Inhoud blog
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    {TITEL_VRIJE_ZONE}
    vitamine

    27-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    • • O M E G A -3 • •

    Een nieuwe toverformule of een onmisbaar voedingselement?

    Op verpakkingen van bepaalde vetstoffen wordt de laatste weken uitgepakt met de slogan

    'verrijkt met omega 3-vetzuren'. Wat bedoelt men hiermee? Gaat het werkelijk om een

    aanwinst of is het de zoveelste reclamestunt?

    Vanwaar de benaming “Omega 3” ?

    Om dit te begrijpen moeten we even een duik nemen in de scheikundige formule van vetten.

    Vetten zijn opgebouwd uit vetzuren, die per drie vastzitten op glycerol. Vandaar ook de

    naam “tri-glyceriden”. Vetzuren zijn eigenlijk lange ketens van koolstofatomen (C) waarop

    waterstofatomen (H) vastgehecht zitten.

    De eigenschappen van de vetstoffen (bijv. de graad van vloeibaarheid en de werking in het

    lichaam) hangen in de eerste plaats af van de lengte van de koolstofketen: de meeste

    vetzuren in onze voeding hebben een lengte van 14 tot 18 koolstofatomen. Men spreekt van

    “langketenvetzuren” wanneer er 20 of meer C-atomen in de ketting zitten en van “mediumof

    kortketenvetzuren” wanneer er 12 of minder C-atomen inzitten.

    In de tweede plaats is de aan- of afwezigheid van één of meer “dubbele bindingen” van

    belang. Dit zijn plaatsen in de keten waar de koolstofatomen dubbel met elkaar gebonden

    zijn en waar m.a.w. waterstofatomen ontbreken. Het zijn vetzuren die “onverzadigd” zijn.

    Op de plaats van die speciale binding vertoont de keten een knik.

    Er zijn verschillende groepen van onverzadigde vetzuren:

    · de n-9-groep, met een dubbele binding of “enkelvoudig onverzadigd”. Oliezuur, het

    voornaamste vetzuur in olijfolie en arachideolie, is hiervan het voornaamste voorbeeld;

    · de n-6-groep, met twee of meer dubbele bindingen of “meervoudig onverzadigd”. Linolzuur is

    hiervan het voornaamste voorbeeld Het is te vinden in alle plantaardige oliën;

    · de n-3-groep of omega 3-groep, met verscheidene dubbele bindingen, waarop we hier

    verder ingaan.

    'n-' betekent “aantal min...” Het wijst op de plaats waar de dubbele binding in de koolstofketen

    voorkomt.

    Omega 3-vetzuren zijn onverzadigde vetzuren met een lange keten en met verschillende dubbele

    bindingen. Alle omega 3-vetzuren hebben zo'n dubbele binding op een welbepaalde plaats in de

    formule, namelijk op het derde laatste koolstofatoom van de rij. De Griekse letter omega (?) verwijst

    naar de laatste plaats in het alfabet; 'omega 3' betekent derde laatste of anders gezegd: 'n -3' of

    'aantal min 3'. Door een dubbele binding op die vaste plaats lijkt het wel alsof deze vetzuren een

    beweeglijk staartje hebben, waardoor ze herkend en vastgegrepen worden door bepaalde cellen in

    het lichaam: de celmembranen. Daar spelen ze een heel belangrijke rol !

    De rol van omega 3-vetzuren.

    Deze speciale vetzuren spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van het zenuw- en hersenweefsel.

    Daarom ook is de aanwezigheid van omega 3-vetzuren zo belangrijk in de voeding van zwangere

    vrouwen, baby’s en kinderen. In moedermelk zijn ze rijkelijk aanwezig. In de evolutie van de mens

    legt men zelfs een verband met voedsel dat rijk is aan omega 3-vetzuren -namelijk vis en

    zeevruchten - en de ontwikkeling van hersenweefsel. Menselijke beschavingen ontstonden vooral in

    landen die aan de zee grenzen.

    Omega 3-vetzuren spelen ook een belangrijke rol in het voorkomen van vaatwandziekten en

    hartziekten. Zij werken niet via een daling van het bloedcholesterolgehalte, zoals de andere gekende

    onverzadigde vetzuren, maar op een geheel andere manier: zij houden de celwanden gezond en

    soepel, verlagen de triglyceriden in het bloed, verminderen ritmestoornissen en vermijden vooral de

    vorming van bloedklontertjes, waardoor slagaders verstopt kunnen raken. Het is opvallend dat

    bijvoorbeeld eskimo's, die traditioneel veel vette vis eten, zelden hart- en bloedvaatziekten hebben,

    net zomin als de bevolkingsgroepen rond de Middellandse Zee. Ook deze laatsten, eten regelmatig

    vis, schaaldieren en zelfs wijngaardslakken: stuk voor stuk producten rijk aan omega 3.

    Tenslotte hebben omega 3-vetzuren een gunstige invloed op het immuunsysteem. Ze verhogen de

    weerstand tegen zieken en temperen de negateve ontstekingsreacties. Vandaar hun positief effect

    op bijvoorbeeld gewrichtsontsteking, en ook op andere ontstekingsreacties.

    Waar zijn omega 3-vetzuren te vinden?

    In tegenstelling tot de welbekende onverzadigde vetzuren van het type linolzuur en het type oliezuur

    die we aantreffen in alle plantaardige oliën en in zachte smeer- en bereidingsvetten, komen omega

    3-vetzuren veel zeldzamer voor in onze voeding.

    Alfa-linoleenzuur is het voornaamste vetzuur van de omega 3-reeks. Het wordt aangemaakt in

    hogere planten, in algen en plankton. In onze voeding wordt het aangetroffen in minder gebruikte

    oliesoorten: vooral in lijnzaadolie en walnotenolie, maar ook in raapzaadolie (of koolzaadolie),

    tarwekiemolie en sojaolie (zie tabel 3). Dit alfa-linoleenzuur wordt in het lichaam omgezet in EPA

    (eicosapentaeenzuur) en DHA (docosahexaeenzuur), die de eigenlijk noodzakelijke of “essentiële”

    stoffen zijn.

    EPA en DHA worden vooral aangetroffen in vette vis (haring, makreel, zalm, paling, zalmforel, forel

    en sardien), in de lever van magere vissoorten en in visolie. Het komt ook voor in eieren van kippen

    die met algen zijn gevoed en sinds kort nu ook in smeervetstoffen waaraan visolie is toegevoegd.

    De verhouding tussen verschillende essentiële vetzuren.

    Een goed evenwicht tussen de verschillende essentiële vetzuren is van groot belang. Zowel omega

    6 als omega 3 zijn noodzakelijk voor het goed functioneren van het lichaam. Het lichaam gebruikt

    echter dezelfde enzymen om omega 3-en omega 6-vetzuren om te zetten in andere noodzakelijke

    stoffen. Indien er teveel omega 6 wordt opgenomen, eisen die alle enzymen voor zich op, zodat de

    omzetting van omega 3-vetzuren onvoldoende gebeurt. Men schat dat in onze gebruikelijke voeding

    slechts een goede 10% van het alfa-linoleenzuur kan worden omgezet in EPA en DHA.

    In onze westerse voeding is er een groot overwicht aan omega 6-vetzuren: de verhouding

    omega6/omega3 is gemiddeld 11/1. Dat komt doordat in de vetstoffenindustrie tot nu toe

    overwegend linolzuurrijke oliesoorten als basisproducten werden gebruikt.

    De ideale verhouding ligt tussen 5/1 en 3/1. Om dit te bereiken is een grondige verandering in de

    keuze van vetstoffen nodig. Een aantal producenten van vetstoffen hebben dit reeds begrepen: ze

    gaan hun producten aanpassen en in de richting van de ideale verhoudingen sturen.

    Hoeveel omega 3-vetzuur hebben we nodig?

    De Nationale Voedingsraad van België heeft nieuwe aanbevelingen voor de verschillende

    vetcomponenten in de maak. Tot nu toe bestonden er enkel aanbevelingen voor het totaal aan vet

    en voor het totaal aan verzadigde, mono-onverzadigde en meervoudig onverzadigde vetzuren.

    Binnenkort komt daar uitbreiding in (zie tabel 1)

    Hoe kunnen we in de praktijk voldoende omega 3 verzekeren?

    Om voldoende van deze omega 3-vetzuren in te nemen en om een goede verhouding tussen de

    verschillende essentiële vetzuren te bekomen, bestaan er verschillende mogelijkheden:

    · Regelmatig vis eten, waarvan minstens eenmaal per week vette vis. Hierdoor krijgen we

    rechtstreeks de essentiële EPA en DHA binnen;

    · Tweemaal per week een portie van 75 gr vette vis betekent gemiddeld 285 mg omega3 per

    dag, of 43% van de dagbehoefte;

    · Regelmatig lijnzaad-, koolzaad- of walnotenolie gebruiken, of dressings en smeervetten die

    hiermee bereid zijn. Hierdoor krijgen we meer alfa-linoleenzuur binnen;

    · Regelmatig noten kiezen als gezonde versnapering;

    · Een smeervetstof kiezen waaraan de omega 3-vetzuren zijn toegevoegd. 20 g van zo’n

    broodsmeersel verzekert 25% van de dagbehoefte aan EPA e DHA en 35% van de

    dagbehoefte aan alfa-linoleenzuur;

    · Variëren in vetstofkeuze, zodat geen overmaat aan linolzuur ontstaat, noch aan verzadigd vet.

    De moeilijkheid hierbij is dat nog maar weinig vetstoffen de volledige precieze samenstelling

    aangeven. De verpakkingen van de toekomst zullen meer en meer de verhouding tusse n-6

    rn n-3 aangeven.Als bewuste verbruikers letten we hierop.

    Bij dit alles mogen we niet vergeten dat de aanbeveling ”matig met vet” blijft bestaan! In een

    gezonde voeding vermijden we zoveel mogelijk het dierlijk vet (met vis als uitzondering) en de harde,

    verzadigde vetstoffen. We kiezen bewust voor de goede vetten.

    De onderlijnde cijfers in tabel 3 geven de laagste verhouding n-6/n-3 aan. Met deze oliesoorten kan

    het goede evenwicht hersteld worden. De gewenste verhouding in het geheel van de voeding is 5.

    Tabel 1. De toekomstige aanbevelingen voor vetten en vetzuren (per dag) zullen er ongeveer zo

    uitzien:

    . In % van de totale

    energiebehoefte

    Omgerekend in g per dag per 2000 kcal

    (gemiddelde dagbehoefte voor een vrouw)

    Totaal vet: maximum 30% Maximum 67 g

    Verzadigd vet: Maximum 10% Maximum 22 g

    Enkelvoudig onverzadigd

    vet: Maximum 10% Minimum 22 g

    Meervoudig onverzadigd

    vet n-6 4-8% 9 tot 18 g

    Meervoudig onverzadigd

    vet n-3, totaal 1,3-2% 3 tot 4,5 g

    Meervoudig onverzadigd

    alfa-linoleenzuur: Minimum 1% 2,2 g

    Meervoudig onverzadigd,

    EPA en DHA 0,3% 0,67 g (670mg)

    ////////////////////

    Tabel 2. Meervoudig onverzadigd vet in vissoorten, in g per 100 g.

    Vissoort Totaal

    vet

    Meervoudig

    onverzadigd vet

    Alfalinoleenzuur

    EPA DHA

    Magere vis (kabeljouw, rivierbaars, rog,

    schelvis, snoeck, snoekbaars, wijting,

    zeeduivel)

    0,6/td> 0,3 0,02 0,04 0,13

    Halfvette vis (ansjovis, garnaal, heilbot,

    karper, koolvis, roodbaars, schar, schol,

    tarbot, tong, zeebrasem)

    2,3 1,0 0,13 0,22 0,43

    Vette vis (forel, haring, makreel, paling,

    sardien, zalm, zalmforel) 12,4 3,0 0,18 1,01 1,45

    Tabel 3. Meervoudig onverzadigd vet in oliesoorten, in g per 100 g

    Oliesoort Linolzuur Alfa-linoleenzuur Alfa-linoleenzuur

    . (n-6) (n-3) n-6/n-3

    Safloerolie 74 - -

    Zonnebloemolie 60 1 60/l

    Walnotenolie 58 14 4/l

    Tarwekiemolie 56 9 6/l

    Sojaolie 53 8 7/l

    Maïskiemolie 50 1 50/l

    Katoenzaadolie 48 1 48/l

    Sesamolie 43 1 43/l

    Aardnotenolie 24 1 24/l

    Koolzaad(raapzaad)olie 21 9 2,3/l

    Lijnzaadolie 10 55 0,2/l

    Olijfolie 7 1 7/l

    Mevr. Agnes Notte-De Ruyter,

    Hoofddiëtiste UG-Centrum voor Voedings en Dieetadvies, aan het Universitair Ziekenhuis-Gent.

    BRON Vrouw&Wereld – maandblad KAV – nr2 – 02-2003.

    27-08-2008 om 21:01 geschreven door fcmontvitamine  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Foliumzuur, vitamine B12, homocysteïne en methylmalonzuur

    Beginpagina

    Laatste aanpassing: 04-05-07

    Foliumzuur
    Foliumzuur behoort tot het vitamine B-complex. Wordt ook wel folinezuur en soms vitamine B11(in België vitamine B9) genoemd. Foliumzuur is wateroplosbaar. Komt voor in dierlijk, maar vooral in plantaardig voedsel. b.v. bladgroente. De naam komt van het woord folium=blad. Het wordt in het lichaam opgenomen in het middelste gedeelte van de dunne darm. In verhouding tot de dagelijkse behoefte heeft het lichaam niet al te veel foliumzuur in voorraad, maar voor enkele weken of maanden. Dus tekorten geven gauw afwijkingen en foliumzuursuppletie geeft gauw resultaat. Het gaat hier dus om korte termijn effecten. Foliumzuur is van belang voor de stofwisseling en dus ook voor de bloedvorming. Voor vrouwen die in verwachting willen raken is het goed extra foliumzuur in te nemen. Het speelt namelijk een rol bij de aanleg van het centrale zenuwstel van het kind en kan zo het risico op een open ruggetje aanzienlijk verminderen. De kans op een tweeling schijnt dan echter wel bijna te verdubbelen. Bij een tekort aan foliumzuur ontstaat er een bloedarmoede met te weinig rode bloedcellen. De waarde RBC(red bloodcell count) is te laag d.w.z. het aantal rode bloedcellen per kubieke mm is te laag. De MCV(mean corpulus volume= gemiddeld volume per rode bloedcel) is verhoogd. D.w.z. de rode bloedcellen zijn gemiddeld groter dan normaal. Het Hb is verlaagd.

    27-08-2008 om 20:50 geschreven door fcmontvitamine  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (3 Stemmen)
    22-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vitaminen, we kunnen er niet onderuit. Ieder lichaam heeft ze nodig, of we nu jong of oud zijn, groot of klein, donker of licht. Voor onze groei, onze weerstand, de aanmaak van diverse stoffen. Noem maar op, maar in welke voedingsmiddelen zitten welke vitaminen. Zijn ze in verse middelen of moeten we een pilletje innemen.

    22-08-2008 om 22:08 geschreven door fcmontvitamine  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (2 Stemmen)

    Archief per week
  • 25/08-31/08 2008
  • 18/08-24/08 2008

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !






    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs