Door heel de zoektocht werd Abel zeer schuldig gezien. Ze leven ook in een zeer roddelend dorpje waardoor er zeer veel roddels de ronde deden. Zo beschuldigden ze zijn vrouw ook van de moord. Ze gingen verder met een ondervraging omdat er veel zaken totaal niet klopten. Zo werden al de mensen die de ochtend wanneer hij verdween hem voor het laatst zagen, ondervraagt. Dat is vooral het personeel van Abel Hradscheck. Natuurlijk wisten deze mensen bijna niets maar wat wel opvallend is, is dat een iemand van het persneel mevrouw Ursel Hradscheck haar heeft zien verstoppen achter de windmolen in het veld, rechtover het water waarin de agent is gevallen met zijn koets. Meer informatie hadden ze niet meer en daardoor zaten ze dus vast. Toch pakten ze Abel op net voor Kerstmis omdat de agent net voor zijn dood bij hem is blijven overnachten dus hij lijkt het schuldigst.
Abel was bezig aan zijn perenboom en was zaken aan het opgraven om ze te planten dichtbij de boom. Hij kwam zijn buurvrouw die ook weduwe is tegen. Ze begonnen te praten over hoeveel peren hij al had aan zijn boom en dat hij zeer gelukkig moet zijn dat ze vanzelf al naar beneden vallen zodat hij ze zelf niet moet plukken. Na het gesprek ging de weduwe terug naar binnen omdat het al wat later werd. Abel bleef verder graven tot dat hij niet meer kon. Er zat iets in de weg waardoor hij niet meer verder kon graven. hij bleef graven totdat hij kon zien wat het was. Tot zijn verbazing en angst verschoot hij en keek naar wat hij had opgegraven. Het was een lijk van een oude soldaat. Hij keek rond zich heen om te zien of niemand hem kon zien want hij panikeerde zeer zwaar. Hij heeft net een lijk opgegraven. Wat hij niet doorhad was dat zijn vrouw in het huis toekeek wat hij aan het doen was en zag hoe paranoïde hij bezig was. Ze kon natuurlijk niet zien wat hij precies aan het doen was en waarom dat hij zo bezig was maar ze vroeg het haarzelf wel af. Ondertussen bij Abel ging hij verder en deed meteen de put weer dicht. Dit was het begin en zorgde ervoor dat hij zijn plan had opgebouwd in zijn hoofd voor een moord te plegen en zo zijn schulden te vermijden en op te lossen
Vrienden en Abel zelf gingen op zoek naar het lijk en de koets die in het water waren gevallen. Ze gingen er naartoe en vonden het vreemd dat het in het water kon zijn gevallen want de wind ging de andere kant op dus zou hij vooral op het land beland zijn en niet in het water. Dat was het eerste vreemde aan deze situatie. Daarna gingen ze naar de plaats zelf en vonden ze koets meteen want het water was niet eens zo diep . U kon perfect alles zien als het water nog maar een keer bewoog. het dode paard aan de koets was ook te zien, maar nergens een lijk te vinden. Dit was het vreemdste. Ze zochten zo dichtbij mogelijk bij de koets dat hij misschien daar zou liggen maar allesinds uit de koets was geklommen om boven water te blijven, maar jammer genoeg vonden ze nergens een lijk. Het enige dat Abel had gevonden was het hoedjes dat hij aanhad om te vertrekken. dit hing in een boom of struik niet zo ver van de plaats waar de koets onder het water lag.
Toen Szulski op een zeer natte en kille avond toekwam, was het al zeer laat. De agent vanuit Krakau wou natuurlijk meteen naar binnen gaan. Hij was trots en gelukkig dat hij eindelijk zijn bestemming had bereikt. Hij ging meteen naar binnen en zijn zeer vrolijk en opgewekt:" hallo volk!". De man was volledig dooreweekt dus begon zich om te kleden. Daarna begonnen ze verhalen te vertellen waarover de agent Szulski vanuit Krakau enkel het fijne van wist. Hij vertelde verhalen over de opstanden in Polen enzovoort tot diep in de nacht. De man ging slapen, zonder te weten dat het zijn laatste nachtrust zou zijn voor zijn dood.
Abel zijn vrouw Ursel kreeg te horen dat haar zus was overleden in Berlijn. Abel en Ursel zagen dit als een goede opportuniteit om niet in armoede of schulden te geraken vanwege Abel zijn gok- en drankverslaving. Ze vertrok naar Berlijn om haar erfenis te gaan halen. Abel wist ook meteen dat het geen kleine erfenis zou zijn, want Ursel komt van een zeer rijke boerenfamilie. Toen ze aankwam in Berlijn, kwam ze mevrouw Quaas tegen, een beeldschone vrouw met blond krulhaar. Maar ze was enorm jaloers Op Ursel Hradscheck want zij was veel mooier en intelligenter dan haar. Mevrouw Quaas werd ook jaloers van elke vrouw die mooier was dan haar. Toen Abel zijn vrouw, Ursel, terug kwam met de erfenis,kreeg Abel een aangetekende brief waarin stond dat een van de agenten uit Krakau, Szulski, zou overnachten in zijn herberg. Hier zag Abel de kans om nog meer geld te krijgen door deze man te vermoorden en niets te laten blijken.