Welke recensie had je hier graag zien verschijnen?
Recensent
Seminarie-Talen
27-11-2008
Recensie Wannes Van de Velde
Naar aanleiding van de dood van grootmeester, kleinkunstenaar en Antwaarps monument Wannes Van de Velde, ooit nog een vriend van mijn vader, bespreek ik graag 't Café me rùj Gorda'ne.
Café meh rùj gordijne
Tekst & muziek: Wannes Van de Velde
In et café meh rùj gordijne
blijve seconde langer gaaf
want een orlogen is 'er luier
en die minute kruipe traag
ùp de maermerwitte tafel
in den dùnkermave wijn
in gedachte zonder woorde
in de schaduw zonder pijn
ùp de maermerwitte tafel
in den dùnkermave wijn
in gedachte zonder woorde
in de schaduw zonder pijn
Ùp den trottoir schuive de schimme
un trage waendeling vörbij
en 'k zing den avend stil beginnen
ùp d'oêgste dake van de rij
in de zwijgende portale
ùp de gevels van satijn
in gedachte zonder woorde
in de schaduw zonder pijn
in de zwijgende portale
ùp de gevels van satijn
in gedachte zonder woorde
in de schaduw zonder pijn
Oranje lichte tusse glaze
zoeme nen tijdeloêze zang
lak gouwe lampe van Carthago
duzend jaar ee' gin belang
ùp de schemerige mure
in de boême van et plein
in gedachte zonder woorde
in de schaduw zonder pijn
ùp de schemerige mure
in de boême van et plein
in gedachte zonder woorde
in de schaduw zonder pijn
Den avend legd z'n diepe toêne
over de plùjje van de stad
duzenden ombers, grijze, blauwe
ouwen et lijnespel ùmvat
en de vurig rùj gordijne
zulle gau nog rùjjer zijn
lak gedachte zonder woorde
in de schaduw zonder pijn
en de vurig rùj gordijne
zulle gau nog rùjjer zijn
lak gedachte zonder woorde
in de schaduw zonder pijn
Op een middeleeuws deuntje zingt Wannes op z'n beste Antwerps over een nachtje stappen. Je kan er best bepaalde mensen in terugvinden, échte cafégangers dan.. het uur gaat trager als ze meer en meer drinken, je herkent de bruine cafés met hun typische marmerwitte tafels... de stad.. je herkent de hele setting, als je weliswaar van Antwerpen afkomstig bent. De dronke mensen zonder ziel, zonder leven, laveren door de donkere straten, maar de avond is nog niet begonnen. De stad, de gevels, ze werpen allemaal hun schaduw in alle kleuren. Door het licht dat uit de cafés komt, tonen de gordijnen nu nog roder.
Om dit stukje kleinkunst te begrijpen, moet je gewoon maar een nachtelijke wandeling maken doorheen Antwerpen centrum. Ondanks Wannes een b.a. was, heeft hij nooit de erkende steun gekregen van zijn stad. Helaas, want nu is hij er niet meer.
Timoe herinnert helemaal niets meer wanneer hij weer bij bewustzijn
komt met barstende hoofdpijn en een flinke buil op zijn hoofd. Hij weet
zelfs niet meer hoe hij heet. Samen met zijn vriend Kafran trekt hij
door Egypte, en beetje bij beetje komt zijn geheugen terug. Het wordt
echt spannend als hij zich farao Echnaton en Nefertete blijkt te
herinneren.
Ik vond dit boek nogal een beetje saai beginnen, maar vond vooral de wending op het einde enorm verrassend, uiteindelijk bleek de "gewone" Timoe, de échte farao te zijn. Maar hij was aan de kant gezet en als dood achtergelaten, maar hij keert terug. Het las zeer vlot en wat ik vooral zo boeiend voor mezelf vond is dat je er werkelijk iets mee kan leren over het Egypte van toen en hun levenswijzen. Paul Kustermans heeft er een zeer aangenaam boek van gemaakt !
In Parijs wordt een jongen geboren onder een viskraam op de markt, we spreken hier dan wel over het oude Parijs ergens in 1750. Grenouille wordt dan opgevoed in een klooster, waar hij later als een soort slaaf verkocht wordt in een leerlooierij. Van kinds af aan heeft hij al een fijne neus. Op een dag mag hij huiden brengen in de stad. Hij passeert een parfumerie van Baldini. Hij wordt zowaar gek van al die geuren. Hij doet er alles aan om bij hem in de leer te gaan. Guiseppe leert hem alle kneepjes van het vak. Het gruwelijke aan het verhaal is dat hij op zoek gaat om de ultiem lekkerst ruikende geur te zoeken. Hiervoor vermoordt hij de mooiste vrouwen en jongedames om hun geur op te slaan. Als hij wordt terechtgesteld in Italië laat hij die geur los en iedereen is verzot op dat lekkere parfum. Hij wordt vrijgesteld in Parijs waar een gruwelijke scene wacht...
Ik vond het spijtig dat ik de film al had gezien voordat ik het boek had gelezen, want nu maakte ik me al een voorstelling van elke situatie in het boek, waar ik normaal mijn fantasie zou hebben gebruikt. Ik vond het boek daarom minder aangenaam om te lezen. Maar wel veel gedetailleerder en mooier uitgeschreven, de gedachten zijn in de film wel verteld in een soort voice-over, maar daarin evenaart de film het boek toch absoluut niet. De laatste scènes vond ik ook een beetje te absurd. Hij wordt op het einde opgegeten door zwervers omdat hij het flesje 'godenparfum' over zich sprenkelt... een beetje te veel van het goede naar mijn inschatten. Maar zéker weten een boek dat je moet lezen, of op zijn minst de film bekijken.
Frank Westerman is eigenlijk zelf de hoofdpersoon in het verhaal.Toch is het geen biografie, maar een zeer spannend reisverhaal in de zoektocht naar El Negro, een opgezette zwarte, meegebracht door de taxidermistenbroeders Verréaux in 1886. Door zijn job als ontwikkelingswerker en journalist, reist Westerman zeer veel. Op deze tochten is hij op zoek naar de motivatie van de Westerse kolonisten om zo'n opgezette zwarte mee te brengen naar Europa, op te zetten, en te exposeren in een natuurhistorisch museum bij allerlei opgezette dieren. De reden hierachter is dat de blanken zwarten zagen als gevorderde apen, maar niet meer dan dat. Ook gaat de auteur op zoek naar de identiteit van de zwarte man.
Ik vond dat dit boek, buiten enorm leerzaam, ook enorm interessant was voor iedereen die graag reist en niet wereldvreemd is. Frank Westerman weet precies de nuance te leggen tussen het hedendaagse racisme en de historische waarde van zo'n opgezette "neger" in een museum. Persoonlijk vind ik dat het moet kunnenn het kan ook dienen als anti-racismemiddel en een les voor de toekomst, anderzijds vind ik het een goed beeld geven van het Westers imperialisme.
Kortom, echt een aanrader voor mensen met interesse voor de geschiedenis van de kolonies, en mensen die graag meer weten over de wereld. Een zeer ruim beeld, want dat gaat van Jamaïca, tot Sierra Leone tot Peru.
Vooraf: Deze expositie kan enorm boeiend zijn en interessant om toch even mee te pikken op een zondagmiddag. Je kan buiten het "Broodthaers gebeuren" ook nog een installatie van Jan Fabre bekijken en van Ögul Kaplut. Ook ik kon "De lente kom er aan" van J. Fabre appreciëren, omdat de boodschap achter de installatie (aardappels in condooms die aan het plafond hangen en aan het 'schieten' zijn) was: dat hoe dan ook het leven een weg vindt (voorgesteld door de scheuten die door het condoom komen, vandaar "De lente komt er aan").
Insert Marcel Broodthaers & Friends
Na een serie schilderijen van Broodthaers te passeren en een flitsende futuristische wagen van Panamarenko, een goede vriend van Marcel Broodthaers, komen we aan bij het literaire gedeelte van de expositie.
Eerst beluisterde ik een interview van Broodthaers zelf, en zijn vrienden over hem. Hij vond het noodzakelijk ook beeldend te werken, omdat de typografie en de woordbetekenis tekortschoot aan zijn creativiteit. Ondanks hij veel en prachtige gedichten heeft geschreven. Een vriend, Guy Rombouts, over M.B. zei dat hij niet genoeg aan de bak kwam als literair kunstenaar en daarom beeldend begon te werken, het is hem ook gelukt want in Dortmund is hij beroemd geworden. Diezelfde Guy Rombouts vond wel een weg om zich met woorden en letters uit te drukken. Hij ontworp hiervoor wel een eigen alfabet dat letters grafisch weergaf door vorm en kleur, persoonlijk vond ik dit zeer mooi (www.azart.be). In Broodthaers' beeldende kunst, gebruikte hij nog wel woorden, woordgroepen en zinnen zoals: " Ceci n'est pas un objet d'art ". Maar voordien heeft hij dus heel wat gedichten geschreven, hieronder vindt u er een dat ik persoonlijk zeer mooi, sprookjesachtig en zacht verwoord vind.
Dans la forêt de la musique il y a un petit violon la racine des arbres
Un silence s'achève au bout d'un fil d'air Que battent les tambours du roi?
Bart Moeyaert, stadsdichter van Antwerpen, schreef onlangs nog een gedicht voor de metropool. Het is geschreven naar aanleiding van de Nationale Dag van het Verzet Tegen Armoede in samenwerking met de stad Antwerpen.
BINNEN
Het gaat over een meisje dat ooit de kinderwens had haar eigen baas te zijn, maar niet alle wensen worden ingewilligd zo blijkt. Ze is één van de mensen op het De Coninckplein. De vrouw schuwt nakijkende blikken, hoewel ze ooit een gelukkig en normaal kind was met een toekomst. Dit gedicht ontroert mij in z'n eenvoud en in z'n waarheid, de waarheid die je ook kan vinden als je eens langs dat De Coninckplein wandelt.
Er is geen echt rijm in dit gedicht, misschien hier en daar alliteraties, maar dat is het dan ook. Het is vooral de boodschap en het ritmische van de tekst die het doet.
Ze was twaalf en erg gehaast om oud te zijn als nu, en nu het zover is, herinnert ze zich niet wat haar zo naar de toekomst liet verlangen. {Ooit had ze zich de toekomst, haar toekomst, helemaal anders voorgesteld, ze wou dat ze al volwassen was. Nu blijkt dat haar toekomst geen rozengeur en maneschijn is, maar een bittere pil.} Ze weet alleen nog dat ze in een opstel over later schreef: ik word mijn eigen baas en na een jaar ben ik zo binnen als een huis. {Volgens mij is binnen als een huis een woordspeling op het feit dat ze dakloos is.} Het valt tegen wat ze ziet nu ze naar binnen kijkt vanaf de bank op het De Coninckplein, en naast de glasbak wacht tot er een fles blijft staan waar nog geluk in zit. Maar voorts is ze haar eigen baas, als ze de mensen met haar eigen hand naar kleingeld vraagt en daarna op pantoffels die van haar zijn ergens weer een straat inslaat en niemand nakijkt, zodat ook niemand zich hoeft af te vragen of ze een thuis heeft waar haar schoenen staan.
Recensie II Het verhaal wordt verteld door de bewoners van Deps. Ze vertellen de historie van de stichter van hun dorp, Jan Houtekiet. Lien was een boerendochter net als Liza, met enig verschil dat Lien de zwerver Houtekiet aan de haak kan slagen die door iedereen gevreesd wordt, maar bemind wordt door menig wijfvolk. Omdat Lien zwanger is bouwt Houtekiet een hut, hij, altijd al een zwerver, vestigt zich. Terwijl z'n vrouw zwanger is, bouwt hij ook nog een hut, een stal en overal op de hei ontspruiten nieuwe zaken, als kolen uit de grond, want Houtekiet moet wel de man zijn die in alles slaagt wat hij onderneemt. Liza is zo jaloers dat zij al snel met een boerenzoon, Joep, trouwt en zich ook vestigt op Deps. Vele pioniers volgen, daaronder een verarmde graaf d'Hurlemont, die nadat Houtekiet 'n relatie had met zijn dochter Iphigénie Houtekiet zal proberen vermoorden met een geweer. Houtekiet, die in alles slaagt wat hij onderneemt, zal Hurlemont snel terug naar huis jagen. Nard Baert, een rijke handelaar zal zich ook op Deps vestigen nadat hij via de postkoetsdienst van Hurlemont was aangekomen. Hij maakt van het dorp een welvarend en weldra rijk dorp, omdat hij handelt en ruilt met de stad. Ondertussen vrijt de sticter er op los en heeft bij ieder vrouw een kind. Hij was altijd al tegen de Kerk geweest, maar onder groepsdruk en vooral omdat Iphigénie haar kind wil laten dopen, laat hij een kerk toe in het dorp met een pastoor die zich al snel aanpast aan het ritme van het dorp. Houtekiet begint door te hebben dat hij zijn zwerverschap totaal links heeft laten liggen, daarom verlaat hij Deps zonder boe of ba om terug te zwerven. Als hij twee jaar later terugkomt vindt hij zijn Deps terug volledig gedoopt, iedereen welvarend, geen vrijdenkend dorp meer, geen hei meer zoals het was. Onder druk van zijn eerste vrouw Lien trouwt hij toch met haar, maar naar de mis gaan doet hij nog altijd niet.
Houtekiet was een klassiek werk dat ik gewoon moést lezen, ondanks al die gele blaren, heb ik er toch van genoten, hoe je van zo'n normaal thema zo'n interessant boek kan schrijven. Door de eerste pagina's heb ik mij wel moeten doorworstelen, want het duurt even voor je in het oude Nederlands zit waarin het is geschreven. Maar vanaf dan is het echt leuk om te lezen, en begin je te beseffen dat dit toch een meesterwerk is, Ik raad iedereen aan wanneer je in de bibliotheek komt, je over die gele pagina's en die afgebleekte kaft heen te kijken en er gewoon in te beginnen en je zal zien dat je er van geniet. Wel zou het misschien leuk zijn het boek te laten vernieuwen, door nieuwe taal te gebruiken en het minder oud te laten klinken. Want met al die archaïsche woorden was het absoluut geen lezen als een sneltrein, maar ik vind wel dat dat niet opweegt tegen zo'n boek als dit, ik ben er van overtuigd dat niemand dit Walschap nadoet. Een must voor elke lezer geïnteresseerd in taal en het Vlaamse leven van vroeger.
Recensie I Een dame boekt een hotelkamer in de mooie en geurige Provence. Een klein hotelletje, maar zeer mooi omschreven in de brochures. Ze is alleen, maar ze kent de manager wel. "De geuren uit de Provence op m'n bord, les odeurs du Provence dans mon assiette", dat is haar antwoord als de kok vraagt of ze van het eten geniet, ze laat hem toe een glaasje met haar aan tafel te drinken, ze is alleen. Wat ze niet weet is dat wanneer ze gaat slapen, hij 's nachts langs haar raam zal binnenkomen. Hij komt binnen en verkracht haar, en vindt het bijzonder grappig. Dit is allemaal zeer uitvoerig beschreven en met grappige vergelijkingen zoals "hij had niet alleen de pens en de kop van een varken, maar ook een penis zoals een krullend varkensstaartje.". 's Ochtends belt ze haar vriendin Charlot en vertelt wat er gebeurd is, de vriendin zegt dat ze de directie moet roepen, niemand anders en wel onmiddelijk. Ze belt de directie van het hotel, een man komt binnen, maar verblindt door het licht ziet ze niet meteen wie het is, enkel die dikke pens. Ze roept in gelatenheid dat ze om de directie vroeg en niet om de kok die haar verkracht had, zijn antwoord is één en al ironie: " Madame, je suis la diréction ". Het boek is in een stijl geschreven die nogal poëtisch is, veel vergelijkingen, soms wel grappig en soms heel mooi."De Franse kok" heeft me literair wel kunnen raken, op de manier hoe het is geschreven. In het boek zit zowat alles: humor, ontroering, woede, ironie. Dit boek vond ik bijzonder aangenaam en vooral plezierig, en de stijl zal misschien niet iedereen aanspreken, maar als je de humor van de situaties kan inzien en de gedachtengang van de vrouw begrijpt, zal je toch merken dat het uitvoerig beschrijven en vergelijken hier bijzonder goed bij past.
Vanaf vandaag zal ik mij in het kader van het vak Seminarie-Talen toespitsen op het schrijven van besprekingen over gelezen boeken, uitstappen, etc. Het idee is dat van een soort online magazine, bloggen.be/egonrecenseert, elke week zal hierin minstens één recensie verschijnen.