Het zweet breekt me uit terwijl ik naar Nick toe loop. Ik probeer zo traag mogelijk te lopen, maar ik kan er moeilijk
uren over doen, dus uiteindelijk sta ik toch voor hem. Hij glimlacht naar me en ik smelt helemaal, vanbinnen begin ik te
gloeien en ik voel mijn hoofd langzaam knalrood worden.
"Hey", begroet hij me.
"Hey", zeg ik terug en ga naast hem zitten op de bank.
"Je vraagt je waarschijnlijk af waarom ik je heb laten komen hé?" vraagt hij.
"Ja, eigenlijk wel", antwoord ik.
"Wel ik vind je een toffe meid",begint hij zenuwachtig. Hij is zo schattig wanneer hij zenuwachtig is, denk ik bijmezelf.
"Ik wou je eigenlijk het volgende vragen", zegt hij. "Ik heb tegen mijn familie gezegd dat ik mijn leven gebeterd heb en
een lieve vriendin heb gevonden. Zou jij op het familiefeestje zondag mijn lief willen spelen?"
"Je vriendin zijn?" vraag ik ongelovig.
"Nee, gewoon spelen hoor", antwoord hij vlug. "Je bent tenslotte een goeie vriendin." Ik kan mijn oren niet geloven! Mijn
hele wereld stort in! Ik dacht dat hij zou bekennen dat hij verliefd is op mijn en nu vraagt hij mij om zijn liefje te
'spelen' omdat ik een goeie 'vriendin' ben. Ik sta op en wil heel hard weglopen.
"Waar ga je heen?" vraagt hij.
"Ik moet opeens dringend weg", verzin ik en ik loop zo snel mogelijk het park uit. Wanneer ik thuis aankom, probeer ik
zo normaal mogelijk te doen. Ik kom Elody tegen in de woonkamer en zij ziet jammer genoeg direct dat ik me niet goed
voel.
"Wat is er gebeurd?" vraagt ze bezorgd.
"Nick heeft me gevraag om zijn liefje te 'spelen' zondag op het familiefeestje", antwoord ik.
"Te spelen", vraagt Elody niet-begrijpend.
"Ja, ik mag zijn liefje niet gewoon 'zijn', ik moet het 'spelen' ", zeg ik. Dan kan ik me niet meer inhouden, ineens komt
heel het verhaal eruit, alles van het begin tot het einde vertel ik aan Elody. Op het einde van mijn verhaal, slikt Eldoy
even. Het blijft een tijdje stil, Elody geeft me een knuffelen ik hou haar niet tegen. Ik heb het echt nodig. Ik zeg dat ik
even alleen wil zijn en ik ga boven op bed liggen. Opeens trilt mijn gsm en ik krijg een berichtje.
Is er iets? Ben je boos? Nick
Ik weet niet wat ik moet antwoorden, dus stuur ik alleen het volgende terug:
Er is niets ik zie je morgen wel Esther
De hele nacht droom ik over wat er gebeurd is en ik ben ook verschillende keren wakker geworden.Wanneer het eerste
zonlicht in mijn ogen schijnt, open ik mijn ogen en vraag me af waarom ik zo zenuwachtig ben. Pas wanneer ik me aankleed,
dringt het tot me door dat ik vandaag Nick terug onder ogen moet komen. Gelukkig is het maar een halve dag en misschien
lukt het wel om het niet te hoeven spreken. Maar dat was valse hoop, want ik heb nog maar net mijn fiets in het rek gezet,
als Nick al naar me toe komt en vraagt of ik wil praten. Ik zeg van wel en mijn handen worden al nat van het zweet.
"Waarom liep je zo plots weg gisteren?" vraagt hij bezorgd.
"Het is niets", antwoord ik. "Ik was gewoon iets vergeten."
"Ah oké" , antwoordt hij verlegen. "Heb je al nagedacht over mijn voorstel?"
"Niet echt", lieg ik. Dat is natuurlijk niet waar, ik heb er de hele avond aan gedacht en zelfs over gedroomd. Natuurlijk ga ik hem dat niet vertellen.
"Oké, wil je er over nadenken?" dringt hij aan.
"Ja, dat is goed", antwoord ik. Ik loop vlug weg en wandel naar Elody. Ik vertel het hele verhaal en zij raadt me aan om
toch mee te gaan, misschien gebeurt er toch iets. Dus wanneer het middag is, loop ik naar hem toe en zeg dat het goed is.
We spreken af dat hij me komt halen zondag om 13h30. De rest van de dag blijf ik toch twijfelen of dat het wel een goed
idee was. Aangezien het woensdagnamiddag is, wandelen Elody en ik naar het park om even eruit te zijn. We gaan zitten
bij de vijver op een bank, maar niet de bank waar ik gisteren met Nick heb gezeten, gelukkig maar. We babbelen over
vanalles en nog wat, over wat er is gebeurd vrijdagavond, school, vrijdagavond, Nick en vrijdagavond. Wannneer we de
kerktoren vijf maal horen luiden, vertrekken we naar huis.
Langzaam open ik mijn ogen, het beeld is wazig. Waar ben ik? denk ik. Het voelt hier vreemd aan, de geur is verkeerd en ik hoor gedempte stemmen. Langzaam wordt het beeld voor mijn ogen scherper. Ligt het aan mij of is het hier zo wit. Plots zie ik mijn ouders en Elody zitten. Ze zien dat mijn ogen open zijn en vliegen op me af. "Geef haar wat ruimte", hoor ik mijn moeder zeggen. "Waar ben ik?" vraag ik verbaasd. "In het ziekenhuis", antwoord mijn vader. "Waarom?" vraag ik. "Dat zal Elody beter kunnen uitleggen dan wij", zegt mijn moeder. Ik draai voorzichtig mijn hoofd naar Elody toe en kijk haar vragend aan. "Je ... bent flauwgevallen..." begint ze stamelend. Ik kijk verbaasd. "We waren naar die club gegaan van vorige week, we waren bij de toiletten toen je plots lijkbleek werd. Je zei dat je een déjà vue had gehad, maar je stond nog altijd te trillen op je benen", vervolgt Elody. "En toen ben je flauwgevallen, ik heb de ambulance gebeld en die hebben je hierheen gevoerd. Plots komt er een verpleegster binnen die Elody en mijn ouders wegstuurd. "Je hebt veel rust nodig", zegt ze. "Wanneer mag ik hier weg? " vraag ik. "Normaal vanmiddag al, maar dan moet je wel goed slapen", antwoord ze. "Mag ik even bellen?" vraag ik. Waarom zou je moeten bellen?" antwoordt de verpleegster. "Ik had normaal afgesproken met een vriend vandaag", zeg ik. "Oké, dan is het goed, maar niet meer dan vijf minuten", antwoord ze. "Ik zal buiten wachten?" "Bedankt", zeg ik. Ik bel naar Elody in de hoop dat ze opneemt. Gelukkig doet ze dat en ik zeg haar dat we normaal vandaag met Max hadden afgesproken, maar dat ze dat moet afbellen. Elody belooft me om dat te doen en net voor de vijf minuten om zijn, leg ik neer. De verpleegster komt binnen en ik vraag wanneer er bezoekuren zijn. "Van 10h tot 17h", antwoordt ze en dan is ze weg. Ik kijk op mijn horloge en zie dat het nog maar negen uur is en dus besluit ik om toch maar te slapen. Twee uur later word ik wakker van geklop op mijn deur en zeg dat ze mogen binnenkomen. De persoon die binnenkomt had ik nooit verwacht, totaal onverwacht staat Nick voor me. "Hey", begint hij het gesprek. "Hey", zegt ik terug. "Ik heb gehoord dat je flauwgevallen bent", zegt hij. "Van wie heb je dat gehoord?" vraag ik nieuwsgierig. "Van Max en die wist het dan weer van Elody", zegt hij. "Vind je het erg dat ik er ben?" "Nee, natuurlijk niet" verzeker ik hem. "Oké, dan is het goed", antwoordt hij. "Want soms heb ik het gevoel dat je me eigenlijk niet mag." "Hoe kom je daar nu weer bij?" vraag ik. "Soms heb ik gewoon dat gevoel dat je mij probeert te ontwijken", zegt hij. "Soms heb ik het nog wat moeilijk met dat idee van een vriendin 'spelen'" zeg ik. "Als je niet wil, dan moet je het gewoon zeggen hé", verzekert hij me. "Ik wil het wel, maar soms klinkt het me raar in de oren", zeg ik. "Kan je morgen eigenlijk wel?" vraagt hij. "Waarom niet?" zeg ik. "Omdat je in het ziekenhuis ligt ... toevallig", zegt hij. "Oh dat, ik mag normaal vanmiddag al weg", antwoord ik. "Oh gelukkig", zegt Nick een beetje verlegen. We kijken elkaar aan en langzaam komen we dichter en dan ... dan komt natuurlijk net de verpleegster binnen die Nick wegstuurt. We nemen afscheid en dan lig ik weer alleen in mijn bed. Stomme verpleegster, denk ik, zij heeft dit magische moment natuurlijk weer kunnen verbreken. Mijn gevoel zegt dat we zeker gekust zouden hebben, dus nu moet ik nog wachten tot morgen. Als hij het nog eens durft proberen. Om vier uur komen mijn ouders me halen om naar huis te gaan, Elody is er ook bij. We stoppen voor het huis van Elody en mijn vader vraagt aan me om hem even te spreken, we lopen een eindje verderop en staan dan stil. "Ik moet me verontschuldigen", begint hij. "Ma ... ", begin ik, maar mijn vader onderbreekt me. "Nee, laat me uitspreken", zegt hij. "Elody heeft me alles verteld en ik had je van in het begin moeten geloven.Het spijt me." "Het is oké", antwoord ik en ik geef hem een dikke knuffel. "Kom je nu terug naar huis?" vraagt hij. "Misschien", zeg ik. "Maar nu nog niet." Ik loop naar binnen zonder om te kijken. Mijn vader blijft even staan en gaat dan in de auto zitten. Ik weet dat hij het wel begrijpt, er is te veel gebeurt om nu zo plots terug naar huis te gaan. Ik zou nog veel moeten uitleggen en zeggen waarom ik morgen met een jongen wegga. Dus is het beter als ik nog even bij Elody blijf.
Wanneer we thuiskomen, loop ik naar de slaapkamer. Elody blijft verrast achter en slentert achter me aan. "Wat is er toch met je?" vraagt ze wanneer we boven komen. "Niks", antwoord ik zo onschuldig mogelijk. "Kom op zeg, je weet dat ik daar niet in trap", zegt ze. "Vertel op." "Vroeger was alles zo simpel", begin ik. "Nu is alles een grote rotzooi." "Zoals?" vraagt Elody. "Er zitten gaten in mijn geheugen, mijn vader praat niet meer tegen mij, ik kan niet meer naar huis en wanneer ik denk dat mijn droomjongen gaat bekennen dat hij verliefd is op mij, vraagt hij of dat ik zijn vriendin wil 'spelen'", zeg ik in één adem. "Pas maar op dat je niet ontploft door al dat geratel", antwoordt Elody lachend. "Het komt allemaal wel goed", vervolgt ze." Dat met je vader zal wel snel opgelost geraken en vrijdag gaan we naar die club van vorige week." "Je zegt niks over Nick", merk ik op. "Ik wil je geen vals hoop geven", mompelt Elody. "Hoe bedoel je?" vraag ik. "Wel, ik ken Nick niet en dus weet ik ook niet of dat hij verliefd is op jou", antwoord Elody. " Ik weet het ook niet meer", zucht ik. " Het komt allemaal wel goed", zegt Elody troostend. "Ik hoop het", antwoord ik en samen wandelen we naar beneden voor het avondeten. De volgende dag probeer ik Nick zoveel mogelijk te ontwijken, maar tijdens de lunchpauze krijgt het me op een onbewaakt moment toch te pakken. "Hey", zegt hij. "Hey", antwoord ik. "Je voelt je toch niet aangevallen door die vraag van mij?" vraagt hij. "Welke vraag?" zeg ik op mijn beurt. "Die vraag die ik je stelde in het park dinsdag", verduidelijkt hij. "Oh, die vraag", zeg ik. Ik probeer zo nonchalant mogelijk te klinken. "Dus je vind het niet erg", stelt hij vast. "Nee, anders zou ik toch geen ja gezegd hebben", zeg ik iets wat snibbig. "Dat is waar", antwoordt hij en daar is hij weer, die betoverende lach. Ik verdrink opnieuw in zijn ogen en word betoverd door zijn lach. We praten nog wat verder over onbelangrijke zaken en wanneer de bel gaat, nemen we afscheid. Na school rijden we samen naar huis en ik weet eigenlijk niet waarom ik heb vandaag probeerde te ontwijken. Als ik bij Nick ben, voelt het alsof ik helemaal compleet ben. Waarschijnlijk heeft hij dat gevoel niet bij mij, toch vind ik precies niet erg. We zitten over veel dingen op dezelfde golflengte, niet op alles. Zo hebben we nog een grappige discussie gehad over schoenen. Nick vindt het zinloos dat er zoveel soorten zijn, terwijl voor mij schoenen mijn leven zijn. Gelukkig konden wij er allebei mee lachen, alles lijkt zo perfect bij hem.Opeens vind ik het niet meer erg om naar dat familiefeestje te gaan, want dan ben ik toch bij hem en hij vroeg het tenslotte ook aan mij. Terwijl hij zelf toch ook nog veel andere vriendinnen heeft uit zijn andere school. Vrijdagavond vertrekken Anouk en ik naar die club waar we vorige week ruzie kregen en waar ik me niks van herinner. Wanneer we daar aankomen, kijkt Anouk me aan. "Wat?" vraag ik. "Herinner je je als iets?" antwoordt ze. "Nee, nog niet, laten we naar binnen gaan," zeg ik. We lopen naar de bar en bestellen elk een Martini. "Laten we eens door heel de club lopen tot je iets herkent", stelt Elody voor. "Goed idee", antwoord ik. Sommige dingen herken ik wel, maar het is allemaal nogal wazig. Ik zeg dit tegen Elody en zij antwoordt: "Dat is denk ik misschien wel normaal, we waren al behoorlijk zat toen we hier aankwamen." "Ik weet het weer!"roep ik. "We waren eerst nog naar Jonas geweest en toen zijn ouders binnenkwamen, zijn we vertrokken." "Ja, dat is er inderdaad gebeurd", antwoord Elody. "Tot waar weet je nog precies?" "Euhm, dat we hier naar binnen gingen, herinner ik me nog wazig en ..." zeg ik. "Laten we naar het toilet gaan, daar ging je nog normaal naartoe" antwoord Elody. "En niet meer ofzo?" vraag ik nieuwsgierig. "Toen je terugkwam herkende ik je niet meer en dan kregen we ook nog eens ruzie op de parking", zegt ze. "Dat herinner ik me dus niet meer", zeg ik. "Dus moet er iets gebeurd zijn in dat toilet en ik durf te wedden dat die Kathy er voor iets tussenzit", antwoordt ze. "Nu wil ik toch wel weten wie dat is", zeg ik. "Zou je me ze kunnen tonen als we ze zouden tegenkomen?" "Misschien", antwoord Elody. We lopen het toilet binnen en opeens begint mijn hoofd te tollen en ik word lijkbleek. In mijn hoofd doemen er beelden op van mijzelf. Ik zie mezelf binnenkomen in het toilet en naar de verste deur lopen, ik doe ze open ... en dan ... niks meer. Ik schud mijn hoofd en Elody kijkt me vragend aan. "Wat is er?" vraagt ze bezorgd. "Ik kreeg denk ik net een déjà vue", antwoord ik, terwijl ik nog sta te trillen op mijn benen. "Wat zag je?" vraagt Elody nieuwsgierig. "Ik zag mezelf hier binnenwandelen en naar de verste deur lopen en dan niks meer", zeg ik. Opeens val ik neer...
De ouders van Elody vinden het gelukkig niet erg dat ik nog wat blijf. Mijn moeder heeft het wat moeilijker en smeekt me om toch mee te gaan. Ik blijf bij mijn stuk en uiteindelijk loopt mijn moeder toch alleen naar de auto, zonder mij. Wanneer ik de slaapkamer binnenwandel, voel ik opeens dat ik zenuwachtig ben en een tijd lang weet ik niet waarvoor, tot Elody binnenkomt. "Ben je al zenuwachtig voor morgen?" vraagt ze enthousiast. Dan schiet het mij te binnen, morgen moet ik met Nick naar een familiefeest. Ik slaap door de zenuwen toch wat onrustig, maar gelukkig kan Elody mijn wallen dit de volgende morgen met wat subtiele make-up wegwerken. Wanneer ik helemaal klaar voor de spiegel sta, herken ik me niet meer. Ik heb een rode jurk aan met zwarte pumps onder en een zwarte armband. "Het staat je fantastisch!" roept Elody verrukt uit. "Bedankt", zeg ik en ik begin te blozen. Om 13h25 gaat de bel en Elody loopt naar beneden om de deur te openen. Ik kan niet lopen aangezien ik nogal hoge pumps aan heb. Langzaam loop ik de trap af en ik zie dat Nick me bewonderend aankijkt. "Je ziet er prachtig uit", is het enige dat hij kan uitbrengen. Ik glimlach en begin natuurlijk ook te blozen. Ik loop naar hem toe en geef hem een wangkusje, buiten staan zijn ouders al te wachten. "Je speelt goed", fluistert hij in mijn oor. "Dit zullen mijn ouders heel overtuigend vinden." Ik probeer te lachen, hoewel dit me treft als een bliksemslag. Ik ben overtuigend, wauw, denk ik bij mezelf. We stappen in de auto en ik begroet zijn ouders, ze zijn heel vriendelijk tegen me, misschien iets te vriendelijk. Ik voel me niet op mijn gemak, eigenlijk ben ik een verrader. Ik ben niet echt zijn liefje, nog niet ... Ik kan een glimlach niet onderdrukken. Na een kwartiertje komen we aan en Nick helpt me met uitstappen. "Verwacht je familie dat we echt kussen of niet?" vraag ik. "Ik weet het niet, zou je het erg vinden?" antwoordt hij. "Het is te zien wanneer", zeg ik. "Dus je vindt het eigenlijk niet erg?" vraagt hij plagend. "Laten we doorgaan", ontwijk ik zijn vraag en ik loop door. Nick volgt me lachend, terwijl ik er niets lachend aan vind. Nu weet hij wat ik wil, denk ik. Tegen dat we iedereen een hand geschud hebben, voel ik me toch al wat op mijn gemak. Ze zijn allemaal zo vriendelijk voor me! Ik zie mijn dieet in duigen vallen wanneer ik de buffettafel zie. "Hoeveel gangen zijn er?" vraag ik Nick fluisterend. "Ik denk vier", antwoord hij. "Zijn dat ze dan alle vier?" vraag ik. "Nee, dit is de eerste", zegt hij lachend. Na het eten, ik voel me zo opgeblazen, wenkt Nick me. Ik loop naar hem toe en hij zegt: "Laten we ergens alleen gaan." Ik knik en volg hem naar een veldje dat een beetje verder, uit het zicht van de feestzaal ligt. We gaan zitten op een bankje en ik voel zijn been tegen de mijne. Opeens zucht Nick. "Wat is er?" vraag ik. "Ik dacht dat het nu allemaal makkelijker zou zijn", antwoordt hij. Ik kijk hem niet-begrijpend aan en hij vervolgt: "Wel, ik dacht dat het makkelijker zou zijn, wanneer dat ik je meegevraagd zou hebben naar dit feestje." "Wat zou makkelijker zijn?" vraag ik en ik begrijp nog steeds niet waar hij naar toe wilt. "Om dit te doen", antwoordt hij en hij buigt zijn hoofd naar mij en kust me vol op de lippen. Ik hou hem natuurlijk niet tegen en het was gewoon fantastisch! "Ik ...", begint hij, maar ik leg mijn vinger op zijn mond en kus het terug. Het was echt een magisch moment, maar dit magisch moment valt in duigen wanneer we gekrijs horen in de feestzaal. We lopen allebei in een reflex naar binnen en daar zien we waarom er gekrijst werd. Er stond namelijk een springkasteel binnen en die was helemaal in elkaar gevallen.. Het gekrijs werd veroorzaakt door de kinderen die nog op het springkasteel zaten en er niet meer uit geraakten. Ook de moeders van de kinderen krijsten volop mee. Gelukkige kon men de kinderen er vlug uithalen en het feest ging gewoon verder. Nick en ik kijken elkaar aan en beginnen te lachen en we wandelen hand en hand terug naar ons bankje. "Mijn familie denkt eigenlijk helemaal niet dat ik al acht maanden een vriendin heb", zegt Nick opeens. "Wat bedoel je?" vraag ik. "Ik heb dit gezegd om je hierheen te laten komen", vervolgt hij. "Waarom doe je zoiets?" vraag ik ongelovig. "Ik dacht dat het dan makkelijker zou zijn om je te vertellen dat ik verliefd op je ben", zegt hij. "Het is je toch gelukt", zeg ik lachend. "Het was eigenlijk niet makkelijker, maar het moment was er gewoon", antwoordt hij. We kussen opnieuw tot dat zijn ouders ons komen halen. We rijden terug naar huis en dan moeten we afscheid nemen. "Het was fantastisch", fluister ik in zijn oor. "Jij bent fantastisch", fluistert hij terug. Nu smelt ik echt helemaal en voor ik de deur binnenstap, kijk ik om en zie ik dat hij me nog een knipoog geeft. Dan rijden zijn ouders weg en ik loop dan toch naar binnen. Nog steeds denkend aan onze kus en zijn knipoog...