Inhoud blog
  • Seminarie Talen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gerald

    15-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Seminarie Talen


    Gerald, het relaas van een mislukt leven
    door Egon Van Calster

    Het was zo ongeveer tien uur 's avonds en Gerald zat alleen te luisteren naar een plaatje van Jacques Brel, "ne me quitte pas". Hij had zichzelf een glas ingeschonken van de laatste fles pruimenalcohol, één van de idiote investeringen die hij had gedaan. Hij heeft zo de gewoonte een briljant idee te hebben, dat dan uiteindelijk toch niet zo briljant blijkt te zijn, maar die conclusie komt altijd te laat en vooral bij Gerald, "Gerre" voor de vrienden. Of Gerre de "ne me quitte pas" had opgezet voor het glas pruimennat, dat wist hij zelf niet, wat hij wel wist was dat het hem zeker niet zou verlaten, zoals zijn vrienden, zijn vrouw, zijn dochter, ja zelfs zijn kat was gaan lopen. Een prachtige perzische kat met blauwe ogen, net als hij er zulke heeft, alleen had ze wat meer haar dan haar baasje. Maar Sfinka was gaan lopen, Gerald gaf de schuld aan de Whiskas. Dat deed hij wel vaker, de schuld proberen afschuiven op iemand of iets anders, zo werd het opstapelende gevoel van mislukking dat centraal leek te staan in zijn leven toch weer met één beurt overgeslagen. Hij had bijvoorbeeld ooit geïnvesteerd in een tandartspraktijk waar de dokters aangekleed waren zoals in hooters, met de nodige rondingen. Het duurde niet lang of de moeders kwamen niet meer met hun kinderen en de vaders mochten niet meer van hun vrouw, zoals altijd schoof Gerald de schuld op iets of iemand anders, de hooters waren te klein...

    Zeven uur in de ochtend, het verschrikkelijke geluid van een wekker dat iedereen in verband brengt met een spontane migraineaanval gaat schel door de kamer. Een hand die in een milliseconde de beweging, die ondertussen een automatisme zoals de telefoon opnemen is geworden, van een mokerhamer nabootst en zo de wekker toch weer tien minuutjes kan laten ophouden. Uiteindelijk, na de te grote inspanning, staat Gerald dan toch maar op. Hij is dertig jaar en kluste hier en daar wat bij.  Het was vandaag vrijdag 14 februari, acht jaar geleden behaalde hij z'n diploma bedrijfskunde. Het werd duidelijk zeer ondergewaardeerd bij werkgevers, want bijklussen is nu niet bepaald de primaire taak van een bedrijfsleider, een ondernemer. Toch had hij sinds deze nacht  toekomstplannen. Hij had die nacht gedroomd en een compromis met zijn droomfabriek gesloten. Hij zou doen wat hij had gedroomd. Al een half uur met een slaapkop liggen nadenken op de wc-pot, het werd tijd dat hij doortrok.
    Toen Gerald vertrok bedacht hij in zijn wagen dat hij eigenlijk geen enkele echte vriend heeft, het waren allemaal kameraden die hem al eens trakteerden op een frisse pint om eens goed te lachen met zijn 'idiote' ideeën over het leven en over de toekomst. Het was na zo'n avondje van pintelieren dat hij hetzelfde gevoel, hetzelfde besef had, dat hij nu heeft. En daar moest hij naartoe, naar zo'n idiote reünie, nu goed, hij hoefde hen niet allemaal te begroeten.
    De reünie, Gerald groet iedereen.
    Het diploma was niet meer dan een stuk perkament, maar toch had het een enorme waarde voor "de Gerre", hij had er flink voor gewerkt, en het was het enige wat hij tot dan toe in zijn leven bereikt had. Tot dan toe was alles al mislukt, als kind had hij een boomhut gebouwd, toen hij zijn hutje betrad, zakte het hoopje verrotte planken in elkaar als een kaartenhuis, hij had drie weken in het ziekenhuis gelegen. Hij had geprobeerd een hondje te houden, een Schnauzer, nadat Gerald een grote wandeling had gedaan met zijn lievelingsdier, stak hij de laatste straat over, helaas kwam er net een vuilniswagen aan en..laten we stellen dat de Schnauzer niet veel Schnauz meer over had. Dit waren slechts enkele voorbeelden van de mislukking die tot dan toe zijn leven heette.
    Maar de jongeman had zijn diploma en zou al snel die ene droom waarmaken, hij had gedroomd dat als iemand, eender wie, hem een voorstel deed om samen in zee te gaan met een product , een bedrijf, het maakt niet uit wie of wat, dat hij die kans zou aanpakken. Hij had zichzelf schatrijk gezien in een droom en Gerald wist het, het was een visioen, eindelijk zou zijn leven opgefleurd worden. Wat er ook uit de bus kwam, hij zou het aanpakken en zijn droom zou weldra in vervulling gaan, het enige wat hij hoefde te doen was wachten op de man waarmee hij in zee kon gaan.
    Een maand verder en geen teken van die man, besluit hij zelf een dagje naar de zee te gaan. Hoera, hoera! Verbazing alom, de oude Trabant die hij voor vierhonderd euro op de kop kon tikken heeft het gehaald en daar was hij dan, Knokke. Hier zou hij vast en zeker die man vinden. Maar het waren vooral denigrerende blikken van de bourgeosie en de haute classe die hem een ietsje teveel basse vonden. Hij besloot dan maar de wagen te parkeren en te voet verder te gaan. Hij zette zich op een terrasje op het Place m'a tu vu. Hij bestelde een koffie voor drie euro en werd bediend door een beeldschone dame, de drie euro voor een koffie vond hij vrij veel en  met een geforceerde lach kon er nog één euro fooi vanaf. Hij observeerde de impotente mannen die met hun penisverlenging tot wel 4 keer rond het plein reden. Hadden ze de hoop een gedistingeerde jongedame op te doen bij de finishronde? Gerald wist het niet. De serveuse had blijkbaar een korte dag want ze had haar schort uitgedaan en was doorgegaan zonder haar baas te begroeten op de gepaste manier. Een middelvinger was er wel bij, die vinger hadden de mensen dus ook in Knokke. Niet dat Gerald dacht dat ze hier maar 8 vingers hadden, maar hij had gewoon nooit gedacht die hier te zien en was zo verbaasd dat hij achter de jongedame liep.
    "Juffrouw, ik euh... ik kon het niet laten uw furieuze uitlaat op te merken, wat scheelt er?" stamelde Gerald terwijl hij het jonge ding van kop tot teen observeerde.
    -"En wie mag jij wel zijn?!" bracht ze uit, verbaasd dat deze persoon haar was gevolgd.
    "Ik ben Gerald, maar zeg gerust Gerre, ik hoop niet dat ik je heb doen schrikken.." zei hij.
    -"Nee, dat nu ook weer niet, maar welke jongeman loopt er nu zomaar achter mij aan?"
    "Niet zomaar! Nee, je bracht me terug op de wereld, je schudde me wakker uit mijn droom, al een lange tijd ben ik op zoek naar iemand en ik heb de persoon nog altijd niet gevonden. Jij nam mijn aandacht even weg, wat is je naam?"
    -"Laura."
    "Laura? Dat klinkt niet echt als een Spaanse furie, maar je weet nooit wat er in een mens verborgen zit. Heb je zin in een kop koffie?"
    -"Ongelooflijk, maar ik neem je aanbod aan!"
    Nu om een beetje op het verhaal vooruit te lopen, er is nooit een koffie van gekomen. Laura nam hem mee naar haar appartement en gaf hem een namiddag die hij nooit zou vergeten. Na de wilde vrijpartij gaf ze hem haar nummer en vroeg hem met klem zeker te bellen. Gerald was zo onder de indruk en besloot die namiddag uit te rekken tot een leuke avond op café. Natuurlijk mislukking was hetgene wat centraal stond in zijn leven en Gerald zou Gerald niet zijn als hij dat nummer niet zou verliezen. Dat gebeurde ook. Twee lange maanden vertoefde hij zich in een heel gevarieerd leven. Huilen in de zetel, bezatten, ter afwisseling huilen op zijn bed en nog maar eens ter afwisseling mokken op de grond, met zijn rug tegen de zijkant van de zetel, zodat hij een gevoelloze blik kon opzetten met de ogen gericht naar het raamkozijn, te bang om naar de lucht te kijken.
    Twee maanden gingen voorbij en het leven begon te beteren. Het was heel duidelijk te zien, de Gerre was namelijk in een hoek van zijn flat begonnen lege flessen alcohol zo te schikken dat ze de hele kamer rondgingen, hij was zelfs aan een tweede ronde begonnen, het was hieraan dat je kon zien dat zijn leven terug op zijn pootjes terechtkwam, want de snelheid van die tweede ronde bleef binnen de perken.
    Hij was net beneden uit de hal van zijn appartementsblok zijn krant uit de bus gaan halen, hij had de serie trappen overleefd. Hij woonde op het vierde verdiep en er was geen lift, dat spiegelde zich ook wel in de prijs van de flat. Eindelijk stak hij de sleutel in zijn deur, draaide het slot om, wanneer de parlofoon al schril staat te piepen. Een mannenstem weerklonk: "Meneer Ducès, mag ik even naar boven komen, ik ben een salesman en ik heb een product waar u, God, geen nee tegen kan zeggen!". Zou dit het teken zijn? Zou deze man, deze salesman van wie hij de naam nog niet eens weet, zijn redding zijn die hem zal lanceren in de zakenwereld? "Komt u alsjeblieft naar boven, moet ik u helpen dragen met iets?"
    -"Neen hoor, ik haal het wel, drukt u gewoon maar op het belletje." zei de man
    "Dag meneer, ik verwacht u al maanden!". Gerald kon zijn opwinding amper onder stoelen of banken steken.
    -"Blij dat er toch iemand zo spontaan is, al de hele dag worden deuren voor mijn neus gesloten, wat zeg ik, gesmeten!"
    "Nu, dat zal ik niet doen, vertel me wat verkoop je?"
    -"Ik verkoop stofzuigers!"
    "Stofzuigers?"
    -"Geen gewone stofzuigers, meneer Ducès! Neen, dit zijn stofzuigers die je niet hoeft te bedienen, ze werken op deze manier..." De man pakte zijn stofzuiger uit, het leek erg op een UFO. Hij bevestigde een haakje aan de kroonluchter die Gerald nog van zijn moeder had gekregen toen die stierf. Aan dat haakje bevestigde de man dan een kabel die hij verbond met de UFO-stofzuiger.
    "En nu?" vroeg Gerald.
    -"Geduld is een zeldzame deugd, meneer," sprak de salesman al iets assertiever "nu moeten we gewoon wachten tot de stofzuiger is opgeladen door de wrijving van dit paar pantoffels!"
    "Pantoffels, meneer?" Gerald werd al iets achterdochtiger.
    -"Ja, doet u deze maar aan en loopt u maar rond, hoe langer u rondschuifelt, hoe langer uw stofzuiger zal werken, en dit allemaal autonoom!"
    "GEWELDIG!" sprak de Gerre impulsief. Hij vroeg zich af of dit werkelijk het product was wat hem op de businessmarkt zou lanceren. Maar het was precies zoals hij gedroomd had, een man die hem in iets zou laten investeren. Dit was zijn droom en hij was altijd al impulsief en euforisch van natuur. "Ik koop ze allemaal!"
    -"Wat?"
    "U hoort me, ik koop ze allemaal!"
    En zo gebeurde het ook, een kwart van zijn erfenis ging naar idiote stofzuigers. Ze staan nog op zolder, een half jaar heeft hij geprobeerd ze te leuren aan bedrijven, aan KMO's, uiteindelijk aan particulieren. Het was weer eens een idioot idee en nu zit hij met die UFO's. De jonge ondernemer probeerde er de humor van in te zien, hij had nu weliswaar 100 paar pantoffels. Toch was de moed verliezen op zo'n moment niet vergezocht... het was eerder snel gevonden. Eén ding was wel duidelijk, niet al je dromen zijn visioenen, dat hij zo dom had kunnen zijn, zo naïef, zo.. Gerald.
    Zeven uur in de ochtend, een schel geluid weergalmt in de verdonkerde kamer, na al die jaren is het een routine geworden dat Gerald om zeven uur opstaat. Het was meer dwangmatig geworden, als hij vroeger moest opstaan voor een van de zeldzame afspraken die hij had, bijvoorbeeld om zijn enige nichtje naar de luchthaven te brengen, dan voelde hij zich zo slecht dat hij de volgende dag hetzelfde aantal uren dat hij vroeger had moeten opstaan, moest optellen bovenop die zeven uur om op dat tijdstip dan op te staan. Kwestie van alles in balans te houden. Lichtjes dwangmatig.
    Over de jaren heen had de Gerre best wel wat tics ontwikkeld, zo bewoog hij zijn neus van links naar rechts als hij heel zenuwachtig werd, als hij op zijn top qua nervositeit zat dan evolueerden die tics ook, dan veegde hij zijn kin af aan zijn schouder. Men hoeft de mensen niet te overtuigen dat het raar overkomt, of hij leek op een konijn of hij leek op een smosser die altijd iets op zijn kin had hangen.
    De flessenkring rond de living begon weer te slinken, de levenslust zag zijn kans om weer op het toneel te verschijnen en Gerald hervatte zijn script weer zoals gewoonlijk..
    Het fijne aan de Gerre was dat hij altijd bleef geloven in zijn idealen, ook al bleven ze mislukken, hij nam het er altijd bij, alsof het deel uitmaakte van zijn droombeeld. Pistolets! Man, daar had de jonge ondernemer zo even ontzettend veel zin in. Huppel, huppel, naar de bakker.
    "Twee boterkes, een tijgerke en een chocoladebroodje" zei Gerald, bemerkt door bijna elke klant, want wie valt het nu niet op wanneer iemand zijn kin staat af te vegen aan z'n schouder, en hij voegde er op middelnederlandse wijze nog aan toe: 'als het u belieft, juffrouw !"
    - " 'k heb alleen nog maar keizerkes en met sesamzaadjes"
    "Doe maar drie keizerkes dan..." zei Gerald ietwat beteuterd, maar teleurstellingen waren toch deel van z'n leven, dus wat maakte er één meer uit, hij had nog een chocoladebroodje..
    - "De chocoladebroodjes zijn juist meegenomen door de coach van de miniemen, een koek met pudding dan? "
    Kwaad liep hij buiten, een beetje schoorvoetend, want hij had toch wel een behoorlijke honger. Maar hoeveel teleurstellingen zou hij nog tegemoet moeten gaan vooraleer ze zouden ophouden en nu eens eindelijk alles zou meezitten?
    Hij kluste nu bij en zijn diploma werd zwaar ondergewaardeerd, hij was een ober in een wegrestaurant, "Ramloc".
    Buiten een spuuglelijk uniform dat hij moest dragen als ober, werd hij soms ook nog eens gedwongen de afwas te doen. Gerald was toch al zeker tot één conclusie gekomen: de mensen in zo'n wegrestaurant, waren een ras apart. Nog nooit had hij zulke beesten aanschouwd. Vaak waren de vroegere DDR-burgers de ergsten.. Ze vonden het blijkbaar doodgewoon als je de spare-ribs, net afgekloofd, gewoon in het midden van de tafel gooide. De klanten van Ramloc, hadden ook een bijzonder gevoel voor humor, ze hadden de uitzonderlijke vaardigheid om een flauwe grap te maken over elk gerecht dat zich op de menukaart bevond, wat een heerlijk taalgevoel!
    -"Voor mij de kangoeroesteak a point en met frieten."
    "Komt in orde meneer. Smakelijk"
    -" 't Is te hopen voor jou! Het buffet zal snel leeg zijn, ik kan er wat van."
    "Uiteraard, meneer."
    Zeer gedegouteerd keerde Gerald na een drietal kwartier terug met meneer zijn kangoeroesteak a point en zijn frieten.
    "Alstblieft meneer, laat het u smaken"
    - "OE??" - wat een oergeluid konden sommige mannen maken - "Die kangoeroe gaat toch niet van mijn bord springen, hé?"
    Ja, wat een heerlijk taalgevoel en wat een heerlijke grap!
    "Neen meneer, ik heb hem zopas gevangen en ik heb mij ervan verzekerd dat hij dood was... Road kill"
    Buiten Gerald's exquisiet gevoel voor mislukking, was hij zeer gedistingeerd en zeer wel opgevoed. Zijn voorouders kwamen uit een rijke patriciërsfamilie en de erfenis werd doorgeleverd van generatie tot generatie en leek onuitputtelijk. Helaas was Bernadette, Gerald's liefste moeder, overleden. Ze was aan het rijden op de A12 wanneer ze werd gegrepen door een vrachtwagen die zich kruiselings over een druk kruispunt wierp en Bernadette's auto trof in haar zijkant. Ze was op slag dood. Z'n vader had hem proberen opvangen, maar hun relatie was nooit zo subliem geweest sinds zijn ouders waren gescheiden. Zijn band met z'n vader was verbitterd en na een half jaar hadden zowel vader als zoon genoeg van elkaar. De vader van Gerre's klunzigheid en de naïviteit waarmee hij zaken bekeek. De zoon van vaders ego.
    "Alstublieft meneer, antiloop met goudbruine kroketjes en pepersaus"
    -"OE?? Hij gaat toch niet van mijn bord lopen, hé!?"
    Ja, wat een heerlijk taalgevoel en wat een heerlijke zwans!
    De ondergewaardeerde ober die gedecoreerd was met een magnetisch naamkaartje waarop de naam Geralt pronkte, zag dat het zo niet meer verder kon met z'n leven. Een restaurant waar ze zijn naam zelfs niet konden spellen was niet echt zijn ultieme ambitie. Gerald bleef in z'n hart een ondernemer, een leider, hij moest en zou zich terug op de zakenmarkt gooien. Al had hij nog honderd paar UFO-pantoffels staan op het appartement, hij zou zijn droom niet opgeven.
    's Avonds kwam hij bezweet thuis na een zware service in het restaurant. De doortastende geuren van spare-ribs, koteletten en antilopesteaks zaten in z'n afgeleefd uniform. Hij stond onder de douche, hij draaide de kraan open. Het ijksoude water dat nog in de leiding zat en hem een ijskoude schok gaf kon hem op die moment niet deren. Na even wachten met zijn handen tegen de muur, stroomde het lauwe water over zijn gezicht, over zijn rug, rechtstreeks in het afvoerputje. Gerald dacht na of dit nu écht zijn job was... Officieel was het dat natuurlijk, maar was dit zijn droom? Het water vermengde zich met schuim afkomstig van een shampoo die eerst nog eens flink had geprikt in z'n ogen. Haartjes dansten op de kolkende zeeprivier. Tijd om af te drogen dacht hij. Door zijn natte lijf leek de badkamer maximum 5 graden warm, al wist hij beter. Hij sproeide de douche nonchalant af, trok zijn badjas aan en plofte in de zetel, waar hij nog even naar Journaal Laat keek. Het introdeuntje werkte nu al op zijn zenuwen en dan was het nieuws nog niet begonnen. Catherine Moerkerke vond hij nochtans een ferme doos. Van Catherine dwaalden zijn gedachten af naar Laura, het meisje dat hem ontmaagd had. Hij kon zich haar gezicht herinneren tot elke porie toe, haar lieve lach. Hij wist nog hoe zacht haar huid aanvoelde, hoe hij haar lies streelde, hij haar kuste en zachtjes beet in haar fragiele nek. Na al die jaren was zijn liefde nog even groot. Hoe kon hij ooit haar nummer zijn kwijtgespeeld? Hij beeldde zich in hoe het anders had kunnen aflopen, als hij haar had kunnen bellen.. Al tobbend viel hij in z'n badjas in slaap in de zetel en terwijl Catherine Moerkerke wegebde op de achtergrond waren zijn gedachten bij haar, bij Laura.
    Zeven uur in de ochtend. Bieeep Bieeeep Bieeeep Bieeep, BOEM. Dringend een nieuwe wekker kopen was het eerste waar Gerald aan dacht toen hij opstond. Hij haalde een fris gestreken hemd van Ramco en vertrok naar z'n werk. Hij mocht van z'n baas vandaag een halve dag werken, dit hield in de mise en place doen, met andere woorden het goedkope buffet dat al weken in de frigo stond klaarzetten voor de klanten, daarna moest Gerre dan opdienen tijdens de lunch. Na 3 uur garnalen uitscheppen, tomaten snijden, taboulé maken, deed hij z'n schort uit, at zelf een broodje, want hij weigerde ook maar iets te eten uit het restaurant zelf, en begon aan de lunch.
    Eeuwig flauwe grappen en schaterlachen schalden door de eetzaal, hetzelfde liedje, altijd maar hetzelfde en dan, een prachtige verschijning. Twee prachtige benen die zelfs door de strakke jeans schitterden, een luchtig wit hemdje met een net genoeg verhullende decolleté, wat een prachtige jonge vrouw dacht hij. Ze was alleen en kwam in zijn rang zitten. Lichtjes beschaamd voor zijn uniform en zijn magnetische badge ging hij schoorvoetend naar tafel 14 om de suggesties uit te leggen.
    "Goeiemiddag, juffrouw, had u graag een aper.. hu", Gerald snakte naar adem
    -"Gaat het? Alles in orde?!" vroeg ze ongerust.
    "Ja, ja... Het is gewoon, ik ken u, ik herinner mij nog alles van jou, tot.."
    -"Ik herken jouw gezicht ook!" zei ze, "Je hebt mij in Knokke toen een kop koffie willen betalen."
    "Maar... dat is er toen wel niet van gekomen, hé?"
    -"Ik heb eigenlijk wel op jouw telefoontje gewacht toen.", ze keek een beetje verdwaasd.
    "Je kan me dat niet kwalijk nemen, mislukking staat ietwat centraal in mijn leven, om vier uur heb ik gedaan met werken.."
    -"Ik kan helaas niet blijven." zei ze
    "Wat wil je eigenlijk drinken?" vroeg Gerald.
    -"Geef mij maar een karafje witte huiswijn en de kabeljauw, alsjeblieft, Gerald." zei ze lief.
    "Je kent mijn naam nog!" riep hij een beetje te enthousiast.
    -"Om eerlijk te zijn, nee, maar je hebt zo'n mooie badge, snap je?", ze lachte. Wat was het heerlijk om die lach te aanschouwen.
    "Oh, haha, ja, mooi hé?" grapte hij. "Ik bedien je zo."
    Hij was dolgelukkig, hij had zin om iedereen te omhelzen. Iets waar hij als misantroop anders nooit echt zin in had.
    "Een karafje wit en een kabeljauw op een bedje van preicoulis, smakelijk.", zijn lach was niet meer te onderdrukken.
    -"Dankje wel, je bent eigenlijk niet veel veranderd." zei ze, terwijl ze haar vismes in de kabeljauw zette.
    "Jij bent nog mooier geworden, Laura. Het is eigenlijk best ironisch, hé? Vroeger was jij een serveuse en zie mij hier nu staan, wat een geluk heb ik nog geen ruzie met mijn baas."
    -"Haha, ja, daar had ik nog niet echt bij stilgestaan." stemde Laura in, "Maar geef jij anders dit keer joúw nummer, ik verlies het vast niet en ik moet subiet naar mijn werk."
    "Waar werk je nu dan? Goed idee ook!" Gerald schreef zijn nummer op haar bonnetje, wat had hij uitgekeken naar dit moment.
    -"Ik ben nu manager-assistant van Agfa Gevaert, maar ik was onderweg en had nog niet gegeten. Waarom kijken al je collega's zo raar?"
    "Ik denk dat ze me nog nooit zo gelukkig hebben gezien" zei hij spottend "Bel me." Met een knipoog en een telefoonbeweging, hervatte Gerre zijn werk.
    Half dansend en fluitend deed hij zijn werk verder, hij was door het dolle heen, zo gelukkig had hij maar geweest sinds die ene druilerige namiddag die hij met haar doorbracht. Dit was misschien het teken dat hij ook zijn job moest opgeven, wat had er nu meer op een voorbode kunnen lijken als deze situatie?
    Ze stapte op, Gerald zette de borden neer die hij aan het afruimen was.
    "Ik geef mijn job op" zei hij tegen haar
    -"Echt?!"
    "Ik weet het zeker, mijn ambities zijn groter, je hebt mij voor de tweede keer het licht laten zien, je bent een engel."
    -"Ongelooflijk...euh ja, oké, jij moet het weten!"
    "Dag chef. Mensen, het eten stinkt naar rotte vis! Jullie flauwe grappen zijn nog slechter dan die van Geert Hoste! Stik er in!" riep hij door de zaal terwijl hij op een tafel was gaan staan. Ondertussen was Laura wel naar buiten gegaan. De angst om haar weer te verliezen beving hem. Hij begon bijna te hyperventileren toen hij haar wagen zag wegrijden. Hij had niets om haar te contacteren.
    "Mijn nummer! Ze heeft mijn nummer!" riep Gerre. Misschien iets te uitbundig toen hij zag dat ze haar bonnetje had laten liggen waar zijn nummer op stond. Vol ongeloof, dat hij het weer had verknald ging hij te voet naar huis. Onderweg besefte hij dat hij z'n wagen had laten staan en ging die dan toch maar halen. Die avond belandde hij weer in z'n badjas in de zetel zonder avondeten. Het was weer Catherine Moerkerke die hem na de irritante intro nog sterker deed terugdenken aan Laura, hij wist zelfs haar achternaam niet. DRINGGGG...DRINGGGG...DRRRINGGGG, zo snel als hij kon nam hij de hoorn op.
    "Laura !?"
    -"Hallo, Gerald, het spijt me van daarstraks, maar ik moest echt dringend naar mijn werk." verontschuldigde ze zich.
    Dat was dus alles. Voor niets een depressie genaderd.
    -"Het is inderdaad best ironisch dat jij nu net zoals ik toen in een restaurant werkt. Het moet wel het lot zijn dat we elkaar zo terug ontmoeten, denk je niet?"
    "Ik ben daar zeker van! Ik ben je nooit vergeten, Laura... Maar wat is je familienaam eigenlijk?" vroeg hij onzeker.
    -"Hoe lief, maar ik ben jou ook nooit vergeten, die druilerige namiddag was heerlijk, hopelijk vond je dat ook. Lindebrings." zei ze zachtjes, alsof ze hem met haar stem wou strelen door de hoorn van de ouderwetse telefoon die op zijn bureau stond.
    "Wat een prachtige naam, de mijne is Ducès. Wil je nog eens op zo'n regenachtige namiddag met mij afspreken, juffrouw Lindebrings?" en hij voegde er een twijfelachtig lachje aan toe.
    -"Dat wil ik best, als jij voor de regen zorgt, zorg ik voor een mooie outfit." spotte ze.
    "Dat geloof ik best, dat heb ik gezien vandaag. Wat denk je van zondag?"
    -"Prima, ik zal je mijn gsmnummer geven, je mag me altijd bellen na zes uur 's avonds, we spreken nog wel een plekje af, nu moet ik echt in bad of het water loopt over de rand. Kusje, Gerald." zei ze liefjes.
    Hij beeldde zich in dat ze daar nog een knipoogje aan toevoegde, maar dat was louter speculatie. Heel zijn avond, heel zijn nacht zou hij voor één keer niet liggen piekeren over iets slechts, maar over zaligheid. Zaligheid die ging onder de naam Lindebrings, net een engel. Het laatsebeeld dat door zijn hoofd ging was dat van een vrouw met natuurlijke schoonheid en klasse in bad, met natte haren. Schuimvlokjes hier en daar op haar lichaam, op haar huid die blinkt van het fijne laagje water en aromatische olieën. Ze bewoog de vingertoppen van haar fijne hand zachtjes door het wateroppervlak, als een bootje dat het water doorklieft. Wat een zalig beeld om in slaap te vallen...
    Zeven uur in de ochtend en Gerald is voor de wekker wakker, vroeger dan de haan en vroeger dan de zon, geen van beiden te bespeuren in een stad in het putje van de winter, maar toch een reden om weer eens fier te zijn vond hij. 
    Hij had de hele dag over haar gedroomd en toen hij opstond wou hij haar direct bellen.
    Driing Drriiing.... Zou zij naar hem bellen? Zou zij hetzelfde gevoel hebben gehad? Zou zij hem ook zo gemist hebben als hij haar had gedaan?
    -"Jef klak, word wakker joeng!"
    "Weet ge hoe laat het is?" vroeg Gerald.
    -"Tijd om u leven te beteren." haalde hij sarcastisch uit, "We gaan straks solliciteren bij Ikea, gij en ik, goed?"
    "Wat gaan we daar nu in hemelsnaam zoeken? Je bent compleet gestoord, Jonathan."zei de Gerre.
    -"We gaan solliciteren. Zie je 't nie voor je: verantwoordelijke van het ballenbad!. Kom op wat zeg je, je bent je job toch kwijt nu..." zie Jonathan, wetend dat Gerald niet zou weigeren.
    Jonathan was een niksnut. Zijn voornaamste bezigheid gedurende de dag, was door de raam hangen met een sigaret en fluiten naar de mooie meiden die in zijn straat aan het winkelen waren. Gerald was geen niksnut, maar veel bezigheid had hij niet, ze hadden elkaar daarom gevonden in een café en het komt er op neer dat Jonathan hem stalkte sindsdien. Nog iets wat ze gemeen hadden was dat ze elkaars echte naam enkel gebruikten wanneer ze geïrriteerd raakten, op alle andere momenten zeiden ze Jo en Gerre. Die momenten van rust kwamen echter zelden voor en ergernis was dan ook een kernwoord in hun relatie. Gerald vond dat sindsdien hij Jonathan kende, zijn tics waren verergerd. Hij werd weer vaker bekeken als smosser wanneer hij zijn kin afveegde aan zijn schouder, zijn neus heen en weer wiebelde of wanneer hij simpelweg een onuitputtelijke zenuwhoest tevoorschijn toverde.
    Ding Dong.. Kassa 3, Kassa 3, assistentie gevraagd lampenafdeling...
    "Hallo, wij zouden graag een onderhoud willen met de manager voor een sollicitatiegesprek." zei Jo. Sinds ze in Gerre's wagen waren gestapt, waren enkel nog de afkortingen van namen over de tong gerold. "Jo, blijf van het handschoenkastje af, paljas!"...
    -"En waarom posten jullie niet gewoon een cv in de bus daar? Ze dient er speciaal voor." zei de verkoper geërgerd
    "Euh...Omdat wij verantwoordelijken van het ballenbad willen worden. Daarom misschien?" repliceerde Jo en hij porde Gerald met een knipoog die insinueerde dat hij vond dat hij dit goed had afgehandeld.
    -"Meneer, u werkt behoorlijk op mijn zenuwen en ik heb nog een heleboel te doen. Indien u hier niet komt winkelen, verzoek ik u het terrein te verlaten." zo sprak de verkoper en hij stapte het af.
    "Aaah zo zit dat! Schandalig! Wat een stuk onbenul... Niet waar Gerre?" vloekte Jo.
    Een tsunami, bestaande uit ergernis en opkomde vermoeidheid, sloeg met deze uitspraak van Jo over de kaaien in Geralds hoofd, genoeg was genoeg.
    "JIJ bent een gestoorde. Jij bent  zelfs niet prettig gestoord meer, dat noemen ze manisch depressief en jij bent de hypomaan! Ballenbad... KOMAAN!" zei Gerald vol van walging.
    "Jij bent zielig. Je probeert me te kwetsen, maar heb je al eens in de spiegel gekeken? Je hebt nog nooit een vrouw gekend in je leven en dan heb je commentaar op het mijne. Ik ben misschien gestoord, maar jij bent een eikel." verweet Jo en hij liet Gerald achter en ging er vandoor.
    Een beetje aangeslagen ging Gerre door en wierp een laatste blik op het ballenbad, een nee-schuddende glimlach verscheen op zijn gelaat.
    Het eerste wat door zijn hoofd spookte als hij thuiskwam was dat zondag nog maar twee dagen verwijderd was. Dan zou hij haar terugzien. 
    "Waarom bel ik haar niet gewoon?" zei hij hardop tegen zichzelf.
    Hij nam de telefoon op en draaide het nummer...
    -"Hallo, met Laura Lindebrings." wat was haar stem hemels.
    "Hallo Laura, ik heb aan je gedacht. Is alles goed met je? Nog maar twee dagen en weet je wat er dan is?" vroeg Gerald.
    -"Ooow Gerald!! Ik heb ook aan je gedacht hoor. Natuurlijk weet ik dat, dan is het zondag en dan zie ik jou! Heb je een aangename dag gehad?" vroeg ze.
    "Bwa, het gaat wel, discussie met een vriend van me, maar het gaat wel. Ken jij restaurant Berlin?" zei hij met een vlotheid die hij anders nooit had.
    -"Ja, dat ken ik! Dat is een keileuk restaurantje, Gerald!" riep ze enorm enthousiast door de telefoon.
    "Wel ik had gedacht... Euhm. Spreken we daar om 19 uur af zondag?"
    -"Ik kijk er al naar uit, lekker klunsje."
    "Mmmh, ik wou dat je hier was, ik verlang naar mijn geile meid."
    -"Slaap lekker, Gerald. Kus."
    "Droom zacht, Laura." zei hij.
    Vol van zaligheid liet hij zich vallen in de fauteuil die reeds elke bestaande emotie had gekend.

    Zondag... Hij had de nacht voordien geen oog toegedaan. Op zich was dat geen ramp geweest, moest hij niet hebben afgesproken met Laura. Hij wou er op zijn best uitzien en met wallen onder de ogen is dat niet zo evident. Hij had nochtans alles geprobeerd, een glas warme melk. Hielp niet. Een kop kamillethee. Hielp niet. Een slaappil met een glas water... Hielp niet, het enige wat hij merkte was dat hij nu ook nog eens om de zoveel minuten moest gaan plassen. Dat was de oplossing dus ook niet. Maar goed, clever als Gerald was, legde hij twee koffielepeltjes in de diepvriezer. Krabde aan de lichaamsdelen die het nodig hadden, zette het koffieapparaat aan en liet de douche lopen. Routine was de boodschap. Hij ging snel, om niet teveel douchewater te verspillen, de krant uit de brievenbus halen en las in de vlucht de kop "Struisvogel ontsnapt en neergeschoten op de Meir". Goeiemorgen dacht hij!
    Onder de douche wou hij zijn gedachten naar Laura laten gaan, maar de grappige krantenkop verhinderde hem dat. Wat een absurde situatie. Hij zag de altijd even actieve Antwerpse politieagenten al over de Meir lopen met netten en pistolen achter een woeste struisvogel. Daar zouden ze nog eens mooie filets van kunnen maken in Ramloc! Misschien kwam er wel een bestelwagen van Ramloc de struisvogel ophalen? Heerlijk eten hadden ze daar toch...
    Na zich te hebben afgedroogd nam Gerald de twee bevrozen koffielepeltjes uit de diepvriezer, hij was ze bijna vergeten, en legde ze zorgvuldig op zijn wallen. Ze waren er bijna aangevroren toen Gerald zijn koffie zette. Hij legde de krant nog even opzij, want hij wou met het zicht op de straat dagdromen over Laura.
    Wat zou hij haar allemaal zeggen? Over wat zouden ze praten? Zou ze het restaurantje leuk vinden? Hoe meer hij begon na te denken hoe sneller zijn hart begon te slaan en het greep hem allemaal naar de keel. Angstzweet brak hem uit, maar Gerald zou Gerald niet zijn als hij er een oplossing voor had. "Struisvogel ontsnapt en neergeschoten op de Meir". Een glimlach verscheen weer op zijn gezicht bij die gedachte.
    Ondertussen was het al middag en hij ging -zoals gewoonlijk- routineus naar zijn bakker.
    -"Goedenmiddag, meneer, wa zal 't zijn?"
    "Twee keizerkes en een tijgerpistolet'ke, juffrouw" zei hij met een glimlach die zijn gelukzalig gevoel verraadde.
    -"Zo goedgezind, Gerald? Verliefd?"
    "Zo nieuwsgierig, Melanie? Mag ik gewoon mijn pistolekes?"
    -"Oké, oké, dag he, Gerald !"
    "Daaa-aaag" zei hij kortaf.
    Het was niet omdat hij zich gelukkig voelde door wat er vanavond te wachten stond met Laura, dat hij daarom vriendelijk moest zijn tegen 'gewone' mensen. Vriendelijk was hij eigenlijk nooit geweest, misschien kwam dat door zijn defensieve houding, maar de mensen die hem kenden, zoals Jonathan, die wisten wel beter. De 'gewone' mensen, die zagen hem meer als een arrogant iemand die zich afschermde en ondoorgrondbaar wou zijn. Maar dat was ook wat Gerald zelf wou. Hij dacht dat als hij zich afschermde, dat er zich een mysterie zou vormen rond hem en dat hij daardoor als intrigerend gezien werd door de mensen...
    Eenmaal thuisgekomen stak hij zijn pistolets in de oven, want hij vond het heerlijk als ze wat warm waren, om ze dan overlangs door te snijden zodat het vocht in het sesamkadetjes als stoom uit het broodkruim kwam en wanneer die boter er dan zachtjes insmolt dan kwam het water hem in de mond.. beleggen met een plakje rosbief, een snuifje zout en een draai van de pepermolen, genieten. En dat deed hij ook! Het enige wat nog ontbrak was klassieke muziek. Gerald was een echte perfectionist, zelfs voor zichzelf, dus zette hij Klara op, dat hem helaas enkel van die tsjingel tsjangel-moderne-flut-muziek opleverde. Hij veranderde dan maar naar AUX en stak een CD in, Madame Butterfly, gecomponeerd door de grote Giacomo Pucinien gezongen door Maria Callas. Haar stem deed zijn gedachten afdwalen naar Laura wat de hele setting nog completer maakte en hij slaakte een zucht van genot wanneer hij een hap in z'n broodje zette.
    Het was zover, z'n hart klopte zo hard dat hij dacht dat het zou ontploffen, bevend en daverend stapt hij z'n wagen in, op weg naar Berlin. Een afspraakje met Laura, een afspraakje met een nieuw begin, met een nieuw leven. Twintig minuten te vroeg kwam hij aan en hij zette zich alvast en bestelde een glaasje wijn.Toeval of het lot, zij was ook te vroeg ! Gerald merkte het natuurlijk weer enorm laat op dat er aan een andere tafel een vrouw zat te waaien naar hem. Laura.
    -"Uwe frank... die valt ook laat he? Maar je ziet er goed uit, Gerald!" zei ze op zo'n toon dat hij niet anders kon dan die onderdrukte glimlach uitbundig te uiten.
    "Jij ziet er gewoon fantastisch uit, ik zal hier sevens eens een kroontje vragen voor de prijs van mooiste klant."
    -"Euuhm, oke. Sterk plan!"
    "Zullen we dan nu maar gewoon 'n hapje eten?"
    -"Lijkt me een goed idee. Ik heb al even op de menukaart gekeken en die Plat van lamskroon lijkt me wel wat."
    "Huh? Wat zei je, sorry?"
    -"Een beetje aan het dromen en staren Gerrie?"
    "Ik vind je geweldig, Laura."
    Al starend en dromend van hoe het verder zou lopen hadden ze een heerlijk diner dat de echte Bourgondiërs jaloers zou maken. Lamskroon met aangestoofde sluimererwten, licht gekarameliseerd witlof, een flesje Margaux. En nog een flesje. En nog een pousse-café. En nog een glaasje Cognac, Armagnac... Gerard dacht terug aan die dag in Knokke, toen hij haar nummer verloren was door zich te bezatten op café. Man, dit mocht hij niet opnieuw laten gebeuren.
    "Laura... Heb je zin om nog even naar me thuis te komen?"
    -"Wel Gerard... het is al laat." zei ze aarzelend.
    "Kom nu, we zijn toch nog nie oud. Vergezel me, ik heb je zo gemist, zo naar je verlangd." lalde hij.
    -"Errr, oke dan, maar enkel omdat ik morgen een vrije dag heb."
    "Je maakt mijn avond helemaal af, lieverd! Ik vraag snel even de rekening." zei hij.
    Lachend, dartelend liepen ze door de Bredestraat en ze stapten in z'n wagen. Gerard voelde zich een beetje draaiierig, maar hij wou de avond niet verpesten door te zeggen dat hij te dronken was... Wie weet wa hij allemaal niet zou missen. Lantaarnpalen leken één grote lange lichtlijn te worden langs beide kanten van z'n ogen. Hij probeerde zich te focussen tussen deze twee lijnen te rijden. Af en toe in de war gebracht door twee spots die recht op hem af leken te komen en dan toch langs links en langs rechts leken uit te wijken. Bizar, bizar. Laura was ondertussen al in slaap gevallen, Gerard streelde even door haar haar. Rode bollen, oranje bollen, groene bollen...Doet er niet toe, gewoon tussen die twee lijnen rijden. Waar waren die twee lijnen naartoe? De rijweg werd ondertussen wel heel hobbelig, best even gas bijgeven dat dit stuk rotweg voorbij is. Hopelijk werd Laura niet wakker. Een geweldige knal. Vliegen als een vogel. Even alles zwart. Pijn in z'n achterhoofd en pikkende ogen....Alles werd terug zwart, even de ogen sluiten....
    Hij werd wakker en zag overal blauwe lichten. Hoorde een loeiend geluid dat in slowmotion leek afgespeeld te worden.
    "LAURA! LAURA!" riep hij met bebloede mond.
    -"Ik heb geen idee." hoorde hij de ambulancier tegen zijn collega zeggen.
    De volgende ochtend werd hij pas wakker na de shock. Die pikkende ogen, dat had dus bloed geweest. De puzzel begon stilaan duidelijk te worden, hij was met zijn godverdomse zatte botten over kop gegaan met de wagen en tegen een boom beland. De verpleegster kwam bij hem.
    -"Dag meneer, u bent er nog goed vanaf gekomen!"
    Ondanks dat Gerard enorm in de war was en nog in de roes van de wilde nacht, benam een gevoel van angst en ongerustheid hem. Hij kreeg een krop in de keel en zijn adem werd afgesneden.
    "Wa..waar, waar is Laura?" prevelde hij met trillende lippen.
    -"Wie?" vroeg de verpleegster.
    "Laura Lindebrings."
    -"Nooit van gehoord, is dat familie van u of zo?" vroeg ze verbaasd.
    "Ze zat bij me in de wagen!" riep Gerald. Hoe kon het nu dat zo'n verpleegster geen kennis van zaken had!
    -"Meneer, het spijt me, maar U was de enige persoon in de wagen." zei ze verontrust.
    "Dat kan niet! U heeft vast niet goed gekeken in de dossiers. KIJK NOGMAALS !"
    -"Oke, meneer. Een ogenblik."
    Dit was toch niet meer te doen. Waar was Laura dan? Misschien in een ander ziekenhuis. Dat zal het zijn
    -"Meneer Ducès, ik moet u helaas mededelen dat er geen andere personen aanwezig waren in het wrak. Wij hebben geen gegevens van een mevrouw Lindebrings. Het spijt me nogmaals."
    Gerard slaakte een diepe zucht, sloot zijn ogen en hield zijn adem in terwijl hij zijn hoofd zo diep mogelijk in z'n matras probeerde te drukken. Misschien zit ze wel in een ander ziekenhuis, wat wist die zuster er nu van...

    Zeven uur in de ochtend en Gerard mocht het ziekenhuis verlaten. Hij bedankte het personeel, omdat hij altijd beleefd wou blijven, maar het enige wat door zijn hoofd spookte was LAURA. Hij zou haar direct bellen. Toen hij buiten was, liep hij zo snel als hij kon naar het dichtstbijzijnde café. Per toeval heette dit ' 't Gesticht'.
    "Mag ik even uw telefoon gebruiken aub? Het is zeer dringend."
    -"Joa, joenge, ge doe mor. Aa sto vanachter."
    "Dank u zeer, meneer!"
    Hij draaide het nummer en... BieeepBieeepBieep "Het nummer is niet toegekend. U kan het nummer van uw correspondent opvragen bij '1212'.. Een stem van een operator met zo'n boodschap was al helemaal niet wat hij verwacht had.
    "Dank u vriendelijk, meneer!"
    -"Gin probleim, makker!"
    Gerard begreep het simpelweg niet. Hij was wat doelloos aan het wandelen, had bijna drie ongelukken veroorzaakt door de straat over te steken zonder te kijken, toen hij een braderij passeerde waar een groepje een cover bracht van America met A horse with no name. 

    You see Ive been through the desert on a horse with no name
    It felt good to be out of the rain
    In the desert you can remember your name
    cause there aint no one for to give you no pain
    La, la ...

    Verwarde Gerre ging even zitten en keek met lede ogen naar het bandje. I can remember my name. Hij begon aan zichzelf te twijfelen. Hij werd erg angstig en liep zo snel als hij kon terug naar ' 't Gesticht'.
    "Sorry, ik moet terug bellen !"
    -"Drinkter toch ene, en ene is gene, dus drinkter twee!" zwansde de cafébaas. Een man met een tattoo waar je niet jaloers op moest zijn. Zelf gezet
    "Nee dankjewel." zei Gerald
    -"Dan moogt ge nie bellen, maat!"
    "Goed, geef me maar een pint dan!" zei Gerald botweg.
    De man demonstreerde even zijn tapkunst en...
    -"Schol man, lot oe gaan met den telefon!"
    Gerald bedacht net dat hij maar beter zou opschieten om Jo te bellen, want over een uurtje begon hij te werken als ballenbadverantwoordelijke in Ikea. De telefoon ging over.. Drie hoge tonen luidden schril uit het toestel
    "The number your dialing is not available. Please check the number again."
    Hij werd wanhopig en overliep het nummer in zijn adresboekje nogmaals en nogmaals en opnieuw en opnieuw. Het nummer klopte, ze waren er niet. Ze...
    "Neeh, dat kan niet, hou jezelf niet voor de gek" zei Gerald hardop tegen zichzelf en dronk zijn pint in een teug leeg.
    -"Nog ne goeien dag é, makker!" wuifde de cafébaas hem uit.
    "U ook, meneer" en Gerald verliet ' 't Gesticht'.

    Toen hij thuiskwam plofte hij in de zetel, en overpeinsde zij dag. Waarom antwoordden ze niet? De nummers bestaan gewoonweg niet! Misschien hebben ze een complot gesmeed tegen mij en bedriegt ze me met Jo?! Nee, dat kan niet..na het ongeluk...nee, onmogelijk! Morgen zal ik ze opzoeken, ik zal en moet ze vinden.
    Doodmoe en vermoeid door de emotionele dag en nacht, viel hij in slaap

    Zeven uur in de ochtend en toch al anderhalfuur wakker. Maar door zijn obsessief compulsieve gedragsstoornis, mag hij natuurlijk niet voor zeven uur opstaan. De nacht leek langer geduurd te hebben dan de eerste wereldoorlog, even uitzichtsloos, even depressief... Gerald kon het niet vatten.
    Hij nam nog snel even een koffie, maar liet de koffiepot staan op de hete plaat, die barstte dan ook, maar het kon hem niet schelen. Gerald had belangrijkere dingen aan z'n hoofd dan een zoveelste vernielde koffiepot, maar kon het toch niet laten luidop te schertsen: "Koop toch een Senseo, Gerald, idioot!".

    Sprintend kwam hij aan bij het huis van Jo en hij belde aan.
    "Hallo, Jo? Ben je thuis?"
    Een man van achter in de 50 kwam uit zijn raam hangen en rîep:
    -"GIJ WEER !!?? Das nu al den honderdste keer da gij hier komt bellen! Ik heet Franck Deconinck! Niet Jo of Jonathan!"
    Hoe moest hij dit weer interpreteren? 't Zat hem duidelijk niet mee, want de man kieperde ook nog een emmer ijskoud water over hem.
    -"NU GIJ!"
    "Excuseert u mij meneer Deconinck, maar weet u soms of hier ooit een Jonathan heeft gewoond?"
    Na een diepe zucht zei de man verveeld: "Kijk, ik woon hier al 20 jaar, alleen, en ik heb géén gezelschap nodig en al zeker dat van u niet!"
    "Tot ziens, meneer."

    Heeft Jo dan gelogen? Gerald begon meer een meer aan zichzelf te twijfelen. Hij werd toch niet gek? Nee, hij had nog één laatste optie. Naar Laura gaan, maar hij wist niet waar ze woonde. Gerald wandelde met het hoofd naar de grond, hij was bang dat als hij opkeek, de mensen hem raar zouden bekijken. Eens op een bankje in het park te zitten, begon hij zijn mogelijkheden te overlopen. Wat moest hij doen om hen te vinden?
    Een griezelige gedachte spookte door zijn hoofd. 'Misschien bestaan ze gewoon niet, misschien ben ik het'. Maar dat parcours wou de Gerre niet overlopen. Hij wist het ! Hij ging naar Belgacom en zou zijn detailfacturen opvragen, dan kon hij zien of Jo of Laura hem hadden gebeld. Met de auto kon hij niet gaan, dus liep hij maar. Uit zijn zak haalde hij de enigste foto die hij had, een polaroidfoto van hem en Laura.

    -"Goeiemiddag meneer, kan ik u helpen?" zei de telecomdame.
    "Goeiemiddag. Is het mogelijk een detailfactuur te krijgen? Ik zou graag een aantal dingen overlopen."
    -"Geen enkel probleem meneer, uw naam is?"
    "Gerald Ducès"
    -"Een ogenblikje."
    Vijf minuten later kwam de dame terug met de factuur.
    -"Zo, nu bent u gesteld, als het u belieft!"
    Zonder een woord uit te brengen begon hij ze te overlopen. Geen inkomende oproepen, maar wel een paar uitgaande.
    "Mevrouw, sorry dat ik u nog eens stoor, maar zou u de naam van de eigenaars van deze nummers die ik heb gebeld even willen opzoeken?
    -"Geen probleem, meneer, geeft u ze even. Ja... ja, ...034 achteraan?
    "033."
    -"Oke, even checken. Euhm. De eerste nummer, is onbestaand."
    Gerald moest even slikken, maar de acteur in hem bracht toch nog:
    "Dan zal ik weer even een verkeerde nummer hebben gedraaid." lachtte Gerald weg, maar hij wist dat het de nummer was van Jo.
    -"En die tweede nummer bestaat ook niet meneer. Sorry."
    "Dat was alles wat ik moest weten."

    Het was zeven uur in de ochtend.
    "De IC trein met bestemming Oostende zal zo dadelijk aankomen op perron drie."
    Op het bord verscheen plotseling echter: +1 U (vertraging)
    "Beste reizigers met bestemming Oostende. De IC trein van zeven uur en twee heeft vertraging van één uur opgelopen door een ongeval."

    Later zou blijken dat iemand zich voor de trein had gegooid met in zijn handen een polaroidfoto van zichzelf in de zetel.



    _____________________________________________________________________________________________________________

     













    15-01-2009 om 00:00 geschreven door egonvancalster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)


    Archief per week
  • 12/01-18/01 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs