everything you read, can and will be used against you ...
08-12-2010
Hoe je het ook draait of keert, binnen dit en onafzienbare tijd ben je van mij
Ze zindert na.
Zijn het haar gitzwarte ogen ? De golvende haren ? Het schattige kuiltje misschien dat haar linkerwang zo mooi siert ?
Overtuigend is ze. Dat kan ik maar moeilijk ontkennen. Zo overtuigend zelfs dat de woorden de weg naar buiten niet echt lijken te vinden, en een gepast antwoord op zich laat wachten.
Dus zeg ik
Hoe bedoel je ?
Geen bijster origineel antwoord, dat zou getuigen van het klinkende weerwoord dat ik haar zo graag zou geven.
Ze lacht, heerlijke witte tanden die zich blootgeven.
Zoiets voel ik gewoon. Jij niet dan ?
Natuurlijk niet ! Wat een waanzinnig idee om te denken dat ik geloof in de ware liefde, in voorbestemd zijn voor elkaar, in het lot dat je naar elkaar zou toedrijven.
Misschien
Ik meen het geenszins. Het voorbestemde lot laat me Siberisch kou.
Dat doet zij allerminst. Integendeel. Haar golvende haren slaan me keihard in het gezicht, ik verdrink in haar gitzwarte ogen en ik wil mijn handen hun resterende dagen gebruiken om het kuiltje in haar wangen teder aan te raken.
Het schrijven is begonnen toen mijn eerste echte lief, een weekje met haar klas op reis ging. We waren nog maar nauwelijks een paar weken na de dag dat ik haar in het plaatselijke stamcafé van mijn geboortedorp Sint-Niklaas in de handen sloot, en de ellende van zon weekje zonder eerste echte lief dreef me naar de waanzin en dus ook naar de pen.
Ik schreef haar 'mijn dagboek', elke dag een stukje tekst en bundelde dat samen tot een mini-dagboek.
Ze was er héél erg blij mee.
Ondertussen zijn we 11 jaar later, mijn eerste echte lief is er niet meer (we hebben het iets meer dan 5 jaar volgehouden) maar het schrijven is gebleven.
Ik zou er veel voor geven dat dagboek nog eens onder handen te krijgen. Wat zou ik geschreven hebben ? In mijn herinnering heb ik me er figuurlijk dan (in het lichamelijke stadium waren we toen nog niet) behoorlijk in bloot gegeven. Want geef nu toe zoiets hoort toch bij een dagboek nietwaar ? Ik denk dat ik schreef over kindjes, het krijgen ervan en de toekomst die we samen zonder twijfel tegemoet wandelend. Dat ik op mijn 25e een hele kroost rondom me zou hebben, daar was ik toen van overtuigd.
3.5 jaar na dat 25 worden zie ik nog geen kroost, geen eerste echte lief meer (can you blame her gezien wat ik schreef toen we een paar weken samen waren), en het dagboek is dus niet meer dan een stille getuige van de dromen die ik toen had. Dat dagboek dus, waar ik jammer genoeg geen kopie van nam.
Mijn eerste echte lief. Misschien moet ik haar eens aanspreken en vragen of ze die brief nog eens kan zoeken en hem me doorsturen. Haar definitieve echte lief zal daar vermoed ik - niet zo mee kunnen lachen, dus ik zal een verduiveld goede manier moeten vinden om haar die vraag te gaan voorleggen. Maar mooi zou het wel zijn, om hier dat dagboek van een 17-jarige in te scannen en op mijn blog te zetten. Mooi, maar niet echt haalbaar vrees ik.
Als lezer staan jullie nu waarschijnlijk ongetwijfeld perplex bij het lezen dat ik IK - pas op mijn 17e een eerste echte lief had. Dat klopt wel, maar de eerlijkheid gebiedt me dat ik voordien toch ook al tot zelfs twee maal toe innig kuste met een meisje. De eerste keer was tijdens een CM-reis als 16-jarige, onder een gitzwarte sterrenhemel met een meisje op wiens vriendin ik eigenlijk verliefd was. Haar kon ik echter niet krijgen, en de vriendin daarentegen was wel geïnteresseerd dus leek me dat een haalbare kaart. Anderhalve dag later waren we uitgespeeld. Het tweede meisje die ik kuste was de beste vriendin van mijn eerste echte lief. En hoe kan het ook anders, we leerden elkaar kennen op een CM-reis (als 17-jarige deze keer) en deze keer was de bus ernaartoe het romantische kader waarin ik haar hand vastnam en die een hele reis en twee weken nadien mocht blijven vasthouden. Toen ze me zei dat ik te lief voor haar was en dus mocht opkrassen een reden die ik nadien trouwens nog wel een aantal keer hoorde (hoe je dus eigenlijk niet echt veranderd door de jaren heen, hoe erg je dat ook zelf wil) ben ik in al mijn verdriet en de ellende van heel West-Europa recht in de handen van mijn eerste echte lief gedwarreld, om het dan dus meer dan 5 jaar vol te houden.
Nu ik er zo over nadenk, om volledig juist te zijn dien ik ook Malorie een eervolle vermelding te geven. Malorie (en haar naam mag ik gerust gebruiken, aangezien de kans dat Franse meisjes van ondertussen 24 jaar niet echt tot het doelpubliek van mijn blog behoren) leerde ik kennen tijdens een vakantie in Vic-sur-cère. Ik sprak geen woord Frans, zij geen woord Nederlands. Gelukkig had (heb) ik een oudere broer die al in het 5e of 6e studiejaar zat, en die af en toe iets kon vertalen. Na een paar dagen dumpte ze me voor een 5-jaar oudere monitor (skileraar ongetwijfeld) en smeet ze mijn sokken in het zwembad, maar wat ik vooral onthou was dat zij het eerste meisje was op wie ik zo verliefd was, dat ik er snachts niet van kon slapen ! Ik was toen 10 jaar denk ik
Nascript:
Tot mijn scha en schande merk ik dat ik hier zowaar mijn date-leven van mijn jonge leven heb besproken. Dat begint te gelijken op één van mijn favoriete blogs, die ik dagelijks een bezoekje breng, en die ik jullie allemaal wil aanraden:
Mijn blog en ik, wij zitten een beetje in een crisis. Ik heb haar (ik poog me in te beelden dat mijn blog een bijzonder aantrekkelijke gesprekspartner van het vrouwelijke geslacht is) een tijdje geleden met warme handen terug in mijn leven gevraagd, maar nu weet ik niet zo goed wat ik ermee aan moet. We zitten een beetje in het slop, en raken daar vooralsnog niet zo makkelijk uit. Nochtans is er veel te vertellen. Dingen die gebeuren, die zijn voorgevallen of gedachten die opspelen over zaken die ik graag zou willen dat voorvallen.
Volgens mij weet ik niet zo goed wat ik mijn blog (en de lezende wereld rondom haar wervelend lichaam) nog wil of durf toevertrouwen. En moest ik het wel weten, weet ik niet goed of ik het nog durf. Daarbij komt nog eens dat we (mijn blog en ik houden ervan als we door het leven te gaan) helemaal niet weten, wie ons nog in de gaten houdt en wie het fijn vindt om af en toe iets van ons reilen en zeilen te weten te komen.
Hier zitten we dus, na jaren stilzwijgen en kort na de hereniging, met de handen in het haar en zoekend naar de nieuwe zin van het bloggen.
Laat het ons voor de makkelijkheid maar onze eerste relationele crisis noemen. De blog van haar ( - bijzonder mooie - ) kant, wil dat ik communiceer. Communicatie in een relatie mag dan schromelijk overschat worden (volgens mij), wie een relatie met een blog aangaat communiceert best toch af en toe, voor zijn en haar eigen bestwil.
Maar ken je dat gevoel dat je wel weet dat je iets wil zeggen, maar niet weet hoe je dat moet doen ?
Meer dan 1.5 jaar geleden is het ondertussen, dat ik nog eens mijn eigen blog opzocht en me nog eens aan het bloggen heb gezet.
Niet dat ik in de tussentijd het schrijven achterwege liet. Gebroken relaties, een nieuwe relaties, nieuwe en oude gevoelens, ... hebben er samen voor gezorgd dat ik mijn schrijven elders liet hangen, in plaats van het neer te schrijven op internet. Bovendien had de oude blog, waar de restanten blijkbaar in tegenstelling tot wat ik verwachtte, nog steeds terug te vinden waren op het internet (dank aan Berth om me hiervan op de hoogte te brengen), nogal wat controversiële reacties opgewekt van vrienden en zelfs mijn eigen mama met de vraag hoe erge problemen ik wel had.
Nu ben ik hier dus terug, met een nieuwe blognaam op dezelfde blog als vroeger. Fakeoff, als in faceoff, de film over de twee gezichten (was dat niet die film met John Travolta ?) en de twee gezichten die ik probeer vast te houden bij het schrijven. Wat je leest is dus (fake) niet waar (en dat stel ik even zwart op wit)
*** pauze ***
... maar is dan weer wel waar omdat het is wat ik denk, voel, beleef, leef...
Aarzelend zet ik me recht en zoek de bar van dit groezelige café in hartje Gent. Haar stem roept me een halt toe ...
Jorgen ...
Haar ogen kijken me recht aan. Ik merk geen greintje ongemak. Een diep gevoel van geluk omarmt me en tovert een ongemakkelijk gevoel in mijn buik.
zwart graag Jorgen. Ik drink mijn koffie altijd zwart.
Natuurlijk. Hoe zou het ook anders kunnen ?
We zitten naast elkaar in een zetel. Na al die keren rechtover haar te hebben gezeten voelt dit als een verademing. Ik kan haar ogen ontwijken maar waan ze terzelfdertijd net naast me. Bijna, maar net niet, raken onze benen elkaar. Met een tas koffie in de hand staren we de wereld in.
Wanneer je zwijgend naast iemand kan zitten, zonder de behoefte iets te vertellen, zonder het ongemakkelijke gevoel iets te moeten zeggen... dat is voor mij één van de grootste vormen van geluk
Ik spreek de woorden voorzichtig maar zonder omwegen. Ik staar het zwarte koffieoppervlak aan. Normaal drink ik mijn koffie nooit zwart, maar hier zittend naast Vera vind ik niet dat ik een andere keuze heb.
Dat klopt Jorgen. Het is een gevoel van veiligheid en van je verliezen in een ander ...
Ik slik even.
Het is het grootste gevoel van vertrouwen. Ze laat een pauze tussen haar zinnen. Ik voel me ook veilig bij jou Jorgen. De stilte tussen ons geeft me de moed om straks weer verder te gaan.
Een stilte die me eindelijk begrijpt. Dat is even onverwacht als heerlijk om weten.
Ik leg mijn hoofd op Veras schouders en klem mijn hand in de hare. Voelt deze koud of warm ?
Wat doet het ertoe ?
Ik hecht me, omarm haar, zoen mijn zorgen weg op haar lippen. De woorden rollen in mijn hoofd maar mijn mond stopt ze voor ze gesproken worden. Ze kunnen enkel vernielen wat er nu eindelijk wel is.
Vera is weg. In mijn hoofd nestelt de stilte zich in elke hoek en laat rust achter waar ze passeert. Ik zit in een klein café in hartje Gent. Alleen in een zetel met een warm zwart oppervlak in mijn tas.
Ik staar naar de lege plek in de zetel naast me. Ergens besef ik wel dat Vera daar nooit heeft gezeten. Maar zo voelt het niet. Ze heeft de rust teruggebracht, en daarvoor zal ik haar eeuwig dankbaar zijn.
In de laatste weken kreeg ik een paar vreemde reacties van mensen die mijn blog een bezoekje brachten. De ene was verbaasd, de andere geschrokken, nog een andere vroeg hoe mijn relatie met Vera nu was. Bij deze wil ik - van mijn blog - gebruik maken een aantal dingen recht te zetten en vooral; een streepje duidelijkheid brengen.
Wanneer ik een tekstje post op mijn blog, is dat in 99% van de gevallen zuiver fictief. Dit betekent niet dat het niet geschreven werd vanuit een eigen gevoel of vanuit een concrete belevenis. Maar wat ik schrijf is géén realiteit. De paar keren dat het wel aan de realiteit raakt, zullen jullie dat ook wel merken.
Ik beroep me dus op jullie ongelooflijke zin voor realisme en poog hiermee de waanzin achter me te laten: ik bezoek vooralsnog geen psychologen, ik achtervolg geen vrouwen tot de tijd me inhaalt én ... ik ontmoette nog geen leeuwen, schildpadden of pinguins.
als alle mensen op de wereld echt allemaal en tegelijk dezelfde kant op lopen tolt de aarde dan iets sneller rond en mijn hoofd wat minder ik wil dat graag omdat ik veel te lang moet wachten tot ik je overmorgen weer zal zien ik weet twee nachten duurt twee nachten maar het lijken er wel tien
Ik ben op zoek naar geborgenheid. Waar vind je dat ?
Vandaag heb ik extreme kleren aangetrokken. Ik draag een felrood hemd waarvan ik de bovenste knopjes bewust heb open gelaten. Mijn haar ligt in de war.
Ik hoop dat Vera dit zal opmerken en niet zal weten hoe ze zich moet gedragen. Op de weg naar haar toe, bouw ik zorgvuldig mijn imago op. Straks zal niet ik voor Vera zitten en zwijgen, maar zal ik plaats gemaakt hebben voor een andere, sterke persoon. Het zal het laatste gesprek worden, want vanaf vandaag is alles anders. Of misschien vanaf morgen. Een nieuwe start bij een nieuwe dag is makkelijker te realiseren.
Ze merkt het niet op. Ze kijkt me even met kleine ogen aan en vraagt me plaats te nemen in de zetel. Mijn benen plaats ik mannelijk voor mijn lichaam. Mijn blik was nooit zekerder van mezelf.
Jorgen, vorige keer hadden we het over jou en je zoektocht naar geborgenheid. Heb je nog de tijd gehad om bij deze gedachten stil te staan ?
Ik schuifel over mijn stoel heen. benen niet kruisen !!! flitst door me heen.
Jorgen ?
Mijn benen zijn gekruist, en mijn blik zoekt op de grond naar verborgen antwoorden op een vraag die nooit mocht gesteld worden. Veras ogen doen pijn. Ik voel geen greintje vastberadenheid meer.
Ik vroeg me af of we het gesprek misschien niet konden uitstellen ? Naar volgende week ?
Waarom ?
Ik voel me een beetje ongemakkelijk vandaag . Onzeker.
Misschien is dat net een mooi vertrekpunt ?
Verdomme, hou me vast Vera. Koppel die handen eindelijk los van de psycholoog die voor me zit. Waarom doe je dat niet ? Waarom wil je dat niet ?
Jorgen, je bent hier nu al voor de vierde keer, en toch slagen we er niet in een paar noodzakelijke stappen te zetten. Hoe zou dat komen ?
Mijn vrienden zeiden dit ook al. Ik stel vragen en loop weg van mezelf. Ik zoek antwoorden bij vrienden maar weiger ze zelf ook te zien. Ik ...
Een bureau, een ongemakkelijke zetel, een hoopje mens met gekruiste benen op zoek naar geborgenheid. Dat hoopje ben ik.
Vera ... zou je .. Zou je het zien zitten vanavond iets met me te gaan drinken ?
Vanavond, 3 februari, had ik mijn eerste sessie van een driedelige schrijfcursus 'introductie in het verhalen schrijven'. Misschien kennen jullie ook wel het gevoel om iets op papier te zetten en het weg te smijten. Om iets te schrijven en, bij elke zin die het papier haalt de zin een beetje meer te verliezen. Om die zaken te voorkomen, wilde ik graag een schrijfcursus doen.
De eerste sessie was ... bijzonder.
We moesten starten met een opwarmende oefening door iemand in de groep te observeren en te beschrijven. Geen makkelijke opgave. Daarna moesten we een zuid-afrikaans woord verzinnen voor een bestaand Belgisch woord (in mijn geval 'plagiaat'). Ik werd meteen geconfronteerd met mijn eigen grenzen van creativiteit.
De laatste taak van een bewogen avond was het geven van (in verhaalvorm) een ethymologische verklaring van een woord ... Niet de juiste ethymologische verklaring natuurlijk, maar toch: een poging tot ...
Ethymologische verklaring van het woord aangeschoten
Uit het dagboek van een man ... Mei 1945. Bijna middernacht. De veel te warme zonnestralen doven eindelijk. Een vuurrode gloed zindert nog na aan de hemel, als herinnering aan vijf afschuwelijke jaren. De nacht heeft ons eindelijk weer een beetje in zijn greep.
De rust is bijna ongelooflijk. Ik wandel naar buiten en hoor mijn eigen voetstappen weer. Geen geloei van sirenes, geen gehuil van kinderen, geen gewonden in het straatbeeld.
Op mijn eigen voetstappen wandel ik doorheen de verlaten stad. Als ik stilsta zie ik een paar ogen me aanstaren. Vertrouwde ogen die, net als ik, ontdekken dat de vreselijke dagen hebben plaats gemaakt voor een warme nacht. Onze ontmoeting lijkt wel een teken, en plots verschijnen overal ogen en mensen. De rode gloed weerspiegelt in hun ogen, als laatste getuige van iets wat nooit had mogen zijn.
We glimlachen. Steeds meer. Steeds harder, tot we het geluid van onze voetstappen niet langer meer horen. De rode gloed in onze ogen sterft met onze glimlach.
Ik krijg een fles wijn in de hand geduwd en plaats ze gulzig aan mijn lippen. Hoe heerlijk om weer te drinken. Hoe heerlijk om niet meer te vluchten van mensen met geweren in uniformen.
Ik drink nog eens, en nog eens. Ik besef dat, als ik morgen opsta, ik niet zal moeten vrezen om neergeschoten te worden. Dan kan ik de deur uitwandelen en mijn stem weer horen.
De rode gloed van de hemel heeft zich in de fles wijn gezet. Ik drink de warme gloed in een teug. Ik vergeet het schieten, het bloed vergieten. Ik voel me aangeschoten.
Er is nog werk aan de winkel, maar wie weet brengt deze driedelige cursus wel wat ik er zelf van verwacht. Dat ik zelf niet meer opstrop in mijn eigen zinnen. Dat ik de betekenis blijf voor ogen houden. Dat ik ... net dat klein beetje beter leer schrijven . Dan zal het zijn geld zeker waard zijn, vind ik toch ;)