Arenden staan bekent om hun scherp zicht. Ze kunnen vanaf een appartement bijna een mier zien kruipen. Hun wapens zijn hun scherpe snavels, klauwen en hun grote ogen. De slangenjager eet vooral slangen en andere reptielen. Als de slangenjager een prooi ziet laat hij zich vallen op de prooi en dood hem met zijn vlijmscherpe klauwen. De zeearend eet het meest vis. Hij vliegt boven de zee op zoek naar vis. Als hij een prooi ziet duikt hij naar de vis en pakt hij de glibberige prooi op het land. De grootste en sterkste arend is de harpij. Hij woont in het regenwoud van Zuid-Amerika. De harpij vliegt van tak tot tak en zoekt naar prooi. De harpij jaagt op luiaarden, boomstekelvarkens en zelfs op apen.