De heer Bergen, CEO van KBC, kan dan wel verklaren dat hij niet aan politiek doet, maar dat kan hij niet (meer) hard maken. Wie met politiekers aan tafel zit en ze tegen elkaar uitspeelt, in volle openheid dat moet gezegd, zit met vlooien. De politieke neveneffecten van dit dossier zijn niet min. Eens te meer is het bewijs geleverd dat Vlaanderen het Belgische niveau niet nodig heeft. Erger nog, dat het Belgisch niveau feitelijk niet (meer) bestaat, of om het met Prof. Em. Eric Defoort te zeggen: België is kitsch! België pretendeert te zijn wat het niet is: een staat. Wat de KBC betreft moet ik toegeven dat zij er slechter voorstonden dan ik kon vermoeden, want de belegger of would-be belegger blijft steeds van de belangrijkste informatie verstoken. Beursgenoteerde bedrijven zouden moeten mogen en verplicht worden bij elke communicatie cijfers te verspreiden van de impact van het incident op de balans en de W&V-rekening. Het is hoognodig dat de wetgeving ter zake wordt aangepast.
Banken worden in België gecontroleerd door de CBFA. Uit het Fortis dossier weten we dat deze controle op het vlak van de financiering (van banken) totaal onbestaand is. Natuurlijk hebben de wijzigingen in de internationale normen het niet gemakkelijk gemaakt. Waar er vroeger een duidelijke Cooke-ratio (Bazel I) was van 8% eigen middelen tegenover het totaal passief, werd deze in Bazel-II omgezet in dynamisch sisteem afhankelijk van de risicograad van de activa. De ratio eigen middelen moet nu schommelen tussen de 2 en de 12 % afhankelijk van de activacategorieën. Deze percentages zijn minima en onder Bazel I werd 10% eigen middelen als solvabel beschouwd. Afhankelijk van de risicos verbonden aan de diverse activacategorieën kan een bank nu volstaan met een ratio van minder dan 8%, bij een kredietportefeuille met uitzonderlijk laag risico. De vraag is: Wie bepaalt dat risico en hoe evolueert dat risico doorheen de tijd? Het laat zich raden dat hier een bron van frustratie kan liggen enerzijds door een wijzigend gedrag van de risicobeoordelaars, anderzijds door wijzigende economische omstandigheden (eufemisme voor crisis).
Eind oktober 2008 bedroeg de solvabiliteit van KBC slechts 6,4 %. Door een ingreep van de Belgische overheid ten belope van 3,5 miljard euro kon deze op 10,7 % gebracht worden. KBC was gered! Maar de crisis bleef maar nieuwe slachtoffers maken en de risicobeoordelaars (ratingbureaus), die zelf ter zake geen enkele verantwoordelijk nemen, verlaagden de kwaliteit (rating) van heel wat activacategorieën. Toch wat benauwd voor hun reputatie besloten ze ook toch wat ernstiger te gaan werken, met nieuwe kwaliteitsverlagingen (downgradings) voor gevolg.
KBC volgde de kredietbeoordelaars en schreef een tweede maal een pak af van zijn toxische producten waardoor de solvabiliteit zakte tot 8,2 %. Dan kwamen de ratingbureaus met hun nieuwe benadering op de markt, die nieuwe kwaliteitsverlagingen en een marktpsychose tot gevolg had. De solvabiliteit van KBC zakte tot 7 %, een percentage dat de markt niet zou aanvaarden. KBC trok aan de noodrem en naar de Nationale Bank.
De regering werd bijeengeroepen, maar in de loop van de avond was reeds duidelijk dat er geen oplossing uit de bus ging komen. De PS was niet te vinden voor hulp. Twee redenen kunnen daaraan ten grondslag liggen. De PS gunde Reynders geen succes, de nakende verkiezingen in het achterhoofd, of de PS wou de Vlaamse KBC niet ter hulp komen. In beide gevallen een onverantwoordelijke houding van Waalse politici. Daar boven op deed Reynders dan nog een niet te verantwoorden uitspraak over de grote problemen in banksector, waar iedereen verstond bij KBC.
Bij het krieken van de dag was het definitief, België kon geen oplossing bieden. Ondertussen ging de beurs open en werd het voor KBC een waar bloedbad. Hier moet toch de vraag gesteld worden waarom, in het licht van de volgende stappen, de notering niet werd geschorst.
Want KBC was niet bij de pakken blijven zitten en gaan aankloppen bij de Vlaamse Regering, initiatief waarvan zij de Belgische Regering op de hoogte had gebracht. Als fairplay kan dat tellen! De Vlaamse Regering, misschien een beetje verrast maar zeker niet geparalyseerd, trok zijn troepen samen en voor de opening van de Beurs de volgende dag stond alles netjes op papier. Onmiddellijk 2 miljard euro en indien nodig op termijn nog eens 1,5 miljard, zodat de totale interventie die van België zou evenaren. De voorwaarden zijn in principe dezelfde.
Voor de aandeelhouders geen verwatering, voor de overheid een controle via 2 bestuurders en een rente van 8,5 % die een risicovergoeding inhoud van minstens 4%. Om niet te spreken van de terugbetalingsvoorwaarden (à 150%) die de obligatie op het niveau tillen van een aandeel zonder de risicos ervan. De 8,5 % is netto voor de overheid aangezien de intresten niet fiscaal verrekenbaar zijn in hoofde van KBC.
De meningen over aandeelhouderschap of niet kunnen hier uiteenlopen. Maar de ZEER gunstige voorwaarden bedongen door de overheid, gekoppeld aan een niet-verwatering voor de aandeelhouders, doen mij meer aan een echte win-win situatie denken, voor zover deze woordkeuze in deze context te verdedigen is. KBC heeft nu zijn volledige toxische portefeuille op nul gezet, en behoud een solvabiliteit van om en bij de 10,5 %. KBC is gered! Kan het nog slechter? Ja, het kan altijd slechter, maar die kans is verwaarloosbaar. De toxische portefeuille, in de boeken 0 euro waard, kan alleen maar winst genereren. De economie zal in 2009 vermoedelijk al beginnen te hernemen. Voor Vlaanderen ziet de toekomst er nog het minst slecht uit. Voorlopig dekt het aantal openstaande betrekkingen ruimschoots de uitval ten gevolge van de crisis.
Het is dus nog maar eens aangetoond dat België voor onze bedrijven en voor de tewerkstelling geen enkele meerwaarde heeft. Het is alleen nog een geldverslindend monster dat niet controleerbaar is.
Van lieverlede zal Vlaanderen zelfstandig worden. Er was een crisis nodig om dat nog eens duidelijk te stellen.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|