Inhoud blog
  • De dag na Valentijn
  • Vluchtigheid versus de eeuwigheid
  • Schrijfopdracht: schrijf iets, met als titel 'Sporen van de zomer'
  • You are the reason why my heart is so happy..
  • No muze, no cry !
    Zoeken in blog

    Foto
    Klop, klop, hier komt de muze..
    .. en ik zag ze graag komen
    15-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dag na Valentijn
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Gisteren vleide iemand mij, bewust of niet, door te zeggen dat ik er niet uitzag als iemand van 34 jaar. Toegegeven, dat ben ik ook pas over een maand, maar zelf worstel ik wel met het ‘ouder’ worden. Ouder, tussen aanhalingstekens, want 34 jaar, dat is de zomer van je leven. De fleur van je flodder! In de lente groei je, vol-groei je en vanaf 30 beland je in de zomer. Momenteel kijk ik nog niet uit naar de herfst, al heeft elk seizoen zijn charmes wel, zo zegt men.

    De lijnen rond mijn ogen, getekend door het potlood der tijds, zijn er niet alleen door het lachen gekomen. Maar op dit punt in mijn leven, zou ik dat wel als smoesje kunnen gebruiken, want elke dag vind ik mijn geluk: in kleine dingen, in de liefde en andere levensdingen. Mijn lijf begint me ook al te verraden, door wat minder strak (nu stel ik me de vraag of ik dat ooit wel geweest ben..)  en wat meer bultig te zijn. Soms voel ik me als een olifant met een tutu aan, die elegant viooltjes op het gras plat trapt en heuse volksverhuizingen veroorzaakt. Ja, je verandert, na de dertig, en dat is oké, heb ik mezelf aangepraat.

    Toch besluit ik de vrijgekomen energie van het compliment op Valentijn om te buigen naar ‘weer’ een reeks van sportieve inspanningen met beperkte houdbaarheidsdatum. Ik ben namelijk niet zo’n volhouder. De excuses, die uiteraard wel echt zijn, van te laat thuiskomen door het werk, vermoeidheid, verkeerd eetritme weerhouden me vaak om door te zetten. Dus, bij deze, het startschot is weer gegeven en ik ben benieuwd waar de eindmeet komt te liggen.

    Dus, zwemmen ! Het is bijna een jaar geleden dat ik me in het openbaar in bikini heb vertoond, en het is minstens sinds mijn maatje 36, rond mijn 18 dus, geleden dat ik dit in België heb gedaan. Maar ik waag het erop en sluip de slaapkamer uit, met bikini en onderbroek in de hand, zonder haar te wekken. Want elke vorm van knuffelaandacht zou mijn goede voornemen kunnen kelderen.

    Met een appel en een sportzak ga ik op weg, en hoop stilletjes dat er niet al te veel toeschouwers zullen zijn, in dat zwembad, waar ik de GPS voor moet aanzetten. 8,5 minuten en 5 kilometer later, bij het parkeren, hoop ik luidop dat er toch wel een evenement moet plaatsvinden, omdat het zwembad onmogelijk groot genoeg kan zijn voor al deze mensen. Aarzelend vraag ik aan het loket of het recreatief zwembad elders dan bij het gewone baantjes-zwembad ligt, en “nee hoor, dat zie je zo, dat ligt bij elkaar”. Leuk ! Dat wil dus ook zeggen dat het vreselijke raam met sensatiebeluste toeschouwers in de buurt is. Mama’s met watervrees die als zuigvissen in een aquarium het spetterend plezier aanschouwen van man en zoonlief en keurend de defilé van durfals zoals ik vanop de eerste rij volgen. Ik maak me sterk door te bedenken, dat ik er wel mee bezig ben, hé, met het omvormen van die gekke rolletjes tot een gezond en slank lijf. Dus laat ze maar kijken.

    Als ik de vochtige gang inloop,krijg ik een heuse flashback en voel me weer de twaalfjarige die wekelijks tegen haar zin in een hokje zich moest omkleden. De voeten al nat, nog voor ze een bad hebben gezien, het haar al kroezelig van het hoge vochtigheidsgehalte en de warmte zorgt ervoor dat je onmiddellijk die dikke winterjas uit wilt.

    En daar sta ik dan. In mijn kleine, witte bikini met zwarte stippen en afgewerkt met fluorode linten. Aangeschaft in september, en nu al van pas!

    Kwetsbaar en naakt – naakter kan echt niet voor mij, onzeker enigzins, maar het is de leeftijd die me nu gerust stelt. Niemand verwacht van een 34-jarige een strakomlijnd lichaam, afgetraind en in topvorm. Wat een illusie. Ik ben, zoals ik ben, en het is echt nog wel oké.

    Plons, de gekke kikker, sprong in het water en na vier lengtes schoolslag had ik al een vriendje gemaakt, een vijandige blik ontvangen en kramp in mijn rechterhand. Dit houden we nog wel even vol, maar niet heus.

     

    Drie zwemmers per baan, dus dat viel wel mee, voor een zaterdagochtend. In mijn baan was er een oudere man (ik schat hem zes- of zevenendertig of zo) die zonder tussenpozen de schoolslag zwom. Hij kwam met zijn mond open, happend naar lucht boven, en verdween weer onder water om het uit te blazen. Wat een vaart, wat een conditie, bedacht ik me, en wat een haren op zijn rug. En toen ik zag hoe hij soms wat water uitspuwde, wist ik niet heel zeker of ik wel met mijn gezicht onder water zou gaan. Zonder brilletje is dat toch al onmogelijk, met al die chloor.

    De andere zwemster in mijn baan haalde duidelijk meer snelheid, maar met crawl. En met meer gemak. Én properder, zo mogen er nog rond me zwe(r)mmen. Ze haalde hem en mij voortdurend in. Ik hoop dat ze me niet vervelend vond, zwoegend om vier lengtes in één keer te kunnen zwemmen om dan vier lengtes lang te rusten. Mijn hand deed echt wel pijn. Dit ter info.

    In mijn eerste rustronde sprak een nog oudere man (hij was wel al 64) me aan. Hij prijsde Bilzen voor het centraliseren van bejaardentehuis en het cultureel centrum met het sportcomplex en hekelde het zwembad in Genk omdat (zijn woorden en niet de mijne) daar allemaal ‘bruine’ zaten en hij zijn eigen taal nog niet verstond. Hij bedoelde vast dat er zijn taal niet veelvuldig gesproken werd, maar de bekrompen wending in zijn verhaal, maakte dat ik mijn aandacht vestigde op een ander deel van het zwembad: daar waar de zwemclub traint. Jeps, Baywatch-mannen in Speedo, aan het rechterkant van het zwembad gesignaleerd – knal voor het cafetaria. Hoe handig.

    Jonge lijven, geblokte abdomen, brede schouders en gespierde armen die je zowel in het water, als op het droge kunnen dragen. Een vrouw voelt zich plots veilig en ik besloot, ondanks mijn krampje, me weer te wagen aan wat baantjes zwemmen.

    Het is me zo’n vijf keer gelukt, en volgens mijn berekeningen heb ik deze morgen dus 500 meter gezwommen. Wetende dat ik nog ergens een diploma heb van 1000 meter schoolslag toen ik 8 was of zo, voelt dit een beetje aan als een klucht, maar het begin is weer gemaakt. Op naar de volgende keer.

    Eens terug in het benauwende kleerhokje, word ik weer geconfronteerd met de vraagstukken van mijn jeugdige leven, namelijk, hoe ik mijn voeten moet drogen zonder mijn handdoek op de grond te leggen, want die is vuil. Hoe trek ik dan mijn sokken aan hou ik de broekspijpen droog terwijl ik me in mijn jeans wurm. Het vergt bijna net zoveel inspanning als het zwemmen maar twee keer zoveel acrobatie om dit verwezenlijken, maar het is gelukt. Dat wijt ik toch weer aan de levenservaring. Als ik naar de wand van het hokje kijk, om te eventuele bespieders weg te jagen, zie ik het typische chaletplafond. Bruine laminaat met TL-lampen en beige retrolampen, die vast ooit wit waren. Als ik een tip moest geven aan het management hier: douches voor vrouwen waar je rustig je haren kan wassen, en het interieur opfrissen door een likje witte verf tegen het plafond te smeren. Weg met die TL-lampen, want daaronder ziet niemand zich graag, maar hou die retrolampen. Al zijn ze nu gewoon wat vuil, ze zijn weer terug in de mode.

    Radio 1, of 2, of MNM, of Q Music galmt door de luidsprekers het zinnetje ‘Her blue, blue eyes’ (ik heb het liedje nog proberen op te zoeken maar dus niet gevonden!) halen me uit mijn droomwereldje, waar ik deze proza beleefde. Het zette me weer op weg, op weg naar huis, waar de koffie al klaar zal staan, de chocoladebroodjes vers gehaald en de krant gespreid op tafel ligt.

    Thuis, waar mijn heerlijke Valentijn geduldig zit te wachten tot haar vriendin, met inmiddels goddelijke lichaam – want ja, ik voel de verandering onmiddellijk, terugkomt van haar sportieve uitspatting. En dan daagt het me: Zij die bemind wordt, voelt zich mooi.

     

    En ja, wat is ze toch mooi !


    15-02-2014 om 00:00 geschreven door Femme  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    Tags:Valentijn, liefde, proza, bloggen
    27-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vluchtigheid versus de eeuwigheid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Dit is wat we doen. We hebben lief, raken teleurgesteld, laten een traan en slikken dit alles af. We worden boos, soms vluchtig, soms intens en spreekwoordelijk voor eeuwig. Frustratie haalt de bovenhand, of een intense lach, vanuit de buik, overheerst het moment.

    We voelen en denken. We denken dat we voelen, of we voelen (ons) alleen. Maar wat we ook doen, we blijven het doen. Niets houdt op, de cirkel is rond. Het leven gaat gewoon door. De wereld blijft rond zijn as draaien en hup, we verliezen de zon, maar winnen de maan. Of de maan verlaat ons, om ons een blik te gunnen voor zijn immer onbereikbare geliefde zon. Baai baai, zwaai zwaai en welkom!

    Jep, het is wat we doen en tik-tik-tik de tijd tikt door. Héérlijk dat we nooit eeuwig stil hoeven te staan, voor altijd verzwelgen in verdriet, of pijn. Vier de vluchtigheid – hoera !

    En vreselijk tergend dat we een intens moment van geluk geen eeuwigheid kunnen omhelzen. Want het is altijd een beetje verliezen, een gelukkige momentopname, omdat het slechts dat is : een moment. En dus onvermijdelijk vluchtig van aard. Het zal in ons brein belanden, in het vergetelhoekje, tussen de tapijten van verlies, het stof tot nadenken, en de souveniertjes van leuke herinneringen.

    Maar god, wat koester ik de aanblik van je rommelige paperassen, je jas op de stoel, je blauwe schoentjes bij de deur. Je brooddoos bij de afwas, de verdroogde maretak achter het schilderijtje. Je horloge op de tafel, omdat je hem liever niet draagt dan wel, als ode aan onze vakantie in Spanje, waar we alle tijd léken te hebben. De honderden kaartjes, prentjes en foto’s, die je documenteren wilt, om voor altijd vast te leggen wie je bent, en wat je worden wilt. Hoop, dromen en appreciatie voor wat was, hangt als een sluier door het appartement.

    Wat koester ik, dit en zovele andere zaken, omdat het vertegenwoordigt dat jij er BENT. En dat, dát is mijn eeuwige moment van geluk, zelfs als je er niet bent.

    27-10-2013 om 17:21 geschreven door Femme  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    14-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schrijfopdracht: schrijf iets, met als titel 'Sporen van de zomer'
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SPOREN VAN DE ZOMER

    De temperatuur in de slaapkamer nodigt uit tot naaktslapen, of toch ontwaken, want het koelde flink af in het holst van de nacht. Maar de ochtend meldt zich zeker aan met een aangename gast en vult de ruimte met die zoete geur, die Warmte met zich meebrengt. Het vocht dat opstijgt uit de aarde, dwaalt over velden en straten, als een doelloze geest en glipt langs ons dakraam naar binnen. Het land maakt zich klaar om bemest te worden, omgeploegd en bezaaid. Gras en bloemen verspreiden aroma’s die zich in onze neusgaten nestelen en bijen en wespen weer tot leven wekken. Vogeltjes fladderen rond en kwetteren naar hartelust. Zomer hangt in de lucht.

    Mijn, meestal bedekte, huidcellen voelen weer de wrijving van de lakens en mede hierdoor ontsteekt ook weer een nieuwe energie. Het soort dat, vanaf het moment je zintuigen gewaar worden dat een nieuwe dag aanbreekt, je onmiddellijk de kracht voelt om je aan je lusten, driften, drukke agenda, dito planning en huishoudelijke taken te wijden. Het valt me op, dat het getjilp van mereltje en musje een decibel luider is, nadat we ook zelf onze dierlijke geluiden hebben geproduceerd. De zomer brengt wat teweeg.

    Ik loop met goede zin en voornemens de trap af en zie haar teenslippers liggen, nonchalant op de vloer van de woonkamer. Een foto ervan kon wel een postkaartje zijn om vrienden te vertellen dat het vakantie is. Op het tafeltje in de keuken, staat nog de zonnecrème die ze gisteren heeft gebruikt (factor 15!). Kasper, onze kater, haar kater, leunt tegen de terrasdeur om naar buiten te mogen. Zijn zwartharige lijfje glijdt langs de spleet die ik voor hem creëer. Hij kan niet snel genoeg op jacht gaan, naar vliegen, wespen, konijntjes in het veld. De zonnestralen verlichten het hele huis. De gouden gloed laat geen zichtbaar plekje ongemoeid. Een wesp kruipt op het gaas van de schuifpui.

    Onderweg naar het werk zie ik een dame op de brommer, te schaars gekleed voor haar gewicht-lengte verhouding, maar ach, de zon vergoeilijkt deze klederdracht, gedoogd door het mensenoog. Bouwvakkers staan weer op daken, weliswaar nog met t-shirt, en ik stel me de angst voor, die spoedig zal opspelen bij het vrouwvolk. Om nagefloten te worden dus. De postbode verschijnt in korte broek op de fiets en in de auto’s zie je talloze zonnebrillen, die bleke gezichten verbergen. Het schijnt de mode te zijn, dat je rondloopt met een bril, die als soutiens kan dienen, dus draag ik er ook één. Soutien, omdat mijn geliefde me verbiedt om mijn borsten in het openbaar met de zwaartekracht te laten meten, en bril omdat het mode is. En omdat ik hem gekregen heb. En omdat ik hem eigenlijk ongelooflijk cool vind. Wat een ander er ook van vindt.

    Ach, die sporen van de zomer... Het lijkt lang geleden, dat de zon onze huizen en harten opwarmde, maar elke minieme verwijzing ernaar, doet ons mijmeren. Over de vorige zomer, of die daarvoor. Of die dáárvoor ! Of die van 1969, zoals Bryan ooit bezong. Wat was dat toch, met die zomer?

    Maar de Tokyo-sandalen en blauwe ogen van haar, brengen me toch terug naar vorige zomer. De zomer van 2012. De zomer dat er een klein zaadje werd geplant en zorgvuldig werd bevloeid. De zomer dat zij naar Kroatië ging, en mijn hart mee leek te nemen. De zomer dat ik voor het eerst weer leek te genieten van terrasjes en festivals. Ach, die mooie zomer, die duidelijk is wedergekeerd. En ach, die mooie liefde, die overduidelijk verdergroeit...

    14-07-2013 om 16:43 geschreven door Femme  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    01-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.You are the reason why my heart is so happy..
    Klik op de afbeelding om de link te volgen







     

     

    Zo licht als een veer,

    doch dartel,

    wieg je neer

    op het zuchten van mijn woorden,

    vlei je neer, in mijn schoot.

     

    Nestel je,

                mijn Veer

    in mij,

                mijn Hart

    in mijn pen,

                mijn Muze.

    01-02-2013 om 00:00 geschreven door Femme  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    25-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.No muze, no cry !
    Onder het motto 'wat anderen mogen, mag ik ook (en dan nog eens dubbel en dik)' verkondig ik hier, luid en duidelijk: "Sterke mensen (vaak zien we dan mannen als voorbeeld) wenen niet!"   

    Zo stereotiep als een vrouw zwak is voor schoenen en homo's een slap handje hebben, voor zij die dit aanstootgevend vinden, berust u even. Je weet ongetwijfeld dat ik niet met dergelijke oneliners aan elkaar hang.

    Bob Marley schreef namelijk een lied: No Woman, No Cry. We herinneren ons dit allemaal, en stellen ons een aantal mannen met dreadlocks voor onder een palmboom, in het park van een gemeentehuis in Trenchtown, met gitaar en driekleurige gehaakte mutsen, verzameld rond een kampvuur. Maar de interpretatie van dit lied, heeft verschillende uitvalshoeken. 

    Enerzijds meent men dat het gaat om de periode dat onze Bob vaststelde dat hij aan kanker leed. En de 'No Woman, no cry', is eigenlijk de aangepaste versie van No Woman, Nuh Cry. Nuh betekent hier Don't waarmee hij zijn vrouw/vriendin/maitresse, weet ik veel (had ik dit moeten opzoeken, stel ik me nu de vraag?).. wilde troosten met het beroerde medische verdict. 

    Anderzijds, voor zij die in de jaren eind zeventig zelf meer weed rookten dan google bezochten om teksten te leren interpreteren, was het lied eerder een lijflied, waarbij mannen stoer de borst naar voren staken en het luid mee keelden, omdat het klaarblijkelijk wilde zeggen dat vrouwen mannen ellende bezorgen en deze zo dus aan het huilen maakten. Vandaar de uitspraak: daar waar geen vrouwen zijn, is er geen dweepachtig gezeik. OF, of, dat vrouwen 'zwak' zijn en bij elke genegenheid gebruik maken om hun tranen te laten rollen.  


    Nota: aanhalingstekens worden zorgvuldig gebruikt om ironie te benadrukken of om ware intentie bloot te geven



    Maar, onze Bob gaf de auteursrechten weg van deze kaskraker en tot 2008 werden de royalty's uitbetaald aan Vincent Ford, die een gaarkeuken hiermee draaiende hield, in de getto waar Bob opgroeide, in Kingston, Trenchtown. Bewonderenswaardig ! Wat een man, die Bob. "Hij was vast high," zou je denken. 

    Ik pleeg de wereldhit anders te interpreteren - dat is mijn literaire vrijheid, zullen we maar denken. Voor mij doet het denken aan onrecht. Onrecht in de wereld, ver weg, of onrecht bij ons op straat. Onrecht in het politieke systeem, onrecht als er iemand slachtoffer wordt door iemands egoïsme of drang naar persoonlijke verrijking. Onrecht als we in de krant lezen dat een tweeling uitgeleend werd door hun moeder om de minaar aan zich te kunnen binden. Of guerilla's in Afrika het verkrachten van vrouwen als middel gebruiken om weerstand in de kiem te smoren. Wreed. Niet aardig.

    En ondanks mijn aversie tegen daklozen, blijft de leuze op een kartonnen bordje me bij: 'I don't want money, I need change!' Hou jij maar eens je hand op je hart bij een aanblik als deze en tegelijkertijd je kleingeld in je zak. quasi-onmogelijk. De sjofele nooddruftige wenst verandering in de neerwaartse spiraal waar hij ongelukkig, al dan niet bewust, in beland is, en geen aalmoes. Ik moet nog steeds het beeld voor het slapen gaan van mijn membraan afschudden.

    We moeten tegen onrecht reageren ! Haal uw middeleeuws zwaard boven en plant het neer in de borstkas van materialisme. Beschilder pamfletten en betoog achter het hekje ter hoogte van Downing Street 10, te London. Zwaai met je vuist, gebruik je middelvinger tegen alles en iedereen die ons, of onze medemens, onrecht berokkent. Met de woorden van F.Kowlier: nen welgemeende fok joe!

    Maar vooral, voor we strijdlustig van ons doel afwijken: kom thuis bij iemand. Bij je vrouw, partner, vriend of vriendin, die je moegestreden lichaam verzorgt. Die in ons hoofd weer vrede en hoop fluistert. Die je een schouder aanbiedt, zodat we zuchtend het verdriet kunnen toelaten dat onrecht met zich meebrengt. Vind rust, opdat tranen mogen vloeien en weggekust kunnen worden van onze wangen die inmiddels trekken vertonen van de vermoeiende strijd.

    En dan gok ik erop, dat het lied daarover gaat. Wat een geluk dat die vrouwen (partners) er zijn. Maar goed dat we mogen huilen als we moegestreden zijn. We moeten ons niet altijd sterk houden. Als we geen vrouwen hadden, die krachtig genoeg zijn, om ons, strijders, heel even te dragen, konden we niet wenen. Dus, no woman, no cry. 



    Dat betekent het voor mij.

    En bij deze, een intens bedoelde dank... Aan zij, die sterk genoeg waren om mijn tranen op te vangen, ondanks mijn niet-aflatende drang om te strijden:
    En een speciale dank onder het mom van, we zingen een liedje: 

    My feet are my only carriage, 
    So I've got to push on through,
    But while I'm gone: 

    No Woman, No Cry,
    No Lielo, No Cry,

    No Muze, No Cry...      


    Wat een levensles ! Dank je, ik buig voor je..

    25-12-2012 om 05:32 geschreven door Femme  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    11-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Can't sleep? Count some sheep!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Insomnia...

    Ik zucht. En zucht nog eens. Als een dief in de nacht, lig ik gespannen en met de ogen wijd open in bed, wachtend tot de slaap me overvalt. De straatlamp piept onder het rolgordijn, want ze laat die altijd een beetje omhoog, om door de ochtendzon gewekt te worden.
    Draai, draai, ik vind mijn draai niet, en lijk me helemaal verloren te voelen als ik de klok bekijk. De grote wijzer op 9, de kleine op 5. Nog even en we mogen weer het bed verlaten, zij uitgerust en ik als een zombie, donkere kringen rond mijn ogen en een onafwasbare frons op mijn voorhoofd van het piekeren. Hoewel ik niet piekeren wil, ik weet zelfs niet over wat ik pieker, als ik zo naast me kijk. Zelfs de achterkant van haar hoofd, de warrige haren geven me vertrouwen dat alles goed komt.

    Ik schuifel dichterbij en overschrijd de grens, de lijn die het bed in twee gelijke delen scheidt en die heilig is, gezien ze ons van voldoende nachtrust hoort te voorzien. Mijn nachtrust is heilig. Zij slaapt. Ik leg eerst mijn lichaam tegen het hare. Zonder echt aan te raken. Ze moet mijn gloed wel voelen. Ik wacht, tot ze mij niet meer ervaart. Nonchalant, alsof het een droom is die me beweegt, leg ik mijn hand op haar heup. Niet voorzichtig genoeg, haar lichaam ontwaakt, haar schouder kantelt mijn kant op. Haar voeten, benen kronkelen zich rond de mijne en ze neemt mijn hand, met haar hand, die zacht en warm aanvoelt, en houdt het tegen haar borstkas. Ik sluit voor het eerst mijn ogen en trek me verder tegen haar aan.
    Mijn neus begraaft zich in haar nek en ik adem haar. In. En weer uit. Haren kriebelen mijn neus. Ze draait haar hoofd en zoekt mijn wang om me een geruststellende kus te geven. Mijn lippen raken haar mondhoek. Haar adem ruikt zoet en ik wil niets liever dan haar lippen proeven. Ik hoop tegelijkertijd dat ze niet het zout op mijn wang proeft, van de verloren traan, eerder die nacht.
    De duisternis prikkelt de zintuigen en ik voel hoe ze terugveert van troostend, naar het op zoek gaan van mijn tedere zoen, die immer op haar wacht. Met dichtgeknepen ogen spreid ik mijn vingers en druk teder haar schouder tegen me aan, een vinger aan haar kin en geef haar mijn liefde, in een zoen.
    De momenten die volgen gebeuren snel, intens, en met een oerinstinct, alsook vastberadenheid kalmeert ze mijn onrust.
     

    06u45. De wekker verstoort mijn net ontgonnen slaap. Zij geeft me een klapkus op de eerste beste plek die ze onbedekt tegenkomt en springt uit bed. Vrolijk en wel hoor ik ze rommelen in de badkamer, de radio in de keuken springt aan en de verwarming begint te brommen. Ik sta op, perplex en oververmoeid. De vraag komt in me op: denkt ze nu echt dat ze slechts heerlijk heeft gedroomd?

    Of heb ik toch geslapen vannacht?

    11-12-2012 om 00:00 geschreven door Femme  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (12 Stemmen)
    22-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vijftig tinten grijs, pfoeh - een ode zwart op wit !
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Overroepen als je het mij vraagt. Nog niet genoeg bejubeld: jij die me voorleest, bij voorkeur een column van Tom Heremans, waardoor ik rustig word. De zachtheid in je stem, die de stress uit me doet glijden. Je lippen die zich om elk woord heen lijken te vormen, dat is voor mij sensualiteit.

     
    Ik heb geen nood aan seksueel getinte literatuur als jij naast me ligt. Geef mij maar de warmte van je lichaam, die me doet gloeien. Je billen die zich soms nestelen in mijn geborgenheid, en je borsten.. Ze zijn er, denk ik soms, en ja, frons frons, ik zeg het ook zo. Weet je dan eigenlijk wel wat ik bedoel?
    Het is op zich moeilijk uit te leggen als je er echt geen idee van hebt. Ze zijn er. En ik zie ze, voel ze naar me lonken. Mag ik ze dan aanraken? Waarom niet? Ze zijn er!
    Ze zijn er, parmantig en uitdagend. En ze communiceren soms eerst met mij, alvorens met jou. Ik ben er zeker van. Als ik ze dan aanraak, geven ze je een shot, van instant genot. Dat windt me op.

     
    Ik laat me graag vervoeren in je gehijg, in het op en neer deinen van je lichaam. Met gesloten ogen, maar toch zie ik je. Ik voel precies waar je bent, wie je bent. Vol overgave luister ik naar je, om te weten waar ik moet voelen, zijn, strelen. Hoe hard, hoe zacht..
    Al kijk ik soms wel naar je, hoe je geniet, en jij naar mij. Het doet mijn bloed opborrelen van opwinding, liefde, genot, zin, en nog meer zin.
    Het maakt me tegelijkertijd ook kwetsbaar, want op dat moment kijk je recht bij me binnen. Intens, soms too hard to handle intens, maar dat ben jij, en dat ben ik. Naakt en kwetsbaar, lustig en passioneel, vol liefde en liefheid, respect en openheid.
    Ik voel ze graag, je zachte, fiere borsten. Hoe ze lijken te zuchten onder mijn hand, hoe jij mee kreunt. Wat een geschenk, oprecht, mijn heerlijkheid, mijn dank.

     
    Want je borsten , ze zijn voor mij.

    22-11-2012 om 00:00 geschreven door Femme  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    11-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maar goed dat vissen kunnen zwemmen, liefste..
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Al 32 jaren zwem ik rond in deze vijver. Ik zigzag tussen de van bomen gevallen takken en bladeren, ontduik als ervaringsdeskundige de levensloze wormpjes die op de oppervlakte drijven. Als levensgenieter spring ik uit het water en plons er terug in, duik in mijn habitat en voel me vrij. Zwem, zwem, alsof er niet meer is in het waterachtige bestaan. Als een echte jager, harpoeneerde ik soms een mooier visje maar we leken altijd de andere kant uit te zwemmen.

    Op een dag, toen de zon op het water glinsterde, zag ik door de ooit heldere watermassa, een vissersvrouw. Ze haalde uit met haar hengel en, plons, een aas bengelde voor mijn neus. Mijn nimfenavonturen flitsten als een slecht geregisseerde film voor mijn dromerige ogen en in een oogwenk, besloot ik te happen. Welk leven zou me beschoren worden? Zou ik eindigen in een aquarium, in heerlijk, op temperatuur gebracht water? Of in de avontuurlijke zee vrijgelaten worden? Of zou ik eindigen in een bokaal waar kindervingertjes me uit proberen te grijpen? Of op de grill, en zou ik verdwijnen in de hongerige maag van de hengelaar(ster)?

    Ik hapte toe en voelde een kracht me uit het water heffen. Ik toornde hoog boven mijn natuurlijke omgeving uit, zo hoog dat ik spartelde uit angst, maar ze haalde me desondanks binnen. Gedecideerd trok ze me naar haar toe. Ik was onmiddellijk betoverd door haar handen, die de haak in mijn lip vakkundig verwijderden. Ze keek me vertederd aan en ik wist, ik voelde dat ik niet opgegeten zou worden. Een paar momenten gingen voorbij, ze leken verdwenen in de tijd, zo magisch. Ze plaatste me in de emmer naast haar. Ik was overtuigd, ze zou mij meenemen.

    Het moment was daar. Ik voelde dat er iets ging gebeuren.  De hengelaar (ster - als het een woord is) nam de emmer vast en vervoerde me, richting.. de vijver. Zachtjes liet ze mijn pseudonieuwe thuis in het water glijden, de emmer kantelde om en liet me vrij. Ik aarzelde om weg te zwemmen. Dit had ik niet verwacht. Ik trappelde ter plaatse en voelde voor de eerste keer de kilte van de vijver om me heen slaan. Doch, er wachtte mij geen aquarium, noch een bokaal. Mij wachtte mijn oude leventje, waar ik me nu voel als nieuwe vis. Het onbekende, maar beminde, omgeruild voor het bekende.

    Waarom ze me weer in de natuur liet, soms is het gewoon onbegrijpelijk. Echter, een vissengeheugen vergeet snel, alleen, dat litteken in mijn lip, die blijft zeer doen.

    11-11-2012 om 00:00 geschreven door Femme  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    04-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maar goed dat vissers ook aquariums kunnen bouwen..
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Mijn lip doet pijn, jammer ik, en blub blub, ik zwem weer verder, in cirkeltjes, op die plaats, die me aantrekt zodat ik er niet kan wegblijven. Maar ook afstoot, zonder precies te weten waarom. Hier is iets gebeurd, dat voel je soms, denk ik, en ik voel nog een keertje aan het litteken aan mijn lip.

    Wind stuift over de vijver, en ritselt door de bladeren. Sommigen dwarrelen verlost naar beneden, anderen houden halsstarrig vast. Hij maakt een salto, gaat even liggen, nabij mijn zwemplekje en zucht naar me: ‘Waar doet het pijn?’

    ‘Ik weet het niet’, zeg ik beteuterd, ‘overal en nergens, het is er gewoon. Ik wou dat ik wist waarom, al zou ik het misschien snel weer vergeten.’

    ‘Ik leg je uit waarom’, blaast Wind, ‘met een verhaal, opdat je het misschien zou onthouden.

    Zie je, er was eens een visser, hengelaarster kan je ook zeggen. Ze woonde in een huisje niet ver van deze vijvers, die rond deze tijd van het jaar omringd worden door roodgekleurde bomen. Ze woonde er graag. Haar huisje was lange tijd een droomplekje geweest. Zij had er namelijk een pracht van een aquarium, met een pareltje van een vis erin. Elke dag staarde de hengelaarster naar die ogenschijnlijke hemelse bokaal. Geen woorden konden beschrijven hoe blij ze was ermee en hoezeer het haar huis en bestaan opfleurde. Tot die ene dag echter, de dag dat zij de vis ondersteboven in het water vond. Buikje naar boven, dromend onder water. Op dat moment brak niet enkel haar hart maar ook het aquarium, in wel duizenden stukken.

    Het kostte haar veel tijd voor ze terug de dagen kon trotseren. Maar eens dat het lukte, durfde ze weer langs de vijvers te wandelen. Vier seizoenen kropen voorbij maar langzaamaan zag de visser de zon weer schijnen en voelde zij zich klaar om haar hengel opnieuw het water in te gooien. Niet zozeer op zoek naar een nieuw siervisje, maar eerder het vieren van een persoonlijke overwinning en hengelend naar een lekker hapje.

    Vlugger dan verwacht, had de visser beet. Fier haalde ze haar vangst uit het water, met de gedachten al bij de grill, klaar om het visje op het vuur te gooien. Maar toen zij het visje zag en in haar handen voelde, besefte ze dat ze dat niet kon. Nee, zo zat de visser niet in mekaar. En daarbij bleek het visje, dat er op het eerste zicht gewoon uitzag, veel specialer dan zij eerst vermoedde. Deze zeldzame soort, de hippievis, kon ze niet zomaar klaarmaken. Daar was ze te kostbaar voor, te mooi. Dus besloot de hengelaarster de vis in een emmertje bij te houden.

    Ze genoot van de gedachte, dat zo’n nieuw visje haar weer gezelschap hield. Door het te observeren, er stilletjes mee te praten, leerde ze er veel van. Ze was graag bij het hippievisje, en genoot van de tijd die ze samen doorbrachten. Er was echter één probleem. Waar moest ze het visje laten? Ze had nog geen tijd gemaakt, noch zin gehad om een nieuw aquarium te bouwen, dus in huis was er nog geen plaats voorzien. Teruggooien in de vijver leek geen oplossing want daarvoor was de hippievis te speciaal. En zo besloot ze, de visser, het kleine, lieve visje mee te dragen in de emmer. En het visje leek het goed te vinden.

    Dagen, weken gingen voorbij en de vissers hart, hoofd en lichaam gaven tegengestelde signalen. Wat moest zij met die emmer? Soms liet ze hem staan, maar ging hem gauw weer opzoeken. Soms nam ze hem mee, en kreeg de vis weer wat eten, gekeuvel en aandacht.
    En zo bleef het maar duren. De visser was in strijd met zichzelf en voelde uiteindelijk nog maar één ding heel duidelijk aan. De emmer werd te zwaar. Ze kon hem niet langer dragen. Daarbij zag zij het als een beperking om maar één hand vrij te hebben om aan het nieuwe aquarium te bouwen.

    Daardoor was het dat de visser op een mooie herfstdag de emmer terug leeggoot in de vijver. Zij was niet klaar, en daardoor de emmer te zwaar, om het visje een thuis te geven. En ja, het afscheid viel ook haar zwaar. Maar ze zag het ook als een bevrijding, omdat ze nu rustig verder bouwen kon.’

    ‘Heeft ze me gewoon weggegooid? Vrijgelaten?’

    ‘Eerder losgelaten,’ puft de wind ‘en zoals je weet, Hippievisje, zal een visser altijd opnieuw de moed vinden om te hengelen. En op een dag zal het aas het water opnieuw raken. En wie weet ben jij, die uitzonderlijke hippievis dat je bent, dan net weer op deze plek, waar de visser vist. En dan is dat geen toeval, maar het lot.’

     

    Ik tuit mijn lippen en maak luchtbelletjes in het water. Blub.

    ----------------------------------------------------------------------------------
    11.11.2012, door Muze geschreven - succes met je bouwproject !

    04-11-2012 om 00:00 geschreven door Femme  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    19-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een sprookje..
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Er gaat iets magisch gebeuren. Ik voel het. Elfjes zullen uit wouden tevoorschijn komen en rond onze hoofden zwermen, om ze te verlichten van de zorgen die ons doen fronsen. Kaboutertjes, hele kleine, kruipen onder stenen en achter bomen vandaan, om karweitjes op te knappen, ’s nachts, als we liggen te dromen. De lucht kleurt roze, en overal hangt de geur van versgebakken, zoete koekjes, alsof Sinterklaas echt bestaat. De tandenfee gaat weer op pad, met een buideltje vol met centen, voor dappere kinderen. Of moedige volwassenen, want ook zij zijn weer wat kind geworden. Er weerklinkt overal geschater en gegiechel, zonder het voorwaardelijke drankengelag. Geluk zoemt in ieders oren, en muziek weerklinkt overal. Bij het ochtendgloren staat de bakker al neuriënd zijn brood te kneden. De slager bedient een straathond van een worstje. Het viswijf op de markt tapt luidkeels een mopje en het publiek koopt enthousiast uit haar kraam. Een nachtegaal verblijdt ons met zijn lied. Op straat wordt eenieder begroet met een glimlach en een kwajongen krijgt een schouderklopje, voor het helpen over te steken van een opaatje. De kranten staan bol met sprookjesachtige koppen, zoals: “Kabouter Pinnemuts wordt papa!”, “Pinkeltje viert zijn zevenhondervierenvijftigste huwelijksverjaardag met Pinkelotje.” en “De aarde: na achtendertig triljoen draai-jaren, nog steeds perfect in vorm.”.

    Politieke partijen zijn opgeschort, geen nood aan de ordehandhavers, want de geestelijken van alle godsdiensten hebben de hoofden bij elkaar gestoken en iedereen leeft de tien geboden braafjes na. Waarom zouden ze niet?

    Harten zijn gevuld met vreugde en liefde en op de berg zit de boze heks gevangen, voor eeuwig en altijd. Geen mens, geen dier, noch een fantastisch wezen die nog aan haar denkt, of zelfs maar herinnert. Al het slechte smelt weg, als sneeuw voor de zon en het lijkt ondenkbaar dat het leven zo niet blijft voort zinderen.

     

    Dat bedenkt een (vrouw)mens, als ze verliefd is, hier droomt een (vrouw)mens van, als haar hart gevuld is met liefde, en haar buik met vlindertjes. Zoveel mooie dingen in de wereld, maar zij is de mooiste. Het meest betoverende schilderij, het meest innemende landschap, alles komt op nummer twee, want zij is nummer één. Ze is en zal blijven, zoals de geliefde van Shakespeare, wiens schoonheid wordt vereeuwigd in ‘Shall I compare thee to a summer’s day’. Volgens mij hebben we het nota bene over dezelfde vrouw!

    Als ik begiftigd was met de stem van een operazangeres, bezong ik elke dag haar mijn liefde, als wekkerradio of zo? Als ik bedeeld was met de kunstzinnigheid om loze woorden om te vormen tot sonnetten, schreef ik dagen, en dagen, die overgaan tot maanden, want ik kan haar een eeuwigheid lang beschrijven.

     

    Alles ziet er rooskleurig uit, maar is het niet. Ik ben de heks niet vergeten en zie haar/zijn verdoemde toren, waar vleermuizen rondfladderen en waar de maan, ostentatief, dag en nacht, over waakt. Doch, wat liefde doet met een mens, of, met mij, is me niet blind maken, integendeel, ik zie helderder dan ervoor. Maar de kracht die ik eerst uit mijn spieren haalde, komt nu vanuit mijn kloppende hart en zoals Mister Kravitz al zong in zijn eerste album, Let Love Rule : "Love is gentle as a rose, and LOVE can conquer any war."

    Dus laat de heks maar komen, ik verpletter ze/hem door de kracht van de liefde.


    En dank je, liefste, voor de kracht, die je me gaf, vannacht...

    19-10-2012 om 14:53 geschreven door Femme  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Laatste commentaren
  • Tamtam (Tamtam)
        op Schrijfopdracht: schrijf iets, met als titel 'Sporen van de zomer'
  • Trotse mama (Mama)
        op Schrijfopdracht: schrijf iets, met als titel 'Sporen van de zomer'

  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs