Bij een nieuwe fiets hoort natuurlijk een nieuwe helm. In de kleuren van de nieuwe fiets welteverstaan! Maar door een misverstandje blijkt dat deze pas enkele uren voor ons vertrek kan geleverd worden, en hij of ik deze nog onmogelijk kunnen gaan ophalen. Er wordt versterking ingeroepen onder de vorm van la mamma. Deze zal de helm afhalen en bij mij thuis ergens veilig deponeren. Door een nieuw misverstand (het lijkt onderhand FC De Kampioenen wel) blijkt dat a. de nieuwe helm helemaal niet de nieuwe helm blijkt te zijn en b. dat veilig deponeren wel heel letterlijk dient genomen te worden: mijn hek is geblokkeerd en ik geraak niet eens mijn eigen huis nog binnen.
Na een hierdoor wel érg korte nachtrust, vertrekken we de volgende ochtend goedgemutst richting Italië, aangemoedigd door de enthousiaste berichten van onze twee compagnons, die er al een dag eerder zijn aangekomen. Het weer is fantastisch, het huisje gezellig en de eigenares Andrea blijkt zowaar een niet geheel onaantrekkelijke mannelijke eigenaar te zijn. En dus geven we gas! De GPS geeft aan dat we een kleine twaalf uur zullen rijden over de kleine 1000km. Maar nog voor de grens staan we al stil. En eens de grens over wordt het er in Luxemburg niet beter op. En voor we het weten geeft Waze een aankomsttijd van iets voor middernacht aan, wat een extra rijtijd van zes uur betekent. Maar dat is zonder ons gerekend! We rijden van de autosnelweg, snorren door bergwegjes, valleien, bruggen en tolwegen, manoeuvreren ons op de autotrein en komen exact 13,5 uur laten aan, net op tijd voor het aperitief en het verrukkelijke Ottolenghi avondmaal (met extra koolhydraten voor onze fietsers).
Aan tafel wordt de rit van de volgende dag besproken. Blijkbaar zijn twee van de belangrijkste cols, de Gavia en de Mortirolo nog steeds niet vrijgegeven wegens te veel sneeuw en een te groot lawinegevaar. Zij is vandaag de Stelvio al eens op gereden, om wat los te rijden. Maar koud dat het er was! En pakken sneeuw! Niet te geloven! Maar s avonds krijgen we bericht dat beide cols de volgende dag zullen berijdbaar zijn voor onze fietsers. Hoe ze er zullen bijliggen, daar hebben we het raden naar. Van de spanning neemt ook zij plotsklaps een slok wijn.
En toen, hoor ik jullie vragen? Welja, toen .Eigenlijk doet dat er niet toe. Want de voorbereidingen zijn belangrijker dan het uiteindelijke doel. Hij deed vooraf 3000 trainingskilometers, en verloor zowat 6kg. Stond elke ochtend drie kwartier vroeger op om buikspier- en stretchoefeningen te doen, en powerpannenkoeken te bakken. Dus wat maakt het nu uit, of hij die berg uiteindelijk op geraakte of niet? Maar voor de echte nieuwsgierigen: hij reed op vrijdag twee cols en zaterdag met twee vingers in de neus de Stelvio op. Op zondag deed hij er nog eentje bij omdat het zo goed ging. Geen spierpijn noch dikke knie. Zij reed op vrijdag een kleine 55km als opwarming, om op zaterdag om 7u te starten in Il Pirata, een granfondo met maar liefst drie zware cols en aankomst op de Stelvio. Na de finish, zei ze even niets meer, en toen dat het nog even zou duren voordat ze nog eens een col zou beklimmen. Ze werd uiteindelijk de derde vrouw in het klassement (tweede in haar leeftijdscategorie) en maakte de dag erop al plannen om twee weken later naar de Alpen te trekken.
Binnen een drietal weken gaat hij naar het ziekenhuis voor een check-up van zijn heup. Als alles goed gaat, start hij daarna met een onderhoudsschema, om zijn huidige vorm te behouden. Benieuwd wat de volgende sportieve uitdaging zal worden.
Ik vertel hen dat de nieuwe fiets met schijfremmen gearriveerd is. Er is lang over getwijfeld, maar blijkbaar is dat toch veel veiliger, voor cols van dat niveau, en ik zou niet willen dat hij daar in een afgrond tuimelt. Zij, laconiek: Schijfremmen? Pff, ik heb dat ook niet zulle.
De voorbereidingen gaan ondertussen onverminderd verder en de benodigdheden voor de fietsers worden opgesomd: voor- en achterlicht voor moesten er tunnels dienen genomen te worden, spatborden voor bij regenweer, windstoppers, isotones dorstlessers, zonnecrème, en de fietsen zelf uiteraard niet te vergeten. Ik vertel hem dat hij een voor-en achterlicht kan lenen. Hij zegt dat die wel een beetje bij zijn nieuwe fiets (rood-oranje) moeten passen, en dat hij dat zelf wel zal kopen.
De nieuwe fiets blijkt een match made in heaven te zijn. Dat bolt over de kasseien, trekt zichzelf omhoog de Muur over, en blinkt in de zon dat het een lieve lust is. Dat weekend kondigt hij aan ook de Climbing for Life editie 2019 in de Vogezen te zullen meerijden, een event dat nauwelijks enkele weken later plaats vindt. Van de heupklachten geen spoor meer. Als ik hem wijs op de trainingsuren en -kilometers die hij er nu heeft opzitten, en het feit dat wij pas twee weken voor het Vogezen weekend terugkeren van drie weken vakantie, lacht hij mijn bezorgdheid weg. Zoals zijn fysieke toestand nu is, heeft hij helemaal geen voorbereiding voor die Vogezen meer nodig! .als ik tenminste het raampje dicht laat bij het autorijden. Een coureur in form is immers ook enorm vatbaar voor verkoudheden en snotvallingen! Ik knik, zonder de link goed te zien. Maar ik heb de boodschap begrepen: de komende weken blijft het dakraam dicht en de airco uit.
Nadat zij nu eindelijk toch ook eens die tocht naderbij bekeken heeft, begint ook bij haar zowaar het besef te groeien dat het ginder niet om te lachen gaat worden. Net nu het zo druk is! Op de dag dat ze moet gaan stemmen en verjaardagsfeest heeft van de dochter, is ze extra vroeg opgestaan om zeker nog wat kilometers te maken. 96 kilometer op drie uur. Een gemiddelde van meer dan 30km/u. Haar Strava meldt ons dat dit haar meer moeite kostte dan normaal. Ondertussen worden in de Giro zowel de klim over de Gavia als die over de Stelvio afgelast omwille van het slechte weer. We zijn twee weken voor vertrek. Ik leg alvast een Damartke gereed.
We gaan op bezoek bij zijn vader. Klein detail: die woont in Zuid-Spanje. Maar niets kan het trainingsschema in de war brengen! Weken van tevoren wordt er heen en weer gebeld, gesmst en gemaild, waarbij duidelijke instructies worden doorgegeven inzake fietspaspoort, te bekijken routes, en de nodige afmetingen. Op de moment suprême tovert vaderlief trots twee mountainbikes tevoorschijn, zet er zijn eigen stadsfietsen naast en zegt dat we voor de komende drie dagen gezellig met zijn allen wat sight seeing gaan doen met de fiets. Voor de aandachtige lezers: jawel, ook ik ontkom er niet aan. Laat ik één ding meegeven: een fietszadel is geen paardenzadel!
Thuisgekomen beginnen ook de praktische voorbereidingen vorm te krijgen. Moeten wij geen wegenvignet hebben? En langs waar rijden we feitelijk? Heeft iemand het adres van dat huisje nog ergens? En waar moeten we in godsnaam CNG tanken in Frankrijk? Ondertussen begin zijn heup op te spelen. De enige echte die hij nog heeft. Apranax wordt bovengehaald, en een afspraak in de kliniek voor fotos wordt vastgelegd. Om vervolgens weer uit te stellen tot na onze reis. Heup kapot is heup kapot, het zal op die paar weken niet op aan komen.
Op een dag komt er een bericht van de meereizende vriendin binnen. Of we niet nog eens moeten samen komen om te bekijken wat wij moeten meenemen, en wat onze sporters nodig hebben om te eten s avonds? Een lange berichtenreeks volgt. We concluderen dat hij niet kan aanwezig zijn wegens training die avond (zij: Maar enfin! Kunt ge genen anderen avond trainen?!). Maar ik zal hem vertegenwoordigen en krijg een lijstje mee: na de tocht wil hij (al dan niet in deze volgorde) frieten, tomates farcies, ribbekes, hamburgers, steak met pepersaus, pizza, pasta met kaas en truffel en nog enkele aperitiefhapjes vooraf. Er wordt afgesproken bij mij thuis. Ik vraag wat zij zoals eet in haar voorbereidingen. Zij stelt voor om pizza te gaan afhalen.
De avond zelf komt ze aan, beladen met laptop en papieren. Ze heeft alvast enkele zaken voorbereid. En waar is hij nu? Als ik zeg dat hij wel degelijk thuis gebleven is om te trainen, valt haar mond open. Ze dacht dat het maar om te lachen was.
We luisteren naar het reisschema, het uur van vertrek, en we verdelen de benodigdheden die we meenemen van thuis. Over één ding zijn we het eens: iedereen neemt zijn eigen WC-papier mee. We nemen geen risicos! Verder worden de autos geladen met zelfgemaakte spaghettisaus van thuis, granola, koffie en nesquick. Mijn vriendin fluistert me toe dat zij voor ons beiden wel wat flessen cava en wijn zal meesmokkelen.
Schoorvoetend snijdt ze nog een ander thema aan. Ze heeft bij nader onderzoek gemerkt, dat het huisje dat we huren bovenop een berg ligt. Dat betekent dat, na het rijden van het parcours, onze beide fietsers nog eens zeven kilometer extra bergop zullen moeten rijden om thuis te geraken. We besluiten hem dat niet te vertellen. Verder heeft ze nu ook eens het parcours bekeken. Eigenlijk feitelijk is het misschien toch iets zwaarder dan ze zelf dacht. Daarom stelt ze grootmoedig voor, om de dag na aankomst alvast eens diene Stelvio op een rappeke op te rijden, zodat ze kan inschatten hoe zwaar dat nu eigenlijk echt is en of het nog te doen is om daarna nog drie extra cols te beklimmen. Ik bedenk dat anderen net voor die Stelvio naar daar trekken, ipv er als opwarming eens op te rijden, maar zeg niets.
Zijn dokter is opgetogen. Oh, Climbing for Life? Ik heb vorig jaar ook meegedaan! Gaandeweg wordt het gesprek echter somberder. De Il Pirata tocht? Oei nee. Nee. Nee, dat is echt niet te doen zulle. Laat Il Pirata nu net zijn waar zij haar zinnen op heeft gezet.
En dus wordt er verder getraind. Gezwoegd. Gepuft en geblazen. Met pauzekes hier en telefoontjes daar (Ik passeerde hier aan de Zwarte Flesch en dacht, als ik nu eens stop voor een wafelke? Kom je niet af? Er staat een schoon terraske buiten), alsook de nodige opofferingen. Het boek 5kg minder in 5 weken wordt weer in de keuken gelegd. Er worden opzoekingen gedaan over koolhydraten en proteïnen, goede en slechte vetten en kilocalorieën. Zij begrijpt er niets van. Maar enfin! Ge zijt toch niet te dik ?? Tis nie de moment om te vermageren hè, anders gaat ge de bergen niet over geraken zelle!!.
Er wordt een nieuwe fiets besteld. Deze is lichter, en heeft schijfremmen, wat blijkbaar toch iets veiliger is bij bergen van het kaliber dat hem te wachten staat. Even is er een lichte ongerustheid omtrent de leveringstermijn, maar Tony van de fietsenwinkel verzekert hem dat de fiets er tijdig zal zijn. Voor zij die hem nog niet kennen: Tony van de fietsenwinkel is dé Tony die in de jaren 90 enkele etappes in de ronde van Limburg won, evenals de stadsprijs van Geraardsbergen én tien jaar later het Belgisch kampioenschap voor de eliterenners zonder contract. Een uiterst betrouwbaar raadgever als het aan komt op materiaal en het afstemmen ervan. Uw fiets, die staat te hoog, hé! Na voorzichtig te hebben uitgelegd dat er in een fietslabo testen gebeurd zijn met metingen van benen en knieën en duwkracht enzovoort enzoverder, wordt het paspoort dat de bikefitter heeft opgemaakt, bovengehaald. Tony checkt en hercheckt. Grommend. Hmm, de hoogte van uw zadel komt inderdaad overeen met de opmetingen. Een beetje later bij het afrekenen: Maar zijt ge zeker dat die mannen zich niet misschreven hebben?
Naast de trainingen op de Wahoo is het belangrijk om ook buiten te blijven rijden, zodat de voeling met weer en wind niet verloren wordt. Dus worden er in de agenda zondagen aangekruist, waarop er in de streek dagritten voor wielertoeristen georganiseerd worden. Dat is handig: een vooraf uitgepijld parcours, veilige oversteekposten en een bevoorrading op tijd en stond. Perfect voor zowel de beginnende fietser als de doorwinterde wielertoerist, dus ook perfect in te bouwen in het trainingsschema. Toevallig blijkt er eentje te starten vlakbij huis: de Ename Classic met de keuze tussen 157, 117 of 88km (de familietocht van 33 km laat ik gemakkelijkheidshalve maar buiten beschouwing). De dag zelf echter is er alweer storm. Hevige windstoten en kans op onweer. Zijn laatste grote buitenrit indachtig, kan ik hem toch overhalen om van zijn plan af te zien. Het inschrijvingsgeld kan hij helaas niet meer recupereren. Knarsetandend horen we s avonds dat er bijna 3000 deelnemers waren, dat zij één van hen was en dat het s morgens om 7u nog goed te doen was. Vastberaden boeken we een weekend in de Ardennen, om daar eens flink door te trainen.
En zo komt het dat ik hem twee weken later deponeer in Saint-Hubert, alwaar hij de tocht richting Hodister aanvat. Ik maak van de gelegenheid gebruik om eens op bezoek te gaan bij vrienden. Wanneer ik in de late namiddag ook aankom in Hodister, zit hij aan zijn tweede trappist. Dat hij de heuvels op vliegt! Dat hij in bloedvorm is! Geen pizza vanavond, maar op restaurant, om het te vieren! Il Pirata, here we come!!
Het is stormweer. Windstoten van 80km/h en meer, en het giet water. En uitgerekend in dat weer wil mijn lieveling gaan fietsen. Ik verklaar hem zot. Frank Deboosere ook. Maar het trainingsschema is gezet, en niets zal hem ervan weerhouden zijn doel te bereiken. Natuurkrachten? Daar lachen wij mee!
Greg Van Avermaet is gisteren nog de Bosberg naar boven gekomen aan een gezapige 23km/u. Zij deelt mee dat ze dat aan 19,3 doet. Maar met dit weer de fiets op gaan? Nee, dat is gekkenwerk. Beter wachten tot de namiddag, dan geven ze droger. En passant leert ze ons dat het ook nog veel te vroeg op het seizoen is om al zon zware ritten te doen. Daarvoor moet je al een doorwinterde sporter zijn. Ze is duidelijk: bij thuiskomst vind ik een lijk voor mijn voordeur.
Een uur of twee later volgt een eerste bericht. Hij is aan de helft, en het is loodzwaar. De wind beukt in alle richtingen, en de kasseien liggen er spekglad bij. En dan moeten de zwaarste hellingen nog komen. Zij is formeel: in dit weer en zo vroeg op het seizoen? Die is gans naar de kl*ten straks! Anderhalf uur later: hij heeft de tocht uitgereden en vertrekt nu vanaf de finish nog met de fiets huiswaarts. Die laatste kilometers blijken echter de spreekwoordelijke loodjes te zijn. Maar goed, 97 km achter de kiezen, een gemiddelde van 22km/u met een uitschieter van 53 en bijna 4000 calorieën verbrand. Dat verdient een trappistje!
Wonder boven wonder staat hij de volgende dag fluitend op. Geen spierpijn, geen dikke knieën, geen zere schouders, niets. Het is duidelijk: al die uren op de Wazou werpen hun vruchten af! Hij zal ze iets laten zien, ginder in Italië! Gemotiveerd neemt hij zich voor om naast de fietstrainingen, vanaf nu ook drie keer per week buik- en rugspieroefeningen te doen. Enkele dagen later vind ik in mijn mailbox een bericht, dat ik mag beginnen zoeken naar een B&B voor in 2020, want dat hij dan La Cannibale wil meerijden. De bijhorende link leert mij dat dit een rit is voor gevorderde fietsers, van 173km, bijna 5000 hoogtemeters, met zes cols waarvan twee keer de Mont Ventoux. Wanneer ik voorzichtig suggereer, dat hij misschien best eerst deze tocht probeert tot een goed einde te brengen, lacht hij mijn bezorgdheid weg. Hij meldt haar dat hij misschien toch overweegt zich ook aan te sluiten bij haar wielerclub. Zij moedigt hem enthousiast aan: Ja, zeker doen! Met de Bs kan je waarschijnlijk wel meerijden, die komen net uit hun winterslaap!
En zo krijgen we meer en meer fotos en updates door, van hem in het weekend, beukend op de pedalen, met hier en daar een tussenstop. Goed voor een mattentaartje of een wafel, want zonder brandstof geraakt de tank leeg!
Ondertussen is ook zij toch voorzichtig aan het trainen geslagen. Ze meldt dat het met de conditie toch alvast nog vrij goed zit. Een dikke 70 km, met 500 hoogtemeters, solo na de winter. Hij ziet het plots weer zitten. Pff, ik zal maar niet zeggen hoeveel ik vandaag gereden heb! 85km! en we hebben nog vier maanden te gaan! Perfect op schema!
En fluitend giet hij een aperitiefje uit. Dan valt zijn oog op haar gemiddeld vermogen van 143 Watt. Hij: Dat haal ik nooit! Ik zit gemiddeld aan 109! Zij, de expert: maar nee, dat komt nog wel met wat training. En dat stelt hem toch een beetje gerust.
Aan tafel vertelt hij dat het toch straf is. Zij, die zo getraind is, 143, en dan wetende dat een Remco Evenepoel, amper 18 jaar oud, al boven de 500 Watt getrapt heeft. Dat is nu toch echt eens een topcoureur in wording. Een kwartier later vind ik hem sprakeloos in de zetel, starend naar zijn smartphone. Op mijn vraag wat er scheelt, volgt alleen licht hoofdschudden. Ik kijk mee over zijn schouder en lees het laatste bericht in het whatsapp groepje dat zonet is binnen gekomen. Mijn max watt dat ik al eens heb geduwd op een spinning fiets was 780!.
Dat hij er niet gaat geraken! Dat is niet te doen! Met dat werk! En dat bijberoep! En al die familiale en sociale verplichtingen!
Zij heeft een trainingsschema doorgestuurd. In het weekend, ça va nog. Maar hoe komt een mens aan die kilometers in een werkweek? Hij vertrekt elke dag om 7u, en is pas om 19u weer thuis. Dus neemt hij zich voor om in aanloop naar het grote evenement 6000 trainingskilometers te rijden. Maar enig rekenwerk leert ons dat de tijd te kort is daarvoor. Dan maar over naar plan B.
Om dit goed te begrijpen, dienen we ons te realiseren hoe het oprijden van een col eigenlijk in zijn werk gaan. Door te stampen op de pedalen levert de wielrenner een bepaalde input aan energie, uitgedrukt in Watt. Wanneer je harder op de pedalen stampt, is het niet gezegd dat je ook harder fietst. Veel hangt af van het gewicht dat de wielrenner dient te verplaatsen, vooral als dat gewicht dan ook nog eens bergop moet. Dus om een berg over te geraken met de fiets, zijn er eigenlijk twee opties: ofwel trap je hard, zodat je al dat gewicht mee omhoog krijgt, ofwel vermager je, zodat je minder kilos moet meesleuren.
En hier komt operatie Powerpannenkoek op de proppen.
Men neme een ei, menge dit met een petit suisseke en wat havervlokken en men krijge een powerpannenkoek. Dit wordt het ontbijt voor de komende weken en maanden. En s middags enkel nog soep! En dat we gaan meedoen aan Tournée Minerale!
Maar eerst moet die pot Nutella in de kast op. En er zijn nog late nieuwjaarslunches met ex-collegas (amai, diene spaghetti was lékker). En tournée minérale .zijde gij zeker dat ik dat gezegd heb? De eerste lading petit suissekes eindigen in mijn brooddoosje voor op het werk.
Ondertussen laat zij weten dat ze met het aangekondigde mooie weer met de fiets naar het werk gaat. Heen en terug maakt dat toch al rap 35 kilometer. Want binnen een week of drie begint de club weer te trainen. Of hij zich anders niet wil aansluiten? Ze rijden elke week op zondag, start om 8u15.
Of ze hem kunnen sponsoren? vraagt iemand mij. Ik draai een beetje om de vraag heen en suggereer dat ze hààr kunnen sponsoren.
Ondertussen begint de ernst van het verhaal hem door te dringen. Terwijl zij het hele event enthousiast deelt op facebook, en voorstelt als haar sportieve uitdaging voor 2019, blijft het stil langs zijn kant. Of toch niet helemaal. Hij koopt een Wahoo Kickr.
Toen ik jong was, waren er mensen die fietsten. Bejaarden reden thuis op een hometrainer. Maar de echte sportievelingen hadden een kamer met daarin hun koersfiets op rollen, om te kunnen blijven doortrainen tijdens de gure wintermaanden. Welnu, anno 2019 zijn er geen rollen meer, maar Wahoos. Het principe is hetzelfde. Het grote voordeel echter is dat de Wahoo ook kan gekoppeld worden met Zwift. Zwift is een programma op de computer of de ipad, dat maakt dat je eigenlijk fietst in een computerspel. Zo kan je virtueel tegen anderen fietsen, steeds in een ander nagebouwd land, waarvan het meest gekende de ronkende naam Watopia draagt. Dat het vroeger allemaal simpelder was? Dat klopt. Maar Zwift maakt het wel mogelijk om nauwkeurig je afgelegde kilometers, hoogtemeters, wattage en hartslag op te volgen. Ideaal dus om een heroïsche tocht voor te bereiden.
En zo zag ik mijn liefste zijn koersfiets de trap op slepen naar het tweede verdiep en met de moed der wanhoop en veel gevloek zijn achterwiel demonteren, om diezelfde fiets dapper op de Wahoo te monteren en dan zuchtend te constateren dat hij nog een matje nodig heeft om eronder te leggen. Gelukkig staken ze niet bij bol.com. Het plan is om in de week op de Zwift te trainen, en dan in het weekend de hele omgekeerde beweging te maken, om zo dan weer buiten te kunnen gaan trainen.
Zij blijft er stoïcijns bij. Allé jong, t is nog vier maand! Sebiet zijt ge overtraind.
Hij: ex-kankerpatiënt. Rookte vijftien jaar aan een stuk één pak Tigra per dag. Wisselde sigaretten af met Duvel en Omer. Mijdde het daglicht en kwam enkel de straat op om de hoogstnodige verplaatsingen te doen. Een jaar of drie geleden besloot hij het over een andere boeg te gooien. Om de ene bezigheid in te ruilen voor de andere, startte hij met fietsen. Weliswaar met een kunstheup, kapotte knie en twee kapotte schouders. Niets aan te doen, gewricht kapot = gewricht kapot. Waagde zich vorig jaar voor het eerst aan een col, gemotiveerd door het Climbing for Life event in de Vogezen. Kwam aan. Buiten tijd weliswaar, maar het doel was to finish, not to win. Toevallig of niet, is sinds een jaar of drie ook mijn vriendje, mijn allerliefste, mijn beste maatje, mijne copain. Met een buikske.
Zij: we kennen elkaar al dik 25 jaar, van bij het paardrijden. Zij voetbalde toen ook nog. Jaren geleden ruilde ze haar voetbalschoenen voor een wielertenue. We wogen toen allebei rond de 65kg. Zij, hoewel de 40 gepasseerd en een kind erbij, weegt nog altijd evenveel. Ik iets meer. Meer nog, die 65 kg van haar bestaat vooral uit spieren. En nog eens spieren. Haar vakanties bestaan uit bergen oprijden. Ze traint in een ploeg, die voor de rest louter uit mannen bestaat. Alcohol heeft ze nog nooit in haar leven aangeraakt. Desserts evenmin. Haar haar heeft ze ondertussen laten kortwieken, want dat is gemakkelijker bij het sporten. Zat in 2018 223 dagen op de fiets, waarbij ze bijna 10.000 km reed en meer dan 63000 hoogtemeters aflegde.
Tijdens een gezellige vrijdagavond met de vriendinnen, besloot hij eens mee te gaan (want de ribbekes zijn daar zo lekker). Al gauw ging het over fietsen. Een uur later besloten ze samen de Stelvio te beklimmen. Zij liet er geen gras over groeien. Nog voor hij het goed en wel besefte, waren ze amper 48u later allebei ingeschreven voor de nieuwe editie van Climbing for Life, en had zij een allercharmantste chalet gevonden, geboekt en betaald.
Ik ga mee ter ondersteuning, samen met een andere vriendin, die op die bewuste avond ook aanwezig was en het spektakel voor geen geld wou missen. Even zag ik hem nog wit wegtrekken, namelijk toen bleek dat samen naar de Stelvio voor hem betekende: de Stelvio oprijden, en voor haar: een toerke doen waar diene Stelvio toevallig in voor komt. Nog wat later kwam er ook geen geluid meer uit. Toen had hij even dat toerke waar zij over sprak nader bekeken. Hoedanook, medio juni zijn we weg richting Bormio. Zoals ze vroeger in Italië plachten te zeggen: Morituri te salutant.