Jaren lang werd ze opgevoed door de koning en de koningin.
Het waren haar moeder en vader en ze hadden haar Liana genoemd.
Toen Liana twee jaar was kreeg ze een zus, genaamd Ireth.
Acht jaar later kreeg ze er nog één en zij werd Oriana genoemd.
Jarenlang vond ze het doodnormaal dat ze een prinses was.
Op haar twaalfde verjaardag kreeg ze tien cadeau's van het gezin.
En dan nog minstens duizend van het volk.
Ze was gelukkig.
Ze wou alleen haar ware vinden.
Ze had een beste vriend.
Tsjelpo, heette hij.
Ze vroeg haar moeder: "Mag ik naar Tsjelpo?"
"Tuurlijk, liefje", was het antwoord.
Toen ze in Het Kleine Kasteel (Het huis van Tsjelpo) aankwam,
zei ze: "Hoe gaat het?"
Hij knikte met licht getuite lippen.
Liana wist wat dat betekende: Niet zo goed dus.
19-05-2012 om 16:54
geschreven door EmSchrijver 
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (3 Stemmen)
|