Het sociaal welvaren van kansarme kleuters stimuleren
24-09-2007
Informatie Kansarmoede
EVOLUEREN WE NAAR EEN DUALE MAATSCHAPPIJ?
In België leven er niet minder dan 1,4 miljoen mensen of 17,9 % van de huishoudens in een min of meer precaire financiële toestand. Ze zijn bestaansonzeker en lopen gevaar in de kansarmoede terecht te komen. 6,6 % van de Belgen (650 000) leven onder de Europese armoedegrens (inkomen beneden 50 % van het gemiddelde inkomen van het land) en minstens 2 % van de Belgen (225 000 mensen in 75 000 gezinnen) moeten rondkomen met het wettelijk minimuminkomen (27 341 fr. per maand voor samenwonende echtgenoten of alleenstaanden met kinderen).
Die cijfers zijn afkomstig van het Centrum voor Sociaal Beleid (CSB) van de UFSIA o.l.v. prof. Jan Vranken (Vranken e.a.,1996, p. 53 e.v.).
NOG MEER CIJFERS
Bijna een half miljoen mensen (499 954 uitkeringsgerechtigde volledig werklozen in '95) of 14,1 % van de (potentieel) actieve bevolking zijn in ons land werkloos. Het is algemeen geweten dat dat zelfs nog een serieuze onderschatting is, omdat een hele reeks categorieën (o.a. ook de deeltijds werklozen, de ouderen, geschorsten enz.) niet in dat cijfer vervat zijn. Wanneer we die wel meerekenen, komen we aan meer dan een miljoen mensen die geen volwaardige arbeidsplaats bekleden (1 049 002 in juni '96, dus bijna 30 % van de (potentieel) actieve bevolking) (Vranken e.a., 1996, p. 101).
Een belangrijk deel van hen zijn 'langdurig werkloos', wat meestal wil zeggen dat ze vrijwel zeker nooit meer werk zullen vinden. De recente grote fabriekssluitingen vestigden onze aandacht onlangs nog op het feit dat het hier om een structureel probleem gaat (zie verder). Belangrijk daarbij is dat huishoudens met een werkloos gezinshoofd gemiddeld een risico op armoede lopen dat tienmaal groter is dan huishoudens met een werkend gezinshoofd (Vranken e.a., 1996, p. 55).
45 % van de kinderen uit gezinnen waarvan het gezinshoofd werkloos is, worden met armoede geconfronteerd. Voor 36 % van de kinderen van ongeschoolde arbeiders geldt hetzelfde. Eén kind op de twaalf moet in dit land in armoede opgroeien. Volgens een recente studie van Kind en Gezin betreft het in Vlaanderen bijna 4 % van de kinderen. Van de 65 000 kinderen die jaarlijks in Vlaanderen geboren worden, zijn er dus zo'n 2 200 meteen kansarm (Verhegge e.a. 1995, p. 6). Volgens andere bronnen gaat het zelfs - afhan-kelijk van de criteria - over 8,3 % van de kinderen.
België is zeker geen uitzondering. Uit het verslag van de VN-Organisatie voor Handel en Ontwikkeling (UNCTAD) blijkt dat bijna overal in de wereld het aandeel van de rijkste 20 % van de bevolking in het nationaal inkomen gegroeid is. De loonverschillen tussen geschoolden en ongeschoolden worden groter (De Standaard, 16.09.1997). In vergelijking met vele andere landen scoort België zelfs niet eens zo slecht wat de ongelijkheid betreft. Dat het elders nog slechter is, mag echter geen reden zijn om de ogen te sluiten voor de onrechtvaardigheden 'voor de eigen deur'.
Kansarme kinderen vindt men terug in elke gemeente, misschien wel in elke klas. Toch ziet men anderzijds een duidelijke concentratie in de grote steden en in andere kansarme gemeenten. Volgens een recent rapport van prof. Kesteloot van het Georgrafisch Instituut van de KU Leuven telt Vlaanderen 128 achtergestelde buurten, met 218 000 inwoners, en zijn er daarnaast in Brussel alleen niet minder dan 178 achtergestelde buurten, met 343 000 inwoners (Kesteloot e.a. 1996).
Die concentratie kan een verklaring bieden voor het feit dat velen onder ons zich amper bewust zijn van die tweedeling in onze maatschappij. Een andere reden is, dat wij allen (PMS-medewerkers, onderwijzend personeel ...) de facto tot de middenklasse behoren en dus in ons persoonlijk leven vaak weinig in contact komen met kansarmen. Het fenomeen dreigt op die manier uit het gezichtsveld te verdwijnen - en ook dat is een element van de 'kansarmoedecirkel' (zie p. ???).
KENMERKEN VAN KANSARMOEDE
Kansarmoede valt niet volledig samen met armoede. We spreken van kansarmoede als er zich een cumulatie voordoet van risicofactoren (problemen) zoals: een laag inkomen, een laag opleidingsniveau bij de ouders, verpauperde woonomstandigheden, psychische problemen in het gezin, relatieproblemen, werkloosheid, een groot aantal kinderen (!), verslavingsproblemen, problemen met het gerecht, zwakke gezondheid, stressvolle levensgebeurtenissen, onhandige opvoedingsgewoonten ... Het is echter duidelijk dat die problemen niet onafhankelijk zijn van elkaar en dat het één vaak het ander met zich meebrengt. Daarbij vormt een laag inkomen ongetwijfeld een van de meest doorslaggevende factoren. Om oeverloze discussies te voorkomen over wie er nog allemaal onvoldoende kansen en behoefte aan zorg heeft, zou men wellicht beter de term lage socio-economische status (SES) gebruiken.
Een ander kenmerk van kansarmoede dat ermee samenhangt, is het feit dat de betrokkenen in een kringloop terechtkomen, vaak ook van generatie tot generatie. Men geraakt niet op eigen houtje uit die cirkel. In dit verband moet men wel een onderscheidt maken tussen bestaansonzekeren, nieuwe armen en generatiearmen. De eerste groep kan nog niet echt als kansarm beschouwd worden, maar zit wel in de gevarenzone. De nieuwe armen zijn wel degelijk gemarginaliseerd, maar dat gebeurde vrij recentelijk, door bepaalde gebeurtenissen zoals werkeloosheid, echtscheiding, overlijden ... De generatiearmen ten slotte zitten sinds lang in de genoemde armoedecirkel.
Een belangrijk deel van de kansarmen zijn migranten. Die twee groepen vallen echter niet volledig samen: heel wat kansarmen zijn autochtoon en heel wat allochtonen zijn niet kansarm. Belangrijk daarbij is dat vele migranten beschouwd kunnen worden als nieuwe armen en dat velen het potentieel bezitten (het culturele en sociale kapitaal) om niet in de 'cirkel' terecht te komen. Indien deze groep echter niet goed wordt opgevangen, is het gevaar groot dat ze toch bij de groep van generatiearmen zullen komen. Het zal dus - net als voor de nieuwe armen en de groep bestaansonzekeren - in grote mate van het beleid en van de concrete opvang afhangen, of die groepen een bijdrage zullen kunnen leveren aan de maatschappelijke opbouw, dan wel er ten laste van komen.
OORZAKEN
Met prof. Vranken onderscheiden we vier manieren om naar armoede te kijken.
1 Sommigen leggen de schuld van de armoede vooral bij de armen zelf: het individuele schuldmodel. Tot die redenering behoren uitspraken als: "Ze zijn arm omdat ze dom, lui, slecht ... zijn." (cf. The Bell Curve in de VS).
2 Anderen tonen iets meer begrip en wijten de armoede aan situaties die armen buiten hun wil overkomen: het individuele ongevalmodel.
3 Meer en meer wint de overtuiging veld dat armoede niet te verklaren is in individuele termen, maar dat gezocht moet worden naar maatschappelijke oorzaken. Sommigen zien daarbij vooral plotse en niet te voorziene veranderingen in de maatschappij als oorzaken van armoede: bv. economische crisis, automatisering, fabriekssluitingen, migraties ... Deze gedachtengang kunnen we het maatschappelijk ongevalmodel noemen.
4 Wanneer men echter de zaak grondig analyseert, ziet men dat die maatschappelijke veranderingen niet zo toevallig en onverwacht zijn als ze lijken. Bovendien blijkt onze maatschappij zó in elkaar te zitten dat ze a.h.w. armoede (re)produceert. J. Galbraith stelt in zijn boek 'De cultuur van tevredenheid' de vraag of de beter gegoeden (de tevredenen) wel willen bijdragen tot een rechtvaardiger verdeling van de goederen en rechten. Dat verklaringsmodel, dat de oorzaak legt in de maatschappelijke structuren zelf, kunnen we het maatschappelijk schuldmodel noemen.
Willen we echt de oorzaken van armoede en uitsluiting bestrijden, dan zullen we van dit laatste verklaringsmodel moeten uitgaan. Ides Nicaise, onderzoeker bij het HIVA (Hoger Instituut voor de Arbeid, KU Leuven) formuleert het als volgt: mensen die in armoede leven, handelen even rationeel als iedereen, maar ze botsen op bepaalde achterstellingsmechanismen. Die doen zich voor in de verschillende maatschappelijke sectoren, o.m. ook in het onderwijs (zie elders).
ARMOEDEBESTRIJDING
De problematiek van kansarmoede blijft door de jaren heen hardnekkig voortbestaan en vertoont zelfs de neiging zich uit te breiden. Zo blijkt het aantal bestaansminimumtrekkers nog altijd te stijgen (Vranken e.a., 1996). Daar zich aan de andere zijde van de maatschappelijke ladder eveneens een concentratievorming van middelen voordoet, evolueren we stilaan naar een 'duale maatschappij', waarin de kloof tussen rijk en arm steeds groter wordt. Op wereldvlak is dat overduidelijk. Maar ook in onze eigen welvaartstaat kan men er niet langer naast kijken.
Dat is niet alleen problematisch voor de betrokkenen zelf, die zich overal uitgesloten voelen, maar ook voor de maatschappij als geheel. Het is immers duidelijk dat de samenleving voor die uitsluiting een hoge prijs betaalt in de vorm van allerlei uitkeringen, maar ook in de vorm van allerlei vormen van welzijnszorg enerzijds en bestrijding van criminaliteit anderzijds. Met name in de VS, maar ook bij ons blijkt duidelijk dat een toename in de dualiteit leidt naar een toename van (individueel of collectief) geweld. De samenleving heeft er dus zelf alle belang bij te investeren in het tegengaan van deze evolutie.
Men kan nochtans niet zeggen dat er nog geen inspanningen gedaan werden om de (kans)armoede te bestrijden. Integendeel. In het achtergronddossier bij de adventsactie van Welzijnszorg 'Armoede uitsluiten' (1995) wordt een opsomming gegeven van de verschillende maatregelen op gemeentelijk (bv. OCMW, sinds '77 in elke gemeente), Vlaams en federaal, Europees en internationaal niveau.
Waarom is die problematiek dan zo hardnekkig?
Misschien is er toch nog te weinig gebeurd en vormen de maatregelen al bij al toch maar een druppel op de hete plaat. Op Europees of wereldniveau is dat zeker het geval. Bovendien blijft het bij sommige maatregelen nog te veel bij mooie intentieverklaringen, al zijn die op zich belangrijk (bv. Universele Verklaring van de Rechten van de mens van de VN, Rechten van het Kind ...).
Een andere verklaring is ook dat men tot nu toe te weinig preventieve maatregelen heeft genomen. De aandacht ging vrijwel uitsluitend naar het wegnemen of verminderen van de armoede op het moment dat die zich voordeed (bv. uitkeringen), en te weinig naar het voorkomen dat (kans)armoede zou ontstaan. Sinds de jaren negentig doet zich hier wel een kentering voor: naast aandacht voor het (remediërende) armoedebeleid, dat zeker ook noodzakelijk blijft, komt er meer aandacht voor wat men noemt een inclusief armoedebeleid. Daarmee wordt bedoeld dat er maatregelen genomen moeten worden in de verschillende sectoren van het maatschappelijk leven (onderwijs, tewerkstelling, huisvesting, justitie, gezondheidszorg, welzijn ...) die erop gericht zijn uitsluiting en kansarmoedevorming te voorkomen. Hierbij vertrekt men impliciet dan ook terecht van het hogervermelde 'maatschappelijk schuldmodel' en pakt men de oorzaken aan in plaats van de symptomen. Anders gezegd: men tracht de achterstellingsmechanismen aan te pakken.
De initiatieven in het kader van het onderwijsvoorrangsbeleid (OVB), die binnenkort wellicht geïntegreerd zullen worden in een algemeen onderwijsbeleid zorgbreedte t.a.v. alle kansarmen, zijn hier een goed voorbeeld van (zie elders). Ook de initiatieven in het kader van het Vlaams Fonds voor Integratie van de Kansarmoede (VFIK), dat zopas werd voortgezet en uitgebreid via het Sociaal Impulsfonds (SIF), waarmee o.a. schoolopbouwprojecten worden gefinancierd, passen in dit kader. Gelijklopend worden ook maatregelen genomen of aangekondigd in andere sectoren (bv. heraanleg van buurten, wijziging in het beleid van de sociale woonmaatschappijen enz.)
Een derde verklaring voor het gedeeltelijk falen van het kansarmoedebeleid ligt in het feit dat men al te vaak oplossingen heeft gezocht VOOR de (kans)armen en niet MET hen. De ervaring wijst echter uit dat kansarmoedebestrijding pas echt kan slagen als men die samen met de betrokkenen aanpakt. Ook op dat vlak zijn er sinds kort positieve aanzetten. Zo is het 'Algemeen verslag over de kansarmoede' (Koning Boudewijnstichting, 1994) opgesteld samen met vertegenwoordigers van de kansarmen zelf. Sinds enige tijd is er ook sprake van een zich organiseren bij de betrokken groep, bv. De Vereniging van mensen met een laag inkomen en hun kinderen (Gent) en ATD/Vierdewereldbeweging (Brussel). Ook bij de allochtonen is er meer en meer sprake van het zichzelf organiseren (eigen organisaties), wat ook door de overheid wordt aangemoedigd. De ervaring leert dat de betrokkenen zelf het meest gemotiveerd zijn om iets aan hun situatie te veranderen en dus het best ook zo veel mogelijk betrokken worden bij de 'acties' die daartoe ondernomen worden.
BESLUIT
Uit de cijfers blijkt dus dat we inderdaad evolueren naar een duale maatschappij, ook in ons land, met een groter wordende groep mensen die structureel worden uitgestoten. Wel zijn er voorzichtige aanzetten in het beleid om het tij te doen keren d.m.v. maatregelen in de verschillende maatschappelijke sectoren, die erop gericht zijn om armoede te voorkomen.
We hebben om te starten ook al een reeks extra's toegevoegd aan uw blog, zodat u dit zelf niet meer hoeft te doen. Zo is er een archief, gastenboek, zoekfunctie, enz. toegevoegd geworden. U kan ze nu op uw blog zien langs de linker en rechter kant.
U kan dit zelf helemaal aanpassen. Surf naar http://www.bloggen.be/ en log vervolgens daar in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Klik vervolgens op 'personaliseer'. Daar kan u zien welke functies reeds toegevoegd zijn, ze van volgorde wijzigen, aanpassen, ze verwijderen en nog een hele reeks andere mogelijkheden toevoegen.
Om berichten toe te voegen, doet u dit als volgt. Surf naar http://www.bloggen.be/ en log vervolgens in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Druk vervolgens op 'Toevoegen'. U kan nu de titel en het bericht ingeven.
Om een bericht te verwijderen, zoals dit bericht (dit bericht hoeft hier niet op te blijven staan), klikt u in plaats van op 'Toevoegen' op 'Wijzigen'. Vervolgens klikt u op de knop 'Verwijderen' die achter dit bericht staat (achter de titel 'Proficiat!'). Nog even bevestigen dat u dit bericht wenst te verwijderen en het bericht is verwijderd. U kan dit op dezelfde manier in de toekomst berichten wijzigen of verwijderen.
Er zijn nog een hele reeks extra mogelijkheden en functionaliteiten die u kan gebruiken voor uw blog. Log in op http://www.bloggen.be/ en geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op. Klik vervolgens op 'Instellingen'. Daar kan u een hele reeks zaken aanpassen, extra functies toevoegen, enz.
WAT IS CONCREET DE BEDOELING??
De bedoeling is dat u op regelmatige basis een bericht toevoegt op uw blog. U kan hierin zetten wat u zelf wenst.
- Bijvoorbeeld: u heeft een blog gemaakt voor gedichten. Dan kan u bvb. elke dag een gedicht toevoegen op uw blog. U geeft de titel in van het gedicht en daaronder in het bericht het gedicht zelf. Zo kunnen uw bezoekers dagelijks terugkomen om uw laatste nieuw gedicht te lezen. Indien u meerdere gedichten wenst toe te voegen op eenzelfde dag, voegt u deze toe als afzonderlijke berichten, dus niet in één bericht.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken over de actualiteit. Dan kan u bvb. dagelijks een bericht plaatsen met uw mening over iets uit de actualiteit. Bvb. over een bepaalde ramp, ongeval, uitspraak, voorval,... U geeft bvb. in de titel het onderwerp waarover u het gaat hebben en in het bericht plaatst u uw mening over dat onderwerp. Zo kan u bvb. meedelen dat de media voor de zoveelste keer het fout heeft, of waarom ze nu dat weer in de actualiteit brengen,... Of u kan ook meer diepgaande artikels plaatsen en meer informatie over een bepaald onderwerp opzoeken en dit op uw blog plaatsen. Indien u over meerdere zaken iets wil zeggen op die dag, plaatst u deze als afzonderlijke berichten, zo is dit het meest duidelijk voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken als dagboek. Dagelijks maakt u een bericht aan met wat u er wenst in te plaatsen, zoals u anders in een dagboek zou plaatsen. Dit kan zijn over wat u vandaag hebt gedaan, wat u vandaag heeft gehoord, wat u van plan bent, enz. Maak een titel en typ het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks naar uw blog komen om uw laatste nieuwe bericht te lezen en mee uw dagboek te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met plaatselijk nieuws. Met uw eigen blog kan u zo zelfs journalist zijn. U kan op uw blog het plaatselijk nieuws vertellen. Telkens u iets nieuw hebt, plaats u een bericht: u geeft een titel op en typt wat u weet over het nieuws. Dit kan zijn over een feest in de buurt, een verkeersongeval in de streek, een nieuwe baan die men gaat aanleggen, een nieuwe regeling, verkiezingen, een staking, een nieuwe winkel, enz. Afhankelijk van het nieuws plaatst u iedere keer een nieuw bericht. Indien u veel nieuws heeft, kan u zo dagelijks vele berichten plaatsen met wat u te weten bent gekomen over uw regio. Zorg ervoor dat u telkens een nieuw bericht ingeeft per onderwerp, en niet zaken samen plaatst. Indien u wat minder nieuws kan bijeen sprokkelen is uiteraard 1 bericht per dag of 2 berichten per week ook goed. Probeer op een regelmatige basis een berichtje te plaatsen, zo komen uw bezoekers telkens terug.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met een reisverslag. U kan een bericht aanmaken per dag van uw reis. Zo kan u in de titel opgeven over welke dag u het gaat hebben, en in het bericht plaatst u dan het verslag van die dag. Zo komen alle berichten onder elkaar te staan, netjes gescheiden per dag. U kan dus op éénzelfde dag meerdere berichten ingeven van uw reisverslag.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken met tips op. Dan maakt u telkens u een tip heeft een nieuw bericht aan. In de titel zet u waarover uw tip zal gaan. In het bericht geeft u dan de hele tip in. Probeer zo op regelmatige basis nieuwe tips toe te voegen, zodat bezoekers telkens terug komen naar uw blog. Probeer bvb. 1 keer per dag, of 2 keer per week een nieuwe tip zo toe te voegen. Indien u heel enthousiast bent, kan u natuurlijk ook meerdere tips op een dag ingeven. Let er dan op dat het meest duidelijk is indien u pér tip een nieuw bericht aanmaakt. Zo kan u dus bvb. wel 20 berichten aanmaken op een dag indien u 20 tips heeft voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken dat uw activiteiten weerspiegelt. U bent bvb. actief in een bedrijf, vereniging of organisatie en maakt elke dag wel eens iets mee. Dan kan je al deze belevenissen op uw blog plaatsen. Het komt dan neer op een soort van dagboek. Dan kan u dagelijks, of eventueel meerdere keren per dag, een bericht plaatsen op uw blog om uw belevenissen te vertellen. Geef een titel op dat zeer kort uw belevenis beschrijft en typ daarna alles in wat u maar wenst in het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks of meermaals per dag terugkomen naar uw blog om uw laatste belevenissen te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken uw hobby. U kan dan op regelmatige basis, bvb. dagelijks, een bericht toevoegen op uw blog over uw hobby. Dit kan gaan dat u vandaag een nieuwe postzegel bij uw verzameling heeft, een nieuwe bierkaart, een grote vis heeft gevangen, enz. Vertel erover en misschien kan je er zelfs een foto bij plaatsen. Zo kunnen anderen die ook dezelfde hobby hebben dagelijks mee lezen. Als u bvb. zeer actief bent in uw hobby, kan u dagelijks uiteraard meerdere berichtjes plaatsen, met bvb. de laatste nieuwtjes. Zo trek je veel bezoekers aan.
WAT ZIJN DIE "REACTIES"?
Een bezoeker kan op een bericht van u een reactie plaatsen. Een bezoeker kan dus zelf géén bericht plaatsen op uw blog zelf, wel een reactie. Het verschil is dat de reactie niet komt op de beginpagina, maar enkel bij een bericht hoort. Het is dus zo dat een reactie enkel gaat over een reactie bij een bericht. Indien u bvb. een gedicht heeft geschreven, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze het heel mooi vond. Of bvb. indien u plaatselijk nieuws brengt, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze nog iets meer over de feiten weet (bvb. exacte uur van het ongeval, het juiste locatie van het evenement,...). Of bvb. indien uw blog een dagboek is, kan men reageren op het bericht van die dag, zo kan men meeleven met u, u een vraag stellen, enz. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
WAT IS DE "WAARDERING"?
Een bezoeker kan een bepaald bericht een waardering geven. Dit is om aan te geven of men dit bericht goed vindt of niet. Het kan bvb. gaan over een bericht, hoe goed men dat vond. Het kan ook gaan over een ander bericht, bvb. een tip, die men wel of niet bruikbaar vond. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
Het Bloggen.be-team wenst u veel succes met uw gloednieuwe blog!