Dag allemaal,
ik ben Emma. Naast mij zit Bruintje, mijn beste vriend. Hij is nergens bang voor. Bruintje gaat overal met mij mee. Verstoppertje spelen we het liefst van al. Als ik groot ben wil ik avonturier worden. Bruintje vindt dat ik al wat moet oefenen en daarom spelen we vaak verstoppertje. Als hij niet bang is, ben ik het ook niet!
Oei, Bruintje is al aan het tellen: 5, 6, 7, ik zal me snel verstoppen, dat hij me niet direct vindt... 8, 9, 10, wie niet weg is...
...8, 9, 10 wie niet weg is, is gezien...
Ai, ai, ai, jullie hebben mij al gevonden! Ik dacht nog dat ik goed verstopt was hier bij Emiel, jammer, volgende keer moet ik een betere schuilplaats vinden...
Kennen jullie Emiel al? Nee? Emiel is de grote broer van Emma. Emiel is ook de vriend van Bruintje. We spelen heel veel samen, zo met z'n drieën.
Oei, mama roept ons om te eten. Nu nog verstoppertje spelen zal niet meer lukken, jammer. Eerst eten, njam, njam!
|