Vandaag hebben ze iedereen gesplitst: kinderen in groepen op leeftijd, mannen, vrouwen. Mijn tante, mijn broertje en mijn zussen ben ik kwijt, ik sta er nu helemaal alleen voor. Ze laten ons zwaar werk doen dag in dag uit, werken in de blakende zon op de rijstvelden.
Klagen mag niet want anders vermoorden ze je. Maar niet waar iedereen bij is, ze zeggen dat ze je zullen meenemen om even uit te rusten maar in werkelijkheid kom je nooit meer terug. Ze blijven steeds listen verzinnen maar we kunnen er niets tegen doen, ze kunnen ons zo ook vermoorden. De ondervoeding begint zijn tol te eisen, steeds meer kinderen krijgen gezwollen buiken en zijn vel over been. Sommige kinderen vallen letterlijk dood tijdens het werken. Je moet steeds doorgaan. Het is een voortdurend gevecht om te overleven, een gevecht die ik ook aanga omdat ik mijn familie wil terugzien.
|