Als ik erin vlieg, wil ik het maar ineens af hebben ook !
Ik heb dan ook een nieuw blogbericht, een update over de laatste
gebeurtenissen in Cochabamba. Een maand is alles wat me nog rest, binnekort sta
ik terug met mijn voeten in België/op de grond. Wij, de Belgen, worden hier
stilletjes aan een beetje gek, en vooral dan wanneer we denken aan de dingen
die we nog willen doen in Bolivië. De laatste week zijn we dan ook altijd te
vinden in cafeetjes en restaurantjes, gerechten uitproberend of gewoonweg onze
gewoonlijke bestellingen. Profiteren wil ik, van het goedkope leven en het
lekkere eten ! Zo gaan we bijvoorbeeld elke week een keer middageten in ons
stamcafe, de 'Clockwork Orange'. Hier betaal je 20Bs (2 euro) voor soep, salade
buffet, rijst, aardappelen, fritjes, kip/vlees, fruitsap, dessert en een tasje
koffie. Nu begrijp je wel waarom ik hier nog van wil profiteren zeker ... :)
En omdat ik veel eet, ga ik nog steeds naar de fitness, hoewel mijn buik
hier niet van lijkt af te slanken. Het is het gedacht dat telt zeker ? Teken van het goede leven!
Sinds kort heeft onze meid, Cynthia, besloten om te stoppen met werken
(ze is haar terugkeer naar Spanje aan het plannen, en heeft hier ook een
winkeltje waar ze veel moet staan) waardoor wij een nieuwe meid in huis hebben.
Ze heet Andrea, komt uit La Paz, is 17 jaar (hoewel we dit eigenlijk niet
weten, omdat we haar identiteitskaart nog steeds niet gezien hebben) en werkt
voor de eerste keer. Haar mama heeft haar op 2-jarige leeftijd achtergelaten
bij haar nonkels, omdat ze naar Spanje is vertrokken om te gaan werken.
Blijkbaar gebeurt het heel veel in Bolivië dat moeders (ouders) hun kinderen
achterlaten bij nonkels/vrienden, in het buitenland gaan werken en af en toe
geld opsturen, al denkend dat dit de problemen oplost. Echter, is het cijfer
van kindermisbruik/verkrachtingen zeer hoog in Bolivië, en gebeurt ditvaak door de nonkels/vrienden waar kinderen
op jonge leeftijd worden gedumpd. M'n mama zegt dat het leven in de stad
met dag en nacht verschilt van het leven in de bergen; er bestaat amper moraal, ook omtrent het verkrachten van kinderen, en van zo gauw er
drank bij komt zien veranderen mensen meteen. Andrea, onze meid, is dan
ook na een paar maanden weggevlucht uit haar verblijf, en bij haar grootouders
gaan wonen. Wat mensen, en vooral de armen, hier meemaken... Het is een lief meisje, maar omdat ze haar
school niet heeft afgemaakt (hoewel ze dit nog wel zou willen) is ze
allesbehalve intelligent waardoor we soms raar opkijken als ze reageert op
iets, of vorken in plaats van lepels brengt. Ja, we mogen nog blij zijn met
gratis en verplicht onderwijs in ons Belgenland, iets wat als utopie kan doorgaan voor
Andrea.Tot zover de
huiselijke veranderingen.
Voor de mensen die zich afvragen of ik me
toch met iéts nuttigs bezighoud aan de andere kant van de wereld, universiteit bestaat hier nog. Veel les
heb ik toch hiertoe niet gehad, maar dat ligt niet enkel aan mij. Een aantal
maanden terug had ik les in een vreselijk oud gebouw in het centrum. Dit gebouw stond echter (letterlijk) op instorten, waardoor mijn faculteit (want enkel wij sociologen in spe hadden hier les) gingen protesteren op straat voor veiligheid en dus voor een
nieuw gebouw. Aan de stakingen doe ik niet mee (deze eindigen met geweld) maar wel stond ik achter hun keuze. Op de binnenkoer van ons gebouw
hing immers een zeil in de lucht om te voorkomen dat als het dak zou instorten,
dit in het zeil zou vallen en niet op de studenten. Deze keer werd er wel
degelijk gestaakt om een grondige reden, om een noodzakelijke verandering. Dit
zorgde dus voor een paar weken geen school, en wat later wel degelijk les in een nieuw
(en veilig) gebouw.
Ook was er een aantal weken geleden de 'Feicobol' (Feria Internacional
de Cochabamba Bolivia), een gigantische 'markt' met standen van verschillende
bedrijven/winkels/merken die hun producten voorstelden, lieten uittesten en
verkochten. Zo kon je overal eten proeven, alsook proeven van alle Boliviaanse
wijnen en andere dranken. Ook waren er 'discotheken', omdat tijdens de Feicobol
(die 10 dagen duurde) heel Cochabamba hier rondhing. Ik
ging met mijn neef en vrienden, mensen van school en met een paar
Belgen, en elke keer vonden we wel een nieuw kraampje waar we vanalles konden
uittesten, onder het alibi van potentiële koper.
Maar dat heel Cochabamba rondhing op de markt, wil ook iédereen zeggen. Zo kon
het onvermijdelijke me nog eens overkomen; ik werd beroofd. Iemand vond het nodig mijn leren handtasje te stelen, waarin een kleedje,
een nieuw gekocht parfum, mijn gsm, wat geld en kauwgom in zat. Een domper op de avond was het wel, aangezien ik niet de enige was die beroofd was.
Gelukkig konden we mee naar huis rijden met vrienden, anders hadden we daar
mooi gestaan midden in de nacht.
Cochabamba, zeg maar Bolivië, blijft een stad/land waar je moet
oppassen. En omdat er ons lang niets overkomen was, er ons eigenlijk nog steeds niets
serieus is overkomen, zijn we roekelozer geworden en dus onvoorzichtiger,
wat eigenlijk na 10 maanden nog steeds niet mag. En toch hou ik van
dit land, van de cultuur, van het eten en van de mensen. Een echte Boliviaan zal ik nooit worden, poging tot mag zeker :)
Blogberichten. Ze worden hoe langer hoe lastiger om te onderhouden. Niet omdat ik niet wil, neen, ik zou jullie graag zoveel mogelijk vertellen over m'n avontuur. Het blijft moeilijk om me achter de computer te zetten, me te concentreren, en te schrijven in plaats van af te spreken met de een of andere, of naar de universiteit te gaan. Al bij al zal ik proberen voor de laatste maand nog een aantal blogberichten te plaatsen, zodat we dit jaar toch schoon kunnen afsluiten. Hier gaan we dan, na bijna een maand hebben jullie opnieuw leesvoer !
& FELIZ PASCUA.
Ja, Pasen is al relatief lang gepasseerd, maar omdat dit in Bolivië (en in mijn zeer gelovige gezin) een nieuwe ervaring was, verdient dit een laat blogbericht. Voor ik over Pasen begin, kan ik al vertellen dat mijn gastmama 40 dagen geen rood vlees heeft gegeten (en voor Bolivianen, vleeseters, is dit een zeer moeilijke opgave). Ook zij wou een opoffering maken aan God, om hem te bedanken voor alles wat we hebben en wat ons niet overkomen is. Ook vertelde ze me dat haar geloof in God enorm versterkt is bij de Geboorte van Wilfredo (5jr, één van de tweeling) en Cirito (14jr). Omdat beide een lichamelijke handicap hebben en dus niet kunnen wandelen, zocht mijn mama in haar geloof naar een antwoord op de vraag 'waarom' dit zo was. Ze dacht dat ze iets verkeerd had gedaan, vroeg zich af waarom God haar deze kinderen had gegeven, en na lang zoeken vond ze het antwoord. Bij God. Dit gezin maakt me geloviger dan ik ben, en dat is vreemd. De uitspraken die ze maken, de raad die ze me geven, verhalen die ze vertellen en manier waarop ze leven heeft mij een geloviger mens gemaakt dit jaar. En ik begrijp m'n gastouders volledig; ze zoeken bij de Kerk een soort houvast, een soort verklaring voor de dingen die hen, of anderen, overkomen. Het helpt hen.
Witte Donderdag, a.k.a. 'de Kerkentocht'. In Cochabamba is het namelijk de gewoonte om op deze dag welgeteld 12 kerken te bezoeken. Heel de stad liep vol met mensen die zich in de overbevolkte kerken wurmden om hier 5 minuten te bidden, en vervolgens naar de volgende kerk trokken. Er liep volk op straat van alle leeftijden, het verbaasde me dat er ook veel jongeren liepen. Wij deden deze kerkentocht dan ook met een aantal vrienden, en slaagden erin 4 kerken te bezoeken. Sommige kerken kon je gewoon niet binnen vanwege de massa die er was, het was onvoorstelbaar. Na onze mini-kerkentocht (want zo mag je die van ons wel noemen) kochten we anticucho (reepjes gebakken koeienhart op een saté-stokje en geserveerd met een aardappel en pindasaus. Dit wordt verkocht op straat) en gingen we naar huis. M'n gastvader was die dag trouwens aangekomen van Cobija om Pasen met zijn gezin te kunnen vieren. Eigenlijk vind ik het best jammer dat hij zo weinig naar Cochabamba komt, omdat we elkaar daardoor niet heel goed kennen.
Met Witte Donderdag, alsook Goede Vrijdag, werd er nergens rood vlees gegeten en maakte m'n mama dan ook allerlei visgerechten voor het gezin een paar vrienden uit Cobija. Na dit ware feestmaal hielden ze hun siesta en namen we deel aan de 'Procesión', iets waarvan ik op die moment niet wist wat het was. Ja jongens, ik deed mee aan de kruistocht, samen met zo'n 700 anderen. Aan de kerk vlakbij ons thuis verzamelde iedereen zich. De mensen waren in het zwart gekleed, de pastoor stond vanvoor, hierachter een misdienaar die het grote houten kruis droeg, een andere met 'n Maria beeld, 'n Christus beeld en een aantal mannen droegen een kist met Christus in. We zouden de kruistocht afleggen, die zo'n 3 uur duurde en waarbij we 12 stops doorheen de hele stap maakten om te bidden. Mensen rouwden, huilden en liepen er verslagen bij, en ik was weer zeer slim geweest om een bloementopje aan te doen...
Nu maakte ík deel uit van een heuse attractie voor de toeristen en Braziliaanse studenten. Sommigen zag je met hun labtop al skypend uit de raam van hun appartement hangen, anderen kwamen nieuwsgierig kijken naar de voorbij strompelende massa. Op dagen als deze merkte ik eens zo hard hoe invloedrijk het geloof is voor de Boliviaanse samenleving. Hun tradities, gewoontes, waarden en normen zijn hier vaak op gebaseerd, iets wat we ons in België niet kunnen voorstellen. Zo loopt meer dan de helft van de jongeren hier bijvoorbeeld met een Parter Noster rond hun nek. Toen de tocht erop zat, was er nog een afsluitende misviering waar ook wij niet ontbraken. We waren kapot toen we thuiskwamen, 3 uur wandelen was echt wel genoeg. Mijn gastouders waren blij dat ik mee was geweest, zo had ik weer een nieuwe anekdote voor mijn boek (blog).
Stille Zaterdag verliep zeer stil, zeer gewoon, maar ook zonder enig vlees op tafel. Het was een familiale dag, een dag waarbij iedereen thuis bleef, een middagmaal met zijn familie had en 's avonds niet uitging. Er was ook zo goed als niets te doen in de stad, iedereen zat thuis. Mijn papa zou deze dagen niet drinken, maar vertrok niettemin naar het restaurant om met mijn nonkel te praten/drinken. Dit zorgde er dan ook voor dat we zondag niet naar de mis gingen, wat ik ergens zeer jammer vond. Toen iedereen zijn bed uitkwam, haalde ik mijn 'paaspakket' boven, de chocolade en andere lekkernijen die ik een lange tijd terug van mama en papa opgestuurd had gekregen. Ze waren euforisch, en vielen dan ook meteen aan op een reep Côte d'or. Voor het middageten vertrokken we naar het restaurant van m'n tante en nonkel, de 'Rodizio'. M'n mama kon na 40 dagen terug vlees eten, en haar gezicht was dan ook geld waard toen ze haar bord kreeg. We bleven er wel uren praten, eten, praten, nog wat eten, gezellig samenzijn met de familie. Pasen was geslaagd, iedereen was tevreden en de mama was trots dat ze de Vasten was doorgekomen. Ook ik was blij Pasen eens te vieren vanuit een veel religieuzere hoek, een feest dat hier toch meer is dan alleen de chocolade (die uiteraard ook NIET mogen ontbreken;-) ) Ik vergeet het nooit.
Een cruise. Hierbij denk ik aan overbodige luxe, decadentie tot in de kleinste details en relatief oud, rijk volk. Ongelijk kon ik mezelf niet geven, want de 'MSC OPERA' waarop we ons begaven paste volledig in dat stereotiepe plaatje. De Cruise bestond uit zo'n 14 verdiepen en was 251m lang, 75m breed en zo'n 100m hoog. Binnenin waren er verschillende lounge ruimtes, fitnessruimtes, een casino, restaurants, bars, een theaterzaal (waar je elke avond Bingo kon spelen), duty free-shops, discotheken, zwembaden, jacuzzi's en een enorm aanbod aan eten. Maar liefst 5 keer per dag konden we aanschuiven en ons buikje rond(er) eten. Als ontbijt was er alles: van gezonde yoghurt en fruit tot spek, eieren en chocoladebroodjes. Van 12u-18u was er het pizzabuffet, van 12u-15u het pastabuffet, vanaf 14u het middagmaal en om 22u konden we smullen van een 4-gangen menu in het chique restaurant. Onze obers kwamen van Costa Rica en Indonesië, en zo liepen er rond van over de hele wereld. Ook was alles op de 'MSC OPERA' in het portugees aangezien zo'n 70% van het volk Braziliaans was. Het verbaasde me dat ik er toch iéts van verstond, omdat het vergelijkbaar is met het Spaans. De crew organiseerde, net zoals in van die foute Amerikaanse films, de hele dag activiteiten: zo werd er gedanst op Grease met alle oudjes op het dek, werden er battles tussen mannen en vrouwen gehouden en massa's spelletjes gespeeld. Ook onze kamers waren ruimer dan we gedacht hadden, en werden dagelijks gekuisd en opgeruimd (zelfs ons bed werd elke dag op een verschillende manier opgedekt).
Maar gelukkig heeft een cruise ook bestemmingen. Zo kwamen we aan in Punta del Este, een toeristische havenstad in Uruguay waar tientallen zeehonden/zeeleeuwen lagen te zonnen in hun natuurlijke habitat. Je kan het al raden, een heuse attractie voor wij toeristen... Met een busje werden we gebracht naar een aantal stranden en prachtige uitzichtspunten over de stad, om tenslotte gedropt te worden in de winkelstraat. Onvoorstelbaar hoeveel mensen er die avond aan boord kwamen met de handen vól zakken. Kijken naar je geld? Ik denk dat de meerderheid er liefst blindelings mee smijt. Maar het is zoals het is, aan luxe raak je snel gewend, dus vonden wij de cruise al snel geweldig. (Wel niet in de zin dat ik het opnieuw zou doen; geef mij maar een rugzak om mee rond te trekken door Zuid-Amerika =) )
Toen we onderweg naar onze volgende bestemming waren, zaten we 1 dag op open zee, met gevolg onze dag bestond uit bakken in de felle zon op het dek, eten, voor de afwisseling nog eens eten en uitgaan in de discotheek. Die volgende dag kwamen we aan in Ilhabela, een tropisch stadje in Brazilië, waar we een aantal watervallen bezochten en genoten van het strand. Vermoedelijk werd ik hier gestoken door éen of ander braziliaans monstertje, want die volgende dag verscheen een beet (leek op een muggenbeet) op mijn been, die gedurende de reis enkel bleef groeien en enorm hard jeukte. Nu nog (16/04/2011) probeer ik hem weg te krijgen met allerlei zalfjes; tervergeefs.
Maar goed, 's avonds konden we genieten van een spectaculaire show op de gala-avond (want wat is een cruise zonder een avond waarbij iedereen nóg eleganter kan rondlopen?) die bestond uit flamenco, cancan, zang, acrobatie tussen twee mannen, flauwe mopjes en meer van dat. Een sfeervolle afsluiter was het zeker, want die volgende ochtend kwamen we aan in Santos (Brazilië) waar ons tweede avontuur erop zat. Santos heeft bij mij een slechte indruk achtergelaten: vuil, grauw en vies. Als het zijn oude gebouwen nog gerenoveerd zou hebben, zou er nog iets aantrekkelijks zijn geweest buiten dat éne pleintje in de hele stad. Ook werden we met onze neus op de realiteit geduwd: de kostprijs was terug zoals in België. Wat een verschrikkelijke aanpassing, ik miste Bolivië meteen! In Santos reden we nog met een toeristisch treintje doorheen het centrum, om ons 's avonds naar de Terminal te begeven. Want die avond sprongen we met voer en vol enthousiasme op de bus die ons naar de eindbestemming van onze Grote Reis bracht: RIO DE JANEIRO!
Een tweetal weken geleden verliet ik Cochabamba om, kwestie van afwisseling ( ;-) ), de wijde wereld in de trekken. Deze keer ruilde ik m'n leven in Cochabamba om voor een reis richting Buenos Aires, Uruguay en Brazilië, en omdat ik bijna een boek kan schrijven over deze onvergetelijke reis zal er een verslag in drie delen volgen.
Beginnen doe je bij het begin, en het begin van onze reis begon in Buenos Aires, hoofdstad van Argentinië. Eerste indruk? Nee, we zitten terug in Europa jongens ... Want B.A., hoe geweldig het er ook is, lijkt het Europa van Latijns Amerika wel; proper, verkeersregels/borden, normale kledingwinkels (en geen mini/haast binnengerakende rommelwinkeltjes), dure levensstijl, modern openbaar vervoer (met even vriendelijke buschauffeurs), ''chique'' auto's, ... En ja, het is er prachtig. Er staan indrukwekkende gerenoveerde gebouwen, er is een grote en mooie haven (Puerto Madero), gezellige cafeetjes, een eeuwig stralende zon en ook ons Hostal leek in geen honderd jaar op dat tijdens onze 3-stedentocht in Bolivië. We verbleven in 'Hostal Suites Florida', een aanrader voor elke jongere die een relatief goedkope verblijfplaats zoekt in Buenos Aires. Het hostal lag centraal, de kamers waren proper en hadden een eigen badkamer, de staff was vriendelijk, het ontbijt was een buffet en naast dit allemaal werden er massa's feestjes georganiseerd. Iets belangrijks was het gevoel van veiligheid dat de stad me gaf; geen enkele moment liep ik met schrik over straat na een avondje op cafe of een gratis tango op straat. Ook zijn Argentijnen veruit een van de mooiste volkeren. Wauw, liep je over straat kon je overal wel een of andere knappe jongeman spotten. Mijn goesting? die vond ik er zeker. Wel vond ik de oudere Argentijnen geen vriendelijk volk; zure, onbehulpzame, saaie mensen. Slechts enkele momentopnames van mezelf, de realiteit zal uiteraard wat anders zijn. Maar dit is mijn blog, en dus is mijn schrijfstijl ook allesbehalve objectief.
De paar dagen we verbleven in Buenos Aires deden we ons best de stad zo goed mogelijk te leren kennen. Zo gingen we (meestal te voet en voorzien van zonnecrème en kodak) naar San Telmo -een oud en antiek gedeelte van de stad waar je allerlei kleine winkeltjes treft alsook een paar mooie parken- , Caminitos -het meer toeristische gedeelte van B.A. gekend om zijn kleurrijke huisjes, artistieke schilderijen en graffiti- , het beroemde kerkhof waar Eva/Evita Perron begraven ligt, het huis (zeg maar kasteel) van de Argentijnse presidente, de indrukwekkende Puerto Madero en zo veel meer. We ontdekten, genoten maar keken vooral uit naar het hoogtepunt van ons verblijf: de bewuste avond van het concert van U2 met Muse (!) als voorprogramma. Jessica en ik trokken de laatste avond naar het stadion, waar duizenden mensen bleven toestromen om U2 in levende lijve bezig te zien. Toen we hoorden dat Muse begonnen was renden we vliegensvlug binnen, en omdat we vrij ver stonden kropen we dichter en dichter met het excuus 'excuseer, onze vrienden zijn daar!' Strakke tacktiek, ik zeg het u.
In 5 minuten stonden we dichterbij en konden we meekelen op klassiekers als 'Starlight' , 'Super Massive Black Hole' en noem maar op. Er was sfeer, maar doordat Muse vrij onbekend is onder de Argentijnen was de sfeer niet zoals hij in België geweest zou zijn. Niettemin genoot ik ten volle teugen van het voorprogramma, ook al was de feedback met het publiek minimaal. Maar daar zou snel verandering ik komen, want U2 kwam op en werd verwelkomd met massa's waves & oorverdovend applaus en gejuich. Het optreden was ... wel, om eerlijk te zijn vind ik er geen woorden voor; overweldigend, ontroerend, prachtig, sfeervol, uniek, onvergetelijk. Veruit het beste concert ooit gezien! Ze speelden en zongen met hart en ziel, kregen het publiek mee in alles (op een gegeven moment werd alles stil en stak 100.000 man het licht van z'n gsm aan. Kippenvel, samenhorigheidsgevoel op en top), gaven rakende boodschappen mee en zorgden voor ontelbare kippenvelmomenten, om maar te zwijgen over de momenten we met tranen in onze ogen stonden.
Ja, Buenos Aires kon niet in nóg meer stijl afgesloten worden. Voldaan konden we die volgende ochtend vertrekken naar de haven waar onze cruise (de MSC Opera) ons stond op te wachten. Deel I van de reis zat erop, nu kon het tweede meer luxueuze en decandente deel van de grote reis beginnen: De Cruise.
Aangezien ik weer even verdwenen leek te zijn, en ik binnen enkele dagen op vakantie vertrek, lijkt het me een goed idee jullie een vergeschreven bericht voor te schotelen. En hoewel ik veel te vertellen heb, prop ik het in éen bericht. Enjoy!
Zoals AFS zegt, bestaat mijn jaar uit 1/2 middelbaar en 1/2 universiteit. Van juli tot november ging ik naar school, en enkele dagen geleden is mijn vakantie opgehouden. Jullie lezen het goed, sinds een paar dagen ben ik dan toch begonnen met de universiteit. En hiervoor hebben we AFS moeten lastigvallen tot er uiteindelijk iemand werd aangewezen als verantwoordelijke voor de univ. Het comité in Cochabamba trekt eigenlijk op niets, en dat heeft bijna alles te maken met het hoofd (Sra. Eleni). Haar verantwoordelijkheid bestaat uit het organiseren van activiteiten, regelen van de universiteit, in orde maken van ons visum, etc. Activiteiten hebben we niet meer gehad sinds het nieuwe comité er is, wat iedereen wel jammer vindt. Ons inschrijven in de universiteit bleek voor haar ook een uitermate moeilijke opgave te zijn, met gevolg ze deze taak op iemand anders schoof die het in 3 dagen in orde kreeg. Maar goed, de universiteit! Sinds een paar dagen ga ik naar 'Universidad Mayor San Simon' (U.M.S.S) als sociologe in spe. En deze faculteit, deze universiteit, is onvergelijkbaar met Anglo Americano (de 'elite-school' waar ik zat). Racisme bestaat, ook in Bolivië, en dit gaat vooral om een racisme tussen de rijken en de armen (campesinos) Omdat U.M.S.S. een universiteit van de staat is, betaalt men quasi niets om hier te studeren, met gevolg de arme bevolking hier studeert. Het is een ander 'soort' mensen; ze denken anders, zien er anders uit, en velen hebben (ik hoop dat het niet grof overkomt, want dat is zeker de bedoeling niet) zo'n typische geur. Niettemin, staan zij helemaal open voor zo'n vreemde blanke als ik. Helemaal alleen kwam ik aan en werd ik meteen aangesproken door een aantal van mijn klas. Ook de leerkrachten vinden het een 'eer' dat ik nog drie maanden sociologie kom volgen bij hen op de faculteit, en hebben me dan ook een kolos van een boek in de handen geduwd. We zitten met zo'n 30 à 40 man in klassen met bankjes uit de jaren stillekes. Onze faculteit is diegene die het meest verwaarloosd is, qua infrastructuur dan toch; door de vele regen in Cochabamba (het regenseizoen was heel fel dit jaar) is er gevaar op instorten van het dak, wc's kan je van meters ver ruiken, verf bladert in grote plakken van de muren, etc. Daarom zal er volgende week een staking worden gehouden (want als er 1 richting is die voor alles wil staken, is het sociologie wel. Allemaal zijn ze heel defensief opgesteld, en willen ze verandering brengen in de samenleving) om hopelijk een verbetering te krijgen. Mijn lessenrooster valt heel goed mee, hoewel het soms grote blokken zijn; zo heb ik bv. elke donderdag les van 14.15 tot 20.15. Ook heb ik het vak 'Quechua', het dialect van o.a. Cochabamba. Ver-schri-ke-lijk moeilijk, alsook de uitspraak. Voorbeeld ? - Lees het getal 6 780 luidop = suqtawaranqa ganchispachak pusaqchukayuq - Vertaal 'gele kleren wassen' = q'illu p'achaykila t'oqsay - Doe jezelf geen pijn, de uitspraak bespaar ik jullie -
Leerkrachten komen regelmatig niet opdagen, en de leerkracht Quechua gaf ons gisteren toestemming vroeger door te gaan omdat we honger hadden. Studeer ne keer in Bolivië, je maakt wat mee. Tot zover de Univ!
Want nu volgt het misschien wel belangrijkste nieuws: mijn visum is in orde ! Na 8.5 maanden 'illegaal' verblijf in Bolivië, is AFS er dan toch in geslaagd een visum te regelen. Nu hebben we een visum tot maart 2012; misschien overwegen hier te blijven tot die datum ? Just kidding. Want ook onze vertrekdatum staat sinds enkele weken vast: 23 juni vertrekken we naar huis, om 24 juni aan te komen in Zaventem, kapot van een lange reis. En of ik er naar uit kijk? Ja, om jullie na al die tijd terug te zien en in de armen te vliegen. En nee, want ik zal mijn tot dan opgebouwde leven hier moeten verlaten, niet wetende wanneer ik hier terug naar kan komen.
Vorige vrijdag trokken we trouwens met alle Belgen naar het concert van 'Los Kjarkas', de vrijwel bekendste muziekgroep uit Cochabamba die folklorische muziek voor jong en oud uit hun panfluiten, gitaar en charango's toveren. Zeker de moeite dit eens te googlen. Zaterdag was het feest bij m'n neef (die eind juni gaat trouwen! Hopelijk ben ik hier dan nog) en zondag werd Jorik 19. En zo'n verjaardag, dat lieten we niet aan ons voorbij gaan. 's Morgens stonden Marieke, Emily en ik aan Jorik's deur met versgebakken pannekoeken, broodpudding en een verjaardagskaart. Die dag erna maakten we ook nog koffiekoeken met pudding en chocolade, kwestie van hem zijn grootste gemis in België voor te schotelen. Hij was er blij mee, en terecht (:
Ook vierden we 'Vaderkesdag' vorige week zaterdag. Hiervoor kwam de papa speciaal overgevlogen van Cobija, om deze dag met ons door te brengen. Na een gezamelijk middagmaal en een siesta van de oudjes, vertrokken we met z'n allen naar de cinema. We zagen 'Yogi the Bear' (el oso Yogi) in 3D en met popcorn in alle kleuren. 's Avonds zouden de oudjes iets gaan drinken, maar hiervoor moest ik me even op hun bed zetten. De papa wou met me praten, en aan de manier waarop hij dit zei dacht ik dat er iets mis was. Maar niet heus, want wat hij zei ontroerde me helemaal. ''Eva, dochter, binnen 3 maanden ben je weg ... We gaan je enorm hard missen hoor! We mogen zeker het contact niet verliezen, want jij hoort nu bij de familie, en je zal hier voor de rest van je leven welkom zijn. En dat met wie je wilt: of je nu met je ouders komt (want die willen we dolgraag eens ontmoeten), met je zus, je broer, je vriendje (want dat zal je in België wel hebben!) of wie dan ook, we installeren ons zo dat je bij ons kan verblijven. Zie maar dat je ons nog veel komt bezoeken meisje'' Ik voelde me meer geaccepteerd dan ooit, aanvaard en welkom in de familie Ik heb hen maar gezegd dat we nog niet aan het afscheid moeten denken, want dat 3 maanden nog iéts is! En heb ik geld, keer ik terug. Want het afscheid zal iets pijnlijk zijn, misschien wel het pijnlijkste wat ik zal moeten doen in m'n 18de levensjaar.
En dat het avontuur begint te korten, is wel zeker! Twee weken geleden vierden we onze 'Chrisostemos Bolivië', de laatste 100 dagen in Zuid-Amerika. We maakten er een gezellige avond van met lekkere hapjes en pasta.
Wat heb ik jullie nog meer te vertellen ... Het Spaans blijft verbeteren, mijn band met de familie versterken en zelfs de fitness houd ik nog trouw vol! Enkel ga ik nu later, want fitnessen om 7uur 's morgens is toch gekkenwerk. En ja, de grote reis komt nu wel heel dichtbij. 30/03/2011 vertrek ik naar Buenos Aires, 1/04/2011 is er het concert van U2 (met Muse als voorprogramma!) en 3/04/2011 vertrekken we met een cruise naar Uruguay en Santos (Brazilië). In Brazilië verblijven we een nacht in Sao Paolo en nog 3 in Rio de Janeiro, om vervolgens 12/04/2011 terug aan te komen in Cochabamba (hopelijk met een zuiders kleurtje!)
Voorlopig laat ik het hierbij, ik heb jullie bijna een boek vol geschreven. Mijn eigen schuld, want elke week bloggen lijkt iets onhaalbaars te zijn gewroden. Maar blogberichten zullen er zijn; vroeg, laat of heel erg laat.
Carnaval de Bolivia, sin duda lo mejor del mundo !
Het regenseizoen komt stilletjes aan op z'n einde, mensen bekogelen jan en alleman met waterballonnen en keken ongeduldig uit naar het feest van het jaar: Carnaval. Ook ik trok deze keer, samen met de belgen uit Cochabamba, naar Oruro om carnaval te vieren op z'n boliviaans. Onze meerderjarigheid zorgde ervoor dat we toestemming kregen om te gaan, want wegens een te zatte bedoeling vorig jaar weigerde AFS Bolivia om dit jaar Oruro te organiseren. Wij vertrokken vrijdagochtend (4/03) voorzien van massa's warme truien richting Oruro, waar we 's avonds verwelkomd werden door kou en een massa volk. We dropten onze rugzak en trokken uit op verkenning. Zo wandelden we langs de tribunes, waar we die volgende dag zouden genieten van een waar spectakel op cultureel en folklorisch niveau. Overal en nergens kon je eten voor weinig geld, en ook proefden we 'leche de tigre', een naar zeggen typische drank uit Oruro. Deze drank bestaat uit kokende melk, gecondenseerde melk en Singani (boliviaans). Onze vrijdagavond werd afgesloten met een concertje, waarna we onder 4 dikke dekens kropen en een koude nacht tegemoet gingen. Die volgende dag verzamelden we ons op de tribunes, ditmaal voorzien van plastieken poncho, paceña, roosgelakte nagels en schuim-spuitbussen. Want ja hoor, de 'spuit-zoveel- mogelijk-schuim-op-gringo's-en-terug-oorlog' begon al snel; iedereen zag wit en plakte maar gaf daarom niet op. Het was carnaval, en op carnaval mag dat. De stoet zelf was indrukwekkend; van 's morgens vroeg tot diep in de nacht konden we genieten van boliviaanse dansen als Caporales in al even prachtige kostuums. Er waren mensen in berenpakken, indianenpakjes, boliviaanse outfits, caporales, ... De mannen van de Caporales dansten op een manier die heel het publiek in vuur en vlam zette; ze dansten met hart en ziel, dat kon je meteen zien. Maar ook werd er gevochten met hart en ziel; tussen twee groepen door vond een gevecht plaats waarbij een man zo hard op de grond werd gegooid dat hij bewusteloos bleef liggen, tot hij rechtstond en bloedend verder probeerde vechten. Politie ? Afwezig, uiteraard. Eigenlijk is het erg dat er bijna gezegd kan worden dat geweld een deel van de boliviaanse cultuur is; Bolivianen zijn temperamentvol, en wanneer er alcohol bij komt kijken eindigt een avond vaak ik geweldadigheid. Wij zaten veilig op de tribune, dus riepen/dansten/vierden verder feest tot we in de nacht besloten (zeg maar, onze begeleidsters) een tweetal uurtjes uit te rusten. Want om 5uur 's morgens stonden we in het centrum, klaar om 'Lalva' mee te maken; hierbij spelen een aantal bandjes muziek op de trappen voor een feestvierende massa tot de zon helemaal aan de hemel staat. En na deze ochtendgymnastiek (we moesten toch dansen zeker!) zagen we het slagveld van twee nachten non-stop feestvieren: comabezopen/roes-uitslapende mensen op straat en onvoorstelbaar veel afval. Ook ontdekten we tijdens onze zoektocht naar broodjes een specialiteit uit Oruro: ''rostro de llama'' - ''lama-kop'' Deze kop werd stomend en met haar en al door twee vrouwtjes in twee gezaagd, om vervolgens verkocht te worden aan hongerige mensen. Wij kozen toch maar voor een broodje met hesp en een warme chocomelk. Nog eventjes konden we genieten van Oruro, maar al snel kropen we gepakt/gezakt/met kleine oogjes en een huid vol schuim op de bus richting Cochabamba.
Want een week later, gisteren dus (ik sta weer geweldig goed op schema..), was het tijd om carnaval in mijn hometown te vieren. Samen met een aantal van 'den Anglo' (Anglo Americano) genoten we een hele dag van heuse spectakels, hoewel deze 'corso' (stoet) amper te vergelijken viel met die van Oruro. Voor mij was carnaval in Oruro folklorischer, veiliger, georganiseerder en minder participerend dan in Cochabamba. In Oruro kreeg je een hele dag folklorische muziek en dans, terwijl er in Cochabamba minder caporales (je weet wel, die typische dans) en cultuur was. Niettemin, in Cochabamba nam iédereen deel aan carnaval, in de zin van mee dansen en vieren. Mensen daalden af van de tribunes om mee te dansen met de voorbijkomende groepen; iedereen nam actief deel, de hele dag. Maar actief deelnemen wil voor velen zeggen dat er ook actief gedronken moet worden, met gevolg er in Cochabamba veel meer geweld was. En wat de politie in Cochabamba betreft, ik haat ze. Ik weet het, misschien heel grof om het zo te verwoorden, maar gisteren was ik enorm gefrustreerd, alsook de rest van het volk op de tribunes. De politie misbruikt haar machtspositie, profiteert van het feit dat ze mensen mogen 'slagen' en oppakken. Voorbeeld? Ik heb er genoeg. - Soms mag er gedronken worden, dan weer niet. Met carnaval was dit toegelaten, totdat de politie besloot dat dit niet zo was. Vergezeld door de media (mensen moeten toch op het nieuws kunnen zien hoe verantwoordelijk de politie wel niet is zeker?) en voorzien van traangas/matrakken en legeroutfit begon de politie pintjes uit de handen van mensen te trekken om deze vervolgens leeg te kappen op straat, en als echte held geïnterviewd te worden door de media. - Zoals eerder gezegd worden bolivianen sneller agressief als ze gedronken hebben (naar mijn mening dan toch, en stereotiep gedacht) In plaats van dat de politie deze even met rust laat (ze deden niets verkeerd) omsingelen ze 1 of andere zuipschuit om deze vervolgens al roepend uit te dagen tot deze reageert met een stomp en het hele leger er bij wijze van spreke terug op vliegt. Ze dagenuit, om vervolgens een 'excuus' te hebben iemand in elkaar te slaan. - Stond er iemand in de weg, kon er niet normaal gezegd worden 'meneer/mevrouw, begeef u a.u.b. terug naar uw plaats'. Neen, hiervoor moest geroepen en gedreigd met traangas (!) worden. En het bleef niet bij dreigen, plots vond 'Mr. Agressieve Zot' het nodig traangas te gooien naar een aantal tribunes, met gevolg sommige mensen op de grond vielen van de pijn en andere wegliepen om het gas te vermijden. De politie ? Die doet toch enkel en alleen haar plicht. (maar niet heus)
Om deze redenen zongen de tribunes hetvolgende: ''Que se necesita por ser policia? Ser hijo de puta de noche y de dia'' Hoe ongepast en grof ik dit in het begin vond, na een aantal 'showkes' van de politie zong ik mee uit volle borst.
Al bij al, carnaval van Cochabamba was zeker ook de moeite ! Er werd gelachen, gedanst en gefeest tot in de vroege uurtjes, en heb dan ook een onvergetelijke carnaval meegemaakt. En om nu te zeggen welke carnaval ik het geslaagst vond ? Geef me wat Oruro, geef me wat Cochabamba, maar vooral, geef me een goede portie carnaval van Bolivië.
Nee hoor, geen typfout; na een geslaagd verblijf in Sucre vertrokken we opnieuw naar Potosi, die charmante koloniale stad. Voor we namelijk onze reis verder wouden zetten stond er ons nog een toeristisch hoogstandje op te wachten: 'el ojo del inco' - 'het oog van de inca' Dit 'oog' is een natuurlijke waterbron (diameter 100m; diepte 22m) die door onderbevindende vulkaan de temperatuur van een warm bad heeft. Naar zeggen baadden hier vroeger de inca's zich, toen dit gebied nog Peru was. Ook de inca's hielden van een warm badje, zo blijkt. Na een nacht in Potosi (we kwamen immers 's avonds aan) vertrokken we, voorzien van zwemgerief en kodak, naar de bron. We konden het water al zien stomen toen we aankwamen, en eens in het water was ik versteld van de warmte; het leek écht of ik in bad zat, weliswaar immens veel groter en bewoond door eendjes. Heerlijk, maar dit was ook de stralende/brandende zon. Wij, in de ban van het warme water, dachten er niet aan om ons in te smeren, met voorspellende gevolgen vandien ... Na het bezoeken van een kleinere warmwaterbron (waarvan het water letterlijk borrelde, alsook er zwavelgeur ontsnapte en onze neus in kroop) voelden we onze gezichten en schouders al branden. Van bodylotion waren we niet voorzien, en alvorens we dit konden kopen stond er ons de verschrikkelijkste (10uur lange) busreis te wachten. Want ja hoor, met brandende huid kropen we in onze 'bus Cama' (slaapbus) richting de laatste stop van onze driestedentocht: Tarija, de zuidelijkste stad van Bolivië, gekend om zijn smaakvolle wijnen en vriendelijke bevolking.
Maar voor we deze wijn konden proeven stond er ons een helse reis te wachten, dit vooral om de slechte weg. Van slapen kwam er niet veel huis aangezien we zowat de volledige busreis van de ene put in de weg naar de andere put schokten. Het werd zelfs nóg dat beetje fijner toen het afkoelde en ik wegens gebrek aan een deken(tje) het gevoel kreeg dood te vriezen. Ja jongens, veruit de beste busrit ooit ! Er zijn geen woorden om te zeggen hoe blij ik was uit de bus te kruipen, aangekomen in Tarija. Maar daarmee was het nog niet afgelopen, we moesten op zoek naar een hostal. 5,6, misschien wel 7 hostals passeerden we, tevergeefs. 'Residencial Central' had nog massa's plaats, wij kwamen snel te weten waarom. Onze bedden waren hard of zakten door, slechts 2 douches werkten en warm water tijdens het douchen werd een heus mirakel. Maar waarom treuren, de oude eigenares verwelkomde ons met stralende glimlach en warme woorden. We aten ontbijt, gingen uit op verkenning in de stad en toen overkwam me het onvermijdelijke: hoofdpijn en een misselijkheid om 'waarom!' tegen te zeggen. Dit kon niets anders dan een zonneslag zijn, misschien logisch ook. Het werd middag en avond in bed samen met Marieke -die het ook had zitten- zonder eten en een pilletje. Veel slapen was de boodschap, ik wou beter zijn tegen de volgende dag.
En gelukkig, die volgende ochtend voelde ik me weer kiplekker ! Maar goed ook, want vandaag zouden we onze wijntour maken. De voormiddag werd sightseeing, de namiddag werd wijn proeven. Omdat we hier vrij laat aan begonnen waren, waren er niet veel wijnhuisjes meer open en besloten we om te blijven hangen in 'Casa Vieja' (een wijnhuis uit de 16de eeuw) We werden ontvangen met open armen en mochten meteen wijn en singani (boliviaanse sterke drank) proeven. Lekkere wijn, maar geef mij maar Zuid-Afrikaanse.
De volgende dag werd avontuurlijker, en mijn persoonlijke hoogtepunt van onze driestedentocht: 17km mountainbiken naar Caimata, een plek tegen de bergen gekend om zijn prachtige watervallen en weinige toeristen. De zon scheen, we moesten voornamelijk stijgen en ons poep deed zeer van het zadel, maar al snel kwamen we aan. Een prachtige, groene plek met berggeitjes en amper (zeg maar geen toen we aankwamen) mensen overviel ons. Na een picknick besloten we naar boven te wandelen, het water al volgend. Natuurlijk was ik het weer die z'n evenwicht verloor en viel, alsook mijn topje even later zijn vrijheid in het stromende water zocht ... en vond. Gelukkig kwamen wij heelhuids aan bij een rustige plek met diep water, rots en waterval. Logisch dat we niet konden weerstaan aan het springen van de rots, waardoor we dit niet veel later ook deden. De moeite, zalig. Tegen de late namiddag klommen we naar beneden en reden we tegen een vliegensvlug tempo naar huis (stijgen in de heenreis = dalen in de terugreis!) Geweldig om bijna naar huis te vliegen, met de suizende wind door onze haren. Aangekomen in '' 't stad '' dronken we een pintje, at ik lasagna en trokken we naar een feestje. Want feest zou de perfecte afsluiter zijn geweest, maar niet heus. 14-15 jarigen domineerden de dansvloer, dronken afgrijselijk mierenzoete (maar YES (?), alcoholbevattende) rommel en krijsten bij elke hit die gedraaid werd. Om 2uur kwamen we thuis, trots het zo lang volgehouden te hebben. Een korte nachtrust, rugzak klaar en recht richting hell: 16uur hobbelend richting Potosi, van Potosi naar Oruro en van Oruro naar Cochabamba. Het zal jullie heus niet verbazen als ik zeg dat wanneer we de volgende ochtend om 5.30 aankwamen, ik meteen m'n bed in kroop en er niet snel ben uitgekropen.
En bij deze eindigen mijn verslagen over onze meer dan geslaagde driestedentocht. Het was een reis waarvan ik met volle teugen genoten van heb; alweer drie steden rijker, rijker aan buitenlandse vrienden en weer duizendnnieuwe herinneringen om mee naar huis te brengen en voor altijd te koesteren.
Een nieuw blogbericht in minder dan
24 uur? Misschien heb ik mezelf toch wat overschat.. Niettemin gaat onze
driestedentocht verder, ditmaal naar Sucre.
Sucre,
hoofdstad van Bolivië, is bekend om zijn witte huizen en vele studenten. Wij
Belgen, die er 's avonds toekwamen werden verwelkomd door een aangename
temperatuur en een vriendelijke taxichauffeur die ons naar 'Hostal Amigo'
bracht. En wat betreft de naam van ons Hostal, neem deze gerust letterlijk,
want Sucre is een verblijf geweest vol van nieuwe vrienden.
Na een
snelle installatie in het hostal trokken we de stad in voor een heerlijke pizza
en een feestje. En feest vonden we, maar niet bepaald het gewenste genre.
Muziek oke, sfeer bizar: om een lang verhaal kort te maken, het volk bestond
enkel uit kussende koppels + wanhopigkijkende vrijgezellen. Maar zo snel laten
wij ons niet afschrikken, dus gooiden wij ons al dansend tussen de massa. Het
feestje werd net dàt beetje fouter toen het Hollandse hee, heey Baby. Hu ha, I
wanna know uit de boksen weerklonk. En toen maakte ik kennis met wat dansen
is, dit door Mr. de Braziliaan. Voor ik goed doorhad hoe te dansen werd ik in
de lucht gegooid en naar alle kanten geleid. Onze Belgen? Ze kunnen er niets
van, en reken mij daar (voorlopig) gerust nog bij ;)
Zondagochtend
kropen we vroeg en met kleine oogjes uit bed voor ons ontbijt in de
gemeenschappelijke keuken van het hostal, om hierna met de Trufi (een mini
Lijn-busje, in antieke staat) naar Tarabuco te gaan.Tarabuco is een dorpje
buiten de stad waar men op zondag artesenale producten tegen lage prijs kan
kopen. Mijn geld ging naar een aantal inca-truien, beenwarmers en rugzak. Ook
eten kon je hier goedkoop: voor 15Bs (1.5 euro) kregen we soep, salade met
frietjes, hoofdgerecht én dessert! En ook hier zijn de mensen zo vriendelijk
Het lijkt wel of er een eeuwige glimlach op hen gezicht getoverd staat. Terug
in Sucre was het plan pannekoeken bakken, hiermee niet rekening gehouden met
een rotslecht kookvuur. Het was tijdens deze mislukking dat we onze nieuwe
vrienden leerden kennen; Rodrigo en Diego uit Chili, Pierre uit Parijs. Zij
hadden Singani en een charango (mini gitaar), wij hadden Sprite en Uno. Het
werd een onvergetelijke, grappige avond aan de keukentafel van Hostal Amigo,
eentje die ik niet snel vergeet.
Maandag
besloten we een uurtje langer in bed te blijven, om na ons ontbijt naar het
fameuze Dinopark te gaan. Dit is een minimuseum met opgezette (ware grootte,
het leek wel Jurrasic Park, maar niet heus) dinos & authentieke
voetafdrukken uit het dino-tijdperk. Het was niet echt de moeite, hoewel we
weer een ervaring rijker zijn: korting vragen als bewoner van Bolivië.
Bolivianen moeten immers 10Bs betalen voor het fameuze park, buitenlanders 30.
Wij, die er absoluut geen 30Bs voor over hadden, gingen een heuse strijd aan
met de kassavrouw, die niet geloofde dat we uitwisselingsstudenten waren. Na
een mislukte poging hielpen twee meisjes (uit Argentinië en Roemenië) ons,
waardoor we met de andere kassierster aan de praat raakten die ons probleemloos
binnenliet aan de prijs van 10Bs. Hèhè, het was gelukt!
s Middags
besloten we een hamburger te gaan eten, waarna het begon te gieten (en het niet
meer stopte) Lopend op sleffers naar het hostal, waar een Chileen, Argentijn en
een aantal Denen ons uitnodigden mee op café te gaan. Natuurlijk zeg je hier
geen nee tegen, zeker niet als het sympathieke mensen zijn (mét charangos en
zangtalent!) Best gek hoeveel mensen je leert kennen op een aantal dagen, hoe
klein is de wereld eigenlijk niet. Hoewel we enige klanten waren in het café
was het een zalige avond, die we weer in klasse afsloten; luisterend naar de
muziek die de Chileen uit zijn charango toverde.
De volgende
dag deden we het rustig aan; 's morgens een bezoekje aan de cathedraal, s
middags zo goedkoop mogelijk eten op de markt, 's namiddags naar het museum
Arte Indigena, een museum met kunst van de Indigenas (oorspronkelijke
bevolking) Echt de moeite, we werden bijna stil door schoonheid van de met hand
gevlochten- wandtapijten. Hier was ook een vrouwtje aanwezig, dat op de koer
van het museum geduldig een nieuwe wandtapijt vlocht om deze daarna te
verkopen. Waar ze het geduld vandaan haalt weet ik niet, maar mijn respect
kreeg ze wel.
Na een warm
afscheid van onze nieuwe vrienden vertrokken we naar de Terminal om onze bus
richting Potosi te halen (hier gingen we nog 1 dag naartoe om twee redenen: el
ojo del inca bezoeken + ons ticket naar Tarija)
Voor mij is Sucre een bruisende stad
vol leven, cultuur en nieuwe vrienden. Ik denk dat ik gelijk heb als ik zeg dat we stuk voor
stuk tevreden waren Sucre ook te hebben bezocht tijdens onze driestedentocht.
We maakten een tocht, een driestedentocht, en deze werd een nieuwe herinnering van m'n avontuur. We waren een genootschap van 5 Vlamingen (Marieke uit Gent, Jorik en Emily uit Antwerpen, Maren uit Limburg en ik) die Cochabamba 10 dagen de rug toe keerden om Bolivië verder te ontdekken. Met kleine oogjes en een grote rugzak stonden we 's morgens vroeg klaar om te vertrekken naar Oruro, om van daaruit naar Potosi te gaan. Die reis was peanuts tegenover wat ons te wachten stond, want na slechts 3.5 uur over hobbelende wegen kwamen we aan in een, voor mij, grauwe en vuile stad. Oruro, de stad waar 1 maal per jaar het hele land naartoe stroomt voor het folklorische feest van Carnaval. Wij konden na 2 uur onze reis naar Potosi verderzetten, een reis van 6 uur rijden met welriekende medereizigers (met even welriekend reisvoer). Toen de bus zijn motor afzette konden we niet snel genoeg uit de bus kruipen; een nieuwe stad en frisse lucht! Door een vriendelijke taxi-chauffeur werden we naar hostal Casona gebracht, waar we de nacht doorbrachten met 5 (tot dan toe) onbekende kamergenoten. Het hostal kostte ons 30Bs (3 euro) / nacht, ontbijt inbegrepen, en lag op twee straten van de plaza (het centrale plein) verwijderd. Na het droppen van onze rugzak gingen we op zoek naar ons avondmaal, pizza. We vonden een restaurantje, eentje waarvan kleine tafeltjes op elkaar gepropt waren en de bekleding bestond uit boliviaanse doeken/landkaarten, houten figuurtjes en gezellige muziek. En toen werd het vreemd, voor mij dan toch. Onze 'ober' was een jongetje, ik schat hem 12 jaar. Hij alleen runde de hele zaal en gaf bestellingen door via het luik, voor hem zo hoog dat hij hiervoor een stoel op moest kruipen. Omdat wat later het restaurant wat voller werd, verscheen een nog kleiner meisje om mee te helpen in de zaal. En dan zijn er, zoals overal, die typisch ongeduldige en onrespectvolle toeristen die niet snappen waarom ze na twee minuten nog geen drinken krijgen. Voor zoiets bijt ik op m'n tanden, vriendelijk zijn is zo'n kleine moeite, zeker als je bediend wordt door 8 en 12- jarigen. En hoewel deze situatie ongemakkelijk/onbegrijpelijk en bevreeemdend was -bediend worden door zulke kleine kinders- voelde ik het verschrikkelijke gevoel van 'gewoon worden' naar boven sluipen. Al bijna 7 maanden woon ik hier en maak ik zulke dingen mee, waardoor het schokerende gevoel lijkt af te slijten, hoe verkeerd dit ook is. Het gebeurt zonder ik het wil, maar ik denk dat het ergens wel normaal is.
De pizza was lekker, en voldaan keerden we terug naar het hostal waar we kennis maakten met onze kamergenoten; drie sympathieke Britten, een Boliviaan en een Chinees die ons in slaap zong met oorverdovend gesnurk tot 's morgens vroeg. 'Jeezes' was dan ook wat één van de britten zei toen hij uit z'n bed kroop. Volkomen gelijk geef ik hem.
Wij kropen uit bed en schoven aan voor ons ontbijt; een glaasje fruitsap, warme melk, twee broodjes, confituur en boter. Allevijf waren we zenuwachtig, vandaag zouden we naar de mijnen gaan. De mijnen zijn een toeristische trekpleister voor Potosi, en wij lieten dit ook niet aan ons voorbij gaan. We kregen waterbestendige kledij, laarzen (onze voeten in plastiek zakjes), een helm met koplampje en vertrokken met een klein hartje. Lampje aan en we stapten de mijn binnen. Het was er stikdonker, de wanden werden ondersteund door jarenoude houten balken en wat verder kropen we via een trap de diepte in. Sommige tunnels waren groot genoeg, voor andere moest je je (diep) bukken om door te gaan. Op sommige momenten kreeg ik een benauwd gevoel, maar ik zette door. De mijnen zijn een toeristische trekpleister, maar niettemin een plek waar de dag van vandaag nog veel mensen werken, in de hoop om iets te vinden waarmee ze hun leven een draai kunnen geven. Sinds 1936 is ze open, en werken er mensen (+ kinderen van zo'n 14 jaar) dag in dag uit tot op dieptes van 90m. 25 jaar geleden besloot de regering (hoewel mineralen hun voornaamste inkomstbronnen zijn) geen steun meer te bieden, waardoor de werkomstandigheden er enkel maar op achteruit zijn gegaan. Net zoals vroeger sleuren de mijnwerkers met prehistorische karren van 0.5 ton (gevulde kar = 1.5 ton), twee duwend, twee trekkend. Per gevulde kar verdienden ze schaarse lonen, belachelijk weinig voor de arbeid die ze leveren. Mijnwerkers hebben een gemiddelde leeftijd van 30 jaar, te verklaren door de smerige lucht (schimmel, vochtigheid, stof) waarin ze werken. (Na twee uur rond te kruipen/lopen had ik het al op mijn longen, stel je eens voor dat je dit 20 jaar doet)
Velen beginnen te werken in de mijnen in de hoop iets waardevols te vinden waarmee ze hun leven kunnen verbeteren. Vaders nemen hun zonen mee (die er blijven werken) en dalen af met de hoop op het einde van de dag terug levend uit de mijn te kunnen komen (dagelijks sterven mensen). Dit is hun leven, ze kennen niets anders. De plek waar je geboren wordt bepaalt zoveel van je toekomst, je leven. Toch zeker in ontwikkelingslanden als Bolivië. De wereld van de mijnwerkers is een andere wereld, ook zo anders door het sterke geloof in God. De Pachamama is de God van de aarde, de Duivel die van de onderwereld. Daalt men af in de mijnen, bevindt men zich in de wereld van de Duivel. In een inham staat een zwart stenen beeld van de Duivel, bekleed met slingers (voor carnaval) en cocabladeren. Hier wordt alcohol (96%) over het beeld gegoten, alsook een brandende sigaret in de mond wordt gestoken en men cocabladeren in de schoot legt. Zo vragen de mijnwerkers om geluk op een goede vondst (bescherming aan de Pachamama) en 1 maal per jaar laten ze het bloed van 5 geofferde lama's in de mijnen sijpelen om de honger van de duivel te stillen. Sterft er immers iemand in de mijnen, wil dit zeggen dat de duivel honger had. Bijgeloof, het bepaalt zoveel voor deze mensen. Iets wat ik me haast niet kan voorstellen, en ergens ook wel. Want waar hou je je anders aan vast als je dagen onder de grond werkt, zeg maar leeft.
Ik ben blij de mijnen bezocht te hebben, maar vond het heel raar/ongepast om als toerist droog toe te kijken hoe mensen sleuren en afzien met het vullen van de metalen tonnen. Het was leerrijk, deed m'n ogen open en liet me nog maar eens beseffen hoe goed wij het niet hebben in België.
's Namiddags deden we iets ontspannenders, 'la casa de la moneda'. Een museum over het maken van de geldstukken, die ten tijde in Potosi gemaakt werden. Niet echt de moeite, en ook moesten we vroeg weg om onze bus te halen.Vlug naar het hostal om af te rekenen, onze zak te pakken en even later op de bus naar Sucre te springen.
Potosi is klein, fijn en heeft een vriendelijke en hulpvaardige bevolking t.o.v. Cochabamba. Bolivianen vinden de cochabambino's een raar volk, en nu wij even weg waren viel dat ook voor ons op.
Op naar Sucre, de hoofdstad van Bolivië, deel 2 van onze driestedentocht. Verslag vinden jullie in minder dan 24uur, ik kruip m'n bed in.
Jullie
hebben je geduld weer op de proef kunnen stellen Hier ben ik eindelijk weer,
klaar met een versgeschreven blogbericht!
Na meer als
een maand te vertoeven in Cobija, was het (eindelijk) tijd om mn koffer te
maken en te vertrekken naar huis. Punctueel als we zijn, kwamen we te laat aan
op de luchthaven, waar de chef het vliegtuig tegenhield tot we allemaal
opgestapt waren. Een vliegtuig dat later de lucht ingaaat omdat we te laat zijn,
maak dat eens mee! Na een dik uur vliegen landden we op cochabambaanse grond,
waar het zonnetje aangenaam op me straalde. Heerlijk, terug functioneren zonder
airco! Voor jullie me weer op de voet kunnen volgen in Cocha, deel ik jullie nog
de laatste gebeurtenissen in Cobija mee.
Zoals reeds
meegedeeld, viel er in Cobija niet al te veel te doen, waardoor ik mn tijd
voornamelijk op de chako met de paarden doorbracht. Ter afwisseling sprong ik
eens bij mn nicht binnen, gingen we naar de kerk (heb van mn gastouders een
poster van Maria gekregen) of dook ik mn kamer met airco in.
Maar af en
toe waren er toch momenten waarop we afweken van onze dagelijkse routine (de
chako). Zo ging ik met mn ouders uiteten in Brazilië, waar een interessant
onderwerp op de tafel kwam: homoseksualiteit, en wat is hun perceptie hierover.
Mijn gastouders zijn van mening dat het iets onnatuurlijks is, iets dat niet normaal.is.
God heeft de mens geschapen met als doel hem in paren te laten leven, paren van
man en vrouw, die elk hun specifieke functies hebben. Als je écht in God
gelooft, laat je dit niet toe, luidde hun mening. Ook al denk ik er absoluut
niet zo over, snap ik wel hoe het komt dat ze er zo over denken. Beide zijn
200% gelovig (geloven letterlijk in het scheppingsverhaal, alsook verhalen uit
de bijbel) en opgegroeid in een cultuur met zijn eigen waarden/normen en
opvattingen. Alles hangt zo hard af van de cultuur waarin je geboren bent ..
Maar natuurlijk weerhield dit me er niet van mijn menig te zeggen, en dat
appreciërden ze ook, hoewel ze toch niet begrepen waarom ik dit normaal
natuurlijk vind.
Ook hebben
we gepraat over de reizen die ik wil maken, tenslotte moeten ook zij akkoord
gaan met mn wilde plannen. Ik vertelde hen over Machu Picchu, La Paz,
Shakira in Sta Cruz, de driesteden tocht (Sucre, Potosi, Tarija), Carnaval in
Oruro en de reeds goedgekeurde reis naar Argentinië, Uruguay en Brazilië. Gelukkig
als ik maar zijn kon, kreeg ik toestemmingtoe, op voorwaarde dat ook AFS en de
oudjes toestemming geven. Ik moet genieten van de 5 maanden die me nog resten,
en deze nuttigen door te gaan reizen (en te studeren..) Want ja jongens, ondertussen zit ik al over de
helft van mn hele avontuur. 5 maanden is alles wat er nog rest van het, eens
langlijkende, jaar in Bolivië. En of ik België mis ? Ja, alles en iedereen. Maar
nee, niet in de zin dat ik (al) wil terugkeren. Het is tenslotte maar een jaar,
en ik moet er alles uit halen wat er maar uit te halen valt. Wel kan ik uren
dromen van het eten en drinken dat ik al 6 maanden moet missen: Lipton Iced
Tea, speculaas, écht brood,geitenkaas, dinokoeken,Jupiler, chocolade,koffiekoeken,smoskes
van de panos,fritjes met satékruiden mayonnaise en stoofvleessaus, mamaskookkunsten, . Ik hou moedig vol!
Maar goed, enkele dagen later beviel een vriendin van de
familie, en moest mee naar het ziekenhuis van de mama. Ze wou me laten zien hoe het ziekenhuis van
Cobija eruit ziet, en hoe de president zegt hoe goed dit wel niet is. Tegendeel
meteen bewezen .. Het ziekenhuis was armzalig:de vloer lag vol met vuil en
overal hosten katten/honden rond, om maar te zwijgen over de rondvliegende
monstertjes. Niets liet me denken dat
het hygiënisch was, en ook de kamers waren even erg. Angela (diegene die
bevallen was) lag ik een verstikkend hete en kleine kamer, samen met vijf andere
vrouwen. De verf van het korte, metalen bed bladerde van hetverroeste bed, en het dunne matrasje zorgde
voor zero comfort. Airco was er niet, de kamer was voorzien van 1 kleine
ventilator. Het kinderbedje was in dezelfde staat als het grote bed, en overal
lag vuil.Ik kreeg er een krop van in mn keel, zulke armzalige kamers (5 in het
hele ziekenhuis), zulk armzalig ziekenhuis.. Nog maar eens de realiteit waarmee ik
geconfronteerd werd. Aan de uitgang vertelde mn gastmama dat een tijdje
geleden het ziekenhuis voor lange tijd gesloten was. Niemand kon wekenlang
verzorgd werden in Cobija, en wel maar om één (om niet voor mogelijk te houden)
reden: de plastieken handschoentjes waren op Maar meneer de president? Hij
blijft moedig volhouden dat dit ziekenhuis in perfecte staat is en voorzien wordt
van al het noodzakelijke. Hij zegt wat hij wil geloven, dat is duidelijk ..
Na een
aantal dagen chako en wat verveling begon het aftellen naar huis. Een kleine
week voor we terug naar huis vertrokken organiseerden we een
afscheidsbarbecueop een land van de
opa, waarbij de hele familie (+ wat vrienden die ik mocht uitnodigen) aanwezig
was. De mama had Kepi klaargemaakt, een turkse massa van graantjes, rauw
gehakt,ajuin en allerlei kruiden. Klinkt het niet lekker? Proef het dan, want
het is heerlijk (mn smaakpapillen zijn dan ook al aan zoveel gewend) Waar ik
in België soms met vreemde ogen naar kon kijken, proef ik hier van alles wat er
mn bord verschijnt. Zo heb ik in Cobija bv. heel veel masaco gegeten: bakbananen in schijfjes frituren,vervolgens
verbrijzelen tot een massa en hier kaas, peper en zout aan toevoegen. De eerste keer was het gruwelijk, nu
vind ik het heerlijk!
De laatste dagen Cobija bestonden uit laat opstaan, koud
douchen, genieten van de airco, paardrijden en eten. Maar de laatste ávond
Cobija mocht ik niet zomaar voorbij laten gaan! Nee, deze moest ik in stijl afsluiten. Feest,
en dat met mn andere nicht, haar bende en mensen die ik kenden van ziens. De
muziek was beter dan ooit tevoren (een soort elektro aan het begin van avond,
braziliaanse funk tot in de vroege uurtjes) Ik heb dan ook met volle teugen van
mn laatste avond genoten. Ook zijn mn gastouders losser geworden in het uitgaan.
Ik heb het gevoel dat ik hun vertrouwen volledig gewonnen heb, ben er echt blij
om.
En dan misschien nog het gekste nieuws (vanaf nu terug uit
Cochabamba) van allemaal! Omdat
ik, zoals jullie al wel weten, België niet binnen wil rollen eind juni, heb ik
besloten om te gaan fitnessen. Gisteren (maandag 17/01) ben ik begonnen, en ga
ik vanaf nu elke weekdag om 7u s morgens voorkomen dat ik nog bijkom. 3
dagen per week cardio, 2 dagen musculación en dat gedurende de komende vijf
maanden. Of het effect gaat
hebben, valt nog te bezien, maar deugd doet het in ieder geval wel om terug te
sporten.
En ja, ik
ben heel gelukkig (noem het gerust euforisch) om terug thuis te zijn. Terug dat
aangename klimaat, het rijke aanbod aan groenten en fruit, mn eigen badkamer,
een stad waarin je iets kan doen en het weerzien van iedereen! Hoe ik mijn
avontuur hier verder zet lezen jullie in volgende berichten.