Het speelveld is, in overeenstemming met de plattegrond, afgebakend door duidelijke zwarte lijnen. De lijnen zijn 5 cm. breed; de lijnen tussen de doelpalen zijn echter 8 cm. breed. De lange lijnen heten zijlijnen, de korte heten doellijnen. Het speelveld wordt door een lijn, evenwijdig aan de doellijnen en even ver van beide doellijnen verwijderd, in twee gelijk helften verdeeld. Deze lijn heet middenlijn. Op het midden van de middenlijn ligt het middelpunt. Op een afstand van 3 meter van de middenlijn zijn op een van de zijlijnen 2 korte lijntjes getrokken die de wisselzone aangeven.
Op elke helft van het speelveld is evenwijdig aan de doellijn op een afstand van 6 meter voor het midden van het doel een lijn getrokken van 3 meter lengte, die aan de uiteinden door kwartcirkels met de doellijn wordt verbonden. De aldus begrensde gebieden heten strafschopgebieden.
Op elke helft van het speelveld is evenwijdig aan en op een afstand van 3 meter van de lijnen, die de voorste begrenzing vormen van de strafschopgebieden, een onderbroken lijn getrokken. Deze lijnen eindigen, gezien de maximale breedte van het speelveld, op de zijlijnen.
Op het midden van elke doellijn is een doel geplaatst. De doelen zijn, aan de binnenkant van de palen gemeten, 3 meter breed en 2 meter hoog. De doelpalen zijn vast verbonden door een dwarslat. Doelpalen zijn voorzien van een net; de diepte van de doelen is 1 meter; de achterzijde van de doelpalen moeten samenvallen met de buitenzijde van de doellijnen.
De kleur van de lijnen is over het algemeen zwart; echter daar waar zij samenvallen met lijnen voor andere sporten hebben ze gedeeltelijk een andere kleur. Denk erom dat per 1 september 1994 alleen die lijnen van toepassing zijn zoals ze zijn aangegeven op bijgaande plattegrond. (Op dit moment -september 94- zijn de lijnen in zaal 1 nog niet aangepast). De lijnen welke de verschillende gebieden begrenzen in het speelveld behoren tot die gebieden. De doelnetten dienen uitsluitend aan de doelpalen doellat en de staanders te zijn bevestigd. Verder dient het net los op de grond te hangen! De scheidsrechters en de doelverdedigers moeten voor de wedstrijd kontroleren of de doelen volgens de reglemen ten zijn opgesteld en de netten goed zijn bevestigd.
De bal moet rond zijn en de buitenbekleding moet van leer of ander goed-gekeurd materiaal zijn. Er wordt gespeeld met een bal nr. 4. De bal mag niet te hard worden opgepompt; hij moet licht ingedrukt kunnen worden.
Het kennen van de omtrek van de bal is van belang bij beginschop vrije schop hoekschop en strafschop daar de bal eerst in het spel is nadat hij een weg heeft afgelegd gelijk aan zijn omtrek (+/- 65 cm.)
Een wedstrijd wordt gespeeld door twee teams, elk bestaande uit 5 spelers, waarvan een de doelverdediger moet zijn. Daarnaast is het toegestaan naar eigen inzicht te beschikken over maximaal 6 wisselspelers.
Een wedstrijd moet met ten minste 4 spelers per team, waaronder een doelverdediger, worden begonnen. Het aantal spelers mag tot het einde van de wedstrijd, waarbij inbegrepen een eventuele verlenging, worden aangevuld tot het maximaal toegestane aantal. Wanneer tijdens de wedstrijd het aantal spelers per team definitief daalt tot minder dan 4, moet de wedstrijd worden gestaakt.
Een speler (dus ook de doelverdediger) mag op elk moment op de daarvoor aangegeven plaats gewisseld worden met een wisselspeler. De plaats waar de wissel van spelers moet worden uitgevoerd, is maximaal 3 meter ten weerszijden van de middenlijn binnen de wisselzone tenzij overmacht dwingt de wissel op een andere plaats uit te voeren.
Het verlaten van het speelveld bij het wisselen dient te geschieden op de plaats waar de wisselspeler het veld inkomt. De wisselspeler mag het speelveld betreden zodra de te vervangen speler het speelveld heeft verlaten.
Gedurende de tijd, dat de bal in het spel is, wordt foutief wisselen van een speler bestraft met een vrije schop op de plaats waar de bal zich bevond op het moment dat de scheidsrechter voor deze overtreding fluit. Bij herhaling van foutief wisselen door dezelfde partij moet de betrokken wisselspeler bovendien worden bestraft met 2 minuten straftijd. Bij het herhalen van foutief wisselen wordt steeds die speler bestraft die op het moment van overtreding het speelveld betreedt.
Indien een foutieve wissel plaatsvindt gedurende de tijd, dat het spel "dood" is, wordt de wedstrijd hervat op reglementaire wijze, bijvoorbeeld: intrap, doelworp, strafschop, enz.
Een wisselspeler is eveneens onderworpen aan het gezag en de rechtsbevoegdheid van de scheidsrechter, onverschillig of hij al dan niet aan de wedstrijd deelneemt.
Daalt het aantal spelers per team tot minder dan 4 omdat 1 of meer spelers gelijktijdig straftijd hebben dan wordt normaal doorgespeeld. (tenzij de scheiisrechter om andere redenen termen aanwezig acht om de wedstrijd definitief te staken.)
Doelverdedigers mogen onbeperkt worden vervangen door een wisselspeler die zich dan echter duidelijk moet onderscheiden van de veldspelers.
Tijdens het nemen van een strafschoppenserie mag er niet van doelverdediger worden gewisseld.
De gebruikelijke uitrusting van de spelers bestaat uit broek, shirt, sokken en schoenen. De schoenen moeten schone, niet zwartstrepende zaalsportschoenen zijn.De doelverdediger moet kleding dragen die hem onderscheidt van de overige spelers en de scheidsrechters.
b.
De shirts van de spelers van een team dienen zoveel mogelijk van een kleur te zijn. Indien de scheidsrechter van oordeel is dat de shirts van een team zoveel afwijken dat dit tot verwarring aanleiding kan geven dan kan hij het betreffende team opdracht geven andere shirts aan te trekken. Ook kan men dan in, door de wedstrijdleiding beschikbaar te stellen, hesjes spelen.
c.
Indien twee teams een wedstrijd tegen elkaar spelen, waarbij de kleuren van de shirts naar het oordeel van de scheidsrechter te weinig verschillen, dan moet de in het programma als tweede genoemde partij anders gekleurde shirts aantrekken of de wedstrijdleiding om hesjes vragen.
d.
Indien de scheidsrechter van oordeel is dat een speler iets bij zich draagt, dat letsel aan een andere speler kan veroorzaken, moet hij hem opdracht geven dat te verwijderen. Wanneer de speler weigert deze opdracht op te volgen, mag hij niet langer aan de wedstrijd deelnemen.
Regel 5: De leiding van het spel
Elke wedstrijd wordt geleid door twee scheidsrechters, waarvan een als hoofd-scheidsrechter fungeert. Zij worden bijgestaan door een secretaris/tijdwaamemer. Hun rechtsbevoegdheid en de macht, hen toegekend door de spelregels, nemen een aanvang zodra zij het speelveld betreden, en eindigen als de partijen die onder hun leiding hebben gespeeld, de zaal hebben verlaten. Hun macht tot straffen strekt zich ook uit tot overtredingen, begaan tijdens onderbrekingen van de wedstrijd of wanneer de bal uit het spel is. Hun uitspraak teaake van spelaangelegenheden is beslissend voor wat betreft het resultaat van de wedstrijd.
Zij geven aan, welk team de wedstrijd na een onderbreking moet hervatten, door met hun arm gestrekt in de richting van het doel van de tegenstander te wijzen.
Zij geven door het opsteken van hun vingers aan, hoeveel strafminuten een speler krijgt. Zij wachten met het hervatten van de wedstrijd, tot de gestrafte speler het speelveld heeft verlaten, en zullen indien noodzakelijk de secretaris/tijdwaarnemer opdracht geven de speeltijd stop te zetten.
Zij moeten de wedstrijd direct onderbreken indien naar hun mening een speler zo ernstig geblesseerd is dat hij niet verder kan spelen. De speeltijddient dan te worden stopgezet. Indien op het ogenblik dat de scheidsrechter de wedstrijd onderbrak, de bal in het spel was, vindt de hervatting van de wedstrijd plaats door een scheidsrechtersbal.
De scheidsrechters behoeven niet te straffen in gevallen, waarin zij overtuigd zijn dat, door te straffen, het overtredende team daaruit voordeel zou trekken. Dit ontheft hen echter niet van de verplichting, de speler die een overtreding begaat, welke met een tijdstraf bestraft moet worden, op een later tijdstip alsnog deze tijdstraf op te leggen. Daartoe zullen zij op het moment van de overtreding een hand boven hun hoofd opheffen en, teneinde de betrokken speler uit het speelveld te verwijderen, de wedstrijd eerst dan te onderbreken, nadat men het resultaat van de aanval heeft afgewacht ofwel nadat de bal in het bezit van de tegenstander is gekomen. In het laatste geval dient de wedstrijd te worden hervat met een scheidsrechtersbal.
Zorg dat je de in dit boekje opgenomen spelregels en de op de scheidsrechtersinstruktiebijeenkomst besproken interpretatie van de spelregels goed kent.
Probeer zo zelfverzekerd mogelijk te fluiten, pas je gedrag aan de aard van de wedstrijd aan; wees soms autoritair indien dat nodig is maar probeer arrogant gedrag te voorkomen.
De regels voor het zaalvoetbal zijn aanmerkelijk strenger dan die voor het veldvoetbal, met andere woorden er mag bij het zaalvoetbal veel minder. Onderdruk gemeen en ruw spel zodra dit zich voordoet, ondermeer door het geven van vrije schoppen en tijdstraffen. Houd de teugels strak, vooral in het begin van de wedstrijd en in het begin van de tweede speelhelft. Het moet mogelijk zijn dat elke scheidsrechter in ieder geval de eerste drie hierboven genoemde punten altijd kan naleven en daarnaast moet men proberen ook de onder 4 en 5 genoemde punten zoveel mogelijk op te volgen.
De scheidsrechters dienen zich zoveel mogelijk langs de zijlljn van het veld te verplaatsen. Om tot een zo groot mogelijk overzicht van het speelveld te komen is het wenselijk dat de scheidsrechters zoveel mogelijk met het spel meelopen en daarbij ongeveer schuin tegenover elkaar staan in een diagonaal van een kwart van het veld.
Het is beslist niet de bedoeling dat de in punt l. genoemde voordeelregel er toe zal gaan ieiderl dat regelmatig de begane overtredingen niet worden bestraft. Integendeel: de scheidsrechter moet in het algemeen de overtredingen normaal blijven bestraffen. Alleen echter, indien na een overtreding het nietovertredende team de bal in het bezit krijgt en naar het oordeel van de scheidsrechter daarna een reele mogelijkheid heeft om tot het opbouwen van een -odanig goede aanval te komen, dat daaruit een doelrijpe scoringskans kan ontstaan, dient de scheidsrechter de voordeelregel te hanteren.
Indien de scheidsrechters een of meer spelers definitief uit de wedstrijd hebben verwiyderd of de wedstrijd hebben gestaakt dan dienen zij de wedstrijdleiding zo spoedig mogelijk mondeling of eventueel schriftelijk via het wedstrijdformulier op de hoogte te stellen. Zij dienen dan ook de reden aan te geven voor de desbetreffende beslissing.
Hoewel beide scheidsrechters samen de wedstrijd leiden en ook onafhankelijk van elkaar beslissingen kunnen nemen kan het toch voorkomen dat beiden tegelijk tegenstrijdige beslissingen nemen. In zulke gevallen treedt een van beide als hoofdscheidsrechter op en neemt dan de beslissing. De hoofdscheidsrechter is die scheidsrechter die aan de kant van het scorebord loopt.
Hij houdt de gespeelde tijd bij en geeft een teken voor het einde van de eerste helft en het einde van de wedstrijd middels een duidelijk hoorbaar signaal.
Hij houdt toezicht op het correct uitvoeren van de wissels. Foutief wisselen meldt hij dit aan de scheidsrechter. Betreft het evenwel een verkeerd uitgevoerde wissel waarbij de niet-overtredende partij voordeel zou kunnen behalen, dan brengt de secretaris/tijdwaarnemer dit onder de aandacht van het betreffende team zonder de wedstrijd te onderbreken. Bij herhaling van foutief wisselen door dezelfde partij, moet hij de scheidsrechter er op attenderen dat een tijdstraf moet worden toegepast.
Hij houdt toezicht op tijdelijk uit het speelveld gestuurde spelers. Hij houdt de straftijd bij en geeft de betrokken spelers een teken wanneer deze aan de wedstrijd mogen deelnemen.
De plaats van de secretaris/tijdwaarnemer is bij het midden van de zijlijn. Aan de weerszijden van de secretaris/tijdwaarnemer bevinden zich de banken van de wisselspelers.
Bij andere dan uit de spelregels voortvloeiende onderbrekingen wordt de speeltijd stilgezet. Beslissing hierover berust bij de scheidsrechter die dit kenbaar maakt aan de secretaris/tijdwaarnemer.
De secretaris/tijdwaarnemer dient altijd het einde van de wedstrijdhelft middels een duidelijk hoorbaar signaal kenbaar te maken, ongeacht het feit of deze moet worden verlengd voor het nemen van een strafschop.
De bal mag door de veldspelers op elke wijze gespeeld worden, voor zoverre deze speelwijze geen gevaar oplevert voor de tegenstanders. Het opzettelijk spelen van de bal met de armen of de handen is niet toegestaan.
Voor de doelverdediger geldt dezelfde regel, met dien verstande dat hij een zich binnen zijn strafschopgebied bevindende bal wel met de hand of de arm mag spelen. Indien de doelverdediger de bal binnen zijn strafschopgebied heeft opgevangen, dan mag hij de bal op elke wijze wegwerken. Het wegtrappen van de bal vanuit de hand is echter niet toegestaan.
Voor een overtreding van de regels onder bovengenoemde punten moet de overtreder bestraft worden met een vrije schop c.q. een strafschop. (zie regel 17)
Indien het opzettelijk spelen van de bal met de hand of arm een vorm is van spelbederf, moet dit niet alleen worden bestraft met een vrije schop c.q. strafschop, maar ook met 2 minuten straftijd.
Indien de doelverdediger naar het oordeel van de scheidsrechter de bal opzettelijk aan het spel onttrekt, wordt dit beschouwd als spelbederf en moet hij bestraft worden met een vrije schop en, bij herhaling, met 2 minuten straftijd.
wordt dit bestraft met een vrije schop voor de tegenpartij op die plek van de vrije schoplijn die het dichtst gelegen is bij de plaats van de overtreding.
Toelichting:
Voorbeelden van een speelwijze, die gevaar oplevert voor een tegenstander of voor de speler zelf zijn:
het met gestrekt been spelen van de bal op een zodanige wijze dat de tegenstander gevaar loopt.
Het is de doelverdediger toegestaan een zich in zijn strafschopgebied bevindende bal met de hand of de arm te spelen, terwijl hij zelf geheel of met enig deel van zijn lichaam buiten het strafschopgebied verblijft; de plaats van de bal is dus bepalend. Onder spelbederf zoals omschreven onder bovengenoemd puntD. moet o.a. worden verstaan:
het bij herhaling spelen van de bal met de hand of arm door dezelfde speler ook indien een strafschop is gegeven.
Wanneer een speler vreest een van dichtbij hard geschoten bal tegen het gezicht of andere tere lichaamsdelen te krijgen en geen gelegenheid heeft deze te ontwijken, maakt hij meestal een afwerende beweging met handen en armen. In dergelijke gevallen moet de scheidsrechter door laten spelen wanneer de bal zijn hand of arm zou raken.
Voorbeelden van het onder bovenstaand punt e. genoemde opzettelijke onttrekken van de bal aan het spel door de doelverdediger zijn:
het naar het oordeel van de scheidsrechter langer dan redelijk is voor een normale voortgang van de wedstrijd (4 seconden) door de doelverdediger met de bal in de hand(en) binnen het strafschopgebied blijven staan;
het naar het oordeel van de scheidsrechter regelmatig zonder enige actie met de bal aan de voeten blijven staan en deze telkenmale snel in de handen pakken binnen het strafschopgebied, zodra een tegenstander komt toelopen teneinde de bal te bemachtigen.
Nadat de scheidsrechter daartoe een fluitsignaal heeft gegeven, begint de wedstrijd doordat een speler de op het middelpunt van het speelveld liggende bal trapt in de speelhelft van de tegenstander.Iedere speler moet op zijn eigen speelhelft staan, en iedere tegenstander van de nemer van de beginschop moet minirnaal op 3 meter afstand blijven totdat de beginschop is genomen; de bal wordt geacht in het spel te zijn als deze zich heeft verplaatst over een afstand van +/- 65 cm. De beginschop dient binnen 4 seconden na het fluitsignaal te worden genomen. De nemer van de beginschop mag de bal niet voor de tweede maal spelen, voordat deze door een andere speler is gespeeld of aangeraakt.
Voor een overtreding van de regels in bovenstaand punt b. moet de overtreder bestraft worden met een vrije schop die in alle richtingen mag worden gespeeld.
Na de eerste wedstrijdhelft wordt van doel gewisseld en wordt de beginschop genomen door het andere team dan dat zulks deed bij de aanvang van de wedstrijd.
Indien de bal het plafond boven het speelveld heeft geraakt wordt de wedstrijd hervat met een vrije schop door de tegenstander . Deze moet word en genomen op de plaats waar de bal het laatst gespeeld c.q. aangeraakt werd.
Komt de bal, voordat deze geheel en al de zijlijn is gepasseerd, tegen een nog buiten het veld staande wisselspeler of tegen een toeschouwer die zich binnen het speelveld bevindt, dan moet de scheidsrechter de wedstrijd onderbreken en hervatten met een scheidsrechtersbal.
Om de wedstrijd zo snel mogelijk te hervatten, moet de speler c.q. het team, dat de wedstrijd moet hervatten, trachten de bal zo snel mogelijk in zijn bezit te krijgen. Indien dit naar het oordeel van de scheidsrechter wordt nagelaten, wordt de speler c.q. het team bestraft met een vrije schop wegens onbehoorlijk gedrag.
Winnaar is het team dat de meeste doelpunten heeft gemaakt. Indien geen doelpunt of door iedere partij een gelijk aantal doelpunten is gemaakt, eindigt de wedstrijd in een gelijk spel.
Wanneer de bal geheel en al over de zijlijn is gegaan, moet een tegenstander van diegene, die de bal het laatst heeft aangeraakt, de bal intrappen op het punt van de zijlijn waar de bal deze heeft gepasseerd.
De speler moet voordat hij de bal intrapt zich met een of beide voeten op of achter de zijlijn bevinden. De bal moet gelegd worden op de zijlijn en in het spel gebracht worden vanaf het punt waar de bal het speelveld verlaten heeft.
Wordt de bal niet binnen 4 seconden ingetrapt, dan hervat een tegenstander de wedstrijd met een vrije schop op de zijlijn op de plaats, waar de overtreding werd begaan.
Belemmert een speler opzettelijk de loop van de wedstrijd door niet de juiste afstand in acht te nemen, dan wordt hij bestraft met 2 minuten straftijd. De wedstrijd wordt hervat met een vrije schop, te nemen door de tegenstander.
Indien een speler die de bal intrapt, de bal opnieuw aanraakt, voordat deze is aangeraakt of gespeeld door een andere speler, moet een vrije schop worden genomen door een tegenstander.
Bij twijfel wie de bal het laatst aanraakte, voordat deze de zijlijn passeerde, moet de scheidsrechter de intrap toekennen aan het team, op wiens speelhelft de bal de zijlijn heeft gepasseerd.
Indien de bal juist boven het snijpunt van de doellijn en de zijlijn uit gaat, dan besluit de scheidsrechter tot een intrap en niet tot een doelworp of hoekschop.
Indien een speler, teneinde hieruit eventueel voordeel te behalen, de intrap zo snel neemt, dat een tegenstander niet in de gelegenheid is om de vereiste afstand van ten minste 5 meter in acht te nemen, mag de scheidsrechter de betrokken tegenstander niet bestraffen.
Wanneer de bal geheel en al de doellijn is gepasseerd, met uitzondering van het doelvlak, en het laatst is aangeraakt door een speler van het verdedigende team, moet een speler van het aanvallende team een hoekschop nemen. (zie ook regel 11k)
Een hoekschop wordt genomen door de bal neer te leggen op het snijpunt van de doellijn en de zijlijn, het meest nabij de plaats waar de bal over de doellijn is gegaan, en van daaruit deze te trappen.
Voor een overtreding van de regel genoemd onder bovenstaande punten c, d en e moet de overtreder worden bestraft met een vrije schop, te nemen op de vrije-schoplijn waar deze de zijlijn raakt.
Mocht de bal, nadat hij door de nemer van de hoekschop op de juiste plaats is gelegd, zich nog verplaatsen zonder toedoen van een van de spelers, dan wordt de bal geacht stil te leggen en kan de hoekschop worden genomen.
Bij twijfel wie de bal het laatst aanraakte, voordat deze de doellijn passeerde, moet de scheidsrechter de wedstrijd laten hervatten door middel van een doelworp.
Indien een speler, teneinde hieruit eventueel voordeel te behalen, de hoekschop zo snel neemt dat een tegenstander niet in de gelegenheid is om de vereiste afstand van ten minste 5 meter in acht te nemen, mag de scheidsrechter de betrokken tegenstander niet bestraffen.
Wanneer de bal geheel en al over de doellijn is gegaan, behalve wanneer een doelpunt is gemaakt, moet de bal, indien deze het laatst is aangeraakt door een speler van het aanvallende team, door de doelverdediger rechtstreeks met een of beide handen buiten het strafschopgebied in het spel worden gebracht. Dit betekent dat de bal niet door een andere speler mag worden gespeeld of aangeraakt, voordat hij buiten het strafschopgebied is gekomen.
Indien de bal, nadat de doelverdediger deze vanuit zijn strafschopgebied in het spel heeft gebracht, naar het oordeel van de scheidsrechter met opzet door een medespeler naar hem toe werd gespeeld, mag de doelverdediger in zijn strafschopgebied de bal nimmer aanraken.
De doelverdediger mag, na het nemen van de doelworp, de bal niet voor de tweede maal spelen, alvorens deze is gespeeld of aangeraakt door een andere speler.
De tegenstanders van de doelverdediger, die de doelworp moet nemen, dienen bij het nemen daarvan zorg te dragen zich buiten het strafschopgebied te bevinden.
Nadat de doelverdediger de bal in zijn bezit heeft gekregen en in zijn strafschopgebied is teruggekeerd, moet de doelworp binnen 4 seconden genomen worden, mits voldaan is aan het gestelde onder punt d.
Voor een overtreding van de regel genoemd onder bovenstaande punten a t/m e moet de overtreder worden bestraft met een vrije schop, te nemen op de vrije schoplijn.
Wanneer de doelverdediger bij het nemen van de doelworp met de bal in zijn handen buiten zijn strafschopgebied komt, dient hij te worden bestraft met een vrije schop, te nemen op de vrije schoplijn; dit dient namelijk te worden beschouwd als een op onjuiste wijze uitvoeren van een doelworp.
Wanneer de doelverdediger, teneinde hieruit eventueel voordeel te behalen, de doelworp zo snel neemt, dat een tegenstander niet in de gelegenheid is om zich tijdig buiten het strafschopgebied te begeven, moet de scheids-rechter de wedstrijd niet onderbreken indien deze tegenstander geen invloed heeft op het nemen van de doelworp.
Een vrije schop moet worden genomen op de plaats van de overtreding. Wordt echter een vrije schop toegekend in het gebied tussen de doellijn en de vrije schop-lijn, dan moet deze genomen worden vanaf een punt op de vrije schop-lijn, zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding.
Bij het nemen van een vrije schop moeten de tegenstanders een afstand van tenminste 5 meter van de bal in acht nemen. De bal is in het spel, zodra deze een afstand van +/- 65 cm. heeft afgelegd.
Mocht de bal, nadat hij door de nemer van de vrije schop op de juiste plaats is gelegd, zich nog verplaatsen zonder toedoen van een van de spelers, dan wordt de bal geacht stil te liggen en kan de vrije schop worden genomen.
Indien een tegenstander tracht de wedstrijd te beinvloeden door opzettelijk te talmen bij het in acht nemen van de voorgeschreven afstand, moet hij worden bestraft met 2 minuten straftijd. De speler die in dat geval de wedstrijd niet binnen 4 seconden hervat dient dan niet te worden bestraft.
Indien twee overtredingen onmiddellijk na elkaar worden begaan, waarbij de scheidsrechter geen gelegenheid had voor de eerste te fluiten, voordat de tweede plaatsvond, moet de scheidsrechter de overtreding bestraffen welke hij het eerst heeft gekonstateerd.
Indien een speler, teneinde hieruit eventueel voordeel te behalen, de vrije schop zo snel mogelijk neemt, dat de tegenstander niet in de gelegenheid is om de vereiste afstand van ten minste 5 meter in acht te nemen, mag de scheidsrechter de betrokken tegenstander niet bestraffen.
Wanneer een strafschop wordt genomen, moeten alle spelers, met uitzondering van de speler die de strafschop neemt en de doelverdediger van de tegenstander, zich binnen het speelveld, maar buiten het strafschopgebied en tenminste 5 meter van het strafschoppunt bevinden.
De speler die de strafschop neemt, moet de bal naar voren trappen en mag de bal niet opnieuw aanraken, voordat deze door een andere speler is gespeeld of aangeraakt.
De strafschop moet binnen 4 seconden genomen worden na het fluitsignaal van de scheidsrechter. Deze geeft dit teken voor het nemen van de strafschop pas nadat alle spelers hun juiste plaats hebben ingenomen.
door een speler van het aanvallende team, uitgezonderd de nemer van de strafschop, dient de strafschop te worden overgenomen, indien hieruit een doelpunt is ontstaan.
door een speler van het aanvallende team, uitgezonderd de nemer van de strafschop, dient aan de tegenstander een vrije schop te worden toegekend op de vrije-schoplijn bij overschrijding van de strafschopgebiedlijn, indien hieruit geen doelpunt is ontstaan.
Elke speler die handelingen pleegt met het oogmerk een goede uitvoering van de strafschop te beinvloeden, dient bestraft te worden met 2 minuten straftijd.
de bal stuit via de doelpaal of de doellat in het doel; een doelpunt is dan gemaakt en de wedstrijd is afgelopen zodra de bal het doelvlak geheel en al is gepasseerd;
de bal komt in het doel, nadat de doelverdediger hem heeft aangeraakt; er is dan een doelpunt gemaakt en de wedstrijd eindigt zodra de bal het doelvlak geheel en al is gepasseerd;
Indien een speler, die een strafschop neemt, de bal ongeveer een meter schuin naar voren trapt, waarna een speler van zijn eigen team, die snel komt toelopen, de bal in het doel schiet, is dit doelpunt geldig. Was echter voor het nemen van de strafschop de speeltijd verlengd, dan wordt in bovengenoemd geval bij de tweede schop de speeltijd als verstreken geacht, aangezien de strafschop zijn uitwerking heeft gehad.
Wanneer een speler een overtreding, welke met een strafschop moet worden bestraft, in eigen strafschopgebied begaat, moet de scheidsrechter tegen diens team een strafschop laten nemen, onafhankelijk van de plaats, waar de bal -mits deze in het spel was- zich bevond op het ogenblik van de overtreding.
Wanneer een strafschop tegen de lat of de paal wordt geschoten, waarna de bal in het veld terugspringt, dan mag de strafschopnemer hem niet opnieuw spelen. Doet hij dit toch, dan wordt een vrije schop aan de tegenstander toegekend. Wordt de bal door de doelverdediger aangeraakt, dan mag de strafschopnemer de bal wel opnieuw spelen.
Na elke tijdelijke onderbreking van de wedstrijd door de scheidsrechter om een andere reden dan elders in deze regels genoemd, moet de scheids-rechter, mits de bal op het moment van onderbreken nog in het spel was, de wedstrijd laten hervatten met een scheidsrechterbal.
Hij doet dit door de bal van kniehoogte te laten vallen tussen twee spelers (van elk team een) op de plaats, waar de bal zich bevond op het moment dat de wedstrijd werd onderbroken. Alle overige spelers moeten een afst and in acht nemen v an tenminste 5 meter . Wordt een scheidsrechterb al toegekend in het gebied tussen de doellijn en de vrije schoplijn, dan moet deze worden genomen op een punt van de vrije schoplijn, zo dicht mogelijk bij de plaats waar de bal zich bevond op het moment, dat de wedstrijd werd onderbroken.
Indien een van de spelers de bal raakt voordat deze de grond en/of wanneer een van de andere spelers niet voldoende afstand in acht neemt of te vroeg komt inlopen dan wordt de overtreder bestraft met een vrije schop voor de tegenstander.
Regel 17: Overtredingen en wangedrag
De vrije schop/strafschop
Een vrije schop moet worden toegekend, indien een speler opzettelijk een van de hieronder genoemde overtredingen begaat:
Een tegenstander doet vallen, waaronder is te verstaan het laten vallen of pogen te laten vallen met behulp van de benen of door voor of achter hem te bukken.
De bal opzettelijk met de hand of arm speelt (dit geldt natuurlijk niet voor de doelverdediger wanneer de bal zich binnen zijn strafschopgebied bevindt).
Indien een speler een van de overtredingen, genoemd onder bovenstaande punten a t/m h, binnen zijn eigen strafschopgebied begaat, dan moet hij worden bestraft met een strafschop. (zie ook regel 15)
Verder wordt een speler bestraft met een vrije schop als hij zich schuldig maakt aan een van de volgende overtredingen:
Langer dan 4 seconden wacht met het hervatten van het spel nadat de bal op de plaats is vanwaar hij moet worden genomen en de tegenstander de vereiste afstand heeft ingenomen.
Het naar oordeel van de scheidsrechter onnodig wegtrappen van de bal bijv. in de wedstrijd tegen het plafond of in de tribune of bij dood spel weg van de plaats waar het spel hervat moet worden.
Ernstig gemeen spel zoals het opzettelijk en op onreglementaire wijze beletten van een speler, in een duidelijke situatie waarin hij een doelpunt zou kunnen scoren, om de bal te spelen waardoor zijn team een duidelijke scoringskans wordt ontnomen.
Tijdelijk uit het speelveld verwiy'derde spelers moeten plaatsnemen bij de secretaris/tijdwaarnemer. Deze waarschuwt hen wanneer de straftijd is verstreken, waarna de speler weer aan de wedstrigd kan deelnemen.
Indien een speler tijdelijk of def nitief van het speelveld wordt verwigderd, moet de scheidsrechter de wedstrigd pas laten hervatten, nadat de betrokken speler het speelveld heeft verlaten.
Indien een speler bestraft wordt met een tijdstraf, moet de secretaris/tijdwaarnemer deze tijdstraf pas laten ingaan op het moment, dat de scheidsrechter de wedstrijd weer laat henvatten.
In het algemeen zal de scheidsrechter bij een overtreding, waarop een tijdstraf staat, 2 minuten straftigd opleggen. Opzettelijke herhaling van dergelijke overtredingen, zulks naar het oordeel van de scheidsrechter, kan hij ook bestraffen met S minuten. Bij ernstige gevallen heeft de scheidsrechter echter altijd het recht om direkt 5 minuten straftijd op te leggen.
Indien de scheidsrechter een speler een tijdstraf heeft opgelegd, kan hij deze wijzigen in een zwaardere tijdstraf dan wel in een definitieve verwijdering, zolang hij de wedstrijd nog niet heeft laten hervatten. Zodra de wedstrijd echter weer is hervat, kan de scheidsrechter de betrokken speler daarenboven een extra tijdstraf (2 of 5 minuten) dan wel een definitieve venvijdering opleggen, indien deze speler zich op de strafbank misdraagt.
Onder een sliding wordt verstaan: het met de voet(en) over de speelvloer glijdend de bal voor de voeten van een tegenstander wegspelen of trachten weg te spelen. Men lette er wel op, dat een sliding niet strafbaar is, indien er geen tegenstander zich in de nabijheid van de betrokken speler bevindt. Bij een sliding zit aan de vrije schop c.q. strafschop steeds automatisch een tijdstraf vast. Let dus goed op of iemand inderdaad een sliding maakt; met name b 2 doe lverdedigers is da t soms moeilijk te beoordelen. Alleen als de scheidsrechter er van overtuigd is dat de doelverdediger een sliding maakt tegen een tegenstander, dien t h ij de doelverdediger te bestraffen m et een strafsch op en 2 m in u ten straftijd.
Bij het bestraffen van lichamelijk kontakt dient de scheidsrechter er zeer goed op te letten, welke speler dit veroorzaakt heeft; het gebeurt nog te vaak dat de uitlokker hiervan (dus in feite de veroorzaker) ten onrechte de vrije schop toegewezen krijgt.
INTERN REGLEMENT ASS ZAALVOETBAL
1.
Onder het begrip kompetitie zal hieronder verder worden verstaan die serie wedstrijden, waarin alle ploegen uit een poule tweemaal tegen elkaar hebben gespeeld.
2.
Onder het begrip jaar zal hieronder verder worden verstaan de periode van 15 augustus tot 30 juni van het daarop volgende jaar. In een jaar zullen twee kompetities en een bekertoernooi worden gespeeld.
3.
Elk team dient uiterlijk op het vastgestelde aanvangstijd kompleet en speelklaar op het veld aanwezig te zijn. Verder moet dan ook op het wedstrijdformulier zijn vermeld welke van de spelers aanwezig zijn en moeten alle ASS kaarten van de spelers op het tafeltje van de secretaris/tijdwaarnemer liggen. Indien een speler zijn ASS kaart is vergeten of er twijfel bestaat over zijn werkelijke identiteit dan kan de wedstrijdleiding om legitimatie vragen en de desbetreffende speler eventueel verbieden om aan de wedstrijd deel te nemen.
4.
Als een team 5 minuten na het vastgestelde aanvangstijd niet kompleet speelklaar op het speelveld aanwezig is, heeft het in gebreke gebleven team de wedstrijd reglementair met 5-0 verloren. Bovendien wordt aan het desbetreffende team twee winstpunten in mindering gebracht. Als beide teams niet 5 minuten na het aanvangstijdstip kompleet speelklaar aanwezig zijn dan eindigt de wedstrijd in een reglementair 0-0 gelijkspel. Wel worden dan aan beide teams twee winstpunten in mindering gebracht. Indien het team binnen een jaar bovenstaande overtreding voor de derde maal begaat dan zal het desbetreffende team uit de kompetitie worden genomen. Bovenstaande regel geldt met het inachtnemen van het bepaalde in regel 3b van de spelregels, waarbij het minimum aantal spelers waarmee een tearn zijn wedstrijd kan beginnen is gesteld op 4. Wanneer een team de gehele wedstrijd met 4 spelers heeft gespeeld dan wordt dit beschouwd als een zogenaamde 'halve' overtreding in het kader van het niet verschijnen bij een wedstrijd. Indien een team minimaal 48 uur voor de betreffende wedstrijd de wedstrijdleiding, de kontaktpersoon van de tegenpartij en de scheidsrechters op de hoogte brengt van het feit dat zij niet zullen verschijnen bij de wedstrijd, dan zal het niet opkomen bij de wedstrijd eveneens als een 'halve' overtreding worden beschouwd. Wel heeft het deze wedstrijd dan reglementair met 5-0 verloren en wordt aan het team n winstpunt in mindering gebracht.
Indien een team minimaal een week tevoren afzegt voor een kompetitiewedstrijd bij de tegenstander en de wedstrijdleiding, dan worden geen winstpunten in mindering gebracht. Wel verliest het team de wedstrijd met 5-0 en het geld als een 'half' keer niet opkomen. Niet opkomen bij een bekerwedstrijd levert, naast uitschakeling in het bekertoernooi, n verliespunt in de kompetitie op, tenzij men minimaal 24 uur van tevoren afzegt bij de tegenstander en de wedstrijdleiding . De sanktie op 3 hele ( = 6 halve, maar ook bijv. 2 hele + 2 halve) overtredingen in het kader van het niet (kompleet) verschijnen bij een wedstrijd is het uit de kompetitie nemen van het betreffende team zoals hierboven al vermeld staat. Wanneer een team uit de kompetitie wordt genomen verliest het daarbij ook het recht van deelname aan de volgende kompetitie d.w.z. het wordt bij opgave onderaan de wachtlijst geplaatst. De resultaten die een uit de kompetitie genomen team tot dan toe in de kompetitie had behaald zullen in principe uit de standenlijst worden geschrapt. Alleen in bepaalde gevallen kan de wedstrijdleiding anders beslissen.
5.
Indien een wedstrijd, ingevolge regel 3b, van de spelregels, gestaakt moet worden voor het einde van de eerste helft dan geldt dit voor het desbetreffende team als een (hele) overtreding zoals genoemd onder bovenstaande regel 4. Indien de wedstrijd om een andere reden wordt gestaakt, of volgens regel 3b van de spelregels na de eerste helft, dan beslist de wedstrijdleiding wat er met het resultaat van de betreffende wedstrijd moet gebeuren.
6.
Verzoeken tot verplaatsing van een al vastgestelde wedstrijd kunnen slechts dan worden ingewilligd als men na overleg met de wedstrijdleiding en in overleg met alle betrokken ploegen de wedstrijd kan 'ruilen' met een andere wedstrijd.
7.
Elk team is verplicht aan het begin van elk jaar minimaal twee en maximaal drie scheidsrechters op te geven. Alleen deze opgegeven personen zijn gerechtigd om, ter vervulling van de 'official' plicht van het team, wedstrijden te fluiten. Zij dienen dan echter wel 'bevoegd' te zijn. Deze bevoegdheid kan men verkrijgen door het bijwonen van de scheidsrechters-instruktiebijeenkomsten, en behouden doordat men tijdens het jaar minimaal als 'voldoende' door de teams wordt beoordeeld. Elk team dient bij elke 'official'beurt, d.w.z. bij elke 'thuis'wedstrijd op dezelfde avond in (meestal) dezelfde zaal, naast twee bevoegde scheidsrechters een secretaris/tijdwaarnemer te leveren. Dit kan door elk willekeurig persoon worden gedaan. Indien n of meer officials niet aanwezig zijn, of indien men niet-bevoegde scheidsrechters laat fluiten, krijgt het team n of meer 'officialstrafpunten'. Bij het bereiken van 3 officialstrafpunten binnen een kompetitie wordt n winstpunt in mindering gebracht.
Bij het bereiken van 5 officialstrafpunten binnen een kompetitie wordt het team uit de kompetitie genomen met de hierboven in artikel 4 al genoemde gevolgen. Wanneer een team voorziet dat zij bij een bepaalde wedstrijd slechts n of geen bevoegde scheidsrechters kan leveren dient zij de wedstrijdleiding daarvan tijdig tevoren op de hoogte te stellen. Dit kost het team dan geen officialstrafpunten, mits tijdig gedaan, maar het geldt alleen voor de scheidsrechters want de secretaris/tijdwaarnemer moet er altijd zijn.
8.
Het schema van de 'official'-regeling zal aan het begin van elk jaar door de wedstrijdleiding worden vastgesteld en daarna zo snel mogelijk schriftelijk aan alle kontaktpersonen van de teams worden medegedeeld.
9.
De promotie/degradatie regeling zal aan het begin van elke kompetitie door de wedstrijdleiding worden vastgesteld en daarna zo snel mogelijk schriftelijk aan de kontaktpersonen van de teams worden medegedeeld.
10.
Een team waarin niet-speelgerechtigde spelers meespelen, zal die wedstrijd waarin deze speler(s) hebben meegedaan reglementair verliezen met 5-0, ongeacht het resultaat van de al gespeelde wedstrijd. Wanneer bovengenoemde overtreding voor de tweede maal binnen een jaar wordt begaan dan wordt het desbetreffende team uit de kompetitie genomen. Onder niet speelgerechtigde spelers worden verstaan zij, die;
niet voorkomen op het teamopgaveforrnulier, dat aan het begin van elke kompetitie moet worden ingeleverd. N. B. tussentijdse aanvulling van dit formulier tot een maximum van 12 spelers is ten alle tijden mogelijk.
niet in het bezit zijn van een geldige ASS-zaalvoetbalkaart.
Ondanks een schorsing voor een bepaalde wedstrijd daarin toch spelen.
11.
Een speler die volgens regel 17 van de spelregels door de scheidsrechter definitief uit de wedstrijd is verwijderd, zal indien dit volgens de spelregels is geschiedt worden bestraft:
bij een eerste maal met minimaal een schorsing voor de daarop volgende wedstrijd van zijn team.
bij een tweede maal met minimaal een schorsing voor de eerst volgende drie wedstrijden van zijn team.
bij een derde maal met uitsluiting van het ASS zaalvoetbal.
12.
Een speler die aan het begin van een kompetitie is opgegeven bij een team kan tijdens die kompetitie niet voor een ander team gaan spelen zodra hij n wedstrijd of een gedeelte van een wedstrijd voor het eerstgenoemde team heeft gespeeld. Bij overtreding van deze regel zal automatisch regel 10 van dit regelement in werking treden.
13.
Elk team dat zich opgeeft voor een nieuwe kompetitie dient minimaal 5 mensen uit het oude team te bevatten om te worden beschouwd als bestaand team. Indien dit niet het geval is wordt het team als nieuw team beschouwd en dientengevolge onderaan de wachtlijst geplaatst. Voor alle teams die niet in de laagste klasse spelen geldt dat zij het recht op hun plaats in die klasse slechts kunnen behouder. in de kompetitie indien er niet meer dan 4 nieuwe mensen in het team voorkomen.
14.
Als twee ploegen gelijk eindigen in punten dan beslist het resultaat van de onderling gespeelde wedstrijden met inbegrip van het doelsaldo, is dit ook gelijk dan beslist het totale doelsaldo, is dit ook gelijk dan zal (in het geval dat het van belang is voor promotie of degradatie) een beslissingswedstrijd worden gespeeld. Eindigen er meer dan twee ploegen gelijk dan beslist het totale doelsaldo, is dit van twee van de ploegen gelijk dan beslist het resultaat van de onderling gespeelde wedstrijden inclusief het doelsaldo, is dit ook nog gelijk dan wordt eventueel een beslissingswedstrijd gespeeld.
15.
Indien een wedstrijd in een gelijkspel is geindigd en er toch een beslissing moet vallen zoals bijv. bij beker- en promotie/degradatie wedstrijdcn dan dienen beide ploegen om de beurt (door verschillende mensen) 5 strafschoppen te nemen, is er na deze serie strafschoppen nog geen beslissing gevallen dan nemen beide partijen om de beurt een strafschop tot er wel een beslissing is verkregen. Iemand mag pas een 2e strafschop nemen als al zijn teamgenoten die de wedstrijd hebben uitgespeeld een strafschop hebben genomen.
16.
De wedstrijdleiding beslist in alle gevallen waarin dit reglement niet of onvoldoende voorziet.