij haarzelf: 'Zouden mijn ouders moordenaars zijn?' Ze ging er verder op in en bleef zoeken totdat er de titel : 'Mevrouw & Meneer Hanssens (haar ouders) vermoorden een dolgelukkig koppel. Haar ouders waren dus echt moordenaars. Toch wou ze nog altijd haar ouders leren kennen. Misschien was die moord ook de reden dat ze haar achterlieten.. Ze ging verder op zoek en er kwam een e-mailadres tevoorschijn van haar oom. Ze stuurde direct een mail waar instond :
Beste oom, misschien ken je me niet maar ik ben jou nichtje en zou je dit alstublieft aan mijn ouders willen laten lezen : Lieve mama en lieve papa! Ik weet dat jullie me niet echt kennen en ik jullie ook niet echt, daarom wou ik juist contact opnemen. Ik ben jullie dochter Tessa die al heel haar leven in het weeshuis zit. Ik haat het hier! Ik wil normale ouders hebben. Maar dat zijn jullie precies toch niet echt... Julie zijn moordenaars las ik! Is dit waar? Mail me snel terug! Kusjes, Tessa!'Na even aarzelen verzond Tessa het berichtje. Hopelijk kreeg ze snel antwoord. Misschien waren ze helemaal geen moordenaars.
Diep in haar hart vertelde haar iets dat haar ouders zoiets nooit zouden doen. Ze moest nu nog 1 streepje trekken en ze werd 12 jaar. Morgen washet dus de grote dag. Stilaan begon ze de moed toch op te geven want haar oom had nog altijd niks terug gemaild. Tot er plots iemand van de begeleiding van het weeshuis met de telefoon aangelopen kwam. Het waren haar ouders. Met volle vreugde liep ze zo rap mogelijk naar de telefoon en na even aarzelen viel er een diepe stilte :'hallo? Mama? ' zei ze. Na bijna afgelegd te hebben sprak haar moeder :
'Hallo lieverdje! We lazen je mailtje. Kunnen we morgen misschien afspreken? We komen wel naar je toe en dan gaan we samen ergens naartoe. Dan leggen we je alles wel uit.' Tessa's moeder had een zwakke stem. 'Goed. Wanneer komen jullie me halen?' Ze werd heel blij. Morgen zal ik mijn ouders ontmoeten, dacht ze blij. 'Rond de middag ergens. Tot dan!' Tessa wou nog 'Dag mama!' zeggen, maar haar moeder had de telefoon al lang afgelegd.
Toch had Tessa een beetje schrik. Stel u voor dat ze haar zouden vermoorden? Nu trok ze het laatste streepje op haar bed.. en ik ging vol spanning in de hoop dat het morgen leuk zou worden slapen. 's Ochtends werd ze wakker gemaakt om 4 u 's nachts. Waarom, dat wist ze nog niet. Het was haar mama. Ze was heel mager met donkerbruin haar en ze zag eruit alsof ze lang niks meer gegeten had. Tessa werd mee gesleurd tot op de voorbank in de auto. Ze wou nog vragen waarom dat het zo snel moest gebeuren. Maar haar moeder greep direct haar hand op de mond van Tessa. Even later kwamen we aan op een camping ergens tussen de bomen, heel afgelegen van de stad. Alles was zo grijs en donker. Nu had Tessa toch wel veel schrik. Tot ze al de moed bij elkaar greep en zei : 'Mama, waarom mocht ik daarnet niks zeggen? En waar zijn we ? En breng je me nog terug? En waar is papa? En...' Moeder onderbrak haar : 'Ssst, ik leg je straks alles uit. Beloofd !'
Tessa werd heel bang van haar. Was dit wel haar moeder? Ja, ze leek wel op haar, maar het karakter was zo verschillend. Dat vond Tessa toch alleszinds. Natuurlijk kende ze haar moeder amper. Ze gingen uit de auto. En liepen naar een bankje. Op het bankje zat iemand. "Papa?" vroeg Tessa stilletjes. Ze durfde niet luid te praten. Wat als ze haar echt gingen vermoorden?
Ineens riep haar papa: kom eens hier schat.En hij begon uit te leggen ; ' Wij weten dat je jarig bent vandaag. Dus een gelukkige verjaardag.. Omdat we geen cadeau hebben beloven wij je nu alles uit te leggen, want dat is toch wat je wou? Het zit namelijk zo : Je moeder en ik waren dolgelukkig totdat er nieuwe buren kwamen. Zij waren ook dolgelukkig maar ze maakten ons leven kapot. Ze hadden zoveel geld dat ze ons huis er nog bij kochten dus moesten wij uit huis. Ze hebben ook onze hond geërfd. Ze zeiden dat wij er niet voor zorgden daarom hebben wij de rechtspraak verloren.. Maar Charlie (de hond) was ons leven. Dankzij die hond zijn je mama en ik samen. Dus we moesten wel iets doen om die hond terug te krijgen. Ik heb een moordenaar ingehuurd en heb gevraagd aan hem om die mensen te doden.' Tessa dacht in haar eigen :' Ik dacht het wel, men ouders zijn dus geen moordenaars ! ' Vader ging verder :'Maar op een of andere manier verdacht de politie ons. Toen kregen we jou. We wilden dat je normaal werd opgevoed en daarom hebben we je naar een weeshuis gestuurd. En hebben we je wijsgemaakt dat wij dood waren zodat je ons niet zou zoeken, maar je hebt ons toch gevonden ! en daar ben ik eerlijk gezegd toch blij om.. Tessa vroeg :' Oké dan, ik ben al blij dat jullie geen moordenaars zijn maar mama, waarom deed jij dan zo geheimzinnig? Als jullie toch niks gedaan hebben.. ?' waarop mama beschaamd antwoordde :
'De politie zoekt ons al jaren. We vluchten altijd, maar dat is niet zo leuk. We hebben nooit een echte thuis, want als we dat hebben moeten we weer weg. Niemand mag weten dat we met jou contact hebben nu!' Tessa had gehoopt dat ze misschien uit het weeshuis kon geraken en mee kon gaan met haar ouders. Maar dat kon duidelijk niet. 'Kunnen jullie me niet met jullie mee nemen?' probeerde ze toch. Maar haar vader schudde zijn hoofd. Een beetje aandringend zei hij : 'Dat kan echt niet. Je zit goed daar in het weeshuis. Misschien moeten we je maar eens terug brengen.' Tessa wou niet weg gaan, want dat weeshuis vindt ze maar niks ! Maar ze was nog altijd bang omdat ze nog niet goed wist wie of hoe haar ouders zijn dus stapte ze samen met haar moeder de auto in. 'Waarom gaat papa niet mee?' vroeg ze in de auto. 'Het zou gevaarlijker zijn als we met zen tweeën naar binnen moeten. Maar oké, zo kan het ook.' Tessa was moe. Normaal zou ze nu heel de tijd vragen stellen, maar ze was daar te moe voor. Toen ze aan kwamen zei haar moeder: 'Ga maar alleen verder. Vier maar goed!'
In haar eigen zei ze :' Vieren, hoe kan ik dat nu als ik weet dat de politie op zoek zijn naar men ouders..' Maar haar moeder had haar gehoord. 'Sorry schat, je kunt echt niet bij ons blijven maar oké dan, ik zal je niet naar het weeshuis brengen. Heb je ergens een vriendinnetje of zo, waar ik je naar toe kan brengen? ' Plots bedacht ze iets.. Als ze nu gewoon gaat uitzoeken wie die huurmoordenaar was en dat gaat aangeven bij de politie dan moeten mijn ouders zich om niks meer zorgen maken. Dat deed ze : 'Mama, hoe heette die huurmoordenaar eigenlijk?' 'Waarom moet je dat weten?' vroeg mama. 'Ah zomaar' zei Tessa. Na even aarzelen zei moeder het dan toch : ' Steven Washington.' Tessa gaf aan haar moeder een adres waar haar vriendin woonde. Maar eigenlijk woonde hier helemaal geen vriendin van haar. Het politie bureau was daar gewoon. 'Ik stap hier wel uit' zegt Tessa. Waarop moeder een beetje sip antwoordde :' Oké, Schat.. Vergeet niet dat we van je houden.' Hopeloos rent Tessa het politiebureau binnen en begint direct alles uit te leggen. Maar het rare was datSteven Washington niet eens bestaat. De politie begon te vragen aan Tessa hoe haar ouders heetten. Waarop zij antwoordde : ' Lieve Hanssens en Tom hanssens.' Ineens roept die politieman een hele groep politie bericht op en er wordt gevaar aan gegeven. De sirenes gaan af en iedereen rent naar buiten. Tessa vroeg zich af wat er allemaal aan het gebeuren is.. De politieman riep nog rap voor hij naar buiten rende dat Steven Washington inderdaad niet bestaat en dat Tessa's ouders wel moordenaars waren en niet alleen op de buren. Het zijn de meest gezochte personen in de wereld !!
Vol schrik vraagt Tessa zich af :' wat moet ik nu doen?' Stiekem kijkt Tessa wanneer er niemand is, in de documenten van haar ouders. Ze scrolt met de muis de computer naar beneden en plots ziet ze iets staan over de zwangerschap. Tessa schrikt :' Oh nee, dit kan niet.. Dit kan echt niet ! ' Er stond dus in die documenten dat ze Tessa hadden geprobeerd te vermoorden, omdat ze van haar af wouden, maar ze overleefde het. Toen lieten ze haar alleen achter in het huis. Daar vond de politie haar en toen brachten ze haar direct naar het ziekenhuis. Daarna werd ze pas naar een weeshuis overgebracht.
'Het zijn dus echt moordenaars!' gilde ze. Toen barste ze in tranen uit. De politie kwam naar haar toe. 'Wat doe je hier meisje? Dit is niet echt voor jou.' zei een politieman. 'Ze wouden me vermoorden!' Tessa keek naar haar buik, ze hat daar altijd al een groot litteken. Nu wist ze eindelijk hoe dat kwam. 'Ja, meisje toch. Zo'n mensen moet je niet vertrouwen!' Een tijdje daarna kwam er een begeleidster van het WeeshuisTessa ophalen. Ze was een beetje boos op haar omdat ze zonder iets te zeggen met haar ouders om ging. Maar de begeleidster was best lief voor haar en troosten haar toch. 'En zo iets gebeurt er op je verjaardag.' zei ze triestig. Ze gaf Tessa een knuffel. Arm meisje toch!'
Opeens kwamen alle andere meisjes van het weeshuis naar haar toe met een grote taart en begonnen te zingen : Lang zal ze leven,.. Ze gaven Tessa een dikke knuffel. Dan leidde de meisjes haar naar een zaaltje waar ook alle begeleiders haar stonden op te wachten. De zaal was helemaal versiert en iedereen had een tekening voor haar gemaakt.
Toen zei ze : Dank u allemaal ! Ik zat al heel mijn leven te wachten op het moment dat ik bij men familie zou kunnen zijn. Maar eigenlijk is die tijd het niet waart geweest.Mijn ouders wouden me toch liever dood. En eigenlijk is mijn familie hier ! Jullie zijn mijn familie ! Mensen, ik wil hier nooit meer weg, ik hou van jullie. Dank u dat jullie me toch nog gesteund hebben, ondanks wat ik allemaal gedaan heb tegenover jullie.
Tessa was nu al die jaren nog dolgelukkig. Ze zat echt op haar plek. Haar echte ouders zijn opgepakt voor de rest van hun leven. Maar daar wil ze niets meer mee te maken hebben. Op haar 14deverjaardag heeft ze pleegouders gekregen. Die pleegouders hebben haar naar school gestuurd. En op haar achtiende is ze dus nog gaan kunnen studeren. Drie keer raden wat ze is gaan studeren.. Ze is een politieagente ! Haar droom is ook uitgekomen. Ze vind de jongen van haar leven. Ze trouwt ermee en op haar 31ste krijgt ze haar eerste kindje. Ze is de beste moeder van de hele wereld. En ze doet er alles aan om haar kindje gelukkig te maken. Zoals het weeshuis haar gelukkig heeft gemaakt. Oja, het weeshuis. De kinderen van het weeshuis zijn haar beste vrienden gebleven voor altijd. Op haar 35ste heeft ze miljoenen euros aan alle weeshuizen gegeven. Zo dat alle kinderen toch nog ouders kunnen hebben.
Ze hoorde het belletje rinkelen. Vlug keek Ine op haar horloge. Al 19 uur. Om 19 uur was het etenstijd. Vlug deed ze de computer uit en liep naar beneden. Ine woonde al 3 jaar in Sint Tereza, het internaat van Gent. Ze vond het er niet leuk, maar het was al veel leuker dan thuis. Sint Tereza is een meisjes internaat met een school er bij. Toen Ine pas in Sint Tereza kwam wonen ging ze nog elke maand haar ouders bezoeken, nu is ze al 6 maanden niet meer geweest. Ine schoof rustig aan in de rij. Vandaag gingen ze frietjes eten. Toen Ine haar Frietjes had ging ze bij Lara zitten. Lara was Ine's beste vriendin. Lara was een mager zielig meisje, maar ze begrepen elkaar en konden goed met elkaar om. "Ik zat juist op de computer." begon Ine. "En die jongen, van Sint Jozef mailde me terug!" Sint Jozef was het jongens internaat van Gent. "Weet je zijn naam nu?" vroeg Lara's vermoeide stem. "Nee, maar zaterdag gaan we elkaar ontmoeten in het park!" Lara knikte. Soms had Lara gewoon niet de energie om te goei te antwoorden.
Na het eten ging Ine naar haar kamer, en schreef een brief aan haar ouders. Deze gewoonte had ze al lang, van toen haar ouders niet meer kwamen. 'Mama en papa, ik hield van jullie, maar waar blijven jullie? Op mijn verjaardag zijn jullie zelfs niet geweest. Dat kwetste mij. Iedere dag dat jullie er zijn, kwetsen jullie me opnieuw. Maar nu is alles toch wat beter, want tenminste iemand heeft aandacht voor mij. Een Jongen.' Verder schreef Ine niet, want ze durfde niet te schrijven over die spannende vlinders voor die jongen, van wie ze zijn naam zelfs niet wist. Maar ze durfde wel naar het park. Natuurlijk, maar ze moest wel weg zien te glippen... Als ze eraan dacht, voelde ze kriebels en ze kon de lucht al ruiken. Ze verlangde naar buiten, buiten de muren van het internaat, of zonder die vreselijke toezichters. Er was enkel 1 probleem: als ze gesnapt werd, was dat haar dood. Ze deed de brief netjes in een envelop en bracht hem naar de brievenbus. Ze mocht nog 1 uurtje rond lopen, dus besloot ze naar Lara te gaan. Maar Lara was niet in haar kamer. "Dat is raar." dacht Ine. Normaal was Lara altijd in haar kamer. Ze is zo een triestig meisje en ze hield niet van buiten gaan. Ine ging dan maar alleen op haar kamer rond hangen. Ine had maar één vriendin in het internaat. De meeste peste haar en Lara, daar door begrijpen ze elkaar goed. Ine ging voor het raam zitten. Ze heeft nooit echt geweten waarom ze in Sint Tereza moest gaan wonen. Haar ouders mishandelde haar niet of zo. Haar ouders waren arm, dat wel, maar ze kreeg elke dag genoeg eten voorgeschoteld. Ine begon stilletjes te snikken. "Waarom? Waarom ben ik hier?" zei Ine wenend. Maar ze stopte met wenen toen ze aan de jongen dacht. Ine pakte haar tekenboekje en potloden. Ine hield van tekenen en dat vrolijkte haar dan ook altijd op. Ze tekende allemaal knappe jongens in een park die volgens haar op de jongen van Sint Jozef konden lijken. En dan tekende zichzelf zoekend tussen al die jongens. Maar ze was niet tevreden met de tekening, want niemand keek naar haar. Precies zoals ze zich voelde, eigenlijk. De tekening duwde Ine in een hoekje van een schuif in haar bureau en zuchtte. Waarom was er niemand om haar te troosten? Van mama en papa hoorde ze niets meer, Lara was zo plots verdwenen en niemand leek om haar te geven. Zelfs even vergat ze de Jongen, want zeker was Ine niet. Zou hij om haar geven? Mama en papa laten mij altijd zitten; ze brachten me hier, verdwenen, bezochten me, verdwenen. Nu heb ik al zooolang niets meer gehoord van hen, ze reageren zelfs niet op mijn brieven. De brieven waren het idee van Lara, want eigenlijk schreef Ine ze voor haarzelf. Maar ze wou ze niet bijhouden, ze wou ze kwijt, dus ze kwelde haar ouders ermee. Als wraak, want daar had ze recht op.
Vrijdag, morgen onmoet ik hem! Ine werd blij wakker. Dansend deed ze haar kleren aan en liep naar beneden. Iedereen was druk aan't ontbijten. Ine keek zoekend in het rond naar Lara. Lara zat bij een groep meisjes. Ine vond het wat raar, want Lara en zij zaten altijd alleen met zijn tweetjes en Lara liet altijd een plekje voor Ine vrij. Ine liep gewoon naar Lara toe. "Hallo!" zei Ine tegen haar, maar Lara keek niet eens om, ze bleef gewoon met het groepje meisjes praten. Toen keek een van de meisjes naar Ine en keek haar raar aan. "Wat doet zei hier?" vroeg het meisje. "Ine ga weg." zei Lara toen. Ine's ogen begonnen te prikken en toen liep ze naar haar kamer. Niemand houd van me, niemand! Ik ga me voor altijd in mijn kamer opsluiten. Toen ze haar kamer binnen kwam gooide ze de deur heel hard toe. Ze besloot te tekenen, maar toen kwam er een van de toezichters binnen. Het was een jongen vrouw die Ine nog nooit eerder zag, maar dat kon haar niet schelen. "Ga weg! Zie je niet dat ik alleen wil zijn?!" riep Ine. "Rustig. Ik zag dat je wenend de refter uit ging, wat is er?" En was nog nooit iemand zo ongerust naar Ine gekomen. Eindelijk iemand die van mij houd! "Het is gewoon dat niemand van me houd. Mijn enige vriendin wil niet meer bij mij zijn en mijn ouders laten niks van hun weten." riep Ine en toen begon ze nog harder te wenen. "Arm meisje toch. Die ruzie met je vriendin gaat wel over. Dat van je ouders ga ik eens uitzoeken. Hoelang hebben ze niks meer van hun laten weten?" "6 maanden." susde Ine triest. "Zo lang! Je moet van mij vandaag niet naar school. Kom met mij mee." De jongen vrouw bracht Ine naar de derectiries. Ine en de mevrouw gaan in het bureautje van haar zitten. De mevrouw stelt zich voor als Lena. Ze helpt kinderen met psychische problemen. Vreemd, dacht Ine, dat ze nog nooit van haar had gehoord. Maar ze legde zich erbij neer. "Nu heb jij ook problemen, en ik zal je helpen. Je ouders zal ik bellen en ik zal met Lara spreken. Ze is niet echt in goede handen. Ik weet zeker dat die meisjes waar ze nu mee omgaat een soort druk op haar zullen uitoefenen." zei Lena in een keer. Daar had Ine nog niet aan gedacht. Een druk? Ine knikte maar. En Lena zei: "We zullen afspreken dat je iedere woensdag komt, na school. Dan kunnen we spreken" En Ine liep het kamertje uit, waarna vluch iemand zich naar binnen haastte. Lara.Wat doet zij hier ? Ine haalt haar schouders op, ze heeft wel wat beters te doen, een ontsnappingsplan uitwerken...
Ine ging de hele dag op haar kamer tekenen. De laatste dagen had ze zo geklaagt dat ze eigenlijk hier weg wouw, maar toen herrinerde de zich weer waarom het ook niet zo leuk was bij haar ouders; soms kwamen er grote mannen gewoon binnen en die sloegen hun en zo, ze woonden in een gevaarlijke buurt. Ine is blij dat ze die angst nu niet meer heeft. Maar toch wil ze haar ouders terug zien! Toen begon ze het huis waar ze in woonden te tekenen. Ze herrinerd het zich niet helemaal meer. Het was klein, zonder verwarming, meestal zonder elektriciteit en er was geen TV of zo. Ze tekende alles wat ze zich herrinerde van het huis. Nu begreep ze een beetje beter waarom hier alles beter voor haar was. Haar tekenboekje zat bijna vol. Gelukkig had ze een voorraart met lege boekjes. Plots werd er op haar deur geklopt. Het was Lena. "Eumhh... Ine kom je effe mee naar mijn bereau." Lena klonkt heel nerveus. "Ga maar zitten." zei Lena toen ze in haar bereau waren. 'Wat is er? Zijn het mijn..." Ine snakte naar adem. Naturlijk, ze ging uitzoeken waarom haar ouders nooit kwamen. "Ja, ik weet wat je denkt. Je ouders waren in gevaar en zijn gevlugt. Niemand heeft mee riets van hun gehoord na de vlugt. Het is moeilijk uit te vissen waar ze nu zijn, en waarom precies ze gevlucht zijn. En het is te gevaarlijk om dat zelf uit te zoeken. Het enige wat nog wel duidelijk is, is dat jullie in een drugswijk woonden, het kan daar iets mee te maken hebben." Ine werd een beetje nerveus, al haar brieven die ze had verstuurd, kwamen daar aan. De mensen die ze kregen, lazen ze misschien. Ze konden nu alles over haar weten. Nu had ze een probleem. Lena was er voor haar problemen, maar deze wou ze niet kwijt. Dit was haar probleem. Niet dat van Lena. En misschien wou De Jongen haar wel helpen, maar ze moest nu echt naar haar afspraakje. "Euh, Lena, bedankt, maar ik was eventjes bezig met iets... Mag ik terug naar mijn kamer?" Lena knikte en Ine vertrok. Snel deed ze haar lievelingsjurkje aan en borstelde haar haren. Ze vloog in haar ballerinas en smeet haar deur dicht. Direct zakte de moed in haar schoenen. Hoe moest ze ontsnappen? Ine liep naar buiten. Sint Tereza had een grote tuin met vanalles leuks, maar rond die tuin stond er een hoge muur. Er was maar 1 poort en daar stonden 3 bewakers voor. Er moet toch wel ergens een uitgang zijn, dus liep Ine langs de muren heen. En ze vond ergens tussen wat bomen een ladder staan. Gelukkig kon zien. Toen ze boven op de muur stond sprong ze er af. Ze viel veilig op gras, maar toch deed het pijn. Ze krabbelde overeind en veegde haar jurk schoon. Toen ging ze naar het park. Ze deed er een paar minuutjes over en ging daarna naar het bakje waar ze hadden afgesproken. Het was een mooi(romantisch) bankje onder een bloesem boom. Erg romantisch! Hij was er nog niet. En Ine was al te laat. Help?! Wat als hij al is weggegaan of niet weg geraakte? Nu begon Ine is goed na te denken, hoe kon ze eigenlijk terug binnen in het internaat gaan? Ine zat in diepe problemen en werd heel nerveus. Na een half uur was de jongen er nog altijd niet. Dus besloot Ine om te vertrekken. Ine was heel triest, misschien was hij echt wel eerder vertrokken om dat ze niet kwam?! Ze liep rond Sint Tereza en vond een stapel dakpannen, dus kon ze langs daar terug naar binnen. Ze ging derrekt naar de computer. Hij had haar gemaild. Snel opende ze het mailtje. 'Sorry, sorry, sorry! Ik geraakte niet weg hier, dus kon ik niet vertrekken. Kan je me ooit vergeven? Misschien is het makkelijker om er 's avonds tussen uit te knijpen. Morgen avond dan? Zelfde plaats. Om 20 uur ben ik er en wacht heel de tijd op je. Jij heb toch ook niet op mij gewacht he? Oh, ik voel me heel schuldig! Hopelijk kom je morgen wel! Ik ben er zeker weten. Kussen van mij!' Ine was helemaal in de wolken! Hij schreef 'kussen', dat schreef hij nooit eerder. Snel beantwoorde ze haar mail: 'Ik vergeef het je, maar ik kan niet beloven dat ik kom. Vandaag had ik geluk, ik kon ontsnappen, maar morgen misschien niet. Je hebt me wel teleur gesteld. Ik zal komen, als ik kan! X' Dan legde Ine haar in haar bed, met haar jurkje nog aan, denkend aan wat Lena haar eerder die dag had verteld. Was er echt meer aan de hand met haar ouders, hadden ze haar willen redden? Wie woonde er nu in hun oude huis en waar waren haar ouders? Ondanks al die vragen viel Ine in slaap en ze vergat even alles. Ook Lara.
Toen ze wakker werd kleedde ze zich om en liep beneden naar de refter. Ze was van plan niet naar Lara te gaan, maar ze keek wel effe naar haar. Lara had inorme kringen om haar ogen en ze was ook vermagerd. En wat zag ze er bleek uit! Ine wouw toch liever effe naar Lara toe gaan, maar ze durfde niet. Dus ging ze aan een tafeltje met een stel meisjes zitten. "Hallo, ik ben Ine." zei Ine vriendelijk met en lach, maar alle meisjes gingen aan een andere tafel zitten. Ooo, Ine was zo triest. Ze was van plan na het eten naar Lena te gaan. En dat deed ze. Ze klopte op de deur. "Binne." hoorde Ine Lena's lieve stem zeggen. Lena zat achter haar laptop vlijtig te typen. "Wat is er, meisje? Je bent zo vroeg, heb je al wel gegeten?" vraagt ze ongerust. "Nee" snikt Ine zachtjes."Niets is goed. Er is niets, niets goed. Alles is zo verrot, in deze kutwereld, in dit stinkend kot, met die stinkende meisjes!" Ine begon heviger te wenen en hapte naar adem. Lena keek enkel bezorgt en vroeg zich af wat er mis was met deze school. "Vertel maar rustig Ine, moet ik wat te eten halen voor je, dan kunnen we samen ontbijten" Ook Lena had nog niet ontbeten, ze had de hele nacht gewerkt, gezocht naat informatie over Ine's ouders. Maar het was moeilijker dan ze dacht. Ine knikte. Vlig gaf Lena haar een zakdoekje en verdween om ontbijt te gaan halen. Even later kwam ze terug met een plateau vol pistoles, broodjes, boterhammen, croissants, koffie, thee, appelsiensap en water. En met een glimlachje op haar gezicht. "Verrassing! We hebben je ouders kunnen bereiken, ze beloodfen een belletje te geven. Ik heb het nieuws juist vernomen." Ine werd heel blij. "Waar wonen ze nu?" vroeg Ine benieuwd. Als ze op een betere plaats wonen kan Ine bij hun gaan wonen. "Gaan ze vandaag nog bellen?" vroeg Ine blij. "Normaal wel, ja." Wat was Ine blij en opgewonden. Ine was Lena zo dankbaar. Ze ontbeten gezellig samen in Lena's bereau. Tot er plots een vrouw, toezichtster, binne kwam. "Lena! Snel! Lara is flouw gevallen!" riep de vrouw. Verbijsterd zat Ine naar haar broodje te staren, plots had ze geen honger meer. Lena keek naar de toezichtster en dan naar Ine. Even leek ze niet te weten wat ze moest doen. "Ine, kom!" zei ze en ze liep, met haar croissant in haar handen, naar de refter. Er stond een groepje meiden rond Lara, de verkeerde meiden. Meiden die mager en ingevallen waren, maar weigerden te praten met Lena. Ze wouden niets eten, en enkel wat cola drinken. En nu was Lara flauwgevallen. Ine wist niet wat te doen. Ze was vooral bang, bang voor Lara. Lena duwde de meisjes aan de kant en ging naar Lara. "Een stoel, snel!" riep Lena terwijl ze Lara's benen in de lucht hield. Ine pakte een stoel en schoof die onder Lara's benen. Toen liep Lena naar de keuken en kwam terug met een nat, koud washandje. Dat legde ze op Lara's hoofd. "Ze heeft de laatste tijd niet veel gegeten, daarom viel ze flouw." zei Lena tegen Ine. "Je moet je niet zo'n zorgen maken, ze is gewoon maar flouw gevallen hoor. Maar toch gaat ze beter moeten eten, anders gebeurd dit meer." zei Lena nog. Ondanks wat ze zei, was Ine nog heel erg bezorgt en wist dat ze Lara wou helpen. Maar ze stuurden haar weg, naar haar kamer. Op haar kamer bedacht ze dat ze vandaag wél met de jongen zou spreken, en opeens werd ze opgewonden en nerveus. Wat moest ze zeggen? Via Internet ging dat wél allemaal goed, maar er was niets pijnlijker dan stilte op een date. Dus schreef ze in het klein gespreksonderwerpen op haar hand, mijn school, zijn school, hobbys, dieren, vrienden, Internet, mijn ouders. Verder kwam ze niet, want haar inspiratie was op.
Ze deed het zelfde mooie jurkje aan en ging langs de zelfde weg. En ja hoor, hij zat op haar te wachten. En knap dat hij was! Hij had mooie blauwe ogen en bruin haar in een moderne coop geknipt. Zijn kleding was ook heel cool. Ine liep een beetje aarzelend zijn richting uit. "Ben jij Ine?" vroeg hij met een lage mooie stem. Hij was echt Ine's droom jongen! "Ja." ze ze zacht. Stilletjes ging Ine naast hem zitten. "Mag ik je naam nu weten?" vroeg ze. Ze giechelde er een beetje bij. "Oke dan." zei hij flouwtjes, maar hij lachte. "Leo." De naam Leo tolde door Ine's hoofd. "Mooie naam." mompelde Ine. Ine zei niks, dus nam hij het woord. "Hoe ben jij in Sint Tereza terecht gekomen?" Ine aarzelde. Haar ogen begonnen te prikken, maar ze probeerde niet te wenen. "Mijn ouders waren redelijk arm, dus woonden we in een gevaarlijke buurt. 3 jaar geleden ben ik overgeplaatst. Mijn ouders wouden het beste voor me." zei Ine. "Je hebt dus hele slimme ouders! Zie je hun nog vaak? Ik zie mijn ouders nooit, want ze zijn dood. Daarom zit ik in Sint Jozef, want mijn familie wouden me niet hebben." zei Leo cool. Hij lachte zelfs. "Hoe oud was je?" vroeg ine verbaasd. "2. Maar ach, dat is het verleden. Ik vind het best leuk in Sint Jozef en heb veel vrienden. Jij bent zeker ook heel populair met die schoonheid van je?!" Arme Leo toch, zo jong zijn ouders verloren! "Nee ik heb geen vriendinnen, ik word juist gepest." Toen begon Ine wel te wenen, ze kon het niet laten. Leo omarmde haar en troostte haar. Hij was zo lief voor haar, dat ze na een tijdje stopte met wenen en haar hele verhaal vertelde. Haar gespreksonderwerpen die ze op haar hand had geschreven, waren om niets nodig, Ine deed zelfs haar best om ze te verstoppen, ze wou niet raar og gek overkompen op Leo. Toen ze het stukje over haar brieven had verteld, zei Leo meteen:"We gaan je brieven halen. Dat wil ik doen voor jou!" Maar Ine keek op haar horloge en bedacht zich. "Nee" Ine schudde haar hoofd. "Ik moet weer vertrekken, ik ben ontsnapt, maar als ze dat ondtekken, zal ik eraangaan. Dankje voor alles! Zullen we morgen mijn brieven gaan halen ?" Leo knikte enthousiast ja. "Tuurijk, lieve, lieve Ine" En hij drukte een zacht kusje op haar voorhoofd. Ine was er helemaal in de wolken door. Leo was zo lief tegen haar. En hij vind haar mooi en lief! Ine danste terug naar Sint Tereza en toen ze er eindelijk was ging ze derrekt op de computer. Ze moest Leo gewoon mailen. Maar hij was haar voor. "Ik vond het geweldig om je te leren kennen. En je was mooier dan ik had gedacht! Ik vind het heel erg voor je dat je geen vriendinnen hebt en dat je ouders niks van hun laten horen. Alleen ben ik iets vergeten: morgen is het maandag, dus hebben we school. Onze internaten hebben zeker de zelfde uren(het is eigenlijk één internaat ook al zijn ze apart), dus moest ik je effe vragen of je wel nog na school wouw gaan. Dus? Voor mij maakt het niet uit hoor, alleen kan het zijn dat we in de problemen komen. Alé, tot morgen dan hoop ik! x" stond er in de mail. Na school wegvluchten was simpel voor haar, dus ze antwoordde: "Ik vond het ook echt super en ik ben zooo blij dat je me meehelpt de brieven te gaan halen! Morgen na school zelfde plek ? XXX" De vlinders in Ine's buik werden groter en groter en ze kietelde overal.
Ine werd gewekt door haar wekker. Zoals altijd maakte haar wekker een irritant geluid. Ze werd heel blij toen ze dacht Aan Leo. Leo, Leo, Leo. Ze kleedde zich vlug om en ging naar de refter. Ine ging aan een tafeltje voor haar alleen zitten omdat het geen zin had om te proberen om bij iemand te zitten. Toen ze klaar was vertrok ze naar school. Dat was niet ver hoor, het was binne in de muren, geen probleem dus. Ine wouw dat het niet gewoon een meisjes internaat en een jongens internaat was. Ze wouw dat het een internaat samen was zodat ze altijd bij Leo kon zijn. Leo was wel al 15, een jaar ouder dan Ine, dus zou hij niet in haar klas zitten, maar dan konden ze samen eten en ... Ine kon zich niet echt concentreren in de klas, ze concentreerde zich alleen maar op Leo. Ine zat altijd naast Lara en nu was dat een beetje moeilijk. Ine probeerde om Lara naar haar te laten kijken, maar ze had niet een keer naar Ine om gekeken. Ine werd daar heel triest door. Ze wouw haar zo graag over Leo vertellen, maar dat ging toch niet, want hoe kon ze iemand iets vertellen als die iemand niet eens naar haar om keek?! Toen de school uit was rende ze naar die ene ladder. Ze moest haar boekentas wel meenemen. Maar dat kwam ook een beetje goed van pas, want daar kon ze haar brieven in steken en ze had toen ze 's middags aten stiekem een broodje meegesmokkeld. Ze rende zo hard ze kon naar het park en kwam helemaal uitgeput aan. Leo was er al. "Die energie bespaar je beter voor daar. Het is een redelijk lange rit hoor." zei hij lachend. Een lange rit? Hoe dacht hij naar daar te gaan? Oohnee, ze moest Lara een sms sturen om te zeggen dat de mensen van het internaat de politie niet zouden bellen. Snel typte ze "ben er even vandoor, laat ze de politie niet bellen als ik verdwenen ben, als iemand het teminste merkt...' Ze verzond het bericht en zag dat Leo een scooter van het slot deed. Leo zat vol verrassingen. "Ben, je niet te jong voor een scooter, en hoe kom je eraan?" vroeg Ine. "Wil je gaan of niet?" vroeg Leo. Ine knikte haar hoofd, tuurlijk wou ze dat, maar ze maakte zich toch wat zorgen, wat had ze gedaan? Ze stapte op de scooter van een jongen die ze via Internet kende. Geen goed begin...
Ze waren al een half uur onderweg, terwijl de scooter heel snel ging. "Is het nog ver? Normaal moesten we er toch al zijn?!" vroeg Ine ongerust. Dit was echt geen goed iedee van haar... "Onze internaten zijn in de rustige wijkjes van Gent. Gent is groot hoor. Jou ouders woonden in een wijk helemaal aan de overkant." zei Leo. Maar Ine zag een bord langs de weg waar 'Welkom in Minadorp!' op stond. "Stop! We zijn niet meer in Gent." gilde Ine terwijl de tranen over haar ogen stroomde. "Laat me gaan!" schreewde Ine. Maar Leo stopte niet. "Je gaat met me mee ook al is dat het laatste wat ik doe!" zei Leo boos. Maar toch bleef hij kalm en cool, zoals altijd. "Je bent niet van Sint Jozef, he! En de eerste keer kwam je niet zo dat ik er zeker van zou zijn dat je uit Sint Jozef komt. Jij leugenaar!" schreeuwde Ine. Nu stopte hij wel, maar hij hield Ine vast. "Luister. Dit is heel belangerijk en je komt met me mee! Nee, ik ben woon niet in Sint Jozef. Ik woon in Minadorp waar we nu naar toe gaan." gilde hij. Ine probeerde los te komen, maar het lukt haar niet. Ine zag dat Leo iets uit zijn jaszak haalde. Een zakmes! "Ga terug op de scooter." zei hij drijgend. Ine deed wat hij zei, want ze begon echt super bang te worden. Toen stapte Leo terug op zijn scooter en ze gingen er weer als de vaart van door. Steeds verder en verder. Pas na 10 angstige minuten stopten ze. Leo dwong Ine af te stappen en Ine kon amper op haar benen staan, zo bang was ze. Ze had het gevoel dat ze elk moment kon flauwvallen. "Je gsm, nu!" zei Leo. Vlug pakte Ine haar gms en gaf hem af. Ze keek rond. Weilanden, een paar bomen, een kasseienweggetje en een schuur. Dat was alles wat ze zag. Lopen had geen zin, want Leo zou haar overal vinden. Tenzij... Leo was inmiddels van zijn scooter gestapt en liep tien meter verder. "Volg" zei hij. Maar Ine twijfelde niet en sprong op zijn scooter. Zonder te weten wat ze moest doen, drukte ze op de gaspedaal en scheurde ze weg, veel te snel, zonder helm, zonder rijbewijs. Ze keek vluchtig achterom, hij liep achter haar, met zijn armen zwaaiend in de lucht, maar de afstand tussen hen vergrootte. Als Ine een gewone straat zag afkomen, wou ze stoppen, maar hoe? Ze drukte bruusk de rem in en sprong van de scooter af. Ze had haar been geschaafd, maar dat maakte haar niet uit. Ine duwde de scooter langs de weg in een riviertje. Toen liep ze langs de weg met haar duim in de lucht. Plots sopte er een rode auto bij haar. De auto leek net nieuw. Het raampje van de auto ging zachtjes omhoog. "Waar moet je naar toe?" vroeg een magere mevrouw. De mevrouw had heel dure juwelen en kleren aan en zag er heel net uit. "Als je me ergens naar toe brengt waar ik een bus naar Oost Gent kan pakken is het goed voor mij." zei Ine met een gilmlachje. De mevrouw lachte flauw mee. Het was duidelijk een fake lach. "Kom er maar in dan." zei de mevrouw. Ine drufde niet echt, maar rijke mensen hebben toch geen problemen? Dus stapte ze in. De mevrouw hield haar heel de tijd in de gaten door het spiegeltje. Ze had een grote zonnebril op, dus kon Ine haar ogen niet zien. Was dit wel slim van haar? Zomaar met vreemden weg rijden. "Ik wil er liever hier al uit." zei Ine vriendelijk, maar bang. "Nee, je gaat er hier niet uit!" riep de mevrouw en toen deed ze de deuren op slot. Als Ine niet naar buiten kon, moest ze zorgen dat de mevrouw wou dat ze naar buiten ging. Ine begon op haar allerluidst te gillen. Hopeloos bedekte de vouw haar oren met haar handen, zodat ze het stuur niet meer vast had. En er kwam een bocht aan... Ine stopte met gillen, zodat me mevrouw haar met haar handen het stuur weer zou vastgrijpen en zou draaien. Gelukkig deed ze dat ook. Maar toch had ze nog altijd een probleem, ze zat vast op de achterbank bij een vreemde vrouw en haar stem was op. "Je keel is vast droog, na al dat gillen, Ine, neem een slokje water." zei de vrouw poeslief, maar Ine schudde haar hoofd. Vergeet het! Wat als de vrouw haar wou vergiftigen ofzo? En hoe kende ze haar naam?
Ze kwamen eindelijk ergens aan. Het was een raar gebouw. Moeilijk te beschrijven, groot, donker, onbewoond, ... "Hier stappen we uit liefje." zei de magere vrouw. Ine weigerde uit te stappen. Ha, ha, ha, ze was toch sterker dan haar. Maar toen duwde de mevrouw op en knopje van een machinetje en er kwamen na een minuut 2 grote mannen op Ine af. Ze pakte alle 2 een arm en sleurde Ine mee naar binnen. Wat was er zo belangrijk aan Ine ? Waarom moesten ze haar hebben? Het had toch niets te maken met Leo, of haar ouders en de drugswijk ? OOOnee, dit zal niet goed eindigen, wat moest ze nu doen? De twee mannen duwden haar op een stoel en bonden haar vast, helemaal met haar voeten, boverbenen, middel, romp, armen, zelf haar nek. Ze kreeg nog net genoeg adem. Daarna haalden de mannen twee mensen, mensen om wie ze het meest van al gaf, mensen die ze zo herkende en die ze al 6 maanden niet gezien had. Die mensen naar wie ze zoveel brieven had geschreven, die ze zo graag wou zien, en nu zag ze ze. Ze wou ze nu juist helemaal niet zien. "Laat me los!" riep Ine naar hun. "Goed gedaan Hilde, je hebt haar van die Leo weg kunnen halen." Hzei Ine's moeder. Je zag derrekt wie Hilde was, ze bloosde heel hard. Het was de magere vrouw. Ze had Ine niet eens echt van Leo weggehaald! Maar waarom is Leo dan slecht? Of is hij juist goed? Ine's hoofd tolde helemaal, wie moest ze vertrouwen? "Ga weg!" riep Ine's vader en iedereen verdween uit de kamer, alleen Ine en haar ouders waren er nog. "Hallo liefje." zei haar moeder zwakjes. "Waarom doen jullie dit?" riep Ine. "Ine, toch. Vroeger gaven we om jou, veel. Maar je was zoo moeilijk, zo luidruchtig en irritant. We begonnen ons aan je te ergeren. Het werd irritanter en vervelender. Onze kosten werden groot, het werk was te zwaar. We verhuisden met jou naar een buitenwijk en raakten aan de drugs. Door jou. En we hadden schulden, heel veel, bij veel mensen. We dropten jou in Sint Tereza zodat je een opgevoed meisje werd met een diploma. Alles was geregeld. Het geld heeft je moeder verzameld, een paar honderden euro's zijn makkelijk te verdienen in de prostitutie, en zeker in een buitenwijk." Ine's moeder grijnst en als verdoofd luistert ze naar de leugens die haar ouders vertellen. Leugens zijn het, echte leugens, het kan niet anders ! "En nu hebben we andere plannen met jou" Zegt Ine's moeder vals. "Wat?" riep Ine boos. "Shhh... liefje. Blijf rustig zitten." zei Ine's moeder. Wat waren ze van plan? Haar ouders gingen weg. Ine had een plan. Haar hand zat dicht bij haar zak en daar zat haar gsm. Ze kon het makkelijk pakken. Toen belde ze Leo. Ine probeerde haar gezicht zo dicht mogenlijk bij de gsm te krijgen. "Hallo." klonk er op haar gsm. "Leo! Mijn ouders hebben me te pakken. Ik weet niet of ik ze echt moet vertrouwen. Ze liegen en zijn van plan iets met me te doen. En dan is er ook nog die rare vrouw Hilde..." fluisterde Ine. "Waar ben je?!" vroeg Leo snel. "Ik weet het niet. Ik ben vast gebonden aan een stoel in een groot, donker gebouw." fluisterde ze. "Jou ouders kantoor dus. Ik kom je meteen redden." zei Leo en hij legde op. Hopelijk is Leo bij de goede... Ine hoorde haar ouders tegen elkaar praten. Ze hoorde iemand naar haar toe sluipen. Leo ! Hij sneed met zijn zakmes de touwen voorzichtig los en pakte haar bij haar arm. "Weg hier", zei hij. Ine knikte, maar dat zag Leo niet. Juist voordat ze bij de deur waren, kwamen haar ouders terug, helemaal stoned en woedend. Ze probeerde te ontsnappen, maar de 2 mannen waren er al en nu bonden ze ook Leo vast. "Sorry." fluisterde Ine toen de rest weer weg waren. De 2 mannen blijven nu wel waken, maar het maakte haar niet uit wat ze hoorde. "Ach wat maakt het uit. Nu ben je teminste niet alleen. We geraken hier wel weg." zei Leo en toen keek hij Ine recht in de ogen. Ine's hart bonkte. "Leo." zei ze. "Ja." "Wat was je met mij van plan?" vroeg Ine. Ze moest het weten. "Ik wist af van je ouders, dat ze je gingen opsluiten. Toen ik gisteren na ons afspraakje op internet keek zach ik vanalles slechts over hun, dat mailde iemand me die ik niet ken. Er stond dat ze jou wouden pakken en enge dingen met je gingen doen. Ik moest je redden. Dat was ook het plan van de mail. Sorry dat ik niet echt iets over vertelde, ik wist dat je me nooit zou geloven. nu geloof je me wel, toch?!" vertelde hij. "Natuurlijk geloof ik je. Maar wat voor enge dingen gaan ze met me doen? En waarom mailde die man precies jou. En hoe kennen mijn ouders jou?" vroeg Ine ongerust. Maar voor hij kon antwoorden ging de deur open. Daar stond Hilde. "Wat lief Ine, dat je Leo ook naar hier hebt gebracht. Ik had naar hem gevraagd. Ik zal je eens wat uitleggen; IK was die man de Leo een mail stuurde, zodat hij je zou willen beschermen. Zo kon ik hem besturen, ik zorgde dat jullie naar Minadorp gingen. Daar reed ik rond, wachtend op Ine. Het is niet moeilijk om via Internet te liegen en dingen te geloven, dat heeft Leo bewezen. Maar waarom Leo, hé ? Er zijn verbanden... Leo's ouders kennen die van Ine. Leo zit niet op het internaat meer, want daar is hij ontsnapt. Zijn ouders dropten hem daar, zo kon hij niets mispeuteren. Zijn ouders wouden dat Ine's ouders Leo ombrachten, voor geld, veel geld. Daarmee konden Ine's ouders dan weer hun schulden afbetalen." Hilde had hun duidelijk afgeluisterd. Leo is dus afkosmtig van een rijke familie. En...en... hij loog! Hij zei dat hij wel naar Sint Jozef ging en dat zijn ouders dood waren. Hoe kon hij? Leo keek naar Ine en Ine gaf hem een boze blik terug. Hilde liep rondjes rond hun 2 wat Ine heel nerveus maakte. "Wat ga je toch met me doen?" riep Ine plots. Hilde stopte met rondjes te draaien en kwam voor Ine en Leo staan. "Wat denk je dommerd?!" Wat dacht Ine? Ze wist het zelf niet echt. Zelfs Leo leek te weten wat.... Maar Ine wist het niet. Helemaal niet. Haar ouders waren vreselijke mensen, net als Hilde en Leo had gelogen. Wat moest ze doen, wie moest ze vertrouwen? De wereld is slecht. En Ine had verschrikkelijke dorst, want haar keel was plots droger dan ooit en hij schuurde nog na van de gil. En plots kreeg Ine een idee. Ze moest gewoon de politie bellen. Makkelijker kon niet. Waarom had ze gewoon niet derrekt de politie gebelt? Het was allesinds een beter iedee dan Leo te bellen. Ze kon niet wachten tot Hilde weg was, want die kon nog heel lang bij hun blijven. Maar het was makkelijk, want ze had een help-in-nood knopje dat signiale geeft naar de politie als je er op duwd en de politie weet dan ook dirrekt waar je bent. Dus stak Ine rustig haar hand in haar zak en duwde een paar keer op het knopje. Daarna haalde ze te vrede haar hand uit haar zak en wachtte op de politie. Hilde stond nog altijd voor haar en had niet eens gemerkt dat ze haar hand in haar zak stak. "Ik weet het niet." stamelde Ine uiteindelijk. Hilde lachte gemeen. Hopelijk komt de politie snel! "HEEEELP !!" riep Ine. Hilde lachte nog valser. "Help roepen zal niets uitmaken. Wij hebben plannen met jou en niemand kan je horen. Enkel jij, ik, Leo, je ouders en de brede mannen. Dus Ine, stop met schreeuwen!" en ze gaf Ine een harde dreun. Ine zakte in elkaar. Dan schopte Hilde tegen haar stoel en met stoel en al viel Ine op de grond. Haar gsm knalde tegen de harde vloer en voor dat Ine het doorhad, zag Hilde hem. "Help-in-noodknopje? Help-in-noodknopje!? Waar denk jij dat jij mee bezig bent? Vuil mormel!! Waarom wouden je ouders je niet derrekt dumpen? Of doden ?" De twee brede mannen kwamen en sleepten de stoelen mee, een bestelbusje in, en Hilde hield de gsm bij, ze smeet hem kapot en ging er nog eens goed op staan. Toen stapte Hilde en Ine's ouders in Hilde's auto en gingen samen met het bestelbusje weg.
De politie was een paar minuten daarna al aangekomen. "Kijk! Hier ligt een kapotte GSM!" riep een van de politiemannen. Alle politiemannen gingen naar de GSM. Ze keken rond. Een beetje verder van de GSM zag je 4 lijnen die naar buiten gingen. "Ze moesten hier iets naar buiten gesleept hebben." "Stoelen natuurlijk domkop! Het zijn dus 2 mensen die in nood zijn." Één van de politiemannen volgde het stoelenspoor. Hij kwam uit op een plek waar olie drupels waren. "Kom snel kijken! Ik volgde het spoor en het komt uit bij olie druppels. Ze moeten er met de auto van door zijn." Een beetje verder waren nog druppels. "Kijk! We kunnen het olie spoor volgen!" Dus dat deden de politiemannen.
Ine bleef maar schreeuwen in het bestelbusje, maar niemand hoorde haar en niemand kwam haar helpen. "Gillen helpt niet, stop daar nu maar eens mee." zei Leo plots. "Maar wat als de politie ons is achtervolgen?" Leo schudde zijn hoofd. "Dat kan niet! Dan hoorde we wel de serene van de politie, toch?!" Eindelijk stopte Ine met te scheeuwen, Leo had gelijk. Ine begon te snikken. "Stil!" riep Leo plots. "Mag ik niet eens meer wenen?" snikte Ine. "Hoor je dat dan niet! De politie is achter ons aan!" riep hij. Toen begonnen ze alle 2 als een gek de roepen. Het busje stopte en de deuren werden opengedaan. Ine en Leo werden los gemaakt en Hilde, de twee mannen en Ine's ouders werden meegenomen, er bleef een agent bij hen om hun gegevens te noteren, de volgende dag zouden zij een verklaring moeten afleggen. Leo werd naar huis gebracht en Ine naar het internaat. Toen Ine aan kwam kwam Lena dirrekt naar haar toe gelopen. "Waar was je toch?" vroeg ze. "We waren zo ongerust!" Lena en de derectrise van Sint Tereza bleven nog effe met de politie praten. Ine ging naar bed, want het was al heel laat. Eigenlijk kon ze niet slapen. Ze was van plan om nooit meer weg te gaan van Sint Tereza! Alleen als ze oud genoeg is om alleen te wonen natuurlijk...
De volgende ochtend kwam Lara naar haar toe "Ine, het spijt mij, dat ik je negeerde! Het spijt mij zooooo! Toen je weg was, raakte ik helemaal in paniek en heb ik een ander meisje gewoon een drein gegeven. Omdat je iets slechts over je zei. Ik haat ze, waarom ging ik met hen om ?" Ine haalde haar schouders op. "Je moet me iets beloven, Ine! Ik zal weer eten, als je niet meer weggaat en geen geheimen meer voor me hebt!" Ine was superblij en trots. "Natuurlijk, Lara!" Lara straalde. "Ga je nu vertellen wat er gebeurt is?" Ine vertelde haar verhaal. "Wat ga je nu met Leo doen?" vroeg Lara. "Misschien gewoon bij mailtjes houden. Das veiliger." zei Ine zuchtend. Ze voelde weer vlinders in haar buik. Dus ging Ine derrekt naar de computer om Leo te mailen. Zo bleven ze maandenlang met elkaar mailen en op een dag gingen ze op zoek naar al Ine's brieven die nu veilig bij Ine zijn.
Ze keken alle drie de kant uit waar de stem van kwam. "Angela?!" zei Emily verbaasd. Angela kwam naar hun toe gelopen. "Oh, wat heb ik je zo gemist! Waar was je en wat doe je hier?" Katrien en Emily keken haar verbaasd aan. "Hoe ken jij hem?" vroeg Katrien toen Angela eindelijk bij hun was. "Kom, laten we ergens gaan waar we meer alleen zijn." zei Angela heel blij. Toen ze eindelijk een rustige plek vonden, die zich midden in een mooi park bevond, gaf Angela Angelo een dikke knuffel. "Angelo is mijn tweelings broer en 4 jaar geleden heeft de duivel zijn krachten weg gedaan, waardoor hij een mens zoals jullie blijft voor altijd en daarna deed de duivel hem hier. Ik heb je zo gemist!" "Ik miste je ook! Deze wereld is echt geweldig zus! Waarom kom je niet bij mij wonen? Ik heb hier een prachtige woonst en in België, het land waar zij twee vandaan komen, een groot apartement." zei hij enthousiast. "Luister schat, deze meiden zitten in grote problemen door de duivel. Ik ben hier om hun te helpen. Daarna ga ik terug naar de hemel. Ik wil hier niet blijven Angelo!" Zijn gezicht werd heel triest. "Vind je het hier dan niet zo leuk? Ik vind het hier geweldig! Blijf bij mij! Ik wil je niet nog een keer kwijt geraken." "Ik wil je ook niet kwijtraken, maar mijn krachten wil ik ook niet kwijtraken! Je weet toch dat als je hier wilt blijven, je je krachten moet afgeven..." "Ja... Ik weet het! Maar het is beter als we samen zijn... Niet?" zei Angelo met tranen in zijn ogen. "Ik moet er over nadenken." zei Angela medelijdend. "Heb je de duivel nog vaak gezien?" vroeg Angela om van gedachten te veranderen. "Nee, na dat hij me hier deed niet meer." zie hij redelijk blij. "Door ons contact zou dat snel veranderen hoor." zei Katrien triest. "Hoe ken jij hun eigenlijk?" vroeg Angela. "Ah, in de film en dan nog eens op mijn werk. Hun vriendin vind ik wel het tofst, maar die is er niet bij." Emily voelde tranen prikken in haar ogen. "Hij vind Luka leuker." dacht ze bijna luid op. "Alles goed Emily?" vroeg Katrien. Iedereen keek haar aan. Wat maakte ze zich belachelijk. "Emily? Waarom ween je?" zei Katrien opnieuw. "Ik ween niet. er kwam gewoon een vliegje in mijn oog." Angela en Angelo keken terug naar elkaar, maar Katrien bleef haar aankijken. "Je kan het me zeggen." fluisterde Katrien in Emily's oor. "Ik ben belachelijk! Niemand vind me leuk!" schreeuwde Emily en daarna liep ze weg. Ze hoorde Katrien haar naam roepen, maar ze wou niet naar achter kijken en al helemaal niet naar achter gaan. Heel dat Sam gedoe kwam weer naar boven. Wat zou ze zo graag nog eens verliefd zijn. Of toch dat er iemand op haar verliefd is. Haar gezicht was kletsnat van het wenen. Er stopte een taxi langs haar. "Moet ik je helpen meisje? Ik zal je gratis ergens naar toe brengen." zei een bekende stem, maar Emily wou niet nadenken. Ze stapte gewoon in zonder naar de chauffeur te kijken. Maar toen ze al efjes in de taxi zat merkte ze dat de taxi met haar rond reed zonder dat ze een plaatst had gezegt, dus keek ze in het spiegeltje en daar zag ze de duivel. "Aaaahh!!! Stop nu!!" gilde ze. Ze trok aan de poort maar die zat op het kinderslot. Ze probeerde bij hem te geraken om het slot te stoppen, maar hij duwde haar heel ruw tegen het raam aan en ze had derrekt een dikke bult op haar hoofd. Ze kreunde van de pijn.
31
"Zo gemakkelijk geraak je niet van mij af hoor meisie." zei hij boos, maar hij lachte. "Waar breng je mij naar toe? Laat mij vertrekken!" schreeuwde Emily op de hoop dat iemand haar buite hoorde. Maar ze waren al lang uit de stad verdwenen. Emily weende luid op van de pijn, maar hij schonk haar niet veel aandacht. Ze ging goed gebruik maken van dat hij haar niet veel aandacht schonk. Op haar gsm had ze een SOS-toetsje, aan de zijkant. Ze moest er 4 keer op drukken en toen werd er een bericht naar haar vader en de dichtsbijzijnde politie gestuurd. 'Help, I'm in danger. Find me!', stond er. Door radars van de politie konden ze haar vinden. Het duurde 5 minuten of de politie reed achter haar en de duivel. En 10 minuten later zag ze ook haar vader met haar moeder, met de gehuurde auto. De duivel gaf heel veel gas en trok zich niets aan van dat hij heel gevaarlijk reed, hij kon toch niet doodgaan! "Rij toch voorzichtig!", riep Emily, ookal wist ze dat het hem niets kon schelen. Hij lachte: "Haha, ik wil jou toch dood hebben! Dus des te liever dat je snel doodgaat." Maar toen zei ze stoer: "Je hebt toch bloed van een vrouw nodig, mijn moeder?" "Hoe weet je dat?!", riep hij. "Ik weet méér dan je denkt hoor!", probeerde ze nog. "Maar ik ben je al een stapje voor, hoor! Ik heb al bloed van jouw moeder, haha!" "Shit!", dacht Emily, "Nu moet hij mij alleen nog dood hebben en dan kan hij de wereld verwoesten en is alles voor niets geweest!" Plots hoorde ze de stem van Angela in haar hoofd: "Niet schrikken, ik ben hier om jou iets te vertellen: je hoeft nu niet bang te zijn, je gaat nu niet dood. Hij moet je doden met een bepaald ritueel. Hij moet het bloed van jouw moeder op jouw oogleden smeren, vervolgens moet hij jou van een gebouw afduwen, zoals je in je visioen ziet. Maar, je visioen kan altijd veranderen, dus het moet niet per sé gebeuren, hoor! Want zoals je bij een van je eerste visioenen zag: "Alles wat je nu doet heeft effect op je toekomst.'." Emily dacht een paar seconden na en toen had ze een plan. Ze wist dat het heel gevaarlijk was wat ze nu ging doen, maar toch moest ze het doen. Ze maakte haar gordel los en pakte heel voorzichtig een plaat die in de taxi lag. "Hopelijk helpt het." dacht ze. De plaat woog veel, super veel. Ze hield hem even omhoog en... "Boink!!", hij viel op het hoofd van de duivel. Hij was als een mens en ging er niet dood van dus moest het volgens Emily werken. De duivel viel inderdaad om. Snel stopte ze de taxi, maar voor ze de kinderslot kon stoppen voelde ze iets zwaar op haar hoofd vallen. De duivel deed maar alsof hij dood was en had nu hetzelfde als zij bij hem deed bij haar gedaan. "Dacht je dat ik daarvan dood ging?" lachte hij. Emily's zag zwart voor haar ogen en viel flauw van de pijn. De duivel starte de taxi terug en gaf veel gas. Een tijdje daarna werd Emily wakker in de taxi. Ze had super veel pijn, niet alleen aan haar hoofd, maar ook aan haar been en rug. "Auwww..." kreunde ze. Emily opende haar ogen. Heel de auto lag vol glas scherfjes en op zijn kop en de duivel was verdwenen. In haar been zat een groot stuk scherf en pijn dat het deed. Emily schreeuwde en weende, maar er was niemand. Zo snel als ze kon, wat heel traag was van de pijn, pakte ze haar gsm en drukte wel 8 keer op het SOS-toetsje. Emily keek door het raam en zag dat ze midden in een bos was. boven haar zag ze ook een brug, daar was de duivel zeker afgereden omdat hij dacht dat ze daar van dood ging. Normaal zou dat ook zo zijn. Boven haar aan de brug zag ze haar ouders en polities.Juist op dat moment kwamen er polities en dokters naar haar toe. Toen ze zagen dat ze nog levend was haalde ze haar er snel uit. Emily werd in de ambulance geheven en Katrien mocht dit keer mee. Toen ze in de ambulance waren, deden ze onderzoeken naar wat Emily had. Ze had een gebroken been en de wonde van de glasscherf in haar been moest ook nog even worden ontsmet, voor het gips er rond kwam. Emily had ook een lichte hersenschudding door de metershoge val. Na 5 minuutjes kwamen ze aan bij het ziekenhuis, daar ging ze het gips laten zetten. Emily werd in een rolstoel gezet en werd naar buiten gereden door Katrien. Toen ze buiten kwamen, kwamen Emily's ouders, Angelo en Angela en tot Emily's verbazing ook Xander naar hun toegelopen. Het eerste wat Emily zei was: "Xander! Wat doe jij hier?!" "Ik had een visioen gekregen over jou, dat je van een brug viel uit een auto. Ik had meteen het eerste vliegtuig hierheen genomen. Zo hadden ze jou ook gevonden, omdat ik het verteld had." "Kom hier, dat ik je een knuffel kan geven..." zei Emily met tranen in haar ogen. Wat hield ze toch van haar broer. Toen keek ze naar Angelo. Hij was haar niet waard, ze had mensen die meer van haar hielden. Ze moest ook aan Luka denken. Hoe zou het met haar zijn? Want zij was ook in het ziekenhuis. Emily besloot om haar een sms te sturen. 'Hey, hoe ist mjou? kmisje x emii & katii' Ze kreeg direct antwoord: 'super, kmag morge nr huis! weg uit t hospitaal Jippie! x Lukii' Emily was blij dit te horen. En ze kreeg nog goed nieuws hoor: Diabolus is gevonden en opgepakt en zit nu in de gevangenis wegens ontvoering en het bijna vermoorden van Emily. Super! Nu kon haar vakantie niet meer stuk! Ze reden met z'n allen naar het hotel, in het kleine huurautootje. Het was een beetje proppen: Emily's vader achter het stuur, Emily zat op de schoot van haar moeder van voor, wat moeilijk ging door het gips en heel de tijd langs Marleen's been schuurde, Xander, Angelo en Angela zaten op de achterbank en Katrien lag op hun 3. Toen ze aankwamen gingen ze zich allemaal even opfrissen om daarna te gaan uiteten met prachtig uitzicht op het Pantheon, een immens gebouw. Allemaal om te vieren dat de duivel weg was!
32
Emily bestelde een grote pizza en Katrien ook. Xander koos voor een goede wijn, want hij had op het vliegveld al iets gegeten. Emily's ouders wouden spaghetti en Angela nam een lasagna. Angelo had niet veel honger dus nam hij maar een slaatje. Het was een super avond. Ze gingen nog even bespreken wat ze de volgende dat gingen doen. Ze hadden nog 5 dagen en ze gingen ervan genieten. De vakantiegenieters gingen de volgende dag met de metro naar de Spaanse Trappen en daar tegenover was een grote winkelstraat, een van de duurste en chikste van de wereld. Daarna gingen ze naar het Sint Pieters-plein en kerk, ook super groot. Wat had Emily veel zin! Toen ze eindelijk in het hotel aan kwamen waren ze bek af. Emily ging direct slapen, ze had alle rust nodig. Katrien was naast haar komen liggen en omhelsde haar vriendin. "Ik ben zo blij dat alles terug goed is." fluisterde ze in Emily's oor. "Ik ben ook blij dat alles goed is. Maar... Als alles voorbij is gaat Angela weg en dat wil ik niet. Ze moet blijven! We moeten haar overhalen." fluisterde Emily een beetje droefjes terug. "Ja, we gaan haar overhalen, maar nu gaan we slapen want ik weet niet hoe het met jou is, maar ik ben moe." En zo vielen ze in slaap, omhelsend. "Wat zijn ze toch wel lief, he, vriendinnen voor het leven.", was het laatste wat Emily hoorde. De wekker ging, jaja, de wekker! "In de vakantie? Wie is er nu zo gek om in de vakantie om 08.00 uur op te staan?" dacht Emily. Haar moeder had de wekker gezet omdat ze per sé alles wou zien wat ze voor die dag gepland had. En misschien gingen ze vandaag ook meer zien, namelijk het Colosseum, dat wou Emily altijd al zien! Katrien ging zich als eerste omkleden in de badkamer, daarna gingen haar ouders en dan Emily. Emily wou als laatste van hun kamer gaan want dan kon ze nog even slapen. Angela en Angelo lagen in een andere kamer die Angelo had gehuurd, en Xander overnachtte in een ander hotel, wel dicht bij. Emily had zin om haar te douchen, maar het ging zo moeilijk met dat gips! Na 15 minuten moeizaam te hebben gedoucht, kwam ze eruit en droogde ze zich af. Het raar was beslagen door de warmte van het douchen. Ze veegde het weg, en droogde haar haar. Ze deed wat mascara op, wat ze normaal nooit deed, maar ze was toch in Rome en volgend jaar ging ze naar 5e jaar, dus werd het tijd. "Wauw," dacht ze, "ik ben eigenlijk wel mooi. Gek dat Angelo mij niet wilt. Hoe zou het eigenlijk met Sam zijn?" Ze ging hem sms'en. 'heey! alles goe? kben in Rome!' Ze duwde op verzenden. Ze kleedde zich om in een prachtig jurkje. Emily kreeg antwoord. 'Heej! Jaja alles super! zeker nu da je mij hebt ge sms't. x' "Heuh?", dacht ze en ze voelde zich terug zo verliefd, "Is hij verliefd op mij?" Ze kon het niet laten en belde hem op. "Hey Sam! 't Is Emily." zei Emily blij. "Hey! Ik dacht wel dat jij het was, maar toch ben ik verrast!" Zijn stem klok als een liedje in haar hoofd. Ze voelde zich echt terug het verliefde meisje van vroeger. "Ik moest je gewoon bellen. Ik mis je Sam!" zei Emily heel verliefd. "Ik mis je ook! Maar vertel eens, hoe is het daar in Rome?" "Goed, maar ook slecht. Ik zit in de gips. Had een auto ongelukje. Maar alles gaat wel goed." loog ze. Emily wou niet dat Sam het allemaal zou weten, het zou hem alleen maar in problemen brengen. "Een auto ongeluk? Hoe is dat gebeurd? Maar ik hoor dat je er precies niet veel over wil vertellen. Hoe is het dan in Rome?" zei Sam. Emily was opgelucht dat hij er niet veel meer over ging vragen. Ze praten nog een paar minuutjes zo door en daarna vertrok Emily Rome in samen met de hele bende, buiten Angela en Angelo die waren samen dingen aan het doen.
33
Die 5 dagen nog in Rome gingen snel voorbij. Emily zat nu in het vliegtuig naast Katrien op naar België. Emily en Katrien hadden de dag er na al afgesproken met Luka. Ze verheugde zich er heel hard op, maar toch verheugde ze zich er meer op om Sam terug te zien. "Wanneer zou ik hem eindelijk zien?" dacht Emily. Ze dacht heel de tijd aan Sam. Angela en Angelo waren ook mee met hun. Maar ze bleven wel in Angelo's huis slapen. "Wat ga ik je missen!" zei Emily toen Angela het haar aankondigde. Maar Angela had nog altijd niet beslist of ze hier zou blijven of terug zou gaan. Ze waren aangekomen op het vliegveld, Zaventem, na een rit van bijna 2 uur. Het eerste wat ze zag toen ze naar buiten keek was regen, bakken regen. Het stortte uit de hemel! Emily dacht: "Welkom terug in België..." Ze pakte haar paraplu en zo stapte ze naar de auto. Nu was het nog een uurtje rijden naar huis. Eerst gingen ze Katrien afzetten bij haar thuis. Haar moeder stond buiten in de regen al op haar te wachten. Katrien bedankte Emily en haar ouders en liep naar haar mama. Haar moeder liep ook naar Katrien. Net toen Peter de motor wou starten, kwam Katrien aangehold met een doos vol chocolaatjes. "Super lief!", dacht Emily, "En typisch Katrien, om dit nog te doen, zo in de gietende regen. "Dank je wel, dat hoefde je echt niet te doen!", zei Marleen. Emily kwam thuis. Ze strompelde de trap op. Het meisje wou haar koffer nog pakken maar Xander hield haar tegen. "Ho ho, dame! Ik zal het wel doen, ik wil jou niet belasten!", zei hij. "Dank je!", zei ze terug. Toen ze in haar kamer kwam voelde ze zich echt blij: De duivel was opgepakt, Sam was misschien weer verliefd op haar en morgen ging ze naar Luka. Toen iedereen al wat rustiger was na de reis gingen Marleen en Xander frietjes halen. Ze hadden even nood aan het zalige Belgische eten, ook al was het Italiaanse eten duizend keren lekkerder. Het smaakte hun echt. "Ben blij dat die stomme duizel eindelijk is opgepakt!" zei Emily's moeder tijdens het eten. Emily knikte alleen maar en dacht verder aan Sam. Emily wou zo graag aan Sam vertellen dat ze terug op hem is.
34
Emily zat op haar fiets met Katrien die naast haar fietste op weg naar Luka. Katrien zat van alles te vertellen over Rome, terug thuis zijn en hun bezoek naar Luka. Maar Emily had geen zin om te luisteren, ze dacht alleen maar aan Sam. De laatste 2 dagen dacht ze alleen maar aan hem. "Emily?! Luister je wel." vroeg Katrien op een bepaald moment toen ze door had dat Emily niet luisterde. "Ach Katrien, ik denk alleen maar aan Sam." zei Emily dromend. Ze had dan ook geen zin om te liegen en iets te bedenken. "Ben je terug op Sam? Sinds wanneer?", vroeg Katrien verbaasd. "Sinds ik een sms van hem heb gekregen in Rome! Hij zei dat hij me erg miste! Lief, hé?", vroeg Emily aan Katrien, helemaal in de wolken. "Ja, super voor jou. Maar wanneer ga je het hem vertellen dat je terug verliefd bent?", vroeg Katrien nog altijd ongelovig. Emily dacht na, waarna ze zei: "Ja, dat is wel het probleem." Heel de dag bleef ze denken hoe en wanneer ze het ging zeggen. Ze stond voor de spiegel allemaal manieren te doen. Uiteindelijk ging ze het gewoon de volgende dag zeggen op een simpele manier.
35
Het was een regenachtige dag, en Emily ging weer naar Luka omdat ze haar zo gemist had, dus besloot Marleen Emily naar Luka te brengen met de auto. Ze zeiden niks tegen elkaar. Tot... tot Emily besloot haar te vertellen dat ze terug op Sam was. "Mama." begon Emily. "Ja schat." "Ik moet je iets vertellen: ik ben terug op Sam en ga hem dat vandaag vertellen na Luka's bezoek." zei Emily. Er viel een akelige stilte. "Wow. Dat had ik niet gedacht. Fijn voor je." antwoorden Emily's moeder wat onzeker. Vond ze het wel goed? Was ze wel echt blij voor haar? Waarom zou ze het niet goed vinden? Maar toen dacht Emily: "Ach, wat maakt haar moeder dat nou uit? Het is haar eigen leven en zij beslist wat ze doet, want uiteindelijk is zij degene die met haar beslissingen, hoe raar ze ook zijn, moet leven. Vijf minuten later kwam ze aan bij Luka. Toen ze uitstapte zei Emily: "Dag mama, tot straks, hé!" "Dag lieverd, veel succes met Sam!" riep haar moeder haar na met een glimlach op haar gezicht. Luka stond al in de deuropening, want ze hoorde Emily aanrijden. "Kom binnen, kom binnen!" riep ze. De tijd vloog voorbij en Emily ging naar Sam, te voet. "Veel succes!", zei Luka. Toen ze er was twijfelde de ze niet en drukte gewoon op de bel. Ze hield van die bel, want ze wist dat na dat geluid die lieve Sam voor haar zou openen. Dit keer deed Sam niet open maar zijn moeder. "Hallo Emily, kan ik wat voor je doen?" vroeg ze. "Ja. Is Sam thuis?" vroeg Emily met een vriendelijke stem. "Ja. Sam, kom eens. Je hebt bezoek!" riep ze. Emily hoorden die vertrouwde voetstappen op de trap. "Hey Emily! Alles goed?" vroeg hij verrast toen hij Emily zag. "Ja." zei Emily. En toen keek ze naar Sam's moeder en dan naar Sam. Sam snapte het direct. "Mam. Wil je ons even alleen laten?" vroeg Sam. Zijn moeder ging de gang uit. "Sam, ik moet je iets vertellen." Hij knikte benieuwd. "Onze ruzie was heel fout en dat we het uitmaakte ook, want ik ben terug verliefd op je." zei Emily. Het bleef even stil en Emily was zo bang dat hij niet op haar verliefd zou zijn, maar toen. Ja, toen! Kwam hij dichter naar haar toe en ze kuste elkaar. Toen Emily na een paar uur fun bij Sam naar huis kwam stond haar een verrassing te wachten. Angela ging bij Angelo intrekken! Emily was heel blij en gaf Angela een dikke knuffel. "Alles is zoals ik het wil." dacht ze blij. "Een prachtig einde voor een eng verhaal."
Het was maar een vriend van Xander. "Eumh... Xander is boven. Ga maar." zei ze heel treurig. "Mama, ik ga even wandelen." zei Emily waarop haar mama andwoorden. "Maar Luka komt je toch dadelijk halen!?" "Ja, ma ik loop haar wel tegemoet." Toen vertrok Emily. Ze liep langs de weg waar Luka langs zou moeten fietsen, ze liep helemaal tot Luka's huis, maar Luka was nergens. Emily vloekte zachtjes en drukte op de bel. Ze hoorde voetstappen richting de deur en toen deed Luka's mama de deur open. "Hallo. Ik ben heel de weg van mijn huis naar hier gelopen. Waar is Luka?" zei Emily. "Is ze nog niet bij jou? Ze ging eerst naar het winkeltje een beetje verderop en daarna ging ze naar jou huis." zei Luka's mama. "Ik zal anders nog tot het winekltje lopen. Waar is het?" Luka's mama legde de weg uit, wat niet zo ver is en toen vertrok Emily te voet naar daar. Ze zag een groepje jongens heel hard wegrennen. Emily versnelde een beetje en toen hoorde ze achter wat bosjes een hele heze stem die om hulp riep. Emily wist niet zeker of het Luka's stem was of iemands anders, maar toch liep ze er naar toe. "Aaaaaaaaaaaa!!! Iemand, help!!!" riep Emily heel luid toen ze een helemaal bebloede Luka vond. Luka's fiets lag er naast een beetje kapot, maar daar keek Emily niet naar, ze had alleen maar oog voor Luka. "Luka, please, please, please! Ga niet dood, blijf bij mij!" riep Emily terwijl ze super hard weende. Luka kreunde niet alleen maar en weende ook. Arme Luka toch! Emily bleef om hulp roepen en na een paar minuutjes kwam er een redelijk oude meneer kijken waarom Emily zich zo kapot roepte. "Help! Alstublieft! Help!" zei Emily voor de laatste keer en toen belde de oude meneer de ambulance die na een minuut er al was. Emily belde Katrien. Ze vertelde alles. "Ik ga direct naar het ziekenhuis." zei Katrien. Daarna belde Emily de moeder van Luka. Zij kwam direct aan gereden. Ze begon heel erg hard te huilen. Na 1 minuut waren ze in het ziekenhuis. 5 minuten later kwam Katrien aan en toen ze Luka zag begon ze ook heel erg hard te huilen. De dokter ging kijken wat er allemaal was gebeurd. "Zo te zien is ze heel hard met haar hoofd op de weg gevallen. De mensen die het hebben gedaan hebben haar, aan de schaafwonden te zien, in de bosjes gesleurd. Zo is haar fiets ook beschadigd. Luka heeft een hersenschudding." "Waarom moet dit bij Luka gebeuren... Ze heeft toch nooit iemand iets misdaan? Weten jullie waarom het is gebeurd?" vroeg de moeder van Luka terwijl ze zich naar Emily en Katrien draaide. "Euuhm... Ja... Ik weet wel waarom..." zei Emily een beetje onzeker, "Ze wou een keer van een paar jongens uit het zesde jaar geen sigaret aannemen. En... een van hen wou... haar kussen, maar, zij wou niet, duwde hem weg en... Toen vonden ze haar kinderachtig. Sindsdien wordt ze gepest door de 6de jaars." De moeder kreeg nog meer tranen in haar ogen. "Arm meisje..." zei ze. De dokter kwam binnen. "Slecht nieuws.", zei hij, "Er is maar 30% overlevingskans. Er moet iets hemels gebeuren om haar 99% overlevingskans te geven." Bij het woord hemels vroeg Emily zich af of ze haar krachten nog kon gebruiken. "Euuhm... Dokter, zou U mij en Luka even alleen willen laten?" "Ja, dat is goed." Iedereen ging weg. Katrien wist wat Emily van plan was. Emily ging bij haar vriendin op bed zitten. Ze raapte haar moed bij een en gaf haar een knuffel. Ze zag op het machientje dat haar hartslag aangaf, iets sneller ging. "Yes, super!", dacht Emily. Ze zag de ogen van haar vriendin bewegen. Gingen ze open? Plots begon er iets te piepen. Alle dokters kwamen binnen. Hun mond viel open! Luka deed haar ogen open!
23
De mama van Luka kwam ook kijken wat er was gebeurd en toen ze zag dat Lukas ogen open waren begon ze nog harder te huilen, maar dan van geluk. "Hoe deed je dat, meisje?" vroeg een van de dokters aan Emily. "Ik gaf haar gewoon een knuffel." De dokters keken Emily ongelovig aan, maar wat kon Emily eigenlijk anders gedaan hebben? Na een half uur kwamen ook Emily's mama en die van Katrien kijken. "Oh, wat zielig." zei Katriens mama medelijdend. Na een tijdje gingen Emily en haar mama naar huis. Toen Emily thuis kwam keek ze op haar gsm. Ze had een bericht.Een bericht van Katrien."Jeroen was ook ff langgekome, hij begon te wene toen hij haar zag! egt mega sgattig! xxx keb zin in Rome!" Dat stond er. Emily stuurde terug: "Ooh, Kweenie hoe lief! die passe egt bij elkaar he! keb ook zin in Rome :)" Emily ging naar boven en begon alvast wat in te pakken om naar Rome mee te nemen. Een bikini voor als ze naar een zwembad gaan, zonnebrand, zonnebril, haar mooiste zomer kleedjes,... Ze had heel erg veel zin! Ze vertrokken overmorgen met het vliegtuig, maar ze moest dan al om 5 uur opstaan! Want ze moesten Katrien nog gaan halen, helemaal inchekken,... Ze had ook wel een beetje schrik, voor haar visioen natuurlijk... Wat zou er gebeuren? En nee, ze ging het niet aan haar moeder vertellen, ze zou denken dat ze gek is!!! Emily droomde weer het zelfde als elke nacht, maar dit keer werd ze juist voor de duivel te voorscheen kwam wakker gemaak. "Emily, word wakker. Het was maar een naar droompje!" Emily deed haar ogen open en ze zag haar mama naast haar zitten. Emily had het heel warm en haar haren waren kletsnat van het zweten. "Emily je moet je klaar maken, want dadelijk vertrekken we. Wat droomde je schat? Gaat het een beetje?" zei Emily's mama toen ze naar Emily's ongerust gezicht keek. "Eumh... ik droomde dat het vliegtuig neer ging storte." verzon Emily snel. "Oh, dat gebeurt zeker niet mijn schat!" zei haar mama medelijdend. Toen ging haar mama uit haar kamer en Emily maakte zich klaar. Een tijdje daarna kwam Emily beneden aan met haar koffer en handtas. "Amai, is die koffer niet veel te zwaar? Wat deed je daar wel allemaal niet in?" vroeg Xander een beetje plagerig toen hij Emily zag sukkelen. Emily gaf hem een boze blik met een knipoogje er bij. "Ah, Emily. Je ontbijt staat op tafel." zei Emily's mama toen ze haar zag. Emily's papa zat ook aan tafel te eten. "Spek met eiren! Goed voor de vlugt, dan heb je veel kracht." zei hij toen Emily naast hem aan tafel ging zitten. Emily knikte gewoon en begon te eten. Haar papa was vaak niet thuis omdat hij veel zakenreizen moest doen. Emily's papa heeft het zelfde karakter als Xander; lief, grappig, tof en je kan er nooit boos op zijn! Ze houd heel veel van hem en altijd als hij terug thuiskwam van een paar weken gemis deden ze een groot feest. "Misschien vind je wel een vakantielief. Dat zal je goed doen!" zei hij met een knipoogje. Eigenlijk wou Emily super graag een vakantie lief! Het zou haar ook echt goed doen. Maar toch had ze liever een lief voor altijd dan gewoon een vakantie liefje die je daarna nooit meer terug ziet. "Klaar, we moeten dadelijk vertrekken. Ik deed je koffers al in de auto." zei Emily's mama. Na een paar minutjes zei Emily "Klaar." en toen ging ze het huis uit. "Wacht, wacht!!! Mag ik mijn klein zusje niet eerst een knuffel geven?" riep Xander heel lief. Snel liep ze naar hem toe en gaf hem een stevige knuffel. "Ik ga je echt missen Emily! Wees voorzichtig." Ze keek in zijn ogen, hij was precies heel bang voor iets. Misschien heeft hij wel de zelfde droom elke nacht gehad als haar! Toen liep ze de auto in een keek nog een sin de bange ogen van haar broer. "Daag!" riep ze nog uit het raam.
24
Ze kwamen langs het huis van Katrien. Zij en haar moeder stonden helemaal klaar, net een echte toerist! Dat is echt wel typisch Katrien. Emily zag dat Katrien's moeder haar een dikke knuffel gaf en dat Katrien mega happy in de auto kwam zitten. "Hallo, Katrien, lang geleden, hé!", zei Emily's vader opgewekt. "Ja! Heel lang geleden! Ik heb super veel zin!" zei Katrien. Na 20 minuutjes rijden waren ze aan het vliegveld. Ze gingen zich inchekken en daarna nog even op het vliegveld shoppen. Katrien had 2 zonnebrillen, een rokje en 3 tijdschriften gekocht. Emily had niet zoveel gekocht: 1 zonnebril en 2 tijdschriften, om te lezen in het vliegtuig. Ze waren klaar en ze gingen in de gate zitten. Gate 5 was het. Bijna alle plaatsen in de wachtruimte waren bezet. Nog net 4 plaatsen. Ze gingen zitten. Naast Emily zat een man, een man met een rare, net valse, snor en zwarte kleren. Ze vond de man wel wat aan de vreemde kant... Emily had er ook een slecht gevoel bij. Ze leek hem zo duister. Toen kreeg ze het korte stukje van haar droom even te zien, juist waar het gestopt was toen ze wakker werd gemaakt. Ze zag dat de duivel een ietsjes menselijkere vorm had gekregen. Emily pakte haar gsm beed en schreef een smsje naar Katrien, waarop stond: "Help!!!!!!!!!!!!!!! De duivel zit naast me." De duivel had natuurlijk niet door wat ze schreef en naar wie ze schreef. Katriens gsm ging af en snel keek ze naar het sms'je en daarna keek ze naast Emily. Katrien slikte heel hard en ze kreeg tranen in haar ogen en haar gezicht werd helemaal rood. Het was een beetje vals als ze nu ging terug schrijven en Emily's gsm afging. "Waarom gaan we niet daar zitten?" zei Katrien met een trillende stem die ze probeerde te weg te doen. Maar het was te laat, want er gingen juist andere mensen zitten. Katrien keek naar Emily tot dat Emily naar haar keek en toen probeerde ze met haar ogen te zeggen "De politie staat daar, we zijn dus veilig." en Emily snapte het, maar ze schudde nee. Wie is er nu sterkter dan de duivel? Het vliegtuig stond klaar en iedereen moest instappen. Door het wilde volk dat overal rond liep waren de 2 meiden een momentje van de duivel verwijderd en toen begonnen ze pas echt te praten. "Hij gaat ook het vliegtuig in." zei Katrien en toen liep er pas echt een traan over haar wang. "We kunnen ook niet vertrekken en de taxi naar huis nemen." probeerde Emily. "Jij gekkie toch. In een flits is hij terug bij ons. Ik ben bang Emily!" Nu kwam er een tweede traan te zien en toen meer en meer. "Ik ben zo bang!" zei Katrien snikkend. "Ik ook, ik ook!" En toen begon Emily ook te wenen. "Gaat het een beetje?" zei een meneer achter hun geergerd omdat hij door wou. Katrien en Emily besloten toch om te vertrekken en Katrien en Emily liepen richting het vliegtuig. De gang waar ze in moesten lopen om in het vliegtuig te geraken was lang. Ze konden even de duivel niet meer zien. Emily en Katrien waren wel bang. Na een tijdje waren ze in het vliegtuig. Het waren stoelen met 2 plaatsen naast elkaar. Katrien en Emily gingen naast elkaar zitten, de ouders van Emily aan het andere kant van het gangpad. Achter Katrien en Emily zat de duivel, en naast de duivel zat een prachtige vrouw met lang blond haar en witte kleren. "Zou dat dan de engel zijn, die mevrouw naast de duivel?" vroeg Katrien. "Ik hoop het! Want zij zou ons dan kunnen helpen." antwoordde Emily een beetje hoopvoller. *Ping!*, de piloot ging iets zeggen, maar het was zeer onverstaanbaar. Ze hadden wel begrepen dat ze een prettige reis toegewenst kregen en dat ze voor het opstijgen hun gordels aan moesten doen. Dan lieten de stewardesses lieten de nooduitgangen zien en waar de zuurstofmaskertjes zijn. Ze waren opgestegen. "Wow wat is het uitzicht mooi!" dacht Emily, "Wat zou die engel zich hier thuisvoelen!" Emily vergat even dat ze met de duivel aan boord zat.
25
Toen ze aan kwamen en ze de duivel naar de uitgang zagen lopen waren ze weer helemaal van streek. Achter de duivel liep de gehaaste en boze engel. Toen ze Emily zag gaf ze een knipoogje en toen liep ze snel achter de duivel aan. "Het is de engel! Ze gaf me een knipoogje, ze is het!" zei de opgeluchte Emily tegen Katrien. Katriens gezicht kreeg ook wat meer kleur. "Kom meiden, uitstappen." zei Emily's mama. Snel gingen ze recht staan en liepen achter Emily's ouders aan. "Amai het is hier zalig warm!" riep Katrien blij voor zich uit. "Dat vind ik ook!" zei Emily's mama. "Kom meiden, hoe sneller we zijn, hoe meer we van de zon kunnen genieten!" zei Emily's papa gehaast. Hij is altijd wat gehaast, maar soms is hij juist alles behalve gehaast. Toen hun koffers al hadden en om een taxi vroegen duwde iemand tegen Emily's mama en haar handtas viel om. Die iemand was niemand anders dan de duivel! "Oei, oei, sorry! Dat was niet mijn bedoeling mooie dame. Laat mij je helpen." zei de duivel en Emily's mama leek er helemaal in de wolken door. Ze bloosde zelfs. "Laten we gaan, we zijn gehaast meneer." zei Emily's vader die de duivel maar een raar mannetje vond. Emily's vader keek hem met afschuw aan en probeerde zijn vrouw weg van hem te krijgen. Maar zijn vrouw wou niet weggaan en de duivel negeerde hem gewoon. "In welk hotel zitten jullie?" zei de duivel heel romantisch. Emily werd heel ongerust. "Laten we gaan mama!" zei ze. "Oh, is dat je dochter. Hoe heet ze? En is die andere ook je dochter?" "Dat is Emily, mijn dochter. En die andere is Katrien haar vriendin en dat is mijn man." Het woord "man" zei Emily's mama heel hatelijk en ze schonk haar man ook geen blik. Wat was er met haar? "Weet je? In Rome is er een toffe pizzeria, die "La pizza perfetto" heet. Kunnen we elkaar daar zien om 19 u?" "Tuurlijk! Ik zal er zijn. Hoe heet jij eigenlijk? Ik heet Marleen." "Wat een prachtige naam. Ik heet Diabolus." Wat een naam," dacht Emily, "maar, hé, ik ken dat woord!" Het is duivel in het Latijns! Spijtig genoeg kend Emily's moeder geen Latijns. "Speciale naam! Heeft het een betekenis?" vroeg Emily's mama, maar voor de duivel een antwoord kun geven riep Emily "Ja! Duivel in het Latijns!" "Da's niet waar! Het betekend 'ware liefde' in het Grieks. Prachtig niet?" zei hij heel liefde vol. Emily's moeder gaf Emily een boze blik en zei: "Heel prachtig!" "Dus, vanavond om 19 uur met mij in 'La pizza perfetto'!", zei de duivel op een geniepig toontje. "Ja, dat is goed!", antwoorde Marleen. "Mama!! Dat mag niet! Wij gingen toch al met z'n vieren ergens heen?" vroeg Emily boos en angstig tegelijk. "Maar schat, we hebben hier nog de hele week voor! En deze man is zo aardig!" zei de moeder. Emily was zo boos op haar moeder! Hoe kon ze dit haar man aandoen? Ze vond het echt verschrikkelijk!
26
Ze waren in het hotel aangekomen. Vader had hun ingechekt en Emily's moeder was wat aan het rondkijken naar de mooie middeleeuwse schilderijen die op de muur. Emily kwam naast haar staan. Ze zag dat er veel schilderijen van duivels en engels waren. En er waren 2 prachtige jonkvrouwen. "Wow, dat is weer toevallig hoor...", dacht Emily sarcastisch,"2 jonkvrouwen, het speelt zich af in een toren, duivels en engels..." Ze ging naar Katrien en liet de schilderijen zien. Emily's moeder deed zo raar sinds ze de duivel was tegengekomen! Echt vreemd! Wat zou er aan de hand zijn? 's Avonds toen Marleen vertrok naar het restaurant wouden Emily en Emily's vader meegaan, maar het mocht niet van haar. Emily's vader was heel ongerust. Hij vertrouwde die rare man voor geen fluit. "Katrien, ik denk dat we mijn papa maar eens alles moeten vertellen." fluisterde Emily toen haar moeder juist de deur dicht gooide. Na dat ze alles hadden uitgelegd werd Emily's vader nog ongeruster dan daarvoor. "We moeten haar nu gaan halen!" zei hij heel ongerust, maar Katrien en Emily hielden hem snel tegen. "Ben je gek of zo? Het is wel de duivel, hé." zei Emily toen ze hem tegen hielden. "Nee, ik ben niet gek. Maar die duivel wel!" Nu had hij wel echt gelijk. Wie vertrouwt er nu een duivel? Niemand! "Maar je zei ook iets van die vrouw die op de engel leek in het vliegtuig. Zou die er ook zijn?" vroeg hij. "Misschien wel! Ze zat de duivel heel de tijd te volgen en zo. Misschien moeten we haar wel zoeken. " zei Katrien. "Maar Katrien toch. Hoe gaan we haar nu vinden? Dat is echt niet makkelijk hoor!" zei Emily terwijl ze haar hoofd schudde. Alle gezichten werden van wat blijer weer wat triestiger en bezorgder. "De naam Diabolus is dan ook echt duivel in het Latijn, he?" vroeg hij voor de stilte te verbreken. "Tuurlijk! Je wist het misschien nog niet, maar ik onthoud van die 2 jaren Latijn wel iets, hoor!""Ja, Emily kon echt super goed Latijn! En ik wist dat woord, ook al deed k geen Latijn. Nu, ja, één jaar, maar toen hadden we dat niet geleerd." zei Katrien. Ze bleven weer even stil en triestig zitten. Tot er plots op de deur werd geklopt. Emily's vader ging snel de deur open doen, maar voor de deur stond niet Marleen zijn vrouw, maar wel een mooie vrouw in een lang mooi wit kleed en ze had lange mooie blonden haren. "Eumhh... Hallo. Wie bent u en wat doet u aan onze deur?" vroeg Emily's vader verlegen, maar ook bang te gelijk.
27
De vrouw zei: "Hallo, laat me mij even voorstellen, ik ben Angela. Ik heb net gehoord dat de meisjes alles hebben verteld over de duivel en zo. Ik ben dus die engel waar ze het over hadden. Wij engelen en duivels kunnen alle vormen aanemen van levende dingen. Planten, dieren, mensen en we kunnen in mensen hun lichamen kruipen, wat er dus gebeurd was met Emily en Xander in het begin." Emily was zo blij dat ze de engel zag en ze gaf haar een dikke knuffel. "Dus, wat ik hier kom doen...", ging de engel verder toen Emily klaar was met knuffelen,"Ik kom jullie waarschuwen. Marleen is dus gaan uiteten met de duivel, die zich Diabolus noemt, wat een domme naam... Hij verraadt zichzelf zo dom. Maar goed, als Marleen, jouw moeder en jouw vrouw," en ze wees naar Emily en Peter, "van de wijn drinkt die hij haar geeft, dan wordt ze ook slecht. Dat mag niet gebeuren!" Emily's vader werd lijkbleek. "Nee! Dat meent U niet! We pakken nu een taxi en gaan naar haar toe." Waarop Angela zei: "Ik weet wel een snellere manier, meneer." Ze knipte in haar vingers en plots waren ze in het restaurant. "Wow!", Emily's vader was helemaal geschrokken. Emily en Katrien waren niet meer geschrokken, zij waren al meer gewend. "Zie je die mevrouw daar, die ober," fluisterde de engel, "ik ga nu haar lichaam even innemen en ik ga zorgen dat hij geen wijn bestelt, want van zodra hij wijn aanraakt, wordt het vergiftigd." De engel was weg en ze zagen de ober hun een knipoog geven en ze liep met een grote lach naar de tafel. Emily, haar vader en Katrien gingen buiten aan een tafeltje zitten om te verkomen dat Emily's moeder hun zag. Ze bestelde een grote lekkere pizza en hun avond was nog super tof. Plots zag Emily Angela gewoon langs de weg lopen en ze deed alsof ze oude vrienden terug zag en ging er heel normaal bij zitten. Toen zei ze pas: "Marleen is al lang naar huis. Nog niet gemerkt? Ze ging met de duivel de taxi in. Julie moeten naar julie hotelkamer gaan nu!" Ze hadden zoveel fun gehad dat ze Emily's moeder gewoon zijn vergeten. Vlug betaalde ze en toen namen Emily, Katrien, Emily's vader en Angela een taxi. Het was heel krap met ze'n alle in een klein taxietje. Toen ze de hotelkamer deur opende wou de duivel juist een glas wijn aan bieden aan Marleen, maar Emily's vader gooide zich tegen het glas aan en het viel kapot op de vloer. Marleen keek heel boos en sloeg haar man in zijn gezicht. "Een beetje respect voor mijn vrienden!", siste ze boos. "Hij is een duivel! Ik ga je alles vertellen, maar laat eerst die man gaan." "Hij is helemaal geen duivel! Hij is ene knappe en lieve persoon." zei ze en toen kusde ze de duivel. Emily werd lijkbleek en was als aan de grond vastgenageld. Ze keek naast zich en er verschenen tranen in de ogen van haar vader. Toen keek ze eens goed naar haar moeder. Haar ogen waren in plaats van die altijd zo mooi groene ogen rood geworden! Ze dacht: "Heeft ze misschien al een glas wijn gehad?" en even later: "Misschien werken mijn krachten nog!" Net alsof Angela, de engel, haar gedachten hoorde, duwde ze Emily de richting van haar moeder uit en gaf haar een begrijpelijke blik. Emily rende uiteindelijk naar haar moeder en gaf haar een knuffel.
28
"Wat doe jij nu?!", riep Marleen uit. Plots werd Emily's moeder precies wakker uit een hypnoze. "Heu? Waarom ligt jouw arm zo langs mij?", en ze gaf Diabolus een klap. "Schat?! Waarom huil je zo?", vroeg ze en liep naar haar man toe. "Daarnet huilde ik omdat jij met die freak aan het kussen was, maar nu van geluk dat je terug normaal bent." "Wa... wa... WAT is er gebeurd?!" vroeg Emily's moeder ongelovend. Waarop Katrien antwoordde: "Wij zullen je het wel uitleggen, maar eerst moet die verschrikkelijke vent hier weg!" "Uit mijn hotelkamer! NU!" riep Marleen's man boos. Hij rende weg en zei: "Oh, mijn wraak zal zo zoet zijn!", en verdween in het niets. "Wil iemand mij het nu please uitleggen?", vroeg de moeder van Emily en Angela, Emily, Emily's vader en Katrien begonnen de uitleg. Na de hele uitleg was Marleen helemaal geschrokken. "Wow! Heb ik dat echt gedaan? Ik geloof er niets van! Echt? Nee!" "Ja, echt mama!" zei Emily en gaf haar moeder een knuffel. "Als je hem ooit ziet zeg je het mij, hé!" "Ik laat hem je nooit meer aanraken." zei Emily's vader. Marleen lachte en gaf hem een kus. De rest van de dag bleven ze gewoon in het hotal samen met Angela. Angela bleef bij hun op de zetel slapen, om hun altijd te beschermen. ''Het is te gevaarlijk om jullie hier alleen te laten." zei ze. 's Nachts had Emily de enge droom over het vallen uit de toren weer. Ze besloot om dit aan de engel te vertellen. "Angela...Angela." fluisterde ze en porde in Angela's zij. De engel werd wakker en mompelde halfslapend: "Wa...Wat is er, Emily?" Ze legde heel de droom uit. De engel was plots iets opgewekter. "Maar... Je moet beseffen dat het niet per sé de duivel is, hé! Het kan ook iemand anders zijn." Emily dacht na. Wie zou haar nu willen duwen van de toren? Buiten de duivel natuurlijk? En eigenlijk, waarom zou die duivel haar weg willen hebben? Ze besloot dit aan de engel te vragen. "Waarom zou de duivel mij eigenlijk weg willen? En waarom wilt hij mijn moeder?", vroeg ze. Angela zuchte diep. "Hij wil jou weg hebben omdat jij de enige bent die hem kan stoppen van de Aarde te verwoesten. En hij wilt jouw moeder hebben omdat hij niet alleen de wereld kan verwoesten. Hij heeft iemand nodig, een familielid van jou, jouw moeder dus." "Waarom mijn moeder eigenlijk?" vroeg Emily. "Wel,"antwoorde de engel,"hij heeft vrouwelijk bloed nodig." "En waarom wil hij de Aarde dan verwoesten?" Emily had zoveel vragen voor Angela. "Omdat als alles op de Aarde kapot zou zijn hij de de Aarde zou veroveren en de Aarde maken zoals hij het zelf wil. Maar als we hem echt niet meer kunnen tegen houden zullen wij engelen het veroveren en mooier maken dan het nu is!" zei Angela. Na een tijdje vielen ze samen op de zetel in slaap. "Wakker worden, Emily." Het was Katriens stem die Emily wakker maakte. "Ik ben moe!" zei Emily boos terug. "Please, Emily! Iedereen ging op stap, dus moest ik bij jou blijven. Waarom gaan we niet samen iets leuks doen?" Emily gromde maar kleedde zich toch om en een paar minuten daarna vertrokken ze op stap. Toen ze samen op straat rond liepen zach Emily plots een bekend gezicht. Ze dacht efjes na voor ze wist wie het was. "Kijk Katrien! Dat is die pizzabesteller waar Luka zo smoor op was. Weet je nog? Hij was ook bij de film die we toen keken." Katrien keek even in het rond en toen begonnen ze alle 2 te lachen. "Zou Luka hem leuker vinden dan Jeroen?" vroeg Katrien nog wat giechelig. "Nee, Luka houdt heel veel van Jeroen." Ze bleven even naar hem staan kijken. Wat is hij knap! "Kom, we gaan beter." zei Emily. Maar ze bleef hem toch nog heel lang na kijken. Wat deed hij hier eigenlijk? Maar toen dacht ze: "Mmmm... Hij gaat mij toch niet meer herkennen... Ik zal hem maar laten." Katrien en Emily hadden geld mee, dus wouden ze gaan shoppen. Van Emily's ouders mocht het. Ze gingen naar vele kleine boetiekjes. De meisjes hadden veel kleedjes, hoedjes, zonnenbrillen en ga zo maar door gekocht. Na een uur goed shoppen kregen ze toch wel honger en besloten ze te gaan eten. Ze liepen langs een mooi restaurant en besloten daar te gaan zitten. Het wat een oud restaurantje, Emily dacht een familie restaurant. Er waren niet zo veel tafeltjes, maar het had dan ook wel z'n charmes. Het had prachtig uitzicht op het Colosseum, wat ze nog gingen bezoeken gedurende de week. Emily had haar fototoestel mee en besloot een foto te nemen, natuurlijk, want zo'n kans kon ze niet laten liggen. Het was er zo mooi! Na een paar minuutjes kwam de ober de bestelling opnemen. Emily gebruikte haar beste Engels, en ze kon het best, want op haar examen had ze er 86% voor! "Hello, I want a Pizza from the house, please, a Pizza Procuito and some water for us." "Okay" zei de ober. Ze kregen hun pizza's en het water. En, het was heerlijk!
29
"Emily.", fluisterde Katrien bang," Twee tafels achter jou zit... euuhm... Diabolus..." Waarom moest hij alles altijd toch verpesten? "Zeg toch gewoon de duivel. Dat is volgens Angela niet eens zijn echte naam. Maar oké, laten we gewoon doen alsof we niets merken." zei Emily wat beverig. "Ik ben bang! Waarom gaan we niet gewoon weg?" "Omdat hij niet altijd alles moet verpesten! Kijk hier zijn mensen, normaal gaat hij op dit moment nog niks doen, maar wel pas als we weg gaan uit dit restaurant. Dus laten we rustig eten en gewoon niet naar hem kijken." Katrien deed wat Emily zei, maar het was toch veel minder leuk dan daarvoor geworden. Toen ze klaar waren met eten moesten ze wel vertrekken. Katrien pakte Emily's hand beet en kneep er heel hard in. Ze bibberde als een gek! "Wat bibber je. Hij komt sowieso toch voor mij, dus hij zal niks met je doen! Ik zal je beschermen." Emily rukte de handen los en legde haar arm rond die van Katrien. Dat voelde wat veiliger aan voor haar. "Hij staat op Emily!" zei Katrien bang. "Niet omkijken. Laten we gewoon verder stappen." Emily keek snel in het rond. Waar moesten ze heen? "Hallo!" Emily zakte helemaal in elkaar. Maar het was niet de duivel die haar riep. Het was de pizza jongen! "Hallo. We hebben eigenlijk haast." zei Emily. "Ik zal jullie dan maar laten. En waar is jullie vriendin. Luka of hoe heet ze?" zei hij. "Ja, Luka. Maar ze is dit keer niet mee met ons. Ze ligt in het ziekenhuis. Maar we hebben echt haast. Daag." zei Katrien met een bevende stem. Toen liepen ze alle twee naar een bus die juist stopte. Maar toen ze zagen dat de duivel daar binnen liep gingen ze snel terug naar de pizza jongen. "Hey! Kan je ons helpen? We zitten eigenlijk in grote problemen." riep Emily naar hem. Ze wouden niet heel de waarheid vertellen, want dan zou hij denken dat ze gek waren. Emily vertelde dat ze ruzie hadden met een man. Hij had hun zo gezegd gezegd dat hij hen iets zou aandoen. Ze vertelden ook dat hij nu op die bus was gestapt. "Ik zal bij jullie blijven," zei hij, "ik ken Rome op m'n duimpje!" "Wat is jouw naam eigenlijk?" vroeg Katrien. "Angelo.", zei hij. "Haha!", dacht Emily, "Het is toch geen engel, hé? Nee, dat zal wel niet, want hij wist er niets van. Maar... Hij lacht wel als een engel." Een scheut van verliefdheid schoot door haar buik. "Oh, nee! Ik mag niet verliefd worden, ik ken hem amper!" "Emily? Hallo?" zei Katrien. "We vroegen je iets." ze ze weer. "Eumhh... wat?" Emily wou niet praten, ze was te hard aan het denken. Misschien kon ze die Angelo toch maar niet vertrouwen. "Emily, je luistert weer niet. Wat is er?" zei Katrien boos. "Niks. Wat was je vraag?" "Waar gaan we naar toe?" Dat wist ze ook niet. Maar juist voor ze iets kon voorstellen riep een bekende stem "Angelo!"
"Ja, ze ligt in haar bed, met hoge koorts." zei de moeder droevig. "Oei, dat is niet goed... Ik heb wat schoolspullen voor haar." zei Emily. "Kom verder" zei de moeder. Emily ging de trap op. Ze kende het huis als haar tweede huis, zo vaak was ze hier.Ze klopte op de deur. "Kom binnen!" hoorde ze. Het was een droge, schorre stem. Emily ging naar binnen en zag haar vriendin, ze was helemaal bleek en bezweet. Katrien was net een kop thee aan het drinken. Emily liep naar haar toe. "Hier! Ik heb wat spullen voor je." "Oh, dank je!" zei Katrien. "En? Iets speciaals gebeurd of zo?" "Ja, maar dat weet je natuurlijk al: Luka gaat op date met Jeroen. En het is terug goed tussen mij en Sam." "Fijn." zei de zieke. "Oei, ik moet gaan, het is al laat. En Luka blijft slapen dus ik moet op tijd terug zijn." schrok Emily toen ze de tijd zag. Ze gaf Katrien een knuffel. En... Ze werd opslag minder bleek en veel beter. "Heuh? Ik voel me veel beter. Ik ben niet meer misselijk! Ik ga mijn koorts eens meten." zei Katrien verbaasd. "PIEEEEEEP" deed de thermometer na 2 minuutjes. Er stond: 37,5°C. Heel normaal. "Ik ben beter!! Yes!!! Hoe kan dat?" Emily was geschrokken van zichzelf. Toen herinnerde ze zich dat bij elke ruzie als ze iemand een knuffel gaf, het direct beter werd. "Wow, ik kan denk ik healen." zei Emily na een minuut stilte. "Dat moet je aan Luka vertellen!" Toen Emily thuis kwam was Luka nog lang niet thuis, dus besloot ze te gaan studeren. Ze was nog steeds in de war van wat ze daar juist te weten kwam. Na een paar minuten ging de bel. "Ik kom! Mama doe niet open, ik ga wel!" riep Emily terwijl ze de trap af liep. "Hey Emily. Ik moet je van alles vertellen." Luka kwam super happy binnen. "Ik moet je ook van alles vertellen." Ze liepen alle 2 super snel naar Emily's kamer. "Doe jij maar eerst, Luka!' zei Emily en daarna vertelde Luka precies wat er voor en na de kus gebeurde en wat er voor de kus gebeurde en natuurlijk vertelde ze precies hoe de kus verliep. Eigenlijk interesseerde het Emily niks, maar oké ze hadden gekust. "Amai, zeker je droomavond!" zei Emily toen ze alles verteld had. "Ja, dat was het. Wou jij niks zeggen?" ''Ja! Ik wil je iets zeggen! Euh... ik kan healen." Luka begon kei hard te lachen, ze dacht dat het een grap was. "Echt Luka!!! Ik was bij Katrien die super ziek was en ik gaf haar een knuffel en toen was ze gewoon beter. En ik gaf Sam een knuffel en nu is alles terug goed tussen ons." zei Emily. "Wow, meen je het echt?" zei Luka nog altijd ongelovig. "Ik meen het, kijk maar." Emily sloeg Luka heel hard en toen ze haar een knuffel gaf was er precies niks gebeurt. "Oh my god! Je hebt gelijk." zei Luka heel verbaasd. "Sorry dat ik je moest slaan, maar hoe moet ik het anders tonen?"
14
"Het maakt toch niet uit dat je mij geslagen hebt, het doet niet eens pijn!" zei Luka weer verbaasd, "Wat kun je nog meer?" "Ik weet het niet, misschien is dit het wel..." zei Emily, "En, ik weet niet of ik nog iets meer wil! En ik weet niet waarom IK het heb, of hoe het werkt! Dus, we houden het tot die tijd geheim, hé!" "Oké... Ik wou het zo graag aan Jeroen vertellen." zei Luka droefjes. Waarop Emily zei:"Ik was al van plan het aan Jeroen te vertellen, hoor, het is toch mijn beste vriend!" "Jippie, want ik wil geen geheimen hebben voor Jeroen!" zei Luka met hartjes in haar ogen. Die avond gingen ze nog even fietsen in het park. Het was toch zomer, dus het bleef lang licht. Het waren eindexamens, en daarna vakantie. Dan ging ze op vakantie naar Rome. Ze had zoveel zin. En Katrien mag mee! Het wordt een super vakantie! Als Emily ten minste over gaat naar het vierde, daar vreest ze wel voor, want de laatste tijd heeft ze niet zo goed op wiskunde en Nederlands. Ze waren aan het fietsen en even lette Luka niet op en ze viel met haar fiets over een boomstronk. Haar been was geschaafd en het bloedde. "Aaauuw!" riep Luka uit. Emily gaf Luka een knuffel, en ze spoelden 3 minuten terug in de tijd, zodat het niet kon gebeuren. "Wow, dat was cool!" riep Luka uit, maar nu heel blij. "Ja, let jij nu maar op, dat je niet weer valt, want het lijkt, steeds als ik het doe, dat ik dan wel een beetje moe word, dus ik ga het niet teveel gebruiken. Wow ik ben moe... Gaan we naar huis?" "Ja dat is goed." De meisjes draaiden om en gingen naar huis. Ze keken nog heel even een film op t.v. en gingen dan slapen. Emily droomde dat er brand bij haar thuis was en zij het brand moest knuffelen en daarna was alles weer een beetje terug gegaan in de tijd. Ze werd rustig wakker en Luka was nog diep aan het slapen. Ze keek op haar wekker, amai het is al 11 uur. Ze maakte Luka vlug wakker. "Luka, het is al 11 uur." zei ze. "Wat? 11 uur. Amai wij sliepen lang." antwoordde Luka schokkend. "Ik droomde dat er brand was en dat ik het vuur een knuffel gaf en dat we weer een beetje in het verleden zaten." zei Emily. "Wat een rare droom." en ze schoten alle 2 in de lach. Toen ze uitgelachen waren liepen ze al helemaal omgekleed naar beneden. "Amai, zo laat nog gebabbeld?" vroeg Emily's mama. "Ik denk het." zei Emily snel. "Katrien is langs geweest, maar omdat jullie er niet waren is ze naar huis gegaan. Misschien moeten jullie maar naar haar gaan anders." En dat deden ze. Met de fiets fietste ze naar Katriens huis.
15
"Hey meiden, kom maar binnen. Katrien is in haar kamer." zei Katriens mama. Snel liepen de 2 meisjes de trap op en klopte op Katrien's deur. "Kom binnen!" riep Katrien. Het rook er naar vuur. Emily snoof het op en kreeg een koude rilling over haar rug. Ze kreeg een soort van visioen. Ze zag allerlei dingen door elkaar: Een maquette, de vader van Katrien, een lucifer, vuur. En een traan. Een beetje haar droom maar dan anders. "Kijk eens!" zei Katrien. Ze liet haar afgebrande p.o. werkstuk zien. "Je weet dat we een maquette moesten maken van een plaats waar we graag zijn, hé, nou, ik heb jouw straat gemaakt, Emily." "Ja, het ziet er nogal... Afgebrand uit..." zei Emily afwezig. "Ik weet niet hoe dat komt!! Gisteren was het nog heel, maar deze ochtend rond 10 uur was het afgebrand..." fluisterde Katrien. Emily was stil en staarde voor zich uit. "Wat is er, Emily?" vroeg Luka ook fluisterend. "Euuhm... Je gaat me heel raar vinden..." zei Emily angstig. Eerst vertelde ze haar droom, dat beaamde Luka. En nu haar visioen. Toen Emily zei dat ze Katrien's vader zag, zei Katrien: "Ja, mijn vader zei dat hij het helemaal niet goed vond! Dus het kan wel kloppen dat hij het heeft gedaan!" "Oh, wat gebeurt er met me? Ik vind het niet leuk!" riep Emily gefrustreerd uit. Ze werd plotseling woedend en ze kon het niet beheersen. Zo gefrustreerd en boos hadden haar vriendinnen haar nog nooit gezien! "Rustig, Emily! Wat is er? Hebben we iets verkeerds gedaan?" "Nee, ik kan er niet aan doen! Wat gebeurd er?!" zei Emily eerst heel rustig, "Oh, wat ben ik boos!" tierde ze het andere moment "Heuh? Emily doe niet zo raar!" zei Luka, "Je bent jezelf niet!" "Dat klopt... Het is hier niet alleen Emily..." zei een stem die wel uit Emily's mond kwam, maar er helemaal niet op leek.
16
De stem leek heel vertrouwbaar, maar toch vertrouwde Luka en Katrien het niet echt. Ze namen Emily mee naar Katriens kamer en toen begon Emily weer raar te doen. "Emily, alles komt goed." zei Katrien maar toen kwam de stem weer "Nee, het komt niet goed!!!" Katrien gilde, maar Luka kon nog juist op tijd haar hand voor Katriens mond houden. "Luister, jullie moeten me vertrouwen. Er gaat iets super ergs gebeuren en alleen Emily kan helpen." zei de stem. "Wie ben je en wat doe je met mijn vriendin?" vroeg Luka heel boos. "Jullie gaan me niet geloven, maar ik ben een engel. Ik ben hier om heel jullie stadje te redden." zei de engel. "Oke, we doen wat je zegt. Hoe moeten we ons stadje red..." Luka werd onderbroken door Katrien. "Dit is geen engel, dit is de duivel. We moeten hem niet vertrouwen!!!" Katrien werd precies ook gek, maar toch zag je dat het niet iemand anders was. "Luister gewoon naar mij, ik ga weer Emily laten, maar eerst moeten jullie haar zeggen dat ze de eerste vlam die komt moet aanraken en dan zijn al jullie zorgen weg." "Wacht!" zei Luka. "Ga nog niet, ik heb nog een paar vraagjes. Wanneer en waar moet ze het doen? En gaat ze pijn hebben?" Katrien zat helemaal in een hoek van haar kamer, ze was duidelijk heel bang. "Overmorgen om 11 uur in Emily's straat, de rest zien jullie zelf wel." antwoordde de engel redelijk snel. "Wacht! Gaat ze pijn hebben? En hoe moeten we weg van school?" zei Luka, maar de engel antwoordde niet meer en Emily begon minder raar te doen. "Wa.....wa....t is er gebeurd?" vroeg Emily nog wat raar. "Emily, er zit een duivel in je!" zei Katrien en knuffelde haar vriendin met tranen in haar ogen. "Ach Katrien toch, het is een engel. Luister Emily, de engel zei dat er maandag iets heel ergs gaat gebeuren in jou straat ergens, iets met vuur en jij moet de eerste vlam aanraken anders gaat de hele stad er aan!" "Wow... Hoe ga ik uit school geraken? We hebben dan wel les, hé!" zei Emily een beetje sufjes."Ja, dat vroeg ik me ook wel af!", zei Luka, "Misschien moet je tegen je mama zeggen dat je ziek bent, en dan blijf je thuis, misschien is dat het beste... Want dan moet je ook niet helemaal naar school fietsen.""Ja, hallo! Het zijn dus wel examens, hoor!" zei Emily al wat beter, "Ik MOET erdoor zijn! En ik ga mijn vakantie niet opofferen." Uit het niets zei Katrien: "Misschien bedoelde de engel om elf uur 's avonds."
17
"Hé, ja! Dat zou kunnen! Oh, dat zou echt perfect zijn!", zei Emily. Luka keek op haar gsm. Het was al drie uur 's middags en ze moest nog leren, ze had haar moeder belooft om om tien na drie thuis te zijn. "Oei, ik moet naar huis! Nog wat leren! Ik ga, hé!" riep Luka een beetje gestrest. "Dan ga ik ook maar eens. Wiskunde is echt mijn slechtste vak, dus ik ga nog eens leren." zei Emily. "Weet je, ik fiets wel met je mee," zei Katrien, "ik moet toch nog even langs de winkel. En dan ben ik zeker dat er niet weer zo iets geks gebeurd!" De meisjes gingen naar buiten. Emily wou snel thuis zijn, en fietste als een gek. Ze vond het heel raar. Ze moest als eerste de vlam aanraken, anders ging de stad eraan, wie anders zou die vlam willen raken, en waarom zij? Emily ging toen ze thuis kwam direct leren. Ze pakte haar wiskunde en ademde eens diep in. Het arme meisjes dat al half gek werd, kreeg weer een koude rilling over haar rug. Ze kreeg weer een visioen. Nu zag ze haar eerst hard studeren en daarna rustig in het park zitten, een examenrapport met haar naam met pracht resultaten, een klein briefje, heel vaagjes met: 'Alles wat je nu doet, heeft effect op de toekomst, dus het kan altijd veranderen.', en een lach. "Wow, ik hoef dus niet meer te studeren! "Yes!" dacht Emily. Ze keek alles heel snel na en deed haar boek dicht. Ze ging naar het park. Rustig. De volgende dag ging ze naar school. Ze was gestrest, maar gek genoeg niet voor wiskunde, maar voor vanavond. Wat zou er gebeuren? De examens werden uitgedeeld. Het ging wel, maar moeilijker dan verwacht, ze kon alles invullen, maar Emily was niet van alles heel zeker. Die avond ging Emily naar buiten. Het was bijna 23 uur. Er was nog niemand anders. De kerktoren sloeg elf uur. Plots zag ze dat de boom voor haar huis lichtjes begon te branden. Een rood vuur. En, wie zag ze daar? Het was een jongemannen figuur. Heuh? Xander, dat had ze nier verwacht! "Xander, wat doe jij hier?" riep Emily vol ongeloof. "Ze zeiden mij dat ik het vuur daar, als eerste moest aanraken." zei hij. "Mij ook!" riep Emily uit. Ze werd weer woedend, plots. En hij ook! Heel vreemd. Hij kreeg ook een andere stem, net als Emily. "Duivel, ga weg! Je weet goed genoeg dat Emily het vuur moet aanraken!" riep de stem die uit Emily kwam. "Nee, ik ga het doen. Ik heb genoeg van deze stad, ze hebben ons bijna ontdekt door die Emily! De stad gaat eraan!" riep de stem die uit Xander kwam. Toen was er een licht flits en een geur van zwavel. Engelen vielen uit de hemel en gingen achter Emily staan, en van de grond kwamen allemaal schimmen die achter Xander gingen staan. "Laat dat joch gaan, duivel!" riep de engel. "Nee!!! Deze stad is afschuwelijk, deze stad moet eraan." riep de duivel heel boos. Toen begonnen alle engelen met pijl een boog te schieten. Een tijdje later was het een echte oorlog geworden.
18
De prachtige jurken van de engelen waren op sommige plekken rood geworden, maar toch gaf niemand op. Na een paar minuten kwam er een bende jongens die naar een paar bomen gingen en een vuurtje begonnen te maken. Toen ze het gevecht zagen van de engelen en de enge schimmen begonnen ze heel hard weg te lopen en te roepen. Al de gedaantes keken op en Emily en Xander begonnen raar te doen en ze waren terug hun zelf. Emily begon te rennen naar het vuur en Xander ook, maar toen Xander zag dat hij bij de slechte hoorde stopte hij. Maar de schimmen begonnen hem te duwen en te roepen "Ga!!! Snel!!!". Maar Xander snapte dat hij bij de slechte hoorde en weigerde mee te doen. Emily liep zo snel als ze kon, wat heel moeilijk was omdat al die schimmen haar probeerde tegen te houden. Toen plots zag ze Katrien en Luka in de verte en ze zwaaide als een gek, maar ze durfde niet dichter te komen, dus bleef Emily lopen. Toen ze eindelijk bij het vuur was begonnen de schimmen haar te bijten en tegen te houden. Emily had super veel pijn, maar ze bleef in haar gedachten denken "dood of levend? Emily, dood of levend?". Gelukkig waren er nog die engelen die haar probeerde te helpen, maar veel konden ze niet doen. Ze zag Katrien en Luka in de verte heel hard wenen. Luka probeerde te komen, maar Katrien hield haar tegen. En plots voelde Emily zich een beetje losjes, dus gooide ze zich op het vuur. Het vuur doofde en alle zorgen waren weg. Of dat dachten ze toch. De engelen vlogen allemaal naar boven en de schimmen gingen terug de grond in. Xander, Katrien en Luka gingen heel snel naar Emily toe, maar ze bleef levenloos liggen. Xander belde direct in paniek de 112. Binnen de vijf minuten, die als eeuwen voelden, waren ze er. Emily had een grote brandwonde op haar buik. De moeder van Emily kwam naar buiten. Toen ze zag dat haar dochter op de brancard werd geheven, begon ze te huilen. "Wat is er gebeurd?", vroeg ze, zonder zich af te vragen waarom ze zo laat nog buiten waren, "Arme Emily toch!" Voor Xander, Katrien of Luka antwoord konden geven vroeg de ambulancier: "Er kan maar een iemand mee, wie wilt mee in de ambulance?" Zonder na te denken zei Xander: "Ik wil! Het is mijn zus." "Wij gaan wel in de auto..." zei Emily's moeder. De vader van Emily was er ondertussen ook bij gekomen, eigenlijk zo'n beetje de hele straat. Toen Xander in de ambulance was begon hij zo hard te huilen. De tranen vloeiden over zijn wangen. De dokter kwam bij hem staan en zei: "Ze heeft dus een grote brandwonde, 2e graads, op haar buik. Maar het slechtere nieuws is... Ze ligt in een coma.", en toen volgde er een pijnlijke stilte die werd verbroken door Xander's gsm die afging.
19
"Hallo met Xander," zei hij met een bibberende stem, "met wie spreek ik, alsjeblieft?""Ja, met ons, ik bel even." zei Katrien, "En? Weten ze al wat er is?" "Ze weten... dat... euuhm... Ze ligt in een coma." zei Xander. Ook aan de andere kant van de lijn viel een stilte. "Wow... Dat is heel erg..." zei Katrien alsof ze elk moment kon beginnen te wenen. "Euhm... Ik moet hangen, de dokter wilt mij iets vragen. Daag, tot straks in het ziekenhuis." "Ja, daag..." zei Katrien, en toen begon ze te huilen. De dokter vroeg aan Xander: "Hoe is dit gebeurd? Je was er toch bij?" "Ja, ik was erbij." zei hij, nu moest Xander iets verzinnen. "Emily en ik hadden ruzie, en toen is ze even gaan wandelen, ik ging ben haar achteraan gelopen, en ik zag dat zij zag dat bij de boom een vuur was. Ze wou niet dat het verder ging afbranden en ze had niks om te blussen dus is ze erop gaan liggen." "Wow, zo te zien heeft het meisje een goed hart." "Inderdaad..." zei Xander afwezig. Ze kwamen na 5 minuutjes het ziekenhuis binnen. Ook Xander kreeg af en toe visioenen en kreeg er nu weer een. In zijn visioen zag hij Emily met Katrien in Rome helemaal boven in de toren van de basiliek van Santa Maria en de duivel kwam uit de grond en duwde hun eruit. Xander probeerde zijn visioen weg te doen. Wat als dat echt zou gebeuren??? In het ziekenhuis kwam Xander na een paar minuten zijn mama en de twee vriendinnen van zijn zus tegen. "Is alles oké met haar?" vroeg zijn mama heel bezorgd. Hij knikte. "Vertellen jullie mij eens wat er gebeurd is." Xander nam vlug het woord voor dat Katrien of Luka dat deden. "Ik en Emily hadden ruzie en Emily was even gaan wandelen en toen zag ze dat er een boom in brand was, dus ging ze, voor dat het vuur zich uitbreidde, er op liggen." hij keek zijn mama aan, haar ogen waren helemaal rood. "En hoe komt het dan dat jij, Luka en Katrien dat weten, waren jullie bij haar?" vroeg zijn mama. "Wij kwamen juist op bezoek en zagen wat er gebeurde." zei Katrien heel droef. "En jij Xander? Xander?" Xander zat nog altijd aan zijn visioen te denken, Katrien en Emily zouden normaal in de vakantie naar Rome gaan. "Eumh... ik was haar achter na gelopen." zei hij na een tijdje. Toen kwam de dokter en de mama van Emily en Xander ging snel naar hem toe. "En? Nieuws?" "Ja, slecht en goed. Haar brand wonden zullen niet zo erg zijn en het slechte... ze licht in coma." Emily`s mama begon weer heel hard te wenen en Xander probeerde haar te troosten. Emily had, terwijl ze in coma lag, een hele rare droom. Heel vaagjes. Ze stond samen met Katrien op het hoogste verdiep van een of andere toren. Dan zag ze de duivel die hen probeerde te duwen. Toen viel ze en kwam ze terecht in een schoolbank, helemaal in het donker. Ze zag haar moeder als juf met een heel boos gezicht en een mega slecht rapport. Haar moeder was zo boos dat er overal vlammen kwamen. Dan zag ze plots Luka en de engel op het schoolbord. Het was een soort film. Luka was ook een engel geworden, en in de film kwam er een flashback. Luka werd neergeslagen door een paar jongens en kwam heel hard met haar hoofd tegen de grond. Ze bloedde dood. Dan vloog ze naar boven en werd een engel. Dan zag Emily een tunnel en licht. Ze dacht: "Oh, nee? Ik ga toch niet dood?". Ze zag er allemaal bloemen die ze niet kende. Ze waren prachtig! Het meisje voelde even helemaal geen pijn meer, geen zorgen, ze voelde zich zweverig. Toen zag Emily de engel en haar overleden grootouders. Ze riepen naar haar: "Ga niet naar het licht! Keer terug! De mensen op aarde gaan je anders missen! Je verdient het nog niet om te sterven." Dan keek Emily nog even naar de engel en haar grootouders. De vrijheid was daar. Dan keek ze naar de andere kant van de tunnel en daar zag ze haar ouders, Luka en Katrien, Xander, Sam en Jeroen, heel haar klas. Ze keerde langzaam terug naar hun. Ze begon weer pijn te voelen, de zorgen en stress. Ze was terug op aarde en was niet meer zweverig. Ze wou wakker worden uit haar droom. De engel blies over haar gezicht en ze werd wakker. Het eerste wat Emily zag was haar moeder die lag te slapen. Er begon iets te piepen en de dokters kwamen naar haar toe en maakte iedereen wakker.
20
Emily's moeder gaf Emily een knuffel. Emily vroeg: "Hoe lang heb ik geslapen?" waarop haar moeder antwoordde: "Je sliep niet, je lag in een coma en gisteren ging je nog bijna dood! Ik was zo ongerust. Je lag in een coma voor 3 dagen!" Emily keek naast haar en zag heel veel knuffeltjes en kaartjes. Ze voelde aan haar buik. Au, het deed pijn! "Wat is er gebeurd? Waarom doet mijn buik zo'n pijn?" Xander kwam erbij en vertelde de zo gezegde ruzie. Emily herinnerde zich er niets meer van. Ze moest nog 3 weken in het ziekenhuis blijven. Ondertussen had Xander haar de waarheid al lang verteld en toen herinnerde ze zich alles weer. Emily kreeg heel de tijd de zelfde droom, elke nacht droomde ze het zelfde, maar dan zonder die tunnel en zo. "Kom Emily, probeer maar recht te staan. Moet ik je helpen schat?" zei Emily's mama toen ze naar huis vertrokken. "Ja, liefst wel.'' Emily's buik deed heel veel pijn. Elke beweging deed heel veel pijn voor haar. Normaal zou ze een groot vies rood litteken moeten hebben, maar haar buik was gewoon een klein beetje rood, meer niet. Emily was heel blij dat ze naar huis mocht gaan. De examens waren wel al lang voorbij en binnen 4 dagen was het vakantie. Die 4 dagen moest Emily niet naar school gaan, maar haar leerkrachten gingen wel in de vakantie langs komen en met haar de examens doen. Emily was dus volop aan het studeren in haar bed met warme chocomelk naast haar. Ze kon zich heel goed concentreren zo in haar bed, misschien moet ze dat de volgende examens ook maar zo doen. "Emily, bezoek!" zei haar mama in de middag van de eerste vakantie dag. "Oké." zei Emily. "Hey Emily!" zeiden Luka en Katrien in koor. "Hallo." Emily probeerde recht te komen, maar haar vriendinnen zeiden dat ze beter maar bleef liggen. Wat hield Emily zoveel van hun! "En hoe is het met jullie eigenlijk?" vroeg Emily nadat ze haar helemaal hadden uit gevraagd. "Ik word altijd gepest door zesdejaars." zei Luka heel droef. "Waarom?" vroeg Emily medelijdend, maar tegelijk dacht ze weer aan haar dromen. "Ze vinden me kinderachtig, omdat 1 van hun me een sigaret aanbood en ik nam het niet aan en omdat ze me wouden kussen daarna en hun wegduwde. Toen haalde ik Jeroen er bij en ze begonnen te vechten, nu haten ze me. En ze dreigen dat ze me gaan vermoorden. Als ik in hun buurt kom beginnen ze me ook direct te slaan en te pesten." "Arme, Luka!!! Weet je ik moet jullie iets vertellen..." Emily vertelde heel de droom aan haar 2 vriendinnen en ze vertelde ook dat ze die elke dag droomt. "Wow... Dus er gaat weer iets gebeuren, hé..." zei Katrien vrij kalm omdat ze al zoveel geks had mee gemaakt. Luka werd lijk bleek. "O nee... Dit wil toch niet zeggen dat ik doodga, hé? Met die engel en zo..." "Ik hoop het niet... Maar ik krijg deze droom elke nacht. Echt heel raar!", zei Emily. Katrien beaamde: "Inderdaad, heel raar... Maar, we moeten dus oppassen als we naar Rome gaan!" "Zou je het niet aan je moeder vertellen?" vroeg Luka. Emily draaide met haar ogen. "Wat kan ze doen?" vroeg ze. "Ik weet het niet!" zei Luka, "Maar ze kan alle sinds zorgen dat jullie niet naar een toren gaan." "Ja, dat is waar... Maar hoe moet het dan met jou?" vroeg Emily. "Ik zal zien dat ik niet meer met de 6e jaars omga. Gewoon uit hun buurt blijven." zei Luka zeer angstig.
21
De vier dagen gingen voorbij. Emily ging nu haar examens inhalen. Wiskunde had ze al gedaan. Nu deed ze Frans, een van haar betere vakken. De vragen waren niet zo moeilijk. Ze was al binnen één uur klaar en had ze nog 40 minuten over. Van haar leerkracht mocht ze al aan de volgende beginnen, als ze wou. "Ja, ik zou heel graag willen, dan ben ik er vanaf." Het volgende was scheikunde. "Oh nee, een slecht vak..." dacht ze. Maar, ze maakte het, en het ging vlot. Ze was nog juist aan het nakijken toen ze moest afgeven. "Zo," zei de leekracht, "dat zijn wel genoeg examens voor vandaag. Maak je maar klaar voor morgen, dan gaan we 3 examens doen: fysica, Nederlands en Spaans." Emily deed de richting wetenschappen-moderne talen. Dus ze deed veel wetenschappelijke vakken. En, moderne talen was Spaans en meer uren Frans en Engels. Uit schrik voor haar droom ging ze steeds meer leren, wat ze in het begin niet deed. Ze wou zo graag over naar het vijfde jaar! De dagen gingen voorbij. Vandaag moest ze haar rapport ophalen. Ze zag haar droom weer voor zich. Zij met een slecht rapport. Maar toen herinnerde ze zich een van haar eerste visioenen. Dat er op een briefje 'Alles wat je nu doet heeft effect op je toekomst.' stond. Ze hoopte dat het goed ging! Emily stapte het lokaal binnen. Wat zag ze? Een hele blije moeder en leerkrachten! "Zo, Emily," begon de leerkracht, "ik zie dat je heel hard geleerd hebt! Je hebt prachtresultaten!" Wow, dat had ze nooit verwacht dat meneer Verlaerens dat ooit tegen haar zou zeggen! Emily nam het rapport in handen en zag de resultaten. Geen één buis! Alleen voor fysica 68%, maar voor de rest was alles erboven! Nu kon de vakantie écht beginnen. Emily's pijn was bijna helemaal weg. Ze kon makkelijk lopen, zich goed bukken, alles lukte heel goed. Binne een uur vertrok ze met de fiets naar Katriens huis. Het was de eerste keer dat ze weer mocht fietsen. Luka ging ook gaan, maar ze kwam eerst naar Emily zodat ze samen konden fietsen. "Wat als ze niet komt, omdat ze die jongens toch tegen kwam?'' dacht Emily, maar ze veegde die gedachten snel weg. Een tijdje later ging de bel. Zo snel mogenlijk ging Emily naar de deur.
Ze liet zich op haar bed vallen en barste in de tranen uit. Wat had ze nu gedaan? Ze hield toch heel veel van Sam! Het gewoon uitmaken was geen oplossing voor al die ruzies. Wat voelde ze zich schuldig, ze had het op een stomme manier uitgemaakt. Arme, arme, Sam! Wat moet ze nu zonder hem? Ze hoorde Sam roepen "Neem je gsm op!" dat had hij voor haar ingesproken als telefoon gerinkel. Ze nam snel op, misschien was hij het wel! "Hey Emily! Kom je dadelijk bij mij langs, ik moet je iets tonen." Het is Katrien, haar beste vriendin. "Het is uit met Sam, ik heb je nu echt nodig, Ik wil je alles uitleggen! Kom je please naar mij?" fluisterde Emily stil zodat haar ouders het niet hoorde."Ja, ik kom direct!", fluisterde Katrien terug "Leg me alles uit, ik wil elke detail weten!"Emily snikte kortaf: "Oke, tot straks... "Na vijf minuten, die voor Emily als een eeuwigheid voelde, ging eindelijk de bel. "Emily! Het is voor jou, hier aan de deur, het is Katrien!", riep Emily's altijd even aardige moeder."Ja, stuur haar maar naar boven!", probeerde ze zo min mogelijk droevig te roepen. Katrien kwam naar boven en toen ze haar vriendin zag, in haar kamer met gesloten gordijnen zei ze: "Ooh, Emily, wat zie je er... verschrikkelijk uit!!! Laat eens wat licht binnen, dat zal je goed doen!" "Katrien...", zei Emily "kom je naast me zitten? Ik wil je alles zeggen..." "Inderdaad, vertel me alles! Wie heeft het uitgemaakt? Waarom? Wanneer? En hoe?..." "Rustig, ik zal je alles vertellen", snotterde Emily. Katrien gaf haar aller beste vriendin een knuffel en zei geruststellend: "Het komt allemaal goed... Huil maar lekker uit!" Toen Emily gekalmeerd was, begon ze haar verhaal.
2
"De laatste tijd hadden Sam en ik heel veel ruzie om niks eigenlijk, gewoon om super kleine onozele dingen. En vandaag gingen we samen naar een café en gaf hij me oorbellen om al onze ruzies te vergeten, maar omdat ik ze niet direct aan deed werd hij heel boos en toen sloeg ik hem en ik had hem met mijn nagels per ongeluk gekrabd en heel zijn wang bloedde door mijn nagels en toen zei ik: "Ik heb genoeg van als onze domme ruzies, ik wil jou nooit meer zien! Het is uit, Sam!" en toen liepen we allebei uit het café naar huis. Ik snap niet wat ik heb gedaan, ik hield heel veel van hem!" Emily was opgelucht dat ze al die stomme woorden van die stomme avond aan iemand heeft kunnen vertellen. "Arme, arme, arme Emily toch! Misschien moet je hem even opbellen en sorry zeggen." zei Katrien. "Oke, maar ik wil dat je bij mij blijft." zei Emily terwijl ze haar gsm pakte. Hij nam op en zei: "Hallo, wie is't?". "Eumhh..." Emily durfde niks te zeggen. "Aa, Emily dus. Wat wil je? Het is gedaan tussen ons!" hij legde grof op en Emily barste in tranen uit. "Oooh, Emily, wat is hij gemeen!" riep Katrien woedend uit, "Moet IK eens met hem gaan praten?!" Arme Emily snikte: "Nee, doe maar niet, ik wil niet nog meer ruzie krijgen..." Eigenlijk hoopte Emily dat Katrien bleef doorvragen maar Katrien antwoorde: "Oké, als jij dat niet wilt, hoeft het niet." Emily begon nog harder te huilen. "Ooh, meisje toch! hier een zakdoekje.", zei aardige Katrien en gaf haar vriendin een zakdoek. Opeens hoorden ze: "Katrien, je moet naar huis!". Dat was de broer van Emily, Xander. "Je moeder staat aan de deur!" "Oke, ik kom eraan!" riep Katrien treurig terug omdat ze nog wat langer wou blijven bij haar droevige vriendin. "Nou... tot morgen dan... Is het erg als ik niet mee naar beneden kom? Want ik wil niet dat mijn mama mij zo ziet." vertelde Emily. Katrien antwoordde: "Nee hoor, niet erg, maar ik denk dat je het toch eens moet zeggen. Je moeder kan je altijd helpen." Ze gaf haar vriendin nog een knuffel en vertrok. Emily bleef eenzaam op haar kamer achter. Ze had zin in helemaal niks. Op de muur hing een foto van haar en Sam, wat zagen ze er gelukkig uit! Ze pakte de foto en bekeek hem eens goed. Een grote traan viel op zijn gelukkige gezicht. Waarom? Waarom heeft ze dit gedaan? En de tijd terugspoelen kon ze niet...Oh, wat had ze geen zin om naar school te gaan.
3
Met een kletsnat kussen onder haar kletsnat hoofd viel ze in slaap. Ze droomde dat alles terug goed was tussen haar en Sam, maar plots werd ze uit die mooie droom gewekt door haar broer die haar kamer plots binnen kwam. "Xander, wat doe je hier!!!" ze liep snel naar de deur en gooide hem toe. Haar broer is 2 jaar ouder dan Emily, hij was altijd heel lief voor haar. Emily hoopte dat hij niks aan haar ouders ging vertellen over haar rode ogen. "Xander, antwoord mij! En zeg niet tegen mama en papa dat ik geweend heb!" zei Emily zo boos als ze kan. Ze kon nooit echt boos op hem zijn, maar nu probeerde ze toch en hij schrok er echt van. "Wat is er met jou aan de hand? Ik moest gewoon van mama zeggen dat het eten klaar is! Mama had jou al een paar keer geroepen maar je kwam niet dus moest ik gaan kijken.", zei hij met zijn geschrokken, maar toch een beetje boze stem. "Zeg dan dat ik geen honger heb en niet kom eten." "Oke dan, maar eerst moet jij me zeggen wat er met je is." Ze moest het wel tegen hem zeggen, maar juist voor ze wou uitleggen kwam haar mama binnen. "Emily toch, wat is er?" vroeg mama heel bezorgd. "Eeuuhm... Mama... Ik heb het uitgemaakt met Sam. We hadden al een hele tijd knetterende ruzie, en ik vond het niet meer leuk." "Wow, meisje, dat had ik niet zien aankomen!" zei ze verbaasd. Xander beaamde: "Inderdaad, ik ook niet zus, het ging toch zo goed? Jullie waren al 2 jaar samen!" "Tja, ik weet het... Ik hou nog van hem maar... het gaat gewoon niet meer! We zijn uit elkaar gegroeid." antwoordde Emily. "Ja meisje, dat kan gebeuren hé... Weet je wat? Ga dit weekend maar met Katrien, Luka en Febe naar de film of zo, dat zal je goed doen!" stelde mama voor. Eigenlijk vond Emily Febe helemaal niet zo leuk. Febe was altijd al zo jaloers op Emily omdat zij met Sam was, terwijl Febe al een lange tijd een oogje op Sam had. Maar ze moest wel iets gaan doen om Sam te vergeten. "Oke, dat is goed! Ik zal het hun morgen direct voorstellen." Emily besloot na het eten om direct te gaan slapen. Ze was beck af. De wekker stond op 07.00 uur. "Zo vroeg..." dacht ze. Emily viel langzaam in slaap. Heel de avond vloog door haar hoofd. Eerst op café, heel die toestand. Dan toen Katrien kwam, eigenlijk was ze heel vrolijk, ookal was Emily zo droevig, maar misschien was dat gewoon haar karakter. En dan nog eens de ruzie met haar broer. Dat gebeurt normaal nooit of te nimmer! En, ze dacht echt dat haar moeder boos zou zijn! Gelukkig was dat allemaal niet. Uiteindelijk viel Emily in slaap.
4
"Pieeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeep!!!!!" Emily schoot wakker, oh haar stomme wekker. Waarom maakt die altijd zoveel lawaai? Ze zette het snel af. Het liefst zou ze nu gewoon doorslapen, maar dat was ze niet van plan. Snel trok ze haar mooiste kleedje aan, altijd als ze die aantrok voelt ze zich mooi, knap en vrolijk. Ze liep te trappen af naar de keuken. "Goed geslapen?" vroeg haar lieve mama. "Ja, maar toch ben ik nog moe! Kan je geen school zoeken die om 11 uur pas begint?" "Dat kan ik zeker, maar ik ben er niet zo zeker van dat jij dat wil." Haar mama had gelijk, ze wil niet naar een andere school. Ze wil op deze school blijven waar ze Luka en Katrien had!!! Emily at snel een boterham en toen vertrok ze met de fiets naar school. Normaal gaat ze met de bus, maar van fietsen word ze altijd heel vrolijk. Toen ze eindelijk op school was ging ze snel op een soort muurtje zitten. Zij, Luka en Katrien zitten daar altijd. Ze had echt snel gefietst want haar vriendinnen waren er nog niet. Na een hele tijd wachten zag ze Luka en Katrien heel hard naar haar toe lopen. Katrien had duidelijk alles aan Luka vertelt. Emily sprong snel van het muurtje af en liep naar hun toe. "Arme Emily!!! Katrien heeft me alles vertelt." zei Luka terwijl ze Emily een dikke knuffel gaf. "Ja, Katrien ik heb het dus aan mijn mama verteld, hé! En van haar moest ik met jullie iets gaan doen, dat wil ik wel, maar dan moet Febe ook mee, maar dat wil ik dan weer niet... Jullie weten hoe ik over haar denk hé?" "Ik wil het ook wel graag, echt zo'n meidenavondje, dan gaan we fijn een film kijken en gezichtsmaskers met een lekker smaakje op ons gezicht doen en vette pizza bestellen! Maar inderdaad... Febe vind ik ook niet zo geweldig..." zei Katrien, waarop Luka direct beaamde: "Ja, ik eigenlijk ook niet... Ze is altijd zo... egoïstisch! Oh, ik kan haar echt niet hebben!"Ze moesten een manier vinden waardoor Febe niet mee kon doen aan hun geweldige meidenavond. "Het aan mijn moeder vertellen dat ik haar niet leuk vind is geen optie, maar we moeten echt iets verzinnen!", zei Emily waarop Luka antwoorde: "We kunnen in de eerste plaats best niks vertellen aan Febe." "Zover was ik ook al.", zei Emily met een vette knipoog. "Zeer grappig", zei Luka sarcastisch,"mijn idee was eigenlijk om het dan bij iemand anders thuis te doen. Bijvoorbeeld bij Katrien, zij is ook enig kind en dan hebben we geen last van broers of zussen." "Ja, goed idee! Wat vind jij ervan, Katrien?" vroeg Emily. "Euh, ja uitstekend! Mijn ouders zijn dit weekend ook niet thuis, dus dat komt goed uit, hé!" "Oh, nee, daar is Sam..." zei Emily terwijl haar gezicht ging van blij naar droef. "Wat is het erg dat je er in de klas naast zit!" zei Katrien.
5
Eindelijk, school was voorbij, het was zo'n zware dag! En het maakt het nog af toen meneer Verlaerens, de leerkracht wiskunde, vroeg aan Sam: "Oei Sam, hoe kom je aan die krassen in je gezicht? Je hebt toch geen kat of zo?" Waarop Sam dan antwoordde: "Nee, nee, iemand heeft mij geslagen en heeft me zo gekrabd..." Daarbij keek Sam dan nadrukkelijk naar Emily. Oh, ze was zo boos. Ze legde zich neer in de zetel en luisterde naar muziek op haar iPod, ze zocht naar het droevigste liedje. "Emily! Vijf uur, op naar de film meisje!!!" zei haar mama helemaal op tijd. De stomme schooldagen waren eindelijk gedaan en ze moest nu dus vertrekken naar de film. Tegen haar mama had ze gezegd dat ze eerst (samen met Febe) naar de film gingen en dan bij Katrien bleven slapen. Vlug pakte Emily haar handtas en vertrok met de fiets naar de bioscoop. Gelukkig woonde ze overal dicht bij, want als haar mama haar moest brengen zou ze te weten komen dat Febe niet komt. Het was heel gezellig met hun drieën. Luka zat ook naast een knappe jongen waar ze heel de tijd mee zat te praten, dus eigenlijk was het heel gezellig met hun tweeën want Luka zei niet veel tegen hun. Na de film gingen ze samen naar Katriens huis en bestelde direct een pizza. Ze babbelde even tot dat de pizza aankwam. "Triiiiiing!' dat was de bel dus. Luka liep snel naar de duur. "Pizza Angelo! Eumhh.. Hallo, hier is jullie pizza." Aan de duur stond de knappe jongen van bij de film. "Eumhh... D..d..aa...kje!" Luka was duidelijk smoor op hem, soms is Luka echt een jongens gek! Toen ze de deur dicht trok zei ze: "Ooo, hij is zo hot, net als de pizza!" Nadat ze heel de pizza opaten begonnen ze met de gezichtmaskertjes. En dan nagelak, roddelen en het meest van al LACHEN!
6
De volgende ochtend werd Emily wakker, als laatste. Toen Emily beneden kwam, was de tafel helemaal gedekt en Katrien en Luka nergens te bespeuren. Emily ging dan maar zitten op een van de houten stoelen. Toen kwamen Katrien en Luka binnen gewandeld. "Verassing!" zeiden ze in koor. "Wauw, super lief dat jullie dit doen voor mij, wat een heerlijk ontbijtje!" "Ja er is fruitsap, bacon en eieren, pannenkoeken, boterhammen, echt alles!", zei Luka. "Oh, ik had het echt niet verwacht! Dank je! Kom hier, dan kan ik jullie een knuffel geven!" zei Emily vrolijk. Na het ontbijt gingen ze naar het park dat naast Katrien's huis gelegen was. In het park zagen ze een paar jongens uit hun klas, waaronder Sam. "Shit, wat moet hij nu weer hier?" zei Emily teleurgesteld. "Euh, ja dat zijn we je vergeten te vertellen..." mompelde Luka, waarna Katrien haar aanvulde: "Sam wou nog eens met je praten. En... Luka is verliefd op één van de jongens die erbij staat." "Waarom zeiden jullie niks?" vroeg Emily. "Omdat we dus dachten dat je boos werd, maar hij wou dat je nog eens met hem ging praten." zei Luka. "En op wie ben je trouwens? Oneerlijk dat Katrien het wel mocht weten!" zei Emily weer zo boos mogelijk, maar ze kon nooit echt boos zijn. "Op Jeroen... Maar ik wist dat dat jouw beste vriend is, dus daarom wou ik het niet zeggen." zei Luka blozend. "Ooh, het is best schattig, maar ik vind het niet fijn van jullie dat ik nu met Sam moet gaan praten! Ik hoop dat hij niet te domme vragen stelt of zo." antwoorde Emily. Ze liepen rustig naar de jongens toe, buiten Luka die liep super snel naar hun toe. "Ah, daar zijn ze!" Emily keek naar de grond, maar toch wist ze dat Sam het zei. Luka begon direct met Jeroen te praten en lachen. Katrien ging ook maar bij hun staan maar zei eigenlijk niks. "Hey Emily!!!" Emily wist niet wat te zeggen, Sam klonk zo blij, maar eigenlijk was ze niet blij om hem terug te zien. "Eumhh... Hallo Sam." zei ze na een minuut of 2. "Ik wouw graag met je praten, ik hou nog van jou!" en met die woorden kwam zijn mond dichter bij de hare, maar ze duwde hem snel weg! "Sam! Je wil praten, een kus is niet praten. Luister het is uit tussen ons. Ik was er echt kapot van en je maakt het nog erger. Laten we gewoon eerst praten. Ik wil rustig aan doen!!! Als we gewoon "Hallo" zeggen en daarna is het terug aan dan gaan we zeker terug ruzies maken. We moeten het echt duidelijk uit praten, niet snel snel." Amai eerst kon Emily niks zeggen en plots flapt ze alles er gewoon uit. "Oké, laten we praten. Misschien moeten we even bij mij thuis gaan of naar een café of zo." "Nee! Ik wouw een weekendje samen met mijn vriendinnen alleen zijn om terug bij te komen van wat er allemaal is gebeurt en dan moet jij alles weer moeilijk maken. Ik wil nu gewoon even alleen zijn! Laten we vanavond om 8 uur bij het café afspreken." "Oké dan." En bij die laatste woorden van Sam liep Emily boos naar Katriens huis. Luka en Katrien liepen achter haar en riepen "Emily, wacht toch een minuutje!" maar Emily wou niet wachten, ze was voor de eerste keer echt boos op haar vriendinnen. Toen ze aankwam pakte ze haar spullen en fietste snel naar haar huis.
7
"Emily, je bent zo vroeg thuis? Waarom?" vroeg haar moeder direct toen ze thuiskwam. "Geen zin om te praten." zei Emily kortaf, en ze liep boos de trap op recht naar haar kamer en smeet haar tas neer. Ze bekeek even haar gsm en zag dat ze 3 gemiste oproepen had, en 2 sms'en. De gemiste oproepen waren van Luka en Katrien, en de sms'en ook. Eéntje met: 'Waar ben je naartoe gegaan? En waarom? Ben je boos?' en de andere met: 'ANTWOORD!' Emily had even geen zin om die te antwoorden. Ze hoorde haar moeder de trap opstormen en deed snel haar deur op slot. "Emily! Antwoord mij!!! Wat is er? Ik wil je alleen helpen!" schreeuwde haar moeder bang. "Niks speciaal hoor!" zei Emily. "Jawel, ik zag het aan je, laat me binnen!" antwoordde haar moeder. Emily's moeder hoorde het slot opengaan. Ze kwam rustig de kamer binnen en ging naast Emily op haar bed zitten. "Schat, doe die oortjes uit je oren en luister naar mij." zei ze rustig. Emily luisterde, want ze wou niet nog meer problemen hebben. "Wat is er, schatje van mij? Vertel het eens." probeerde haar moeder haar te kalmeren. "Je weet toch dat je me alles kunt zeggen?" "Oké," zei Emily,"Sam wou met mij praten in het park en ik wist er niks van, Luka en Katrien stuurde mij er zonder dat ik het wist naartoe en toen probeerde hij mij te kussen. Ik wou het niet en nu ben ik boos op Luka en Katrien. En natuurlijk ook op Sam. Het lijkt dat het meidenavondje niet echt heeft geholpen!" Na 2 minuten stilte zei haar moeder: "Je word zo groot... En liefde wordt niet snel makkelijker, hoor!" Ze gaf Emily een dikke knuf. ''Mama, wil je even weggaan? Ik heb nog veel huiswerk. Bedankt voor je hulp, ik hou van je." En ze gaf haar moeder een knuffel terug. Toen ze de deur dicht deed deed ze de oortjes snel terug in begon te wenen. Natuurlijk wist ze zelf dat ze niet naar het café ging gaan, dus ging ze ook niet. Misschien wil ze nu wel naar een andere school gaan. Ja, goed idee dacht ze. Toen begon ze heel rustig aan haar huiswerk tot ze de bel hoorde. Shit, dat zijn zeker Luka en Katrien!!!! Snel deed ze haar deur terug op slot en luisterde goed om te weten wie het was. "Hallo Peter, mogen we even met Emily babbelen en zo. Shit, shit, shit!!!! Emily's papa deed open en die wist natuurlijk van niks.
8
Peter is de naam van haar papa en Marleen die van haar mama. "Ja, ze zit op haar kamer, ga maar." Ze hoorde snelle voetstappen op de trap. De klink ging omlaag, maar de deur ging natuurlijk niet open. "Emily! Doe open, wij zijn het! Wat is er met je?" Ze deed heel ruw de deur open en zei "Die avond en dag was om ons te amuseren zodat ik HEM zal vergeten. Niet zodat we weer een ongelukkig koppel worden met altijd ruzie." "Oh, Emily. We dachten dat je het niet erg zou vinden. Hij heeft op zijn blote knieën bij ons zitten smeken, dus zeiden we: 'Oké.' " zei Katrien. "Ja, oké dan. Maar ik wil niet terug samen met hem zijn! En ik vind het echt niet fijn dat jullie plots geheimen voor me hebben! Zo kunnen we geen vriendinnen blijven." Maar natuurlijk konden ze niet boos op elkaar blijven, dus vielen ze wenend in elkaars armen. "Emily, we blijven toch vriendinnen, hé?" vroeg Luka half wenend. "We willen je niet kwijt!" zei Katrien ook half wenend. "Sorry, natuurlijk blijven we vriendinnen. Als jullie twee maar niks meer geheim voor mij houden." "We beloven het!" zeiden haar vriendinnen in koor. De rest van de dag maakte ze fun bij Emily thuis. En uiteindelijk mochten Luka en Katrien ook nog blijven slapen. De volgende dag was het school. Het eerste uur hadden ze wiskunde, Emily haat dat vak, vooral de leerkracht.Hij kwam de klas binnen en zei direct: "Hallo iedereen, het is weer maandag, neem je agenda, jullie krijgen jullie overhoring terug."Iedereen in koor: "Oooh, nee...""Hier," zei meneer Verlaerens, "deel maar uit, Emily."Emily zat helemaal van voor, voor het bureau van de leerkracht.Ze zag van iedereen de punten en vond het dus niet zo erg om uit te delen.Toen ze haar eigen punten zag werd ze nogal bleek. Een vijf op tien.
9
Nog niet gebuisd, maar als ze dit keer een acht had, mocht ze dit weekend weer bij Katrien gaan slapen. "Shit,"dacht ze, "een hele week niks om naar uit te kijken." Tijdens de speeltijd was het wedstrijd van voetbal van de jongens uit haar klas. Jeroen speelde mee, dus wou Luka perse gaan kijken. Emily had dit liever niet, want Sam speelde mee. De wedstrijd was heel spannend en met 2-1 wonnen de jongens, waarvan Jeroen één had gescoord en Sebas. Nu gingen ze naar de halve finales. Luka was heel blij, en ging direct naar Jeroen om hem te feliciteren. "Goed gespeeld, en mooie goal!" riep Luka blij. "Je hebt het heel goed gedaan, Jeroenie" zei Emily blij met een big smile."Dank je, meisjes. Ik heb een vraagje, zouden jullie samen met mij en Sebas naar de kermis in de stad willen gaan? Woensdag of zo." vroeg Jeroen. "Oh, voor mij is dat super!" zei Luka. "Ja, ik zou wel wat afleiding kunnen gebruiken, maar Katrien mag toch wel mee, hé? En ik moet het eerst nog aan mijn mama en papa vragen." "Katrien mag mee hoor, geen probleem, maar waarom zou je niet mogen van je ouders?" vroeg hij nieuwsgierig. "Ik heb een 5 op tien gehaald bij wiskunde, en ik moest een 8 hebben om in het weekend iets te gaan doen met Katrien, dus ik weet niet of ik naar de kermis mag op woensdag." De schooldag was voorbij en ze ging met de bus naar huis. Sam ook. Normaal stonden ze altijd daar, aan de buspaal, kussend. Nu was Sam nergens te bespeuren. Gelukkig maar. Ze vroeg zich af hoe ze haar moeder ging vertellen dat ze een 5 op tien had, maar toch graag naar de kermis in de stad wou. "Mama, kom eens." zei ze toen ze het huis binnen kwam. "Ja, schat. Wat is er liefje?" "Eumh... Ik heb een vijf voor wiskunde." Ze zat de wachten op de preek die ze nu ging krijgen, maar haar mama zei gewoon "Ja, dat is normaal na al die gebeurtenissen. Misschien moet je wat meer met je vrienden doen, dan vergeet je sneller alles. "Amai! Wat een antwoord was dat, Emily was heel blij. "Ooo, dank je mama!!! Mag ik woensdag naar de kermis in 't stad?" "Natuurlijk schat, vergeet even alles en dan komt alles terug goed." Ze gaf haar mama snel een kus en belde haar vrienden snel op.
10
Ze keek op haar horloge. Nog een uur en dan gingen ze allemaal te samen naar de Kermis. De les was super saai, Nederlands. Ze haat school!!!! "Iedereen heeft nu 2 minuten de tijd om een gedicht over liefde te maken." Oh nee, 2 minuten de tijd en dan ook nog over liefde. Ze dacht diep na, maar veel vond ze niet. Het enige wat ze kon bedenken was:
Kras, kras, kras.
Ik plas in de klas!
Ween, ween, ween.
I don't know what to say!
Ze moest toch iets bedenken... "Nog één minuut de tijd en snel, want wie niks heeft krijgt extra huiswerk." Uiteindelijk kreeg ze dus extra huiswerk en dat was dat je een gedicht met minstens 15 zinnen moest schrijven. De bel ging, oef, eindelijk is school uit. Ze holde samen met Luka en Katrien de klas uit. "Stomme mevrouw Vansina! Ik begin haar meer en meer te haten!" zei Emily heel boos tegen haar vriendinnen. "Willen jullie me alstublieft helpen met dat stom huiswerk???" "Tuurlijk wil ik je helpen!" zei Katrien en terwijl legde ze haar hoofd op Emily's schouder. "Waar is Jeroen?" vroeg Luka zoekend. De laatste tijd praat Luka alleen maar over hem. Katrien en Emily zijn het een beetje beu, maar ze lachen het weg. "Jeroen!!! Sebas! Hier zijn we!" Luka schreeuwde zo hard dat iedereen in de gang opkeek. In de bus was het super druk, ze zaten helemaal opgepropt tegen elkaar. Maar Jeroen deed super grappig en het was zo'n fun dat het precies niet meer uit maakte dat ze zo opgepropt zaten.
11
Eerst gingen ze in de botsautootjes, dan in 't spookhuis, dan weer de botsautootjes,..."En meiden, willen jullie geen suikerspin of zo?" vroeg Jeroen op een bepaald moment. "Oh ja, klinkt heerlijk! Maar mijn geld is eigenlijk al op." zei Luka heel slijmerig. Emily en Katrien begonnen weer te giechelen voor de zoveelste keer. "Ik trakteer wel, kom allemaal." Iedereen kreeg van hem een gigantische suikerspin. Toen Emily thuis kwam voelde ze zich goed. Heel goed. Ze was alleen thuis. Haar ouders waren boodschappen gaan doen, en Xander was naar zijn vrienden gegaan. Het waren bijna examens en met die vijf op tien had ze wat in te halen. Meestal wou Emily niet studeren maar nu plots wel, omdat het eindexamens waren en ze wou wel over naar het 5e jaar. Ze besloot al haar fouten op de toets te verbeteren. Het ging vrij makkelijk! Wow, dit had ze niet verwacht! Ze bekeek het nog eens goed en ze had nu alles juist. Nu nog het gedicht van Nederlands. Dat lukte niet zo goed in het begin maar als ze maar lang genoeg bleef denken lukte het! Het moesten 15 regels zijn. Eerst leek het zoveel, maar ze was zo verbaast dat ze het kon!
Ik blaas
in kleurige zeepbellen
de letters
van je naam
door het open raam.
Gedreven door de wind
blaas ik nu
hele zinnen
je kamer binnen.
Ook als er af en toe
een letter openspat,
blijf jij mijn liefste sch...
Verdikke zeg,
dat is pech,
mijn zeepsop is op.
Nu hopen dat mevrouw Vansina het goed vindt. Emily was heel goed aan het studeren toen plots de bel ging. Ze liep de trap af en deed de deur open. En wie stond daar? Sam natuurlijk. "Wat moet je, Sam? Het is over en uit!" riep Emily terwijl ze de deur probeerde dicht te gooien. Maar Sam hielt hem tegen. "Nee, daarom ben ik hier niet." zei hij. Emily keek hem raar aan. "Oh, waarom ben je er dan?" "Nou, ik wou gewoon weten hoe het met je was." antwoordde hij verlegen. "Ja, goed. Heel goed, tot jij kwam, wil je nu alstublieft weggaan? Danku!" riep ze geïrriteerd uit. Plots zag ze tranen in zijn ogen. Dat was nieuw. Misschien moest ze niet zo gemeen zijn.
12
Wat was dat toch met haar? Het ene moment zo blij, en het andere moment zo gemeen... "Oké, oké, kom dan effe binnen!" Zijn gezicht klaarde direct op. "Waarom was je er zondag niet? Ik wachtte op je!" zei hij toen ze binnen liepen. "Dacht je dan echt dat ik ging komen?" Sam zei niks, maar ze wist het antwoord al. Hij dacht dat! "Luister Emily, ik mis je echt. Waarom kunnen we gewoon niet vrienden blijven?" "Ik mis je ook! En ik zou ook vrienden willen blijven, maar nu is het nog veel te vroeg!!!" "Oké dan, we wachten even." En na dat Sam die woorden zei liep hij blij de deur uit. En Emily ging terug te vrede studeren. De volgende dag was Katrien ziek, dus waren het alleen zij en Luka, maar Luka was heel de tijd Jeroen aan het versieren, dus was het eigenlijk Emily alleen. Emily zat nog altijd naast Sam en omdat ze niks te doen had begon ze net als vroeger te fluisteren, giechelen en briefjes te sturen. Het was echt dikke vette pret met hun 2! Emily was super blij, want ze had geen ruzies meer met Sam, ze waren terug vrienden en ze kon zonder droef te zijn met hem omgaan. De leerkrachten zijn wel al veel boos geweest, maar dat maakte Emily niet echt uit. Mevrouw Vansina was heel blij met Emily's gedicht en heel de dag verliep heel goed. Luka en Jeroen hadden vandaag een date en na de date zou Luka bij Emily komen logeren, omdat haar ouders van niks mochten weten. Normaal zou Katrien ook nog er bij zijn, maar dat gaat niet meer door, dus was Emily van plan om Katrien te gaan bezoeken. Emily fietste na school naar Katrien. Het was toch vrijdag, maar maandag begonnen wel de examens. Ze begon met wiskunde, haar slechtste vak. Na vijf minuutjes was Emily bij haar vriendin. Ze belde aan en de moeder van Katrien deed open. "Hallo, is Katrien thuis?" vroeg Emily beleefd.